De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
6 juli 2020 | 4 augustus 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020060877 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | NV Sereni met als adres Augustijnslei 58 te 2930 Brasschaat |
Ligging van het project: | Zandweg 1 te 2040 Berendrecht (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: | afdeling 19 sectie B nr. 208/2 K |
Inrichtingsnummer: | 20190404-0116 (Sereni nv) |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | exploiteren van een rouwcentrum met 1 rouwkamer en een koelinstallatie (IIOA) met een functiewijziging van taverne naar rouwcentrum, de aanpassing van de parking en een uitbreiding van de achtergevel (SH). |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 23/08/2019: weigering (20191142) voor het wijzigen van de functie, regulariseren van de parking, inrichten en exploiteren van een funerarium en uitbreiding aan de achtergevel;
- 03/03/2006: vergunning (3172#126) voor het renoveren van een bestaande hoeve tot taverne met speeltuin;
- 06/11/1981: bescherming (ID: 6330) als dorpsgezicht Windmolen Molengeest met omgeving.
Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand
- taverne (reca) met bovenliggende wooneenheid;
- bouwvolume:
- gevelafwerking (straatzijde):
- parkeerterrein achteraan met 14 parkeerplaatsen.
Huidige toestand
- gelijkvloerse functie gewijzigd van reca naar diensten (rouwcentrum);
- gewijzigde afwerking zijgevel rechts (hoofdgebouw en orangerie);
- achter de orangerie werd een luifelconstructie opgetrokken;
- de tuinverharding werd uitgebreid;
- achterliggend parkeerterrein met 38 parkeerplaatsen.
Gewenste toestand
- rouwcentrum (diensten) met bovenliggende wooneenheid;
- bouwvolume:
- gevelafwerking straatzijde ongewijzigd ten opzichte van de vergunde toestand, zijgevel conform huidige toestand;
- parkeerterrein in achter- en zijtuin met 30 parkeerplaatsen en fietsenstalling.
Inhoud van de aanvraag
- regulariseren van:
- uitbreiden van het bouwvolume op de benedenverdieping met een extra aanbouw:
- uitbreiden en herinrichten van het parkeerterrein.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 23 augustus 2019 werd de vergunning voor de exploitatie van een funerarium, een functiewijziging, de uitbreiding van de achtergevel en het aanpassen van de parking door het college geweigerd.
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag betreft de exploitatie van een funerarium gelegen in de Zandweg 1 te Berendrecht.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
16.3.2.a | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 8 kW |
35 | rouwkamers. | 1 rouwkamer |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 26 juni 2020 | 20 juli 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Departement Landbouw en Visserij (hoofdbestuur) | 26 juni 2020 | 14 augustus 2020 | Gunstig |
FOD Binnenlandse Zaken - ASTRID veiligheidscommissie | 26 juni 2020 | 7 juli 2020 | Gunstig |
Onroerend Erfgoed | 26 juni 2020 | 29 juli 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie | 26 juni 2020 | 13 juli 2020 |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen | 26 juni 2020 | 22 juli 2020 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit | 26 juni 2020 | 15 juli 2020 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie | 26 juni 2020 | 15 juli 2020 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg | 26 juni 2020 | 27 juli 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in agrarisch gebied. De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
(Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Het perceel ligt binnen de grenzen van het gewestplan Antwerpen in deels woongebied en deels agrarisch gebied. Het bebouwde gedeelte van het perceel ligt in woongebied. De aanvraag omvat onder meer de regularisatie van de functiewijziging van een gelijkvloerse taverne tot funerarium, rouwcentrum en koffieruimte. Deze functie is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften van het woongebied.
Het advies van de stadsdienst ondernemen en stadsmarketing (business en innovatie) werd ingewonnen:
“Voor deze locatie werd in 2019 reeds een dossier ingediend maar geweigerd om diverse redenen, onder meer voor de parkeerproblematiek in landbouwgebied. De nieuwe aanvraag komt hier nu aan tegemoet. Het project valt uiteen in een aantal delen. Voor de functiewijziging en de verbouwing is er geen probleem. Voor de koffieruimte moet enkel gecheckt worden of deze valt onder de horecavergunning. Als dit zo is, moet dit nog aangevraagd worden. Daarom wordt voor het dossier een voorwaardelijk gunstig advies gegeven.”
De aanvraag omvat daarnaast het aanpassen van de bestaande parking. In de huidige aanvraag werd rekening gehouden met de punten aangehaald in de voorgaande aanvraag die geweigerd werd. De achterliggende parking die deels (onvergund) in herbevestigd agrarisch gebied werd voorzien/aangelegd, wordt in de huidige aanvraag terug omgevormd naar weiland. Het Departement Landbouw en Visserij verstrekt een gunstig advies voor het herstellen in de oorspronkelijke staat van het terrein en het terug omvormen naar landbouwzone.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De aanvraag omvat de regularisatie van interne verbouwingswerken in het kader van de exploitatie als funerarium binnen de bestaande en vergunde bebouwing en de regularisatie van een luifelconstructie achteraan het gebouw. De aanvraag betreft tevens het toevoegen van een nieuw volume achter de orangerie aan de achterzijde.
De volume-uitbreiding in woongebied, zonder wijziging van de reeds vergunde maximale bouwdiepte en –hoogte, is ruimtelijk aanvaardbaar in de omgeving.
De parking wordt heringericht waarbij de landbouwzone opnieuw volledig ingericht wordt als weiland. In de tuinzone wordt de parking opnieuw aangelegd. Het aandeel onverharde groene ruimte verkleint hierdoor terwijl de tuin zoveel mogelijk als onverharde ruimte moet worden ingericht, conform artikel 27 (open ruimte) van de bouwcode. De verharding bedraagt meer dan de maximum toegelaten 1/3e van de totale tuinoppervlakte. Gezien de duurzame inrichting van de tuinzone met maximale vergroening en het gebruik van waterdoorlatende materialen met aandacht voor infiltratiemogelijkheden, kan hiervan afgeweken worden.
De dienst Groen en Begraafplaatsen geeft een gunstig advies. Voor een optimaal eindbeeld kan men best rekening houden met volgende bemerkingen:
“In het kader van onderhoudsvriendelijk en pesticidevrij beheer, kan men het best de grindraten tussen de parkeervakken weglaten. Grindraten naast grasraten zal veel onkruid met zich meebrengen dat intensief onderhouden dient te worden. De parkeervakken kan men visueel afboorden met een volle boordsteen, zoals op 1 van de voorbeeldfoto's in de bijlage 2_tuinzone.
De 3 knotwilgen die voorzien worden tussen de parkeervakken kan men ofwel beter weglaten, ofwel aanplanten volgens volgende richtlijnen. Een kwalitatieve boomspiegel 180x180 voorzien met bomengranulaat. Of een skeletbodem voorzien binnen de kroonprojectie van de boom. Indien deze maatregelen niet zullen worden toegepast, hebben deze bomen een zeer lage overlevingskans en zal men de grindraten moeten openbreken om de dode bomen te supprimeren.”
Toegankelijkheid
Het aangevraagde wijkt af van bepaalde artikels van de verordening toegankelijkheid:
Als de bestaande toegang tot de publiek toegankelijke delen van een constructie niet voldoet aan de bepalingen van artikel 12 en van artikel 22 tot en met 25 en er geen handelingen aan die toegang gepland zijn, moet bij uitbreidings- of verbouwingswerken een toegang tot de publiek toegankelijke delen van de constructie die voldoet aan de bepalingen van artikel 12 en van artikel 22 tot en met 25, gegarandeerd worden. De nieuwe uitbouw werd niet voorzien van een toegang die voldoet aan artikel 12 en artikel 22 tot en met 25 van de verordening. Als voorwaarde bij vergunning wordt daarom opgelegd om, gezien het niet wenselijk is om een inkomzone te voorzien in/ter hoogte van de nieuwe uitbouw, de bestaande ingang via de luifel aan te passen zodanig dat aan de bepalingen van artikel 12 en van artikel 22 tot en met 25 voldaan is. Zo moet de eerst opendraaiende deur voldoende breed zijn, conform artikel 22 van de verordening, hetgeen in de bestaande situatie niet het geval is.
Het niveauverschil tussen binnen en buiten, aan de nieuwe uitbreiding, bedraagt 10 cm en wordt niet overbrugd met een helling. Als voorwaarde bij vergunning wordt opgelegd dit niveauverschil weg te werken of om een helling te voorzien, conform artikel 18 van de verordening toegankelijkheid.
De eerst opendraaiende deur van de nieuwe nooduitgang (gevel rechts) van de nieuwe aanbouw moet tevens minstens 105 cm breed zijn zodat na afwerking een vrije en vlakke doorgangsbreedte van 90 cm gegarandeerd wordt. Dit wordt als voorwaarde bij vergunning opgelegd.
