Terug
Gepubliceerd op 12/10/2020

2020_CBS_08306 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2020092930. Nieuwe Westweg 10. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 09/10/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Jinnih Beels, schepen; Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_08306 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2020092930. Nieuwe Westweg 10. District Antwerpen - Goedkeuring 2020_CBS_08306 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2020092930. Nieuwe Westweg 10. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

1.      de aanvraag ingediend is door het betrokken college;

2.      de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een verzoek tot bijstelling van bijzondere milieuvoorwaarden ingediend. Het verzoek wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2020092930

Gegevens van de aanvrager:

Provincie Antwerpen met als adres Koningin Elisabethlei 22 te 2018 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

BVBA RECUPBAT met als adres Nieuwe Westweg 10 te 2040 Antwerpen

Ligging van het project:

Nieuwe Westweg 10 te 2040 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 18 sectie C nr. 137C

Inrichtingsnummer:

20191009-0006 (Recupbat)

Vergunningsplichten:

Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van het verzoek:

Op- en overslagbedrijf. Verzoek bijstelling milieuvoorwaarden door POVC na GPBVevaluatie.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige voorgeschiedenis

het college verleende op 28 april 1986 een stedenbouwkundige vergunning (HV/1985/B/18/67434-18265 - 1986366) voor een magazijn met laadkade, kompartimenten voor gevaarlijke stoffen.

 

Voorgeschiedenis milieu

Op 21 maart 2013 verleende de deputatie van de provincie Antwerpen een vergunning voor een ingedeelde inrichting of activiteit voor de op- en overslag van loodaccu’s en schroot, voor een termijn van 20 jaar. Er werden sindsdien nog verschillende vergunningen voor veranderingen verleend door de deputatie.

 

Inhoud van de aanvraag

De provinciale omgevingsvergunningscommissie wenst een bijstelling van de bijzondere milieuvoorwaarden, naar aanleiding van een evaluatie van de huidige vergunningsvoorwaarden aan de vereisten van de BREF-studie ‘Waste Treatment’.

 

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu

27 augustus 2020

22 september 2020

Geen advies

 







Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden voornamelijk de bestemmingsvoorschriften Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor het gebied ten noorden van de aanvraag maar buiten de afbakeningslijn  – Natuurgebied met overdruk Grote Eenheid Natuur. Ten noorden van de aanvraag loopt parallel binnen de afbakeningslijn een overdruk met als aanduiding Bufferdijk – Stocatradijk.

 

Het dichtstbijzijnde woongebied bevindt zich op circa 990 meter.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De gewestelijke hemelwaterverordening is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

De aanvraag betreft een evaluatie van een GPBV-installatie, meer bepaald de op- en overslag van maximum 250 ton loodaccu’s. Er zijn geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen aangevraagd. De aanvraag is verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. Er is geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Conform de Europese Richtlijn 2010/75/EU van 24 november 2010 inzake industriële emissies en volgens artikel 1.4.1.1 van titel II van het VLAREM moet een evaluatie van een GPBV-installatie worden uitgevoerd binnen twee jaar na de bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie van de door de Europese Commissie aangenomen nieuwe of bijgewerkte BBT-conclusies betreffende de hoofdactiviteit van de GPBV-installatie. Bij een evaluatie van een GPBV-installatie wordt nagegaan of de vergunningsvoorwaarden moeten worden bijgesteld.

 

Het voorwerp van het verzoek tot bijstelling betreft volgende activiteit:

- de op- en overslag van maximum 250 ton loodaccu’s.

 

De BREF-studie ‘Waste Treatment’ (WT) is van toepassing op de bovenstaande GPBV-installatie. De BBT-conclusies van deze BREF-studie werden op 17 augustus 2018 gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie. De POVC (provinciale omgevingsvergunningscommissie) is belast met het uitvoeren van de evaluaties om na te gaan of de huidige vergunningsvoorwaarden voldoen aan de vereisten van de BREF-studies, meer bepaald aan de daarin opgenomen BBT-conclusies. In zitting van 30 juni 2020 voerde de POVC deze evaluatie uit en oordeelde men dat een bijstelling van de vergunningsvoorwaarden noodzakelijk is. De POVC diende een verzoek tot bijstelling in bij de provincie, waarvoor het college nu om advies wordt gevraagd.

 

Het bedrijf is gespecialiseerd in de opslag en overslag van gebruikte loodaccu’s. Deze opslag en overslag gebeurt in opdracht van verwerkingsbedrijven en derden. Het bedrijf haalt op aanvraag van industriële bedrijven (niet van particulieren) de afgedankte accu’s op, slaat ze op en bij een voldoende grote hoeveelheid worden deze afgevoerd naar erkende verwerkers. Het bedrijf voert geen bewerking of behandeling uit op de accu’s.

 

De POVC stelt volgende bijzondere voorwaarde voor:

 

1. ‘Vanaf 17 augustus 2022 dient de exploitatie te voldoen aan alle BBT-conclusies van de BREF Waste Treatment én volgende voorwaarden van VLAREM III: de algemene milieuvoorwaarden van deel 2 van VLAREM III en de sectorale milieuvoorwaarden van Hoofdstuk 3.14 van VLAREM III. Indien een BBT-conclusie of VLAREM III-bepaling vermeldt dat ‘één of een combinatie van de vermelde technieken’ moet worden gebruikt, dient de exploitant al de beschreven technieken toe te passen.’

 

Uit het verslag van de POVC blijkt dat de exploitant geen informatie ter beschikking heeft gesteld, waardoor een grondige evaluatie aan de vereisten BREF door de adviesinstanties onmogelijk werd. Het is niet duidelijk of het toepassen van één of enkele technieken voldoende is om te concluderen dat BBT worden toegepast, noch of de technieken al dan niet toepasbaar zijn. Vandaar dat men voorstelt om, indien de BREF aangeeft dat één of een combinatie van vermelde technieken moet worden toegepast, telkens al de beschreven technieken moeten worden toegepast.

 

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de gevraagde bijstelling van bijzondere milieuvoorwaarden.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

25 augustus 2020

Start openbaar onderzoek

3 september 2020

Einde openbaar onderzoek

2 oktober 2020

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

14 oktober 2020

 

Onderzoek

Het verzoek werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

3 september 2020

2 oktober 2020

0

0

0

0

 

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op het verzoek tot bijstelling.

Artikel 2

Dienst
Taak
SW/V/Het advies te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft.

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.