Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020075887 |
Gegevens van de aanvrager: | mevrouw Nadine Devaux met als adres Juliaan Dillensstraat 49 te 2018 Antwerpen en de heer Philip Knuts met als adres Juliaan Dillensstraat 49 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: | Juliaan Dillensstraat 49 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 10 sectie K nr. 1921K5 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | renoveren van eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 09/04/1976: vergunning (18#58009) voor verbouwingen;
- 17/03/1933: toelating (1933#43510)) voor binnenveranderingen.
Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- voorgevelafwerking:
Huidige toestand
- functie:
- bouwvolume:
- voorgevelafwerking:
- inrichting:
Gewenste toestand
- functie:
- bouwvolume:
- voorgevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- regulariseren:
- renoveren voorgevel en voorzien van nieuw schrijnwerk;
- wijzigen scheimuur.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
het schrijnwerk aan de voorgevel dient in harmonie te zijn. Voordeur dient in zelfde kleur en materiaal als ander schrijnwerk te worden voorzien;
onder schuine daken dient de helft van de netto-oppervlakte van de verblijfsruimte, te meten vanaf 1,80 meter, een hoogte te hebben van minstens 2,60 meter. Dit is niet het geval voor de 2 slaapkamers onder het schuin dak;
bij toename van de bebouwde grondoppervlakte moet minimaal 20% van de oppervlakte van het perceel op het niveau van het maaiveld onbebouwd zijn. Dit is slechts 9%;
scheidingsmuren dienen te worden uitgevoerd in massief, ongeperforeerd materiaal met een minimale dikte van 0,18 meter. Dit is niet het geval bij de schermen op de 2de verdieping.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag heeft betrekking op het verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning. De functie wonen blijft onveranderd en functioneel inpasbaar in de omgeving.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het referentiebeeld van de omgeving wordt in hoofdzaak gekenmerkt door aaneengesloten rijwoningen met drie bouwlagen onder
zadeldak. Achter dit hoofdvolume zijn entresols en achterbouwen met hoofdzakelijk twee bouwlagen die over de helft van de
perceelbreedte zijn bebouwd te vinden. Hierachter bevinden zich tuinen. De aanvraag wenst een bestaand volume op een
tweelaagse-entresol te vergunnen. Het voorzien van een uitbreiding op een bestaande entresol overschrijdt niet alleen de
kenmerkende bouwdiepte, maar zorgt eveneens voor een onordelijke configuratie achteraan het hoofdvolume. De zuiverheid van
de opbouw van achterbouwen wordt dermate aangetast dat deze als storend wordt ervaren. Het onderscheid tussen voor- en
achterbouw gaat verloren.
Tevens moet de scheidingsmuur met de linkerbuur onaanvaardbaar hoog worden opgehoogd. Dit verhindert mogelijks de daglichttoetreding naar de buur. De nieuwe afscheiding is bovendien opgetrokken in een niet-massief materiaal, wat niet in overeenstemming is met artikel 34 van de bouwcode.
Bestaande, niet wenselijke koterij vergunnen is ruimtelijk niet verdedigbaar en niet in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
Het gelijkvloerse ondergaat een uitbreiding. Deze is niet verdedigbaar omdat de balans tussen bebouwde en onverharde open ruimte ongelijk is. De bebouwde oppervlakte neemt toe, waardoor op het niveau van het maaiveld minimum 20 procent open ruimte moet voorzien worden. De aanvraag voorziet hierin niet en is aldus strijdig met de bouwcode. Er dient minimaal voldaan te zijn aan artikel 27 indien een gelijkvloerse uitbreiding gewenst is.
Visueel-vormelijke elementen
Het is noodzakelijk dat wanneer het schrijnwerk vervangen wordt, er enige harmonie in de voorgevel bewaard blijft. Het is wenselijk dat ook de voordeur wordt voorzien in een uitvoering die aansluit bij het buitenschrijnwerk.
De nieuwe sectionaalpoort is een verschraling voor het straatbeeld. Indien gezocht wordt naar een inpasbare garagepoort, gaat de voorkeur uit naar één met verdeling in hout of metaal.
Omdat er geen samenhang en harmonie in de gevel aanwezig is, is de aanvraag strijdig met artikel 6 van de bouwcode.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Op het platte dak van de tweelaagse entresol wordt een privaat terras voorgesteld. De inrichting van deze buitenruimte kan niet worden toegestaan. Dergelijke buitenruimte veroorzaakt inkijk naar aanpalende achtergevels alsook de tuinen en buitenruimten van omwonenden. Er kan gesteld worden dat de privacy van omwonenden op een onaanvaardbare manier wordt geschonden.
Het voorzien van een spiltrap wordt in deze beoordeling als een volume beoordeeld. De spiltrap is geplaatst tussen scheidingsmuren waardoor deze binnen het maximaal aanvaardbare bouwvolume is gelegen. Echter geeft de spiltrap uit op een dakterras, dat ruimtelijk niet aanvaardbaar is. De trap verliest zijn nut als daktoegang en leidt op termijn tot oneigenlijk gebruik van het dak. Bij gebruik veroorzaakt de spiltrap rechtstreekse inkijk op het perceel van de rechterbuur en is niet in overeenstemming met het burgerlijk wetboek. De gewenste buitentrap kan niet positief worden geëvalueerd.
De slaapkamers onder het dak hebben onvoldoende hoogte conform artikel 21 van de bouwcode. Een afwijking op dit voorschrift, dat de minimale woonkwaliteit van leefruimtes moet garanderen, is onaanvaardbaar. Wel kan er voldaan zijn aan dit voorschrift indien de valse plafond wordt verhoogd of verwijderd.
Het aantal afwijkingen op de bouwcode en de strijdigheden met de goede ruimtelijke ordening van de plaats leiden ertoe dat voorgestelde handelingen, werken en wijzigingen aan het woongebouw niet vergund kunnen worden. Aanpassingen opnemen in voorwaarden is daardoor onmogelijk.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 15 juni 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 9 juli 2020 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 7 september 2020 |
Verslag GOA | 17 augustus 2020 |
naam GOA | Gerd Cryns |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.