Er werd onvoldoende informatie aangeleverd om na te gaan of de zitplaatsen vaste inrichtingselementen zijn. Indien dit het geval is, dienen alle zitplaatsen conform artikel 29 voorzien te worden. Bij binnenruimtes met vaste inrichtingselementen die dienst doen als zitplaatsen voor toeschouwers of toehoorders, moeten minstens twee vrije ruimtes gereserveerd worden voor personen met een handicap in elke ruimte met minder dan vijftig zitplaatsen waar een voorstelling wordt aangeboden. Elk van die vrije ruimtes moet minstens 90 cm breed en minstens 140 cm diep zijn en moet zich bevinden op een vloer zonder niveauverschillen of hellingen. Op het toegangspad naar die vrije ruimtes en eraan grenzend moet in een vrije en vlakke draairuimte voorzien worden.
Het podium in de grote zaal kan ook door externen gebruikt kan worden en moet daarom toegankelijk zijn. Het podium beschikt over een niveauverschil van 15 cm, welke door een helling moet overbrugd worden, conform artikel 18 van de verordening toegankelijkheid.
Achter het sas (zijde groetruimte) wordt geen vrije en vlakke draaicirkel voorzien conform artikel 24 van de verordening toegankelijkheid. Een afwijking hierop kan toestaan worden gezien deze voorwaarde niet mogelijk is.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het dak boven de nieuwe uitbreiding werd op de snede niet benoemd als groendak. Conform artikel 38 van de bouwcode dient dit dak als groendak te worden voorzien. Dit wordt dan ook opgelegd als voorwaarde bij vergunning.
De ASTRID veiligheidscommissie stelt dat de ASTRID-indoorradiodekking niet noodzakelijk is. Gezien de beperkte bezetting en de beperkte oppervlakte van het gebouw, valt dit buiten de criteria en dient er dus geen indoordekking voorzien te worden.
Visueel-vormelijke elementen - Cultuurhistorische aspecten
Beschermd stads- en dorpsgezicht
Gezien de ligging van de aanvraag in een beschermd stads- en dorpsgezicht ‘WindmolenWestmolengeest met omgeving’ en palend aan een beschermd monument, moet de impact van de aanvraag op de erfgoedwaarde van de in de aanvraag betrokken constructies en de omgeving beoordeeld worden en staat de wenselijkheid van behoud voorop.
De stadsdienst onroerend erfgoed (monumentenzorg) stelt dat het advies van het agentschap Onroerend Erfgoed doorslaggevend is en strikt moet gevolgd worden.
Het advies van het Agentschap onroerend erfgoed is als volgt:
Ons advies is gunstig als de handelingen voldoen aan volgende voorwaarden: de nieuw te planten knotwilgen moeten regelmatig geknot worden om de windvang van de stenen windmolen Molengeest, niet te hypothekeren. Wanneer aan deze voorwaarden voldaan is, doen de gevraagde handelingen geen van afbreuk aan de bescherming. Als er niet aan de voorwaarden voldaan is, is het advies ongunstig.
Verder wordt geadviseerd om de houten kroonlijst in dezelfde kleur uit te voeren als de bestaande bouw, hout als materiaal te kiezen voor het schrijnwerk in plaats van aluminium, in dezelfde kleur als de bestaande bebouwing en er op te letten dat de tienlagenmaat hetzelfde is als voor de bestaande bouw. Op deze wijze vormt de nieuwbouw een geheel met de eerdere uitbreiding. Dit alles wordt opgelegd als voorwaarde bij de vergunning.
Archeologie
Het projectgebied bevindt zich buiten een archeologisch vastgestelde zone. Het projectgebied is gelegen binnen woon- en recreatiefgebied met een oppervlakte onder 3.000 m² (2.470 m²) en ingreep in de bodem groter dan 1.000 m² (ca. 1.243 m²). Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor geen archeologienota verplicht.
