Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Er werd bij de deputatie een verzoek tot bijstelling van bijzondere milieuvoorwaarden ingediend. Het verzoek wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
- een openbaar onderzoek te houden;
- advies uit te brengen.
Projectnummer: | OMV_2020043872 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | NV AQUAFIN NV met als contactadres Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar |
Ligging van het project: | Booswegske zonder nummer (zn) te 2040 Berendrecht-Zandvliet-Lillo (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: | afdeling 19 sectie C nr. 451B |
Inrichtingsnummer: | 20180716-0023 (0392 RWZI Berendrecht 2018 Art.100) |
Vergunningsplichten: | Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van het verzoek: | een verzoek tot bijstelling van de milieuvoorwaarden met betrekking tot lozing van afvalwater |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 11 oktober 2007 werd aan Aquafin een milieuvergunning (met referentie MLAV1/07/249) uitgereikt voor de exploitatie van een rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) gelegen te Booswegske te 2040 Antwerpen.
Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden
1. | Bij te stellen voorwaarde: Aquafin NV verzoekt om een versoepeling van de huidige vergunning en de bepalingen van bijlage 5.3.1.b. “De lozing van stedelijk afvalwater” van het Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II):
Voorgesteld alternatief/aanvulling: 86% voor het verwijderingspercentage ZS i.p.v 90% 78% voor het verwijderingspercentage Ntot i.p.v. 80% 1 mg/liter OF 80% voor Ptot i.p.v. 2 mg/liter EN 80% Dit voor de kalenderjaren 2020 t.e.m. 11 oktober 2027 (einde van de huidige vergunning). |
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woonuitbreidingsgebied. De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA Bomenbank, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 26 juni 2006. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: zone voor bomenbank met nabestemming natuur en zone voor RWZI.
(Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan). Het verzoek ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Voorliggende aanvraag betreft een verzoek tot bijstelling van de milieuvoorwaarden meer bepaald een versoepeling van de huidige lozingsnormen conform de bepalingen van bijlage 5.3.1.b van Vlarem II.
De agglomeratiegrootte van RWZI Berendrecht werd door VMM bepaald op 8.200 IE; de ontwerpcapaciteit van de installatie bedraagt 8.100 IE (op basis van 60 g BZV/IE.dag). De Vlaremnormering beschreven in VLAREM II bijlage 5.3.1.b voor agglomeraties tussen 4.000 en 10.000 IE is dus van toepassing. Voor de drie voorgaande jaren wordt hieronder de performantie van de RWZI weergegeven:
| C_BZV (mg/l) | C_CZV (mg/l) | C_ZS (mg/l) | C_Ntot (mg/l) | C_Ptot (mg/l) | Δ% BZV | Δ% CZV | Δ% ZS | Δ% Ntot | Δ% Ptot |
2017 | 3,1 | 26,5 | 7,8 | 4,91 | 0,8 | 95 | 86 | 90 | 82 | 76 |
2018 | 3,2 | 28,9 | 9,3 | 6,0 | 0,6 | 96 | 90 | 94 | 85 | 87 |
2019 | 3,1 | 30,2 | 9,5 | 4,53 | 0,6 | 95 | 84 | 88 | 83 | 80 |
Aangepast verwijderings-percentage conform besprekingen | - | - | - | - | - | - | - | 86 | 78 | - |
De aangepaste verwijderingspercentages voor BZV, CZV, ZS en Ntot worden in consensus berekend volgens volgende formule indien sprake is van stabiele procesvoering:
GMV + 0,9 * (minimum van 3 jaren – GMV) waarbij GMV het gegarandeerd minimum verwijderingspercentage is. Dit is het volgende voor de verschillende parameters:
Indien geen sprake is van stabiele procesvoering of indien het volgens de formule berekende percentage lager ligt dan het GMV, wordt het GMV opgelegd. Voor stikstof wordt hiervan nog afgeweken, met name in agglomeraties van 10.000 – 100.000 IE wordt dan 65% opgelegd, in agglomeraties van meer dan 100.000 IE wordt 75% opgelegd.
Het effluent dient te voldoen aan de normering beschreven in VLAREM II bijlage 5.3.1.b (agglomeraties van 4.000 IE tot 10.000 IE) waardoor onder meer het verplichte verwijderingspercentage voor zwevende stoffen 90% en voor stikstof 80% bedraagt. De normen voor fosfor zijn 2 mg/liter als jaargemiddelde en 80% als verwijderingsrendement.
Voor de jaren 2018 t.e.m. 2022 zijn volgende versoepelingen van kracht (beslissing van 29 november 2018): zwevende stoffen (ZS): 88% en fosfor (P): 1 mg/liter of 80%.
Volgende verwijderingspercentages en concentratienormen worden gevraagd voor de periode 2020 tot en met het einde van de huidige vergunning (11 oktober 2027):
Motivering:
De oorzaak van het niet halen van de sectorale normen zijn:
In uitvoering van de ‘consensus kleine Vlaremtrein’ zoals goedgekeurd op het overleg Aquafin/Vlaams Gewest van september 2005 wordt gevraagd het verwijderingspercentage voor stikstof aan te passen tot 78%, dit omwille van de zuiveringstechnologie die bij de gehanteerde dimensionering niet toelaat 80% verwijderingspercentage steeds en in alle gevallen te behalen. Bovendien wordt de versoepeling ook aangevraagd voor de parameter Ntot omwille van gewijzigde meetmethode.
Door de verdunning van het influent kan het verwijderingspercentage voor zwevende stoffen niet steeds gehaald worden: in 2017 werd nipt voldaan en in 2019 werd het verwijderingspercentage zoals voorzien in Vlarem niet behaald. Voor fosfor wordt voorgesteld de norm 2 mg/liter en 80% te wijzigen in 1 mg/liter of 80%. Dit omwille van het feit dat het procesmatig en economisch onverantwoord is om door het doseren van nog meer chemicaliën, tot lagere fosforconcentraties in het effluent te komen. Dit principe volgt uit het overleg Aquafin-VMM-MIV voor RWZI’s waar de jaargemiddelde influentconcentratie lager ligt dan 5 mg/liter fosfor. Voor Berendrecht is dit het geval in 2017 (3,1 mg/liter), 2018 (4,9 mg/liter) en 2019 (3,2 mg/liter).
Advies van het college
Met betrekking tot gevraagde bijstelling van de lozingsnormen, alsook de technische evaluatie van de aangeleverde argumentatie, wordt verwezen naar het advies van de VMM. Het college sluit zich aan bij het advies van voornoemde instantie.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Ontvangst adviesvraag | 25 juni 2020 |
Start openbaar onderzoek | 5 juli 2020 |
Einde openbaar onderzoek | 3 augustus 2020 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste adviesdatum | 14 augustus 2020 |
Het verzoek werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
5 juli 2020 | 3 augustus 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Informatievergadering
Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op het verzoek.
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
SW/Vergunningen | het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft |