Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020070592 |
Gegevens van de aanvrager: | BVBA MVS-Invest met als adres Vinusakker 94 te 2950 Kapellen |
Ligging van het project: | Karel Seclefstraat 26 te 2180 Ekeren (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: | afdeling 34 sectie E nr. 105L5 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 04/06/2020: proces-verbaal (11002_2020_12518_VPV) voor het uitvoeren van werken zonder vergunning;
- 28/12/1948: toelating (802#5054) voor de heropbouw en voor veranderingswerken aan een zwaar geteisterde woning.
Vergunde/vergund geachte toestand
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Huidige toestand
- functie: idem aan vergunde toestand;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Gewenste toestand
- eengezinswoning met:
Inhoud van de aanvraag
- slopen van de gelijkvloerse aanbouw en het opnieuw opbouwen van een aanbouw, met dezelfde afmetingen;
- het wijzigen van de vorm van het dak van het hoofdvolume en het uitzicht van de voorgevel, qua kleurtint en materiaalgebruik;
- het inrichten van een autostaanplaats in de voortuin.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
de lokalen onder het hellende dak beschikken niet over voldoende hoogte om als leef- of slaapruimte dienst te doen;
de lokalen onder het hellende dak zijn niet voorzien van voldoende lichtinval om als leef- of slaapruimte dienst te doen;
er werd nooit een garage in het gebouw vergund, noch een stalplaats in de voortuin – aangezien het pand een eengezinswoning blijft en dus de parkeerbehoefte onder geen beding wijzigt, is er bijgevolg geen aanleiding de nieuw gecreëerde parkeerplaats in de voortuin als noodzakelijk te beschouwen; betreffende dient al zeker niet voor de toegangsname naar een garage. De breedte van de verharding dient dan ook maximum 1,50 m te bedragen;
het dak van de uitbreiding heeft geen dakopstand van minimaal 30 cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak;
het dak van de nieuwe uitbreiding is plat en meer dan 20 m² groot maar werd desondanks niet voorzien als groendak.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Er is geen gegronde reden om af te wijken van de geldende voorschriften.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag beoogt louter de beperkte verbouwing en uitbreiding van een vergunde eengezinswoning en gelet op het feit dat deze laatste gelegen is in een voldoende ontwikkeld woongebied is er in deze dan ook effectief sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
De nieuwe volumetrie van het gebouw is ruimtelijk aanvaardbaar: de bouwdieptes en –hoogtes zijn zeer gelijkaardig of zelfs identiek aan die van de vergunde toestand, zijn vergelijkbaar met die van de meerderheid van de naburige panden en vallen zonder meer binnen de richtlijnen die voor dit type van bebouwing doorgaans worden gehanteerd. Ook de wijzigingen aan het dakvolume zijn aanvaardbaar aangezien er in se sprake is van een volumevermindering, hetgeen minder nadelige impact op de aanpalende percelen heeft inzake bijvoorbeeld bezonning.
Het advies inzake schaal en ruimtegebruik is dan ook zonder meer gunstig.
Visueel-vormelijke elementen
De voorgestelde materialen, voornamelijk een lichte gevelbepleistering en grijs aluminium schrijnwerk, zijn in eerste instantie aanvaardbaar voor dit type van bebouwing en zijn aanvullend reeds aanwezig bij een aantal panden in de onmiddellijke zicht-omgeving, waardoor er visueel sprake is van een correcte en harmonieuze inpassing in het straatbeeld.
Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is bijgevolg eenduidig gunstig.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van:
- indien geen groendak wordt geplaatst: dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);
- indien overeenkomstig artikel 38 alsnog een groendak wordt voorzien: een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.
2. het platte dak van de nieuwe gelijkvloerse uitbouw dient te voldoen aan artikel 38 van de Antwerpse bouwcode, waardoor ofwel dit dak als groendak dient te worden voorzien ofwel een voldoende grote regenwaterput met recuperatie dient te worden geplaatst;
3. er werd in het verleden nooit een garage of autostalplaats op het terrein vergund en gelet op het feit dat er blijvend sprake is van een eengezinswoning en dus geen gewijzigde werkelijke parkeerbehoefte, wordt de nieuw gecreëerde parkeerplaats in de voortuin, strijdig met artikel 27 van de Antwerpse bouwcode, dan ook uitgesloten uit de vergunning en wordt er opgelegd de voortuin maximaal te vergroenen waarbij enkel een toegangspad of een pad palend aan de bebouwing met een maximale breedte van 1,50 meter aangelegd kan worden;
4. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Uitsluitingen
De slaapkamers op verdieping 2, onder het hellende dak, worden uitgesloten uit de vergunning – deze lokalen kunnen slechts als zolder of bergruimte worden ingericht.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 9 juni 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 26 juni 2020 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 25 augustus 2020 |
Verslag GOA | 7 augustus 2020 |
naam GOA | Gerd Cryns |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van:
- indien geen groendak wordt geplaatst: dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);
- indien overeenkomstig artikel 38 alsnog een groendak wordt voorzien: een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.
2. het platte dak van de nieuwe gelijkvloerse uitbouw dient te voldoen aan artikel 38 van de Antwerpse bouwcode, waardoor ofwel dit dak als groendak dient te worden voorzien ofwel een voldoende grote regenwaterput met recuperatie dient te worden geplaatst;
3. er werd in het verleden nooit een garage of autostalplaats op het terrein vergund en gelet op het feit dat er blijvend sprake is van een eengezinswoning en dus geen gewijzigde werkelijke parkeerbehoefte, wordt de nieuw gecreëerde parkeerplaats in de voortuin, strijdig met artikel 27 van de Antwerpse bouwcode, dan ook uitgesloten uit de vergunning en wordt er opgelegd de voortuin maximaal te vergroenen waarbij enkel een toegangspad of een pad palend aan de bebouwing met een maximale breedte van 1,50 meter aangelegd kan worden;
4. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Uitsluitingen
De slaapkamers op verdieping 2, onder het hellende dak, worden uitgesloten uit de vergunning – deze lokalen kunnen slechts als zolder of bergruimte worden ingericht.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.