Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2019141040 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Chaim Pluczenik met als adres Breughelstraat 16 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: | Blindestraat 12 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 2 sectie B nr. 803A |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | doorvoeren van constructieve werken |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 23/11/2018: vergunning (20182223) voor het renoveren van een meergezinswoning naar 4 wooneenheden.
Vergunde/vergund geachte toestand
- functie: wonen
- volume:
- inrichting:
- gevelafwerking
Huidige toestand
- inventaris onroerend erfgoed: vaststelling bouwkundig erfgoed (4858) Neoclassicistisch burgerhuis;
- gevelafwerking:
Gewenste toestand
- functie: ongewijzigd;
- volume: verkleinde binnenkoer en lichtschacht ten gevolge van de verplaatsing van de liftkoker;
- inrichting:
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- het verkleinen van de binnenkoer en lichtschacht;
- het doorvoeren van interne constructieve werken;
- het inrichten van een leefruimte op de zolderverdieping;
- het wijzigen van een dakterras;
- het wijzigen van de voorgevel.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 22 januari 2020 | 19 februari 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg | 22 januari 2020 | 21 februari 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 1: zone voor wonen - (wo1).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgende punten:
- artikel 2.1.11.1 Terrassen in schuine daken:
het terras achteraan de 3de verdieping is niet beperkt tot 1m afstand van het midden van de scheimuur.
- Artikel 2.2.5. Onbebouwde ruimte en tuinen:
het percentage onbebouwde ruimte per perceel verkleint ten opzichte van de vorige vergunning; De koer verkleint van 8,29 m² tot 7,16 m² (= 14%)
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Het gelijkvloerse buitenschrijnwerk is zwart geschilderd, wat een breuk vormt met de houten natuurkleurige ramen op de verdiepingen. Dit is eveneens in strijd met een voorwaarde uit de laatste vergunning;
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van meergezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Blindestraat.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De werken beogen geen aanpassing van het aantal woongelegenheden waardoor de draagkracht ongewijzigd blijft.
Het inpandige dakterras op de 3de verdieping grenst aan de rechterperceelsgrens. Dit is strijdig met de geldende voorschriften en de voorwaarden uit vorige vergunning waarin gesteld werd dat het terras minstens 1 meter moest verwijderd zijn van de perceelgrens. Er is geen aanleiding om deze voorwaarde te herzien en blijft dus geldig. Indien een vergunning verleend zou worden, dient deze opnieuw te worden opgenomen.
Cultuurhistorische en Visueel-vormelijke aspecten
Men wenst enkele aanpassingen te doen aan de recent afgeleverde vergunning. Vanuit oogpunt monumentenzorg is er geen bezwaar, met uitzondering voor de het plaatsen van een nieuwe keldertrap in het achterhuis. Om het gelijkvloers bij de kelder te betrekken wordt de bestaande trap opgeheven en wordt er een nieuwe trap geplaatst. De verantwoordingsnota spreekt over een historische tongewelfde kelder. Mogelijk gaat het om een kelder uit de 16de eeuw. Het voorzien van een nieuwe trap doorbreekt dit gewelf en doet afbreuk aan de erfgoedwaarde. Er werd bijkomend fotomateriaal gevraagd maar dit werd niet aangeleverd.
De voorwaarden van de vorige vergunningsaanvraag blijven gelden en dienen bij een eventuele vergunning worden overgenomen. Het gaat hierbij over:
- het nieuwe buitenschrijnwerk (gelijkvloers en bovenliggende verdiepingen) in de voorgevel moet worden uitgevoerd in geschilderd hout. Een voorstel conform historisch model (midden 19e-begin 20ste eeuw) aan te leveren aan de stedelijke dienst monumentenzorg;
- het buitenschrijnwerk (ramen en deur) moet in dezelfde neutrale kleur worden geschilderd;
- de gevel inclusief de kroonlijst dient in een witte kleur te worden geschilderd, de blauwe hardstenen onderdelen uitgezonderd;
- het smeedwerk dient zwart geschilderd te worden.
