Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Er werd bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
- een openbaar onderzoek te houden;
- advies uit te brengen.
Projectnummer: | OMV_2020061166 |
Gegevens van de aanvrager: | NV PR Havenbedrijf Antwerpen met als contactadres Zaha Hadidplein 1 te 2030 Antwerpen |
Ligging van het project: | Beliweg 303 te 2030 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 7 sectie G nrs. 1802N, afdeling 14 sectie C nrs. 71M, 71N, 77A, 80F, 85L, 86B, 88W, 89K, 90M en 249V |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | Renovatie en verdiepen Vijfde Havendok - kaai 301 tot kaai 321 |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Bestaande toestand
De werken worden uitgevoerd aan de kaaimuur van het Vijfde Havendok (kaai 301 tot kaai 321). Op de kaaivlakte bevinden zich vergunde en vergund geachte magazijnen en constructies.
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag betreft het renoveren en verdiepen van het Vijfde Havendok ter hoogte van de kaaimuur 301 tot 321.
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 2 juli 2020 | 28 juli 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie | 2 juli 2020 | 3 juli 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan deels bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan eveneens deels bestemd als Gebied voor waterweginfrastructuur.
Dit gebied is bestemd voor waterweginfrastructuur en aanhorigheden. In dit gebied zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of de aanpassing van die waterweginfrastructuur en aanhorigheden. Daarnaast zijn toegelaten:
- alle handelingen met het oog op de ruimtelijke inpassing, buffers, ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren, leidingen, telecommunicatie infrastructuur, lokaal openbaar vervoer, lokale dienstwegen, waterwegennetwerk en paden voor niet-gemotoriseerd verkeer;
- het bergen van baggerspecie in onderwatercellen.
Na aanleg van de infrastructuur kunnen voor het gedeelte van de zone dat voorlopig niet werd benut, de voorschriften van de naastliggende bestemming toegepast worden.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden voornamelijk de bestemmingsvoorschriften Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor het Vijfde Havendok, het Vierde Havendok en het Amerikadok – Gebied voor waterweginfrastructuur. De spoorwegbundel op circa 420 meter ten zuiden van de aanvraag en de spoorwegen op circa 120 meter ten oosten van de aanvraag hebben als bestemming Gebied voor spoorweginfrastructuur. Ten noorden en oosten van de aanvraag en ten zuiden van de spoorwegbundel lopen overdrukken met als aanduiding Leidingstraat.
Binnen de straal van 500 meter is tevens het GRUP Oosterweelverbinding – wijziging van toepassing (Besluit van de Vlaamse regering van 20 maart 2015). Volgens dit GRUP geldt voor de Oosterweelsteenweg het bestemmingsvoorschrift Gebied voor wegeninfrastructuur. Ten oosten van de Oosterweelsteenweg geldt voor een zone Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven. Een deel van deze zone heeft een overdruk met als aanduiding Werfzone.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De gewestelijke hemelwaterverordening is van toepassing op de aanvraag. Er wordt een afwijking op de gewestelijke hemelwaterverordening aangevraagd. Volgens artikel 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, kan het vergunningverlenende bestuursorgaan bij de beoordeling van de aanvraag in uitzonderlijke gevallen afwijkingen toestaan van de verplichtingen van dit besluit als dat om specifieke redenen met betrekking tot de mogelijkheden van hergebruik of plaatselijke terreinkenmerken verantwoord of noodzakelijk is.
De aanvrager vraagt een afwijking op het aspect infiltratie. Het hemelwater dat op de heraangelegde verharding valt, wordt afgeleid naar de riolering. De overloop wordt voorzien in het Vijfde Havendok. De aanvrager motiveert deze afwijking daar de verharding wordt hersteld in zijn oorspronkelijk staat en daar er geen aanzienlijke effecten worden verwacht op de afvoer van het regenwater. Deze motivering is onvoldoende onderbouwd om te kunnen afwijken van de gewestelijke hemelwaterverordening. Echter bevindt de aanvraag zich in een zone waar infiltreren weinig meerwaarde biedt vermits er geen invloed is op grondkwaliteit en grondwaterreserves (bron: “Onderzoek over de toepassing van het hemelwaterbesluit in het Antwerps havengebied op de rechteroever, in het bijzonder de mogelijke rol van infiltratie in het tegengaan van de verzilting van het grondwater, IMDC 2012”).
Gelet op de directe nabijheid van de dokken en het gegeven dat infiltratie in deze omgeving geen rol speelt voor de grondwaterkwaliteit en grondwaterreserves, kan afwijking op de verplichting tot aanleg van infiltratievoorzieningen vanuit de gewestelijke hemelwaterverordening tevens gunstig worden geadviseerd.
Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Sectorale wetgeving
Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota waarvan akte is genomen worden toegevoegd.
In voorliggende aanvraag, die door een publiekrechtelijke instantie is ingediend, bedraagt de ingreep in de bodem meer dan 1.000 m² (circa 107.087 m²), is het project gelegen in industriegebied, buiten beschermde archeologische sites en buiten geïnventariseerde archeologische zones, waardoor de aanvrager verplicht is een archeologienota waarvan akte is genomen toe te voegen aan de aanvraag. Deze nota maakt deel uit van het aanvraagdossier. Het agentschap Onroerend Erfgoed heeft op 25 december 2019 akte genomen van de ingediende archeologienota. Er is een correct verband tussen de aangevraagde ingrepen en deze die vermeld worden in de archeologienota. Het bijhorende programma van maatregelen beveelt geen archeologisch vervolgonderzoek.
Opgemerkt wordt dat er een minimale afwijking is tussen het projectgebied van de aanvraag en de afbakening in de archeologienota. Deze zijn mogelijk te wijten aan recente planaanpassingen. Deze planaanpassingen zijn minimaal genoeg om geen invloed te hebben op het uiteindelijke programma van maatregelen waardoor het opvragen van een nieuwe archeologienota niet wenselijk is.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid – visueel-vormelijke elementen
Voorliggende aanvraag betreft het verdiepen van het Vijfde Havendok en het renoveren van de kaaimuur ter hoogte van kaai 301 tot kaai 321. Deze werken hebben als doel het toelaten van het aanmeren van een groter gamma aan schepen voor de bedrijven en het vergroten van de veiligheid.
Aan de noordzijde van het Vijfde Havendok wordt door middel van baggerwerken de bodem van het dok verdiept over een lengte van 1.830 meter en tot op 50 meter voor de kaaimuur. Het bodempeil van het dok wordt verlaagd met 3,5 meter (van -7,83mTAW naar -11,33mTAW) waardoor de waterdiepte na de werken circa 15,5 meter bedraagt. Om de verdieping mogelijk te maken, dient de fundering van de bestaande ongewapende kaaimuur verdiept te worden. Door middel van de groutingtechniek, het injecteren van cement in de grond, worden groutkolommen onder de bestaande kaaimuur voorzien.
Tevens wordt de bestaande kesp, opgebouwd uit gewapend en ongewapend beton, tot net onder de waterlijn gesloopt en wordt de bestaande ongewapende teen van de kaaimuur opgebroken. Een nieuwe gewapende kesp wordt opgetrokken die verankerd wordt door grondankers. In de nieuwe kaaimuur worden om de 40 meter laddernissen voorzien en om de 1,25 meter veiligheidsringen boven de waterlijn waaraan drenkelingen zich kunnen aanklampen.
Voor de uitvoering van de werken wordt op de kaaioppervlakte een werfzone voorzien over de gehele lengte van het project en tot 25 meter landinwaarts. Indien dit niet mogelijk is, wordt een minimum van 15 meter aangehouden en lokaal wordt de werfzone uitgebreid tot circa 40 meter achter de kaaimuur voor het plaatsen van een werfketen en containers.
Opgemerkt wordt dat er mogelijk inrichtingen en/of activiteiten zullen aanwezig zijn binnen de aangevraagde werfzone. Deze worden in voorliggende aanvraag nog niet aangevraagd. In voorkomend geval dient de IIOA later via een aparte omgevingsvergunningsaanvraag of melding aangevraagd te worden.
Voorafgaand aan de werken aan de kaaimuur wordt een bestaande kraanbaanligger, gefundeerd op funderingspalen, en een treinspoorlijn gelegen tussen kaai 309 en 313 opgebroken. De kraanbalkligger bevindt zich op circa 8,4 meter achter het voorvlak van de kaaimuur. De exacte inplanting van de funderingspalen is niet gekend waardoor het uitgraven en in kaart brengen van de palen onder de kraanbaanligger deel uit maakt van de voorbereidende werken. Hiervoor dienen de bestaande verhardingen tot circa 10 meter achter het voorvlak van de kaaimuur verwijderd te worden vanaf kaai 301 tot kaai 321. De paalfunderingen van deze kraanbalkligger worden dan, indien ze in conflict komen met het tracé van de te plaatsen grondankers, gesloopt tot net onder het snijpunt tussen de paal en het grondanker. Na alle werkzaamheden worden de verhardingen heraangelegd in hun oorspronkelijke staat. De her aan te leggen verhardingen hebben een totale oppervlakte van circa 12.275 m² en bestaan uit betonklinkers, asfalt en lavasteen.
Tijdens de werken zullen de nutsleidingen en de waterleiding binnen een zone van 10 meter achter het voorvlak van de kaaimuur tijdelijk worden opgebroken en op een veilige afstand worden omgelegd. Na de uitvoering van de werken, worden deze leidingen op dezelfde locatie terug geplaatst.
De werken gebeuren in zeven fases verspreid over circa acht jaar waarbij telkens een zone met lengte gelijk aan circa 300 meter in beslag wordt genomen.
Het verdiepen van het Vijfde Havendok en het renoveren van de kaaimuur staan in functie van de haveninfrastructuur. Bijgevolg past de aanvraag zich functioneel in binnen het havengebied.
Mobiliteitsimpact (o.a. toetsing parkeerbehoefte)
De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte en geen significante toename van het aantal verkeersbewegingen.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Gezien de aard van de aanvraag, werd het subadvies ingewonnen van de brandweer/risicobeheer/preventie. Dit advies is voorwaardelijk gunstig. De voorwaarden uit dit advies, gericht op de operationele veiligheid en het faciliteren van interventies door hulpdiensten, kunnen integraal aan dit advies worden gehecht.
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
- De voorwaarden uit het advies van brandweer/risicobeheer/preventie dienen strikt nageleefd te worden.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Ontvangst adviesvraag | 30 juni 2020 |
Start openbaar onderzoek | 7 juli 2020 |
Einde openbaar onderzoek | 5 augustus 2020 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste adviesdatum | 19 augustus 2020 |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
7 juli 2020 | 5 augustus 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Informatievergadering
Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
- De voorwaarden uit het advies van brandweer/risicobeheer/preventie dienen strikt nageleefd te worden.
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
SW/V | Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft |