De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
23 augustus 2020 | 21 september 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Informatievergadering
Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.
Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
- een openbaar onderzoek te houden;
- advies uit te brengen.
Projectnummer: | OMV_2020085273 |
Gegevens van de aanvrager: | NV Atlas Copco Airpower met als contactadres Boomsesteenweg_WI 957 te 2610 Antwerpen en de heer Wouter Ceulemans met als adres Boomsesteenweg_WI 957 te 2610 Antwerpen |
Gegevens van de exploitant: | NV Atlas Copco Airpower met als contactadres Boomsesteenweg_WI 957 te 2610 Antwerpen |
Ligging van het project: | Boomsesteenweg 957 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: | Aartselaar - afd 1 sectie B nrs. 38D, 52D, 53A, 58A, 58B, 59A, sectie C nrs. 16A, 19M Antwerpen - afdeling 44 sectie D nrs. 439F5, 498F, 518D en 521 |
Inrichtingsnummer: | 20180312-0081 (Atlas Copco Airpower NV) en 20200604-0079 (Atlas Copco Airpower NV - bemaling B-shop) |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | afbreken van de bestaande luifel, bouwen van een nieuw bedrijfsgebouw, de tijdelijke uitbating van een bronbemaling en het uitbreiden van de vergunning voor de fabricage van compressoren en generatoren |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 16/04/2020: vergunning (2020680) voor het regulariseren van het plaatsen van tijdelijke bureelcontainers;
- 30/01/2020: vergunning (20193948) voor het uitbreiden van bestaande parking met 47 extra parkeerplaatsen;
- 12/12/2019: vergunning (20192722) voor het aanleggen van een fietspad;
- 29/08/2001: vergunning (20012586) voor het bouwen van burelen in prefab en het uitbreiden en aanpassen van bestaande luifels.
Vergunde toestand
- bedrijventerrein op de grens van Wilrijk met Aartselaar;
- verschillende gebouwen op de site van Atlas Copco.
Huidige toestand
- vaststelling (ID: 11555) van Nijverheidsgebouwen als bouwkundig erfgoed;
- het terrein is reeds bebouwd met een aantal magazijnen, productiehallen, buitenopslag en kantoorgebouwen.
Gewenste toestand
- afbraak van de bestaande luifel;
- bouw van een nieuw bedrijfsgebouw met:
- het gebouw wordt voorzien van een magazijn, productiehal, kantoorruimte en een zone voor technieken (zowel inpandig als in open lucht);
- de gevels worden afgewerkt met witte betonwanden en donkergrijze sandwichpanelen.
Inhoud van de aanvraag
- afbreken van een bestaande, afgesloten, luifel langsheen een bestaand magazijn;
- bouwen van een nieuw bedrijfsgebouw dat onderverdeeld wordt in een deel magazijn, een deel productie en een deel kantoor.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 26 november 2009 verleende de deputatie een milieuvergunning (kenmerk MLAV1/09-296) aan Atlas Copco Airpower nv voor het verder uitbaten van een productie-inrichting van compressoren, generatoren en de bijhorende randactiviteiten en technische installaties. Op 23 maart 2017 werd de vergunning grondig aangepast en uitgebreid (kenmerk MLAV1/2016-163). De vergunning is geldig tot 26 november 2029.