Het is jammer te moeten vaststellen dat de wijziging van de achtergevel, die in de vorige vergunning positief werd onthaald terug werd gewijzigd. In deze aanvraag werd het middelste raam terug voorzien conform zijn oorspronkelijk positie (bestaande toestand vorige aanvraag). Hierdoor verliest dit zijn samenhang met de andere ramen op deze bouwlaag maar ook met deze van de bovenliggende ramen. Deze wijziging kan hierdoor niet gunstig worden beoordeeld.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De volledig omsloten koer wordt in oppervlakte met 14 % verkleind waardoor ze nog meer dan voordien louter zal fungeren als lichtschacht waarbij het overigens onwaarschijnlijk is dat er nog voldoende licht tot op het gelijkvloers zal komen. De schacht is immers 17,77 meter hoog. Op elke bouwlaag bevinden er zich, zowel vooraan als achteraan verblijfsruimtes die éénzijdig georiënteerd, enkel via de schacht daglicht kunnen nemen. Het verkleinen van de koer heeft een negatieve impact op de daglichttoetreding van de aangrenzende verblijfsruimtes en dus ook op de verblijfskwaliteit en kan bijgevolg niet gunstig beoordeeld worden.
Door het voorzien van een tussenvloer vooraan in het zadeldak wordt zowel de vrije hoogte van de hobbykamer, onder de vloer, als de kamer boven de vloer, te laag. Bovendien heeft de kamer onder de nok te weinig daglicht. Voldoende vrije hoogte en voldoende daglicht zijn essentiële basisvereisten waaraan een verblijfsruimte moet voldoen. Hier kunnen geen afwijkingen op worden toegestaan. Deze wijziging kan bijgevolg niet gunstig worden beoordeeld.
Zoals ook in de vorige aanvraag het geval was, wordt de inhoud van de septische put ook in deze aanvraag niet vermeld waardoor deze ook deze keer niet kan afgetoetst worden aan de voorwaarden uit dit artikel. De voorwaarde van de vorige vergunningsaanvraag hieromtrent blijft gelden en dient bij een eventuele vergunning worden overgenomen.
De plannen bevatten tegenstrijdigheden. Aangenomen wordt dat de scheimuur met de linkeraanpalende niet wordt uitgevoerd met een opstand van 30cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Dit is strijdig met artikel 34 van de bouwcode. Van dit voorschrift kan met het oog op het voorkomen van brandoverslag niet afgeweken worden.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing gezien de aanvraag betrekking heeft op een pand waarin 4 woonentiteiten geacht vergund te zijn waardoor de aanvraag geen vermeerdering van het aantal woongelegenheden ten opzichte van vergund geachte situatie inhoudt.
Geen van de wijzigingen leidt tot een kwaliteitsverbetering van het pand, waarbij de voorwaarden uit vorige vergunning worden genegeerd. Daarom wordt geadviseerd om de aanvraag te weigeren.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 2 januari 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 22 januari 2020 |
Start 1e openbaar onderzoek | 30 januari 2020 |
Einde 1e openbaar onderzoek | 28 februari 2020 |
Beslissing toepassing administratieve lus | 18 maart 2020 |
Start laatste openbaar onderzoek | 5 mei 2020 |
Einde laatste openbaar onderzoek | 3 juni 2020 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 3 september 2020 |
Verslag GOA | 6 augustus 2020 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
Administratieve lus
Op de aanvraag wordt een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):
De aanplakking werd te laat gemeld op het omgevingsloket, wat een procedurefout is. Om deze reden moet het openbaar onderzoek opnieuw worden georganiseerd.
De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn, werden opnieuw uitgevoerd, om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).
De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
30 januari 2020 | 28 februari 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 |
5 mei 2020 | 3 juni 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.