De bouwheer is echter steeds verplicht om bij graafwerken verkleuringen in de grond, vondsten (aardewerk, silex, …) of restanten van muren, waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat ze archeologisch waardevol zijn, te melden onder de vondstmeldingsplicht (cfr. Onroerenderfgoeddecreet, 2 juli 2013, artikel 5.1.4). De dienst archeologie kan deze restanten steeds komen inschatten.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen het beoordelingskader voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 30 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. Het gelijkvloers is reeds in gebruik als rouwcentrum/koffietafel. Aan de achtergevel wordt een kleine uitbouw toegevoegd. Voor de parkeerbehoefte kijken we naar de CROW waar een parkeernorm opgelegd wordt voor een crematorium in rest bebouwde kom van 30 parkeerplaatsen per gelijktijdige plechtigheid. De werkelijke parkeerbehoefte is 30.
|
De plannen voorzien in 29 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
De vergunde parking met 14 parkeerplaatsen wordt uitgebreid en er kunnen nu 30 wagens staan. De parkeerplaats naast het nieuwe volume, op de plannen aangeduid met nummer 29, is zodanig gepositioneerd dat een toegankelijkheid van de nieuwe orangerie verhinderd wordt. Indien er een wagen op deze plaats geparkeerd staat, kunnen de naar buiten opengaande dubbele deuren achteraan de zaal niet gebruikt worden. Deze parkeerplaats wordt dan ook uitgesloten van de vergunning.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 29.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 30 – 29 = 1. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.
|
Conform artikel 27 van de verordening toegankelijkheid moeten minimum twee aangepaste parkeerplaatsen voorzien worden. Er wordt opgemerkt dat er slechts één aangepaste parkeerplaats voorzien wordt. Als voorwaarde wordt dan ook opgelegd om een tweede aangepaste parkeerplaats te voorzien. Bovendien moeten beide parkeerplaatsen voorbehouden parkeerplaatsen zijn (rol(stoel)vaste ondergrond, contrastkleur, voorzien van correcte signalisatie, etc.) conform artikel 27 van de verordening toegankelijkheid. Dit wordt eveneens als voorwaarde opgelegd.
Ontsluiting/bereikbaarheid
De parking is te bereiken via een pad naast het gebouw.
Laden en lossen
Het laden en lossen moet kunnen gebeuren op eigen terrein. Het voet- en fietspad mag hierbij niet gehinderd worden.
Fietsvoorzieningen
Er wordt een overdekte fietsenstalling voor 8 fietsen voorzien op de parking en een niet overdekte fietsenstalling voor bezoekers met 10 plaatsen naast het gebouw. Dit is voldoende voor het personeel en enkele bezoekers. De stedelijke dienst mobiliteit adviseert de aanvraag gunstig, mits de fietsstalplaatsen voor het personeel overdekt en afsluitbaar zijn.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Sereni nv is een uitvaartcentrum waar per jaar ongeveer 150 overledenen kunnen opgebaard worden. De groetruimte is 24/24 uur toegankelijk door middel van een badgesysteem. Er bestaat de mogelijkheid om de uitvaart en de koffietafel ter plaatse te laten doorgaan.
Er wordt één groetruimte voorzien met een bewaarsokkel (2 kW) en een frigo voor vier lichamen (6 kW). De verzorging van de lichamen is reeds gebeurd bij aankomst.
In de vorige vergunningsaanvraag werd niet voldaan aan Vlarem II artikel 5.35.1.2§2 dat stelt dat het in- en uitladen van de lichamen aan het zicht van derden dient onttrokken te worden. Het aan- en afvoeren van de overledenen wordt nu voorzien langs de achterzijde van het gebouw. De toegangsweg die leidt naar de historische molen, gelegen op een naburig perceel, mag niet gebruikt worden voor de aan- en afvoer van overledenen. Aangezien het in- en uitladen niet binnen kan plaatsvinden, moet er ook rekening mee gehouden worden dat dit niet gebeurt tijdens plechtigheden of koffietafels. Bijkomend dient de poort en hekwerk, gelegen langs de niet-openbare weg links, ondoorzichtig en voldoende hoog gemaakt te worden zodat bezoekers aan de molen geen inkijk hebben.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. er moet een tweede aangepaste parkeerplaats voorzien worden. Beide parkeerplaatsen moeten voorbehouden parkeerplaatsen zijn (rol(stoel)vaste ondergrond, contrastkleur, voorzien van correcte signalisatie, etc.) conform artikel 27 van de verordening toegankelijkheid;
3. indien de koffieruimte valt onder de horecavergunning, moet deze nog aangevraagd worden;
4. de bestaande ingang via de luifel moet aangepast worden zodanig dat aan de bepalingen van artikel 12 en artikels 22 tot en met 25 van de verordening toegankelijkheid voldaan is;
5. de eerst opendraaiende deur van de nieuwe nooduitgang (gevel rechts) van de nieuwe aanbouw moet minstens 105 cm breed zijn, conform artikel 22 van de verordening toegankelijkheid;