Inhoud van de aanvraag
Op de site wenst de aanvrager een bedrijfsgebouw uit te breiden en de nieuwe extensie te gebruiken als logistieke, montage-, multifunctionele en technische ruimte. Tijdens de bouwwerkzaamheden is een tijdelijke verlaging van het grondwater nodig.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
20180312-0081 (Atlas Copco Airpower NV) | ||
12.2.2° | transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA; | + 1 x 2.000 kVA |
15.1.2° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van meer dan 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; | + 3 voertuigen (totaal 384 voertuigen) |
16.3.1 | koelinstallaties, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een gezamenlijke hoeveelheid van meer dan 2.000 ton CO2–equivalent; | 3.870,00 ton CO2–equivalent |
16.3.2°b) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW; | + 337,98 kW (totaal 5.873,18 kW) |
29.5.2.2°a) | smederijen, andere dan deze bedoeld in rubriek 29.5.1, en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal in industriegebied, met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW tot en met 1.000 kW; | + 62,62 kW (totaal 11.729,72 kW) |
20200604-0079 (Atlas Copco Airpower NV - bemaling B-shop) | ||
3.4.2° | het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; | 8,40 m³/uur |
3.6.3.2° | afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; | 8,40 m³/uur |
53.2.2°a) | bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1°, met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³ per jaar of een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot vier meter onder maaiveld; | 5.857,00 m³/jaar |
Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden
1. | Bij te stellen voorwaarde: artikel 4.2.5.1: afwijking op de installatie van een controle-inrichting voor lozingen van afvalwaters Voorgesteld alternatief/aanvulling: 1) staalnamekraantje + debietmeter (meetinrichting tijdelijke bemaling) |
2. | Bij te stellen voorwaarde: artikel 4.2.5.2: afwijking op controle en beoordeling van de meetresultaten op lozingen van bedrijfsafvalwater en koelwater Voorgesteld alternatief/aanvulling: 1) staalnamekraantje + debietmeter (meetinrichting tijdelijke bemaling) 2) voorstel afwijkende lozingsvoorwaarden: minerale olie: 500 mg/l; benzeen: 100 µg/l; tolueen: 900 µg/l; ethylbenzeen: 50 µg/l; xyleen: 40 µg/l; trichlooretheen: 100 µg/l; tetrachlooretheen: 100 µg/l; 1,1-dichloorethaan: 1.000 µg/l; 1,1,1-trichloorethaan: 200 µg/l; cis+trans-1,2-dichlooretheen: 100 µg/l; 1,2-dichloorethaan: 100 µg/l; vinylchloride: 1.000 µg/l; arseen: 50 µg/l; nikkel:300 µg/l; zink: 2.000 µg/l. |
3 | Bij te stellen voorwaarde: afwijking op de algemene lozingsnormen voor bedrijfsafvalwater Voorgesteld alternatief/aanvulling: 1) voorstel afwijkende lozingsvoorwaarden (zie punt 2 boven). |
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 21 augustus 2020 | 24 augustus 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen |
autonoom gemeentebedrijf vastgoed en stadsprojecten Antwerpen | 25 augustus 2020 | 25 augustus 2020 |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie | 21 augustus 2020 | 3 september 2020 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit | 21 augustus 2020 | 3 september 2020 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg | 21 augustus 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop. (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 31 bis Nijverheidszone II, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 22 juni 1994. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: plaatsen bestemd als bedrijfszone.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Er wordt opgemerkt dat ter hoogte van de kantoorruimte slechts twee openingen zijn die gebruikt kunnen worden om de ruimtes te verluchten. Het gaat hier dan om de deuren die toegang geven tot de buitenruimtes. De aanvraag is hierdoor strijdig met artikel 24 van de bouwcode. In dit artikel wordt bepaald dat elke ruimte waar mensen lang verblijven steeds moet beschikken over ten minste één te openen gevel- of dakdeel zodat de ruimte op natuurlijke wijze geventileerd kan worden. In voorwaarde wordt opgenomen om hier aan te voldoen.
De nieuwe platte daken worden niet voorzien van een groendak. Vanuit duurzaamheid heeft een groendak een aantal belangrijke voordelen ten opzichte van een gewoon dak. Ze zorgen voor een kleinere hoeveelheid afgevoerd regenwater en beperken gelijktijdig het piekdebiet bij stortbuien. Ook verminderen ze het “urban heat island” effect en werken ze als (extra) dakisolatie tegen oververhitting. Ze capteren fijn stof en zorgen voor meer biodiversiteit in de stad. Omwille van dit positief effect is het verplicht om alle nieuwe platte daken ten minste als extensief groendak aan te leggen.
In voorliggende aanvraag wordt een afwijking aangevraagd voor deze verplichting: ‘Na afbraak van de bestaande gesloten luifel en een deel van de omliggende verharding zal voorzien worden in een nieuwe regenwaterput. Deze regenwaterput bestaat uit een betonnen put van 320.000 liter (netto). Hiervan zal 100.000 liter herbruikt worden in het productieproces (koeling via koeltorens) en tevens spoeling van toiletten. Het overige volume van 220.000 liter dient als buffering van hemelwater en zal vertraagd afgevoerd worden.’
Daar nog altijd circa 2/3 van het regenwater zal worden afgevoerd én niet aangetoond is dat het hemelwater afkomstig van een groendak niet kan worden herbruikt voor de koeling via koeltoren én het herbruik voor spoeling van toiletten niet in verhouding staat met de oppervlakte van het dak, wordt de afwijking niet toegestaan voor het volledige dak.
Functionele inpasbaarheid
Het voorzien van een magazijn, productiehal en kantoren is in overeenstemming met de geldende voorschriften.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De omgeving kenmerkt zich door grote gebouwen met bovengrondse verharding voor laad- en loszones en parkings, in functie van de organisatie op het terrein.
Het nieuw gebouw met magazijn, kantoren en een productiehal is volledig inpasbaar in haar omgeving.
Visueel-vormelijke elementen
Voorgestelde materialen zijn kenmerkend binnen de industriële context van het gebouw en bijgevolg stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Rekening houdend met de voorwaarden voldoet het aangevraagde aan actuele normen voor wat betreft hinder, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 32 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. Aan een bestaand gebouw van Atlas Copco wordt de luifel afgebroken en een nieuw bedrijfsgebouw aangebouwd. Het gebouw breidt uit van 24.500 m² tot 28.829 m². Een toename dus van 4.329 m². Deze uitbreiding heeft een parkeerbehoefte van 4.329 m² / 100 m² x 0,75 parkeerplaatsen = 32,47 afgerond 32 parkeerplaatsen. De parkeerbehoefte is 32 parkeerplaatsen. |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 32. Dit aantal is toereikend.
|
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Uitbreiding B-shop
Een luifel aan een bestaand productiegebouw (B-shop) wordt afgebroken en vervangen door een nieuwe extensie met een oppervlakte van 2.790 m² (155 meter op 18 meter). Het nieuwe gebouw zal worden gebruikt als opslag- en productieruimte en verder ruimte bieden voor technieken en kantoren. In de logistieke ruimte worden rekken geplaatst in drie gangen voor het opslaan van niet ingedeeld materiaal. Drie nieuwe bedrijfsvoertuigen (zogenoemde smallegangtrucks) brengen het totaal aantal stalplaatsen voor voertuigen op 384.
In de montageruimte worden machineonderdelen machinaal bewerkt en deels automatisch, deels manueel gemonteerd. Hiervoor worden twee nieuwe CNC-machines (Computer Numerical Control) geplaatst en stijgt het totaal vermogen voor het mechanisch behandelen van metaal met 62,62 kW tot 11.729,72 kW. Ook de eindcontrole zal in deze ruimte plaatsvinden. De geplande productieactiviteiten zijn vergelijkbaar met de productie in de bestaande ateliers (B-shop). De gelijkvloerse productie-eenheid is volledig gehuisvest in een zware betonstructuur met betongevels. Deze zal de verspreiding van geluid vanuit de productieafdeling sterk beperken. Er wordt voor de dichtstbijzijnde bewoning geen hinder verwacht als gevolg van de bijkomende productie.
De technische zone op het dak omvat een gesloten ruimte met een transformator, een gesloten ruimte voor verwarming van het gebouw en op het dak geplaatste koelgroepen. Dit zijn enerzijds de airco’s voor het nieuwe gebouw en anderzijds twee nieuwe koelgroepen voor de CNC-machines. Deze gebruiken als koelmiddel 27,7 kg R410a met een GWP van 2.088. Het totaal geïnstalleerde vermogen van de rubriek 16.3.2 stijgt zo met 337,98 kW tot 5.873,18 kW. Het betreft enerzijds de koelinstallaties, warmtepompen en airconditioninginstallaties verspreid over de fabriekssite en anderzijds de koelgroepen van het machinepark van de APA Airtec divisie op de site. Aangezien het totale CO2-equivalent van de aanwezige koelmiddelen in koelinstallaties, warmtepompen en airco’s meer bedraagt dan 2.000 ton, is ook rubriek 16.3.1° van toepassing op de inrichting.
De nieuwe koelgroepen opgesteld in openlucht zijn een potentiële bron van geluidsoverlast. Rond de bovendaks opgestelde toestellen wordt een geluidsscherm geïnstalleerd van 4,5 meter hoog, dat voor absorptie en buffering van het geluid moet zorgen en de potentiële hinder voor de onmiddellijke en ruimere omgeving, met name de noordelijk gelegen Atomiumlaan, moet vermijden. Gelet op de ligging van het gebouw op het terrein en de genomen maatregelen wordt geen rechtstreekse geluidshinder verwacht van de nieuwe installaties.
De multifunctionele ruimte wordt ingevuld met kantoren, vergader- en trainingsruimte.
