Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020028342 |
Gegevens van de aanvrager: | JARR BELGIUM met als adres Loperweg 3 te 6101 AE Echt (Nederland) |
Gegevens van de exploitant: | JARR BELGIUM met als adres Loperweg 3 te 6101 AE Echt (Nederland) |
Ligging van het project: | Quellinstraat 3-11 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 8 sectie H nr. 1237H8 |
Inrichtingsnummer: | 20191119-0006 (Gamestate Quellin Antw) |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | de exploitatie van een gamecenter voorzien van 50 speelautomaten en functiewijziging van commerciële ruimte naar gamecenter |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 03/09/2010: vergunning (2010-4465) voor een wijziging op bouwvergunning AN3/2006/B/0248 (wijzigen materiaal en kleur voorgevel Quellinstraat, wijziging hotel- en winkelinkom voorgevel Appelmansstraat en interne wijzigingen);
- 08/01/2008: vergunning van de Vlaamse Regering (3151#1169) voor het slopen van 5 panden en uitbreiden van hotel Hyllit.
Vergunde/vergund geachte toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Huidige toestand
- in overeenstemming met laatst vergunde toestand.
Gewenste toestand
- deze aanvraag betreft enkel de gelijkvloerse ruimte, zijde Quellinstraat;
- functie: dagrecreatie met als hoofdfunctie speelhal (lunapark) en reca als nevenfunctie;
- bouwvolume: ongewijzigd;
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- het wijzigen van de functie van het handelsgelijkvloers naar dagrecreatie;
- het wijzigen van de inkom en het aanbrengen van zaak-gebonden publiciteit.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag betreft de exploitatie van een op te richten speelhal of “gamecenter” aan de Quellinstraat in Antwerpen.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
32.5. | lunaparken waar meer dan dertig speelautomaten zijn opgesteld | 50 speelautomaten |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 31 maart 2020 | 27 april 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen |
maatschappelijke veiligheid/ bestuurlijke handhaving | 30 maart 2020 | 31 maart 2020 |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie | 30 maart 2020 | 12 mei 2020 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit | 30 maart 2020 | 12 mei 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Het voorstel voorziet een functiewijziging van commerciële ruimte naar dagrecreatie.
De dagrecreatie omvat een speelhal/lunapark in de vorm van een combinatie van een kermis en arcadehal.
Op 21 mei 2001 keurde de gemeenteraad het besluit goed omtrent de vestigingsvoorwaarden voor lunaparken. De gemeenteraad besluit hiermee een concentratiebeleid te voeren op de 2 assen Breydelstraat en Statiestraat, met uitsluiting van de hoekpanden.
Hoewel de activiteiten niet strikt onder de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers (B.S., 30 december 1999) vallen, sluiten de voorziene activiteiten er wel zeer sterk bij aan. Volgens de beschrijving van de aanvrager zullen 70% van de toestellen behoren tot de categorie van de “ticketing” toestellen, waarbij de speler per gewonnen spel “tickets” genereert, die kunnen worden ingeruild voor prijzen.
Er wordt geoordeeld dat deze activiteiten omwille van hun aard moeten worden gevestigd op de assen Breydelstraat en Statiestraat en niet in het kernwinkelgebied in de Quellinstraat.
Bovendien kan volgens de Vlaamse Codex Ruimtelijke een aanvraag worden geweigerd als het aangevraagde onverenigbaar is met de goede ruimtelijke ordening.
“De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen :
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4. …
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.”
Gelet op de aanwezigheid van een basisschool en middelbare school op nog geen 100 meter van het betreffende perceel wordt geoordeeld dat voorgestelde activiteit maatschappelijk niet aanvaardbaar is.
Het advies van de dienst ondernemen en stadsmarketing kan als volgt worden samengevat:
“Gunstig advies voor wat betreft het inrichten van een speelhal/arcadehal "Gamestate" in een pand gelegen in het afgebakende kernwinkelgebied centrum Antwerpen/Centraal Station. In deze kernen wordt vooropgesteld dat naast handelszaken ook andere publiekstrekkende functies zich clusteren (reca, diensten e.d.). Op deze manier wordt de commerciële mix verbreed en verhoogt het de aantrekkingskracht en verblijftijd voor bezoekers. In de omgeving zijn reeds andere vestigingen van dit type gevestigd. Het pand is momenteel leegstaand (voormalig uitzendkantoor) en een nieuwe invulling van de ruimte is dus gunstig te beoordelen.”
Deze visie wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt niet onderschreven.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De aanvraag voorziet geen volumewijzigingen aan het vergunde volume.
Aangezien de bovenliggende verdieping eveneens volledig is bebouwd kan geen open ruimte worden voorzien op het gelijkvloers. Voorgestelde functie vraagt principieel geen bijkomende daglichttoetreding, de gevelopeningen zijn voldoende voor het voorzien van het nodige daglicht.
Om de verblijfskwaliteit in de nevenfuncties van de dagrecreatie te garanderen, zoals personeelsruimten en cafetaria, worden deze best voorzien achter de gevelopeningen aan de straat.
Visueel-vormelijke elementen
Het voorstel voorziet beperkte wijzigingen aan de voorgevel zonder noemenswaardige impