Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020071347 |
Gegevens van de aanvrager: | mevrouw Eleni Mertens met als adres Akkerbouwstraat 98 te 2170 Antwerpen en de heer Jody Van Bouwel met als adres Akkerbouwstraat 98 te 2170 Antwerpen |
Ligging van het project: | Dorpstraat 63 te 2040 Berendrecht (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: | afdeling 19 sectie B nr. 168D |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een eengezinswoning; interne werken en isoleren/wijzigen achtergevel |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden.
Vergunde/vergund geachte toestand
- bouwvolume: dubbelhuis opgevat als eengezinswoning van één bouwlaag, vijf traveeën onder een zadeldak (nok evenwijdig aan de straat).
Huidige toestand
- vaststelling (ID: 302008) van een dorpswoning als bouwkundig erfgoed Vlaanderen;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Gewenste toestand
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- verbouwen van een eengezinswoning;
- interne werken en isoleren/wijzigen achtergevel;
- het regulariseren van het vervangen buitenschrijnwerk in de voorgevel.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg | 6 juli 2020 | 28 juli 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.) (Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater). De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid). (De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid). De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen). De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014. (De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
het buitenschrijnwerk in de voorgevel werd waarschijnlijk vervangen zonder dat dit getoetst werd aan de wenselijkheid van het behoud;
de dakvlakramen en ramen in voorgevel zijn niet opengaand ingetekend. Elke verblijfsruimte dient minimaal één te openen gevel- of dakdeel te hebben;
Het is verplicht verbouwingen waar het afvoerstelsel van afval- en hemelwater kan aangepast worden een septische put te voorzien van 2000 liter. De inhoud is niet opgetekend.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’). De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen). Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’).
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Dorpstraat.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
In de voorliggende aanvraag wordt de niet vergunde tuinberging achteraan het perceel afgebroken. De werken aan de woning gebeuren, met uitzondering van het aanbrengen van gevelisolatie aan de achtergevel, voornamelijk binnen het bestaande en vergunde volume en beogen geen aanpassing van het aantal woongelegenheden waardoor zowel schaal als ruimtegebruik gerespecteerd blijven.
Cultuurhistorische aspecten – visueel-vormelijke elementen
Voorliggende aanvraag betreft beperkte werken aan de gevels. De voorgevel blijft grotendeels behouden. Zowel het metselwerk als het buitenschrijnwerk blijft ongewijzigd. De lijstgoot wordt hersteld volgens het oorspronkelijke model.
Er wordt op de foto’s in het dossier opgemerkt dat het schrijnwerk in de voorgevel waarschijnlijk reeds zonder vergunning is aangepast. Gezien de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed is onderworpen aan de wenselijkheid van het behoud kan dit aangepast buitenschrijnwerk niet geregulariseerd worden. Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. De dienst monumentenzorg stelt als voorwaarde voor vergunning dat indien het schrijnwerk in de voorgevel niet in hout uitgevoerd werd, dit uitgesloten dient te worden van vergunning en dit op termijn dient vervangen te worden door houten geschilderd schrijnwerk naar oorspronkelijk model.
Verder wordt het dak vernieuwd en voorzien van nieuwe dakvlakvensters. Vanuit de dienst monumentenzorg is er geen bezwaar tegen de werkzaamheden aan de bedaking op voorwaarde dat het uitzicht ongewijzigd blijft. Dit is in de voorliggende aanvraag het geval.
De dienst geeft positief advies wat betref de toepassing van een beperkt aantal dakvlakvensters en gaat akkoord met het isoleren van de achtergevel.
De achtergevel wordt voorzien van isolatie en wit gevelpleisterwerk. Onderaan wordt een plint in arduin voorzien. Het buitenschijnwerk wordt voorzien in zwartkleurig aluminium.
De toegepaste materialen, met uitzondering van het schrijnwerk in de voorgevel, en indelingen van de nieuwe gevels zijn in overeenstemming met de stedelijke context van het perceel en zijn daarom aanvaardbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
In de voorliggende aanvraag worden interne werken voorzien om een nieuwe en meer hedendaagse planopbouw te bekomen. De interne werken kunnen gunstig geadviseerd gezien de interne planschikking van de woning wordt geoptimaliseerd. Dit is positief voor de algemene woon- en leefkwaliteit van de woning. De gelijkvloerse achtergevel wordt voorzien van een groot raam naar de aangrenzende tuin. Hierdoor wordt het contact tussen de verblijfsruimte en de buitenruimte versterkt, wat de woonkwaliteit van de woning ten goede komt.
Er wordt opgemerkt dat de dakvlakramen en reeds aanwezige ramen niet opengaand ingetekend zijn op de gevelaanzichten. Volgens artikel 24 van de bouwcode dient elke verblijfsruimte minimaal één te openen gevel- of dak-deel te hebben zodat de ruimte op natuurlijke wijze geventileerd kan worden. Deze opening moet volledig afsluitbaar zijn door middel van een draaiend of schuivend venster, deur of luik en dient direct uit te monden in de open lucht. Het opengaan van minstens één gevel- of dak-deel per verblijfsruimte wordt daarom opgenomen als voorwaarde voor vergunning.
Ten slotte wordt opgemerkt dat de inhoud van de bestaande septische put niet vermeld is op de plannen. Volgens artikel 43 van de bouwcode is het verplicht een septische put te plaatsen met een minimale inhoud van 2000 liter. Het voorzien van dergelijke put wordt dan ook opgenomen als voorwaarde voor vergunning.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
2. per verblijfsruimte dient minstens één gevel- of dak-deel open te gaan;
3. er dient een septische put voorzien te worden met een minimale inhoud van 2000 liter, conform artikel 43 van de bouwcode.
Uitsluitingen
Indien het schrijnwerk in de voorgevel niet in hout uitgevoerd werd, is dit uitgesloten van vergunning en dient dit op termijn vervangen door houten geschilderd schrijnwerk naar oorspronkelijk model.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 9 juni 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 6 juli 2020 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 4 september 2020 |
Verslag GOA | 18 augustus 2020 |
naam GOA | Katrine Leemans |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
2. per verblijfsruimte dient minstens één gevel- of dak-deel open te gaan;
3. er dient een septische put voorzien te worden met een minimale inhoud van 2000 liter, conform artikel 43 van de bouwcode.
Uitsluitingen
Indien het schrijnwerk in de voorgevel niet in hout uitgevoerd werd, is dit uitgesloten van vergunning en dient dit op termijn vervangen door houten geschilderd schrijnwerk naar oorspronkelijk model.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.