Voor de vernieuwde verhardingen wordt een buffer voorzien van 33 liter per m². Een groot deel van het opgevangen water wordt hergebruikt, voornamelijk als koelwater voor nog te plaatsen koeltorens. Bij de nieuwe uitbreiding en verhardingen wordt een waterput van 320 m³ geplaatst voor de opvang van hemelwater. Hiervan wordt 100 m³ hergebruikt in het productieproces, met name voor de koeling (via nog te plaatsen koeltorens). Het overige volume dient als buffering en faciliteert vertraagde afvoer.
Atlas Copco is op de site vergund voor het opslaan van 132 ton hout. Het indelingscriterium voor rubriek 19 is in de huidige indelingslijst het opslagvolume. Het bedrijf vraagt tot 620 m³ hout op te slaan in open lucht.
Bemaling B-shop
Voor het installeren van de funderingen en de rioleringselementen zal het grondwaterniveau tijdelijk verlaagd moeten worden door middel van een bemaling. Er wordt een maximaal debiet opgepompt van 5.857 m³/jaar, 201 m³/dag of 8,4 m³/uur. Het opgepompte volume kan na het bereiken van de vereiste verlaging terugvallen tot een stationair debiet van 1,2 m³/uur. De bemaling is beperkt in tijd tot 56 dagen en wordt uitgeschakeld zodra dit technisch mogelijk is. De algemene uitgraving voor de funderingen reikt tot circa 1,3 m-mv. Lokaal zijn diepere uitgravingen nodig, zoals voor de liftput (1,6 m-mv), de septische putten (2,8 m-mv) en de hemelwatertank (3,6 m-mv). De invloedstraal van de bemaling beperkt zich tot het perceel zelf.
De verlaging voor de funderingswerken wordt gerealiseerd met horizontale drains tot 2,3 m-mv. Daar waar een diepere grondwaterverlaging nodig is, kan het peil verder verlaagd worden met behulp van een open bemaling, waarbij het toestromende water onttrokken wordt door een slijkpomp.
De bodem en het grondwater op de site kennen verontreinigingen met minerale olie, BTEX, VOCl’s, arseen, nikkel en zink. Bij de OVAM is hiervoor een dossier gekend en een bodemsaneringsproject is lopende. Door de aanwezigheid van de verontreiniging zal het bemalingswater hoogstwaarschijnlijk verontreinigd zijn. Het opgepompte water wordt geloosd in de bedrijfsriolering, die uitmondt in gemengde riolering, aangesloten op de rioolwaterzuiveringsinstallatie van Aartselaar. Afwijkend op de algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het Vlarem worden volgende lozingsvoorwaarden gevraagd:
parameter
| gevraagde norm | indelingscriterium |
minerale olie | 500 µg/l | - |
benzeen | 100 µg/l | 10 µg/l |
tolueen | 900 µg/l | 90 µg/l |
ethylbenzeen
| 50 µg/l | 5 µg/l |
xyleen
| 40 µg/l | 4 µg/l |
trichlooretheen
| 100 µg/l | 10 µg/l |
tetrachlooretheen
| 100 µg/l | 10 µg/l |
1,1-dichloorethaan
| 1.000 µg/l | 100 µg/l |
1,1,1-trichloorethaan
| 200 µg/l | 20 µg/l |
cis+trans-1,2-dichlooretheen
| 100 µg/l | 10 µg/l |
1,2–dichloorethaan
| 100 µg/l | 10 µg/l |
vinylchloride
| 1.000 µg/l | 100 µg/l |
arseen | 50 µg/l | 5 µg/l |
nikkel | 300 µg/l | 30 µg/l |
zink | 2.000 µg/l | 200 µg/l |
Aan de hand van staalname en analyse voor de start van de bemaling, wordt bepaald of een zuivering van het bemalingswater noodzakelijk is om te voldoen aan lozingsvoorwaarden die opgelegd zullen worden. Daarna volgt een periodieke monitoring van het te lozen water.
Voor verontreinigingen als minerale olie en VOCl’s zijn compacte en efficiënte zuiveringsinstallaties voorhanden die eenvoudig in een bemalingsproces ingeschakeld kunnen worden. De exploitant vraagt nu voor elke verontreinigende stof tienmaal het indelingscriterium aan. Alhoewel dit principe gangbaar is om een maximale toegelaten overschrijding van de norm vast te leggen, kan ook gekeken worden naar de mogelijkheden om de vervuiling in het geloosde water te minimaliseren. Het advies van de Vlaamse Milieumaatschappij zal bepalend zijn voor het vastleggen van de lozingsnormen, maar we adviseren om van bij de start een efficiënte waterzuivering te voorzien en de lozingsvoorwaarden hier op af te stemmen.
