Terug
Gepubliceerd op 12/10/2020

2020_CBS_08273 - Omgevingsvergunning - OMV_2020098586. Grote Markt 30. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 09/10/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Jinnih Beels, schepen; Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_08273 - Omgevingsvergunning - OMV_2020098586. Grote Markt 30. District Antwerpen - Goedkeuring 2020_CBS_08273 - Omgevingsvergunning - OMV_2020098586. Grote Markt 30. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020098586

Gegevens van de aanvrager:

BV VANDEPUTTE INVEST met als adres Gaston Vallaeysstraat 8 te 8800 Roeselare en de heer Vincent Vandeputte met als adres Leopold II Laan 179 te 8670 Koksijde

Ligging van het project:

Grote Markt 30 te 2000 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 1 sectie A nrs. 1346 en 1347

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een meergezinswoning met handelsgelijkvloers

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

 

-          14/02/2020: weigering (20193788) verbouwen van een meergezinswoning met handelsgelijkvloers;

-          14/10/1938: vergunning (18#11292) bouwvallig torentje afbreken;

-          17/10/1921: vergunning (1921#12110) gevel- en binnenveranderingen.

 

Vergund geachte toestand

 

-          meergezinswoning met 3 woonentiteiten en een handelsgelijkvloers; 

-          4 bouwlagen onder een hellend dak met daarbij een achterhuis bestaande uit 3 bouwlagen onder een hellend dak.

 

Huidige toestand

 

-          Vastgesteld bouwkundig erfgoed (ID 4056) “Sint-Nicolaes, De Pijnappel, Ceulen, De Guldenberch, Den Volaert”;

-          conform vergund geachte toestand.

 

Gewenste toestand

 

-          intern gerenoveerde meergezinswoning met 3 woonentiteiten en een handelsgelijkvloers;

-          de drie één-slaapkamerappartementen bezitten een netto-vloeroppervlakte van circa 72,78m² en 92m².

 

Inhoud van de aanvraag

 

-          Intern verbouwen van een meergezinswoning met handelsgelijkvloers;

-          herinrichting en renovatie met behoud van de 3 woonentiteiten en de gelijkvloerse handelsfunctie;

-          het gevelluik op de 4de verdieping wordt naar achter verplaatst;

-          voorts blijft de voorgevel ongewijzigd met behoud van de zonneluifel.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

18 augustus 2020

24 augustus 2020

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator

18 augustus 2020

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

18 augustus 2020

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

18 augustus 2020

25 september 2020

stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen/ geacht vergund

18 augustus 2020

 25 september 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel  1:   zone voor wonen - (wo1).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:

 

  • artikel 21 Minimale hoogte van ruimten: het appartement op de 3de verdieping  heeft vooraan een vrije hoogte van slechts 2.42 meter, dit is een verlaging van 8cm t.o.v. de vergund geachte toestand en 18cm t.o.v. de bouwcode.

 

Sectorale regelgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.


Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)


Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

 

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

De aanvraag omvat de renovatie van een meergezinswoning bestaande uit drie appartementen met handelsgelijkvloers. Er is geen functiewijziging en het aantal woningen blijft behouden. Deze functie is inpasbaar in de omgeving van de Grote Markt.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

 

De werken vinden plaats binnen het bestaande volume. Er is ook geen vermeerdering van het aantal wooneenheden.

 

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

 

De aanvraag heeft betrekking een pand dat aangeduid is als vastgesteld bouwkundig erfgoed. Bijkomend is het pand gelegen in che-gebied volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan Binnenstad.

 

Artikel 5 §1 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 zegt dat voor gebouwen opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed en gebouwen gelegen in CHE-gebied de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw of constructie onderworpen wordt aan de wenselijkheid van het behoud. Het behoud van de elementen met culturele, historische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.

 

Bovendien schrijft artikel 5§2 voor dat de beschrijvende nota van de bouwaanvraag voldoende informatie moet bevatten over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen zodat de stedelijke dienst monumentenzorg deze kan afwegen.

Er werd een che-rapport toegevoegd aan het dossier, opgemaakt door Archivaria in december 2019.

 

De beschrijvende nota van de architect bevat geen cultuurhistorische verantwoording en geen details over de ingrepen. Het advies van de stedelijke dienst monumentenzorg is voorwaardelijk gunstig:

 

“Het betrof in oorsprong een traditioneel diephuis met trapgevel uit de tweede helft van de 16de eeuw, dat in de eerste helft van de 19de eeuw was aangepast tot een neoclassicistische, bepleisterde en beschilderde lijstgevel, onder een afgesnuit zadeldak. In de jaren ’50 van de 20ste eeuw werd de gevel opnieuw omgevormd tot een vrij gereconstrueerde trapgevel van negen treden met een overhoeks topstuk, uit bak- en natuursteen voorzien van smeedijzeren muurankers, op een opengewerkte winkelpui. Deze wordt geflankeerd door een neobarokke rondboogdeur met geblokte archivolt, sluitsteen, gestrekte waterlijst en gedeeld bovenlicht. Registers van kruiskozijnen op de eerste twee verdiepingen en bolkozijnen op de derde verdieping. De door waterlijsten gemarkeerde, tweeledige geveltop wordt in het eerste register geopend door een drielicht met een rondbogig middenluik tussen kloosterkozijnen. Het topstuk wordt bekroond door een verguld, bronzen zeilschip door de beeldhouwer Leopold Van Esbroeck uit 1957-1958.

Het diephuis telt vandaag drie traveeën en vier bouwlagen onder een zadeldak (nok loodrecht op de straat, leien) met een getrapt aandak. De achtergevel van het pand dateert nog van voor de verbouwing van 1951-1953. Alleen werd puntvormig geveltop toegevoegd om het zadeldak op te laten aansluiten. Het halfronde trappenhuis volume is het overblijfstel van de traptoren afgebeeld op de Bononiensiskaart. De noordelijke achterbouw voorzien van trapgevel, muurankers en steile dakhelling wordt gedateerd in de 17de eeuw. De zinken bedaking is recent. Er wordt verondersteld dat er initieel pannen op het dak gelegen hebben. 

Op basis van de beschreven bouwhistorische evolutie in het che-rapport en de beschrijving van de  actuele toestand is het duidelijk dat de erfgoedkenmerken en de bouwhistorisch waardevolle onderdelen zich bevinden in het hoofdvolume (de 16de-eeuwse structuur bleef volledig bewaard, enkel de voorgevel en de zolder van het voorhuis dateren uit de periode 1951-1953), het vermoedelijk 17de-eeuwse achterhuis (mogelijk nog ouder) waarvan de volledige structuur inclusief de dakkap bewaard bleef en het restant van de 16de-eeeuwse traptoren. Van de 19de-eeuwse transformatiefase bleven de trap, de schouwen, de tegelvloer in de hal en mogelijk nog andere elementen waaronder de plafond en wandafwerking bewaard (momenteel niet zichtbaar wegens recentere interieuraankleding). De vloer in het winkelpand dateert uit de jaren 1950.

 

Men wenst het pand te verbouwen en om te vormen naar een commercieel gelijkvloers met 3 bovengelegen woongelegenheden.

 

In tegenstelling tot de vorige aanvraag waar er in verschillende opzichten afbreuk gedaan werd aan de erfgoedwaarde van het pand (openwerken muren tussen voor- en achterhuis, doorbreken roosteringen, weghalen van de interieuraankleding) werd er in het kader van de opmaak van deze aanvraag bijkomend onderzoek gedaan. De inzichten uit dit onderzoek zijn gebruikt als basis voor het aangepast ontwerp. Dit houdt voldoende rekening met de structuur, de draagkracht en de aankleding van het pand. De correcte restauratieopties zijn genomen of indien er wordt afgeweken van de randvoorwaarden wordt er voldoende beargumenteerd waarom.”

 

Het advies van de dienst monumentenzorg wordt bijgetreden. Op vraag van de dienst wordt volgende voorwaarde opgelegd:

 

-          Detailtekeningen van het nieuwe schrijnwerk in de achtergevel moeten worden voorgelegd.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

Het advies van de brandweer is voorwaardelijk gunstig en moet strikt worden nageleefd.

 

De vrije hoogte van 2,42m van de leefruimte van appartement 3 op de derde verdieping voldoet niet aan artikel 21, waarin 2,60m wordt opgelegd. Deze afwijking op dit artikel van de bouwcode is aanvaardbaar vermits het hier gaat om een pand met grote erfgoedwaarde en de ruimte groot en licht genoeg is.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

 

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing gezien de aanvraag geen vermeerdering van het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande en vergunde of vergund geachte situatie inhoudt.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

3.      Detailtekeningen van het nieuwe schrijnwerk in de achtergevel moeten worden voorgelegd aan de stedelijke dienst monumentenzorg.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

24 juli 2020

Volledig en ontvankelijk

18 augustus 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

17 oktober 2020

Verslag GOA

29 september 2020

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

3.      Detailtekeningen van het nieuwe schrijnwerk in de achtergevel moeten worden voorgelegd aan de stedelijke dienst monumentenzorg.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.