De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
10 juli 2020 | 8 augustus 2020 | 0 | 0 | 0 | 1 |
Bespreking van de bezwaren
Er werd één bezwaarschrift ingediend, voornamelijk handelend over:
1. Gevelisolatie: Het bezwaar is tegen de uitkragende gevel na het aanbrengen van een isolatiepakket. Dit sluit niet aan op aanpalende panden en is niet in harmonie met de straat.
Beoordeling: Geïsoleerde uitkragende voorgevels zijn inderdaad niet kenmerkend voor de omgeving. Er dient gezocht te worden naar een oplossing op eigen terrein.
Het bezwaar is gegrond.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020021833 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Erkan Kalkan met als adres Solvynsstraat 7 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: | Tolstraat 34 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 11 sectie L nr. 3574G3 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | wijzigen van de voorgevel, regulariseren van de dakvorm en de interne structurele wijzigingen |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 29/03/1974: vergunning (1974976) voor verbouwing;
- 11/04/1980: vergunning (1980888) voor verbouwing;
- 20/12/2019: bouwmisdrijf (ID: 441654).
Vergunde/vergund geachte toestand
- functie: eengezinswoning met een garage op de gelijkvloerse verdieping;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- basalt lava als afwerking van de gelijkvloerse verdieping;
- het buitenschrijnwerk van de gelijkvloerse verdieping met een hoogte van circa 2,18 m;
- 3 vaste ramen boven het buitenschrijnwerk van de gelijkvloerse verdieping;
- algemene gevelafwerking van grijs generfde bekledingsplaatjes voor de eerste en tweede verdieping;
- wit generfde bekledingsplaatjes voor de verticale strokenverdeling voor de eerste en tweede verdieping;
- zwarte kunstleien voor de gevelafwerking van de derde verdieping;
- een vaste vleugel onderaan de ramen van de eerste en tweede verdieping;
- natuurkleurig aluminium buitenschrijnwerk;
- wit pvc voor het buitenschrijnwerk van de garagepoort en voor de kroonlijst;
- dorpels uit blauwe steen;
- rode baksteen als algemene gevelafwerking;
- wit pvc buitenschrijnwerk;
- blauwe hardstenen dorpels;
- inrichting:
Huidige toestand
- functie: idem vergunde toestand;
- bouwvolume idem vergunde toestand uitgezonderd van: vooraan het hoofdvolume een plat dak met een bouwdiepte van circa 2,64 m met aansluitend een pseudozadeldak;
- gevelafwerking:
- witte tegels als gevelafwerking boven het buitenschrijnwerk van de gelijkvloerse verdieping;
- het buitenschrijnwerk van de gelijkvloerse verdieping met een hoogte van circa 3,06 m;
- volledig dubbel opendraaiende ramen van de eerste en tweede verdieping;
- inrichting idem vergunde toestand uitgezonderd van: in totaal 3 slaapkamers op de tweede en derde verdieping.
Gewenste toestand
- functie: idem vergunde toestand;
- bouwvolume idem vergunde toestand uitgezonderd van:
- gevelafwerking:
- lichtgrijze bepleistering als algemene gevelafwerking voor de gelijkvloerse, eerste en tweede verdieping;
- metallic zwart pvc buitenschrijnwerk;
- grijskleurige zinken regenwaterafvoeren;
- metallic zwart pvc buitenschrijnwerk;
- grijskleurige zinken regenwaterafvoeren;
- inrichting idem bestaande toestand uitgezonderd van: het vlak van de voorgevel 7 cm uitkragend voor de rooilijn.
Inhoud van de aanvraag
- het wijzigen van de voorgevel door:
- het wijzigen van de dakvorm (bouwvolume);
- het regulariseren van interne structurele wijzigingen;
- het regulariseren van de vloerplaat van de gelijkvloerse verdieping (tongewelf).
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen |
Stadsontwikkeling/ beheer en onderhoud | 1 juli 2020 | 2 juli 2020 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg | 1 juli 2020 | 28 juli 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: culturele, historische en/of esthetische waarde en artikel 1: zone voor wonen - (wo1).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgend punt:
- RUP binnenstad artikel 2.1.2 Harmonieregel en referentiebeeld: de dakvorm van het hoofdvolume, namelijk vooraan een plat dak met aansluitend het zadeldak (of een dakkapel over de volledige gevelbreedte) is niet kenmerkend voor de omgeving.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag heeft betrekking op verbouwingswerken aan een eengezinswoning. De woonfunctie blijft functioneel inpasbaar in de omgeving.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
Het bouwvolume van het woongebouw neemt vooraan toe in diepte. Het vergunde mansarde-zadeldak herbergde reeds een afwijkende en onzuivere morfologie. De huidige aanvraag wenst deze atypische vormgeving te versterken door de gemansardeerde laag te verdiepen naar achteren.
Volwaardige zadel- of mansardedaken zijn kenmerkend voor de omgeving. De hybride dakstructuur is niet in harmonie met het referentiebeeld. Daardoor is de aanvraag strijdig met artikel 2.1.2. van het RUP-Binnenstad en artikel 6 van de bouwcode.
Echter, gezien deze dakvorm reeds vergund is en enkel aan de straatzijde zichtbaar, veroorzaakt de uitbreiding achteraan geen nadelige impact op het straatbeeld en de omgeving.
Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten
De gevel wordt geïsoleerd en bekleed met grijskleurige crépi. Het buitenschrijnwerk wordt vervangen door donkerkleurig PVC-buitenschrijnwerk. Het pand is gelegen in CHE-gebied waar de wenselijkheid van behoud voorop staat. Voorliggende wijzigingen werden ter advies voorgelegd aan de stedelijke dienst monumentenzorg:
“Inleiding
Naar aanleiding van uw vraag om advies, kan ik u melden dat de werken gesitueerd zijn in een zone die volgens het gewestplan, bijzondere plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen werd ingekleurd als een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. Bovendien is uw pand opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, vastgesteld bij besluit van de administrateur-generaal van 29 maart 2019. De vaststelling van de inventaris van het bouwkundig erfgoed zorgt ervoor dat er voor het eerst een éénduidige en overzichtelijke lijst van het gebouwd patrimonium in Vlaanderen bepaald is. Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten.
De wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw en/of constructie wordt onderworpen aan de wenselijkheid van behoud. Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.
Conform art. 5§2 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 moet de beschrijvende nota van de bouwaanvraag voldoende informatie bevatten over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen zodat vergunningverlenende overheid deze kan afwegen.
Beoordeling
A. Cultuurhistorische waardestelling
Het pand is gelegen in de Tolstraat, een rechte straat op het Zuid, tussen de Marnixplaats en de Amerikalei. Ze maakt deel uit van de originele verkaveling van het Zuid, zoals getekend in 1875. Typisch voor deze wijk zijn de pleinen van waaruit straalsgewijs een bundel straten vertrekt. De Tolstraat is één van de acht straten die uitgeeft op de Marnixplaats. Verspreid over de straten uitkomend op de Marnixplaats liet de Société Anonyme de Sud d’Anvers in 1877 zeventien reeksen van drie modelwoningen bouwen, met de bedoeling van de moeilijk lopende verkoop van de percelen in de nieuwe verkaveling van het Zuid te promoten. Meteen wilde de Société een aantal voorbeelden realiseren van het soort woningen dat men voor ogen had op het Zuid. In elke straat werden in het midden in de straat drie per drie tegenover elkaar liggende kavels opgekocht, wat de duurste en ook meest zichtbare percelen waren in de straat. In de Tolstraat werden vier sets van deze modelwoningen gerealiseerd, één naar ontwerp van Charles Dens (10-14), één door architect J.B. Vereecken (13-17) en twee ontworpen door architect Wijnand Janssens (64-68 en 75-79). Telkens gaat het om burgerhuizen van drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldaken, waarbij de centrale woning iets hoger en iets rijker werd uitgewerkt. Er werden originele combinaties gemaakt van neoclassicistische en eclectische of neorenaissance gevelafwerkingen, met levendige ensembles tot gevolg. Niet enkel door de aanwezigheid van deze twaalf modelwoningen vormt de Tolstraat een vooraanstaande straat op het Zuid. De bebouwing in deze straat bestaat uit burger- en herenhuizen die vaak boven de standaard uitsteken. Er zijn vrij grote, statige en rijk uitgewerkte burgerhuizen getekend door vooraanstaande architecten. Ondanks deze hoge kwaliteit aan bebouwing, hebben talrijke verbouwingen en nieuwbouwprojecten het oorspronkelijke straatbeeld verstoord.
Het nummer 34 opgebouwd uit 3 traveeën en drie bouwlagen onderging ook enkele verbouwingen die de erfgoedwaarde zwaar aantasten. De gaafheid van de lijstgevel werd deels geschonden door het aanpassen van het buitenschrijnwerk, het toevoegen van een garagepoort, het vervlakken van het gevelparement en het aanbrengen van een cementering op de bovengevel en witte geglazuurde tegels op de pui. De kroonlijst en de doorlopende waterlijsten bleven bewaard. Het dak werd aangepast en kreeg een hybride vorm.
De indeling van de woning gebeurde volgens de 19de-eeuwse standaard plattegrond, met een enfilade van kamers die allemaal in een zijdelingse gang met trappenhal uitkomen. Het toevoegen van een garage heeft zwaar ingegrepen op deze plattegrond. De afwerking van het interieur, is verder niet gekend.
B. Afweging
De geplande werken aan het interieur en de achterbouw zijn aanvaardbaar vanuit oogpunt monumentenzorg. De erfgoedwaarde is uitgehold doorheen de tijd..
De ligging in che-gebied en de beeldondersteunende waarde die pand heeft voor de Tolstraat maken dat er bijzondere welstandseisen gesteld worden voor wat betreft de gevelarchitectuur, materiaalgebruik en inpassing in het straatbeeld. De in oorsprong wit bepleisterde lijstgevel wenst men te isoleren en te voorzien van een grijze crepi. Dit is niet wenselijk. Om een betere aansluiting te zoeken bij de typologie van het pand en met de rest van het straatbeeld dient de materialisatie hierop afgestemd. Een witte, glad bepleisterde voorgevel komt hieraan tegemoet. Het schrijnwerk met t-profilering is een verbetering tov het huidige schrijnwerk. Het is jammer dat er niet geopteerd wordt voor houten schrijnwerk en dat de oorspronkelijke verhoudingen van het verbouwde gelijkvloers niet hersteld worden.”
Bovenvermeld advies wordt vanuit ruimtelijk oogpunt bijgetreden. De erfgoedwaarde van het pand werd in het verleden uitgehold. Toch kan het pand door enkele visueel-vormelijke aanpassingen de beeldkwaliteit in de straat mee ondersteunen. De voorgestelde grijze gevelkleur is niet inpasbaar en dient wit te zijn. Het voorgestelde schrijnwerk bezit een T-profiel, echter sluit het materiaal, de profilering en de kleur niet aan bij de erfgoedkenmerken die aanwezig zijn in de omgeving. Lichtkleurig, houten buitenschrijnwerk met een correct historische profilering naar oorspronkelijk model is wenselijk. Dit wordt opgelegd in voorwaarden.
Jammer genoeg werd het wellicht oorspronkelijke tongewelf tussen kelder en gelijkvloerse verwijderd en herbergde dit mogelijks nog één van de weinige bouwkundige elementen die door de verbouwingswerkingen in voorgaande decennia gespaard bleven.
Het is dan ook wenselijk dat voldoende aandacht gaat naar het herstel van de erfgoedkenmerken in de voorgevel.
Het isolatiepakket aan de voorgevel bedraagt minder dan 14 centimeter waardoor voorgestelde gevelisolatie niet in aanmerking komt voor vergunning. Vastgesteld wordt dat geïsoleerde voorgevels niet kenmerkend zijn voor de omgeving. De Tolstraat wordt gekenmerkt door fraaie voorgevels en het is stedenbouwkundig niet toelaatbaar dat lijstgevels in de omgeving bepleisterd worden. Hierdoor leidt het isoleren van de voorgevel tot een uitkraging waardoor geen goede aansluiting op aanpalende panden gegarandeerd kan worden. Het ingediende bezwaar bevestigt dit.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De achtertuin werd volledig verhard, in strijd met artikel 27 van de bouwcode. De achtertuin dient zoveel mogelijk groen en onverhard te worden ingericht. Waterdoorlatende materialen kunnen niet als onverharde ruimte gerekend worden.
Dit wordt opgelegd in voorwaarden.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. er dient geopteerd te worden voor lichtkleurig, houten buitenschrijnwerk met een correct historische profilering naar oorspronkelijk model;
2. de voorgevel dient voorzien te zijn van een witte, gladde bepleistering;
3. de achtertuin dient groen en onverhard te worden ingericht conform artikel 27 van de bouwcode;
4. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Uitsluitingen
5. het isolatiepakket aan de voorgevel;
6. de waterdoorlatende verhardingen in de achtertuin.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 8 juni 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 1 juli 2020 |
Start openbaar onderzoek | 10 juli 2020 |
Einde openbaar onderzoek | 8 augustus 2020 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 14 oktober 2020 |
Verslag GOA | 22 september 2020 |
naam GOA | Katrine Leemans |
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. er dient geopteerd te worden voor lichtkleurig, houten buitenschrijnwerk met een correct historische profilering naar oorspronkelijk model;
2. de voorgevel dient voorzien te zijn van een witte, gladde bepleistering;
3. de achtertuin dient groen en onverhard te worden ingericht conform artikel 27 van de bouwcode;
4. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Uitsluitingen
5. het isolatiepakket aan de voorgevel;
6. de waterdoorlatende verhardingen in de achtertuin.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.