6. indien de zitplaatsen in de grote zaal en de orangerie vaste inrichtingselementen zijn, dienen alle zitplaatsen conform artikel 29 van de verordening toegankelijkheid voorzien te worden;
7. het podium in de grote zaal moet beschikken over een helling om de overbrugging van 15 cm toegankelijk te maken, conform artikel 18 van de verordening toegankelijkheid;
8. het dak van de nieuwe aanbouw moet voorzien worden als groendak, conform artikel 38 van de bouwcode;
9. de nieuw te planten knotwilgen moeten regelmatig geknot worden om de windvang van de stenen windmolen Molengeest, niet te hypothekeren;
10. de houten kroonlijst moet in dezelfde kleur uitgevoerd worden als de bestaande bouw;
11. de bouwheer is verplicht om eventuele vondsten en restanten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat het archeologische waarde heeft, te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.1.4);
12. de bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@antwerpen.be);
13. de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen;
14. de fietsstalplaatsen voor het personeel moeten overdekt en afsluitbaar zijn;
15. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorwaardelijk positief advies gegeven de vergunning te verlenen.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
16.3.2.a | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 8 kW |
35 | rouwkamers. | 1 rouwkamer |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. | De toegangsweg tot de molen mag niet gebruikt worden voor het uit- en inladen van de lichamen. |
2. | Het uit- en inladen van de lichamen aan de achterzijde van het gebouw mag niet gebeuren tijdens plechtigheden en/of koffietafels. |
3. | Het hekwerk en de poort gelegen langs de toegangsweg naar de molen dienen ondoorzichtig en voldoende hoog gemaakt te worden. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 30 mei 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 26 juni 2020 |
Start openbaar onderzoek | 6 juli 2020 |
Einde openbaar onderzoek | 4 augustus 2020 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 9 oktober 2020 |
Verslag GOA | 25 september 2020 |
naam GOA | Katrine Leemans en Bieke Geypens |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. er moet een tweede aangepaste parkeerplaats voorzien worden. Beide parkeerplaatsen moeten voorbehouden parkeerplaatsen zijn (rol(stoel)vaste ondergrond, contrastkleur, voorzien van correcte signalisatie, etc.) conform artikel 27 van de verordening toegankelijkheid;
3. indien de koffieruimte valt onder de horecavergunning, moet deze nog aangevraagd worden;
4. de bestaande ingang via de luifel moet aangepast worden zodanig dat aan de bepalingen van artikel 12 en artikels 22 tot en met 25 van de verordening toegankelijkheid voldaan is;
5. de eerst opendraaiende deur van de nieuwe nooduitgang (gevel rechts) van de nieuwe aanbouw moet minstens 105 cm breed zijn, conform artikel 22 van de verordening toegankelijkheid;
6. indien de zitplaatsen in de grote zaal en de orangerie vaste inrichtingselementen zijn, dienen alle zitplaatsen conform artikel 29 van de verordening toegankelijkheid voorzien te worden;
7. het podium in de grote zaal moet beschikken over een helling om de overbrugging van 15 cm toegankelijk te maken, conform artikel 18 van de verordening toegankelijkheid;
8. het dak van de nieuwe aanbouw moet voorzien worden als groendak, conform artikel 38 van de bouwcode;
9. de nieuw te planten knotwilgen moeten regelmatig geknot worden om de windvang van de stenen windmolen Molengeest, niet te hypothekeren;
10. de houten kroonlijst moet in dezelfde kleur uitgevoerd worden als de bestaande bouw;
11. de bouwheer is verplicht om eventuele vondsten en restanten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat het archeologische waarde heeft, te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.1.4);
12. de bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@antwerpen.be);
13. de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen;
14. de fietsstalplaatsen voor het personeel moeten overdekt en afsluitbaar zijn;
15. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Bijzondere milieuvoorwaarden
1. | De toegangsweg tot de molen mag niet gebruikt worden voor het uit- en inladen van de lichamen. |
2. | Het uit- en inladen van de lichamen aan de achterzijde van het gebouw mag niet gebeuren tijdens plechtigheden en/of koffietafels. |
3. | Het hekwerk en de poort gelegen langs de toegangsweg naar de molen dienen ondoorzichtig en voldoende hoog gemaakt te worden. |
Brandweervoorwaarden
de brandweervoorwaarden uit het verslag met kenmerk BW/YS/2020/G.00019.A4.0003, die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.
De vergunning omvat thans volgende rubrieken:
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
16.3.2.a | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 8 kW |
35 | rouwkamers. | 1 rouwkamer |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat op 9 oktober 2020 voor onbepaalde duur.