Terug
Gepubliceerd op 17/08/2020

2020_CBS_06720 - Omgevingsvergunning - OMV_2020066135. Belgiëlei 134-134B . District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 14/08/2020 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Anne Baré, Waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Annick De Ridder, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur; Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Anne Baré, Waarnemend algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_06720 - Omgevingsvergunning - OMV_2020066135. Belgiëlei 134-134B . District Antwerpen - Goedkeuring 2020_CBS_06720 - Omgevingsvergunning - OMV_2020066135. Belgiëlei 134-134B . District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020066135

Gegevens van de aanvrager:

de heer Yizchak Berenstein met als adres Belgiëlei 50 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Belgiëlei 134-134B te 2018 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 6 sectie F nr. 1341S16

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

wijzigen van de gelijkvloerse functie van winkel naar kinderdagverblijf

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          21/05/1965: vergunning (18#81197) voor een verbouwing, autoboxen afdekken;

-          20/10/1955: toelating (18#34513)  voor wijzigingen aan 18#32242;

-          10/06/1955: toelating (18#33844) voor een rioleringsstelsel;

-          06/08/1954: toelating 18#32242) voor het oprichten van een gebouwencomplex;

-          23/04/1954: toelating (18#32394) voor afbraak gebouw;

-          26/03/1954: toelating (18#32268) voor afbraak en opbouw hofmuur.

Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand

-          meergezinswoning in besloten bebouwing van 8 bouwlagen onder plat dak met een gelijkvloerse winkel en achterliggende garageboxen.

Huidige toestand

-          bijkomende garageboxen ten opzichte van laatst vergunde toestand.

Gewenste toestand

-          kinderopvang op de gelijkvloerse verdieping;

-          afgebroken vergunde garagebox in functie van inrichten tuin voor kinderopvang;

-          bijgebouwde garageboxen langsheen rechter perceelgrens, conform bestaande toestand.

Inhoud van de aanvraag

-          wijzigen van de gelijkvloerse functie van detailhandel naar dienstverlening;

-          slopen van twee vergunde garageboxen;

-          inrichten tuinzone voor kinderopvang;

-          bouwen (regularisatie) van vier bestaande garageboxen;

-          de linkse garageboxen en de bovenliggende verdiepingen maken geen deel uit van de aanvraag.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

1 juli 2020

28 juli 2020

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

30 juni 2020

6 juli 2020

stadsontwikkeling/ energie en milieu Antwerpen/ luchtkwaliteit en geluid

30 juni 2020

13 juli 2020

talentontwikkeling en vrijetijdsbeleving/ jeugd/ regie kinderopvang

30 juni 2020

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 19 Tuinafsluitingen:
    Indien de zijtuin wordt afgesloten moet dit gebeuren door een muur, haag, draad of scherm met een hoogte van minimum 1 meter en maximum 2,60 meter.
    De tuinmuur van de kinderopvang behoudt de hoogte van de scheimuur van de afgebroken garageboxen met een hoogte van meer dan 2,6m;
  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingmuren:
    De dakopstand garages niet afleesbaar van de aangeleverde plannen. Deze moet minstens 30cm zijn.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Betreffend perceel is gelegen in woongebied. Het omvormen van de gelijkvloerse handelsruimte naar een kinderdagverblijf past stedenbouwkundig binnen deze bestemmingszone en is bijgevolg functioneel inpasbaar.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De werken situeren zich voornamelijk op het gelijkvloers, binnen het bestaande en vergunde volume. Daarnaast worden twee vergunde garageboxen gesloopt om zo een tuin te kunnen voorzien die aansluit bij het nieuwe kinderdagverblijf. Achter deze tuin worden vier garageboxen bijgebouwd. De sloop van twee garageboxen en de regularisatie van vier bijkomende garageboxen zijn stedenbouwkundig aanvaardbaar wat betreft de schaal en het ruimtegebruik.

 

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

De voor- en achtergevel blijven ongewijzigd wat maakt dat deze aanvaardbaar zijn en blijven op visueel-vormelijk vlak.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De aanvraag is strijdig met artikel 19 van de bouwcode. De scheimuur van de te slopen garageboxen blijft ongewijzigd. Door op deze plaats een tuin te voorzien wordt deze scheimuur beschouwd als tuinmuur. Dergelijke muren mogen echter niet hoger zijn dan 2m60. Het verlagen van de scheimuur tot een maximale hoogte van 2m60 wordt als voorwaarde bij de vergunning opgenomen.

De hoogte van de dakopstand van de bijkomende garages is niet afleesbaar op de aangeleverde plannen. Als voorwaarde van de vergunning wordt opgenomen dat de dakopstanden van de garages moeten worden uitgevoerd conform artikel 34 van de bouwcode.

 

In het kader van deze aanvraag werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst luchtkwaliteit en geluid. Het advies laat zich lezen als gunstig mits vooraarden. Deze voorwaarden hebben tot doel om geluidshinder zoveel als mogelijk te beperken en een goede luchtkwaliteit in het kinderdagverblijf te verzekeren. De gestelde voorwaarden worden integraal opgenomen in de vergunning.

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet het kinderdagverblijf aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte. Er worden 2 parkeerplaatsen extra gecreëerd.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      het gedeelte van de scheidingsmuren dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);

3.      de tuinmuur te beperken tot een maximale hoogte van 2m60, conform artikel 19 van de bouwcode;

4.      de voorwaarden geformuleerd door de stedelijke dienst luchtkwaliteit en geluid zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven:

-          De instroom van lucht aan de straatzijde wordt zoveel mogelijk beperkt.

-          Het kinderdagverblijf wordt volledig verlucht en geventileerd langs de achterzijde. Hiertoe wordt een geschikt ventilatiesysteem geplaatst waarmee bij alle weersomstandigheden een aangenaam binnenklimaat kan gerealiseerd worden waarbij ramen en deuren aan de straatzijde en zijgevel gesloten kunnen blijven;

-          De inlaat van het ventilatiesysteem bevindt zich aan de achterzijde.

-          Aan de straatzijde en zijgevel zijn er geen oncontroleerbare openingen die in contact staan met het kinderdagverblijf (bvb ventilatieroosters).

-          In elk van de leefruimtes die direct uitgeven op de hal (met voordeur) wordt de binnenlucht gezuiverd via recirculatie van de lucht. Dit gebeurt met een luchtzuiveringstoestel dat geschikt is voor verwijdering van fijn stof   (PM2,5) en gasvormige stoffen (actieve koolfilter). Het toestel wordt onderhouden volgens de voorschriften van de fabrikant. Deze binnenluchtzuivering is echter geen voorwaarde indien de ruimte via het ventilatiesysteem in overdruk wordt gehouden.

-          De akoestische prestatie van het gebouw is voldoende om in het kinderdagverblijf doorgaans een geluidsniveau te realiseren van maximaal 35 dB(A) in de leefruimtes en maximaal 30 dB(A) in de slaapruimtes, enkel als gevolg van verkeerslawaai. Indien nodig worden de ramen en deuren vervangen door ramen met een geschikte akoestische isolatiewaarde en/of wordt de voorgevel ontdubbeld in de leefruimte aan de straatzijde (bvb door een bufferruimte te creëren met een glazen binnenwand). De akoestische isolatiewaarde (afgestemd op de frequenties van verkeersgeluid) is minimaal 40 decibel (dB) voor het raamgeheel (kader plus glas) aan de straatzijde; aan de zijgevel is naar schatting een isolatiewaarde van 35 dB voldoende en aan de achterzijde 33 dB.

-          De ruimte aan de straatzijde wordt niet als slaapruimte gebruikt.

-          De nieuwe buitenruimte wordt afgeschermd van de garage-inrit door middel van een geluidsisolerend en geluidsabsorberend scherm. De buitenruimte wordt voor minstens de helft ingericht met zachte materialen en/of groen.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

4 juni 2020

Volledig en ontvankelijk

30 juni 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

29 augustus 2020

Verslag GOA

3 augustus 2020

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      het gedeelte van de scheidingsmuren dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);

3.      de tuinmuur te beperken tot een maximale hoogte van 2m60, conform artikel 19 van de bouwcode;

4.      de voorwaarden geformuleerd door de stedelijke dienst luchtkwaliteit en geluid zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven:

-          De instroom van lucht aan de straatzijde wordt zoveel mogelijk beperkt.

-          Het kinderdagverblijf wordt volledig verlucht en geventileerd langs de achterzijde. Hiertoe wordt een geschikt ventilatiesysteem geplaatst waarmee bij alle weersomstandigheden een aangenaam binnenklimaat kan gerealiseerd worden waarbij ramen en deuren aan de straatzijde en zijgevel gesloten kunnen blijven;

-          De inlaat van het ventilatiesysteem bevindt zich aan de achterzijde.

-          Aan de straatzijde en zijgevel zijn er geen oncontroleerbare openingen die in contact staan met het kinderdagverblijf (bvb ventilatieroosters).

-          In elk van de leefruimtes die direct uitgeven op de hal (met voordeur) wordt de binnenlucht gezuiverd via recirculatie van de lucht. Dit gebeurt met een luchtzuiveringstoestel dat geschikt is voor verwijdering van fijn stof   (PM2,5) en gasvormige stoffen (actieve koolfilter). Het toestel wordt onderhouden volgens de voorschriften van de fabrikant. Deze binnenluchtzuivering is echter geen voorwaarde indien de ruimte via het ventilatiesysteem in overdruk wordt gehouden.

-          De akoestische prestatie van het gebouw is voldoende om in het kinderdagverblijf doorgaans een geluidsniveau te realiseren van maximaal 35 dB(A) in de leefruimtes en maximaal 30 dB(A) in de slaapruimtes, enkel als gevolg van verkeerslawaai. Indien nodig worden de ramen en deuren vervangen door ramen met een geschikte akoestische isolatiewaarde en/of wordt de voorgevel ontdubbeld in de leefruimte aan de straatzijde (bvb door een bufferruimte te creëren met een glazen binnenwand). De akoestische isolatiewaarde (afgestemd op de frequenties van verkeersgeluid) is minimaal 40 decibel (dB) voor het raamgeheel (kader plus glas) aan de straatzijde; aan de zijgevel is naar schatting een isolatiewaarde van 35 dB voldoende en aan de achterzijde 33 dB.

-          De ruimte aan de straatzijde wordt niet als slaapruimte gebruikt.

-          De nieuwe buitenruimte wordt afgeschermd van de garage-inrit door middel van een geluidsisolerend en geluidsabsorberend scherm. De buitenruimte wordt voor minstens de helft ingericht met zachte materialen en/of groen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.