Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020069615 |
Gegevens van de aanvrager: | VZW Natuurpunt Antwerpen Noord en Kempen regionale vereniging voor natuur en landschap met als contactadres Steenstraat 25 te 2180 Antwerpen |
Ligging van het project: | Henry Fordlaan - Noorderlaan zn 2030 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 15 sectie C nr. 259E |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | inrichten groeiplaatsen voor moeraswespenorchis |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Inhoud van de aanvraag
Het inrichten van groeiplaatsen voor moeraswespenorchis.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Agentschap Wegen en Verkeer | 26 juni 2020 | 23 juli 2020 | Gunstig |
Havenbedrijf Antwerpen | 26 juni 2020 | 24 juli 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Infrabel | 26 juni 2020 | 13 juli 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Fluxys Belgium NV | 26 juni 2020 | 30 juli 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Inovyn - dienst pipeline | 26 juni 2020 |
| Dit advies werd niet tijdig uitgebracht. |
Nationale Maatschappij der Pijpleidingen | 26 juni 2020 | 1 juli 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Water-link (AWW) | 26 juni 2020 | 30 juli 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen | 26 juni 2020 | / |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan daar de aanvraag de ontwikkeling van ecologische infrastructuur betreft. Gezien de aanvraag zich situeert op een restperceel ingesloten tussen omliggende wegenis, is het terrein ook weinig aantrekkelijk voor andere activiteiten.
Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden voornamelijk de bestemmingsvoorschriften Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor de omliggende wegenis – Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Binnen dit gebied lopen overdrukken met als aanduiding Leidingstraat en Hoogspanningsleiding. Ten noorden en zuidoosten van de aanvraag bevindt zich de bestemming Gebied voor spoorweginfrastructuur. Op 385 meter ten zuiden van de aanvraag hebben het Leopolddok en de Verbindingsgeul tussen het Leopolddok en Albertdok, de bestemming Gebied voor waterweginfrastructuur.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De gewestelijke hemelwaterverordening is niet van toepassing op de aanvraag. Het hemelwater kan op natuurlijke manier infiltreren in de bodem.
Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Sectorale wetgeving
MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. Een MER, ontheffing of project-m.e.r.-screening is niet vereist.
Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft geen invloed op de verharde oppervlakte. Bijgevolg wordt in alle redelijkheid geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Overige regelgeving
Soortenbeschermingsbesluit: Het besluit van de Vlaamse regering met betrekking tot soortenbescherming en soortenbeheer van 15 mei 2009.
Moeraswespenorchis is een plantensoort die valt onder categorie 1 van bijlage 1 conform het Besluit van de Vlaamse regering met betrekking tot soortenbescherming en soortenbeheer namelijk soorten waarop de beschermingsbepalingen van dit besluit van toepassing zijn en categorisering van deze soorten. In deze categorie zijn de basisbeschermingsbepalingen van het besluit van toepassing.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid - Bodemreliëf
Op een braakliggende zone omringd door openbare wegenis (Noorderlaan en Henry Fordlaan) worden groeiplaatsen voor de moeraswespenorchis ingericht. Deze zeldzame plantensoort stelt specifieke eisen aan zijn groeiplaats waardoor de mogelijke groeilocaties beperkt zijn.
Om potentiele groeiplaatsen te bepalen, werd gekeken naar waterhuishouding, het kalkgehalte en de mate van herinrichting die nodig is om het gebied geschikt te maken. De zone tussen Noorderlaan en Henry Fordlaan komt hiervoor in aanraking door de aanwezigheid van een schelpenrijke bodem wat duidt op de aanwezigheid van kalk. Door de aanwezigheid van de reeds aanwezige vegetatie kon er worden afgeleid dat er reeds vochtige omstandigheden aanwezig waren. Uit metingen in de reeds aanwezige peilbuizen kon echter worden vastgesteld dat het grondwaterregime gunstiger zal worden met een beperkte afgraving. Een afgraving met een diepte van 40 cm tot 70 cm zou de omstandigheden optimaliseren voor de groei van de moeraswespenorchis.
Er worden in de projectzone twee groeiplaatsen ingericht. De afgraving ten zuiden van de Noorderlaan dient opgesplitst te worden in twee delen door het tracé van de aanwezige leidingen. Bij de aanleg van deze groeiplaatsen is het tevens aangewezen dat er zachte glooiingen in de depressies worden voorzien. Dit zorgt voor kleine verschillen in het terrein op vlak van waterhuishouding wat een grotere variatie in vegetatie tot gevolg heeft. Door het aanbrengen van deze glooiingen zal de uiteindelijke diepte van de depressies variëren tussen 5,20 meter en 5,60 meter TAW. Deze groeiplaats heeft een totale oppervlakte van 693 m². De grond die bij de afgraving vrij komt, kan over de omringende taluds verspreid worden.
De tweede groeiplaats wordt ingericht in de hoek van de Wilmarsdonksteenweg met Henry Fordlaan, ten zuidoosten van de eerste groeiplaats. Door de aanwezigheid van leidingen is de mogelijke afgravingsoppervlakte beperkt. Met een afgraving van 35 cm en de aanleg van zachte glooiingen kunnen de juiste omstandigheden worden gecreëerd. De diepte zal variëren van 4,90 meter tot 5,3 meter TAW. Deze groeiplaats heeft een oppervlakte van 948 m². De vrijgekomen grond kan ook hier worden verspreid over de aangrenzende taluds.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Daar de projectzone ingesloten ligt tussen meerdere openbare wegen en het een restperceel betreft wat weinig aantrekkelijk is voor de ontwikkeling van andere activiteiten, is de aanvraag aanvaardbaar.
Visueel-vormelijke elementen
Langs het tracé van de Noorderlaan zijn meerdere zones ingericht met ecologische infrastructuur. De nieuwe groeiplaatsen storen dus niet in deze omgeving.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Door de nabijheid van spoorwegen werd het advies ingewonnen van Infrabel. Zij geven een voorwaardelijk gunstig advies met onder andere als voorwaarde dat de tweede groeiplaats (in de hoek van de Wilmarsdonksteenweg met Henry Fordlaan) op minstens 4,5 meter van de uiterste spoorrail moet aanvatten. In de aanvraag is dit voorzien op 3,5 meter. Deze voorwaarde wordt opgelegd in de vergunning.
Door de aanwezigheid van (pijp)leidingen in de onmiddellijke omgeving van de aanvraag, werd het advies ingewonnen van de beheerders van deze leidingen. De uitgebrachte adviezen zijn (voorwaardelijk) gunstig.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Daar de afgegraven grond ter plaatse kan worden verspreid, wordt er vanuit gegaan dat het wegtransport beperkt blijft. De bouwheer dient tijdens de werken op eigen terrein de nodige (organisatorische) acties te ondernemen met het oog op een vlotte interne verkeersdoorstroming, opdat er geen hinder op de openbare weg ontstaat.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
- er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van Infrabel;
- er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van het Havenbedrijf Antwerpen;
- er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van Fluxys nv;
- er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van de Nationale Maatschappij der Pijpleidingen;
- er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van Waterlink nv.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 29 mei 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 26 juni 2020 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 25 augustus 2020 |
Verslag GOA | 3 augustus 2020 |
naam GOA | Bieke Geypens |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
- er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van Infrabel;
- er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van Havenbedrijf Antwerpen;
- er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van Fluxys nv;
- er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van de Nationale Maatschappij der Pijpleidingen
- er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van Waterlink.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.