2020_CBS_06817 - Bestek GAC_2019_00860. Raamovereenkomst pool dienstverleners voor archeologisch vooronderzoek, opmaak archeologienota's en opgravingen - Selectie en bestek - Goedkeuring

Artikel 56, §3, 5° van het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 stelt dat het college bevoegd is voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht die past binnen het begrip dagelijks bestuur.

Met de gemeenteraadsbeslissing van 24 juni 2019 (jaarnummer 00458) werd bepaald dat aan de gemeenteraad per kwartaal kennis wordt gegeven van alle opdrachten op het investeringsbudget waarvoor het geraamde bedrag (excl. btw) de drempel voor de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking overschrijdt.

Er werd een gemotiveerd selectieverslag opgemaakt dat als bijlage bij dit besluit wordt gevoegd.

Inzake de kwalitatieve selectie werden  de volgende  kandidaten uitgesloten:

Voor perceel 1: pool voor opmaak van archeologienota's

• Adede bvba;
• Katholieke Universiteit Leuven.

Voor perceel 2: pool voor uitvoering van een opgraving

• Adede bvba;
• J. Verrijckt bv;
• Vlaams Erfgoed Centrum bvba;
• TV Lares bvba en Robby Vervoort.

De opdracht voor beide percelen wordt gegund aan de inschrijver die de economisch meest voordelige offerte heeft ingediend, rekening houdend met de volgende gunningscriteria:

1.  Prijs op een totaal van 50 punten.
2.  Plan van aanpak op een totaal van 40 punten
3. Kwaliteit van uitvoerend team op een totaal van 10 punten.

In toepassing van artikel 66, §1, 2° van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, ziet de aanbestedende overheid erop toe dat de offerte afkomstig is van een inschrijver waaraan de toegang tot de opdracht niet is ontzegd op grond van de uitsluitingsgronden en die voldoet aan de door de aanbestedende overheid vastgestelde selectiecriteria en, in voorkomend geval, de niet-discriminerende regels en criteria inzake de beperking van het aantal aan de selectiecriteria beantwoordende kandidaten.

In toepassing van artikel 81 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, baseert de aanbestedende overheid de gunning van de overheidsopdracht op de economisch meest voordelige offerte. De economisch meest voordelige offerte uit het oogpunt van de aanbestedende overheid wordt vastgesteld rekening houdend met de gunningscriteria. Ze vermeldt de gunningscriteria in de aankondiging van de opdracht of in een ander opdrachtdocument.

In toepassing van de artikelen 2, 6° en 47 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, zal de stad Antwerpen optreden als aankoopcentrale in die zin dat ze gecentraliseerde aankoopactiviteiten en aanvullende aankoopactiviteiten verricht die bestemd zijn voor andere aanbesteders die in de opdrachtdocumenten zijn aangeduid.

Om de stedelijke bedrijfseenheid Stadsontwikkeling te ondersteunen bij de opmaak van  archeologienota's voor bouwprojecten van de stedelijke partners en het uitvoeren van archeologische opgravingen, wil stad Antwerpen een beroep doen op externe expertise. Hiervoor werd mededingingsprocedure met onderhandeling GAC_2019_00860 uitgeschreven. Op 28 mei 2020 opende de aanbestedende overheid de aanvragen tot deelneming voor deze opdracht.

De namen van de kandidaten worden vertrouwelijk gehouden tot aan de gunning van de opdracht, teneinde te vermijden dat afspraken tussen de ondernemingen onderling de normale mededingingsvoorwaarden kunnen vertekenen.

Bij deze raamovereenkomst treedt de stad op als aankoopcentrale voor de aankoopgroep van de stad Antwerpen, en diverse partners van de stad die mede-opdrachtgevers zijn van projecten/werken van de stad Antwerpen zoals Aquafin, De Lijn, Agentschap Wegen en Verkeer, Water-link, andere nutsmaatschappijen zoals Fluvius, Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel. Indien andere entiteiten dan de stad afnemen op deze raamovereenkomst, zal dat gebeuren in eigen naam en voor eigen rekening. De vastleggingen voor die deelopdrachten zullen dan ook op de eigen budgetten gebeuren.