Bijstellingen van sectorale voorwaarden
Artikel 4.2.5.1.1.§1 vraagt de installatie van een meetgoot die toelaat makkelijk monsters te nemen van het geloosde water. Aangezien het een tijdelijke bemaling en tijdelijke lozing betreft wordt er geen meetgoot en speciale meetapparatuur geplaatst. Stalen van het water kunnen genomen worden via een staalnamekraan. Het debiet wordt geregistreerd via een debietmeter die geplaatst wordt conform Vlarem II artikel 5.53.3.2. §12 (meetinrichting tijdelijke bemaling). Er kan vanuit gegaan worden dat al het opgepompte water ook geloosd zal worden. Een evenwaardig alternatief wordt voorzien zodat er geen bezwaar is de voorwaarde bij te stellen.
Ook van artikel 4.2.5.2.1 wordt een bijstelling gevraagd. Dit artikel heeft betrekking op een zelfcontroleprogramma bij de lozing van bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen. Aangezien uit de aanvraag naar voor komt dat het te lozen water vervuild is, lijkt het artikel niet van toepassing en is de bijstellingsvraag zonder voorwerp.
Conclusie
De gevraagde wijzigingen van de vergunning voor ingedeelde inrichtingen of activiteiten hebben geen bijkomende hinder of risico voor mens en milieu als gevolg. Het betreft een beperkte aanpassing aan een reeds vergunde inrichting. Er wordt gunstig advies gegeven de vergunning aan te passen. Voor de nieuwe tijdelijke inrichting, namelijk de bemaling in functie van de bouwwerken, wordt voorwaardelijk gunstig advies gegeven.
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden. De looptijd van de vergunning voor de grondwaterwinning en de bijhorende lozing van bedrijfsafvalwater dient beperkt te worden tot de duur van de werkzaamheden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. voor elke verblijfsruimte minimaal één te openen gevel- of dakdeel te voorzien conform artikel 24 van de bouwcode;
3. groendaken te voorzien conform artikel 38 van de bouwcode.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
20180312-0081 (Atlas Copco Airpower NV)
| ||
12.2.2° | transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA; | + 1 x 2.000 kVA |
15.1.2° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van meer dan 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; | + 3 voertuigen |
16.3.1° | koelinstallaties, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een gezamenlijke hoeveelheid van meer dan 2.000 ton CO2–equivalent; | 3.870,00 ton CO2–equivalent |
16.3.2°b) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW; | + 337,98 kW |
29.5.2.2°a) | smederijen, andere dan deze bedoeld in rubriek 29.5.1, en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal in industriegebied, met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW tot en met 1.000 kW; | + 62,62 kW |
20200604-0079 (Atlas Copco Airpower NV - bemaling B-shop) | ||
3.4.2° | het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; | 8,40 m³/uur |
3.6.3.2° | afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; | 8,40 m³/uur |
53.2.2°a) | bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1°, met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³ per jaar of een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot vier meter onder maaiveld; | 5.857,00 m³/jaar |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. | Het college stelt voor om van bij de start een efficiënte waterzuivering te voorzien en de lozingsvoorwaarden hier op af te stemmen. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Ontvangst adviesvraag | 13 augustus 2020 |
Start openbaar onderzoek | 23 augustus 2020 |
Einde openbaar onderzoek | 21 september 2020 |
Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag | 4 september 2020 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste adviesdatum | 2 oktober 2020 |
Wijzigingslus
De aanvrager heeft een verzoek ingediend om zijn oorspronkelijke aanvraag te wijzigen.
Dit verzoek werd aanvaard, waardoor de wijzigingen mee beoordeeld worden.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. voor elke verblijfsruimte minimaal één te openen gevel- of dakdeel te voorzien conform artikel 24 van de bouwcode;
3. groendaken te voorzien conform artikel 38 van de bouwcode.
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. | Het college stelt voor om van bij de start een efficiënte waterzuivering te voorzien en de lozingsvoorwaarden hier op af te stemmen. |
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
SW/V | Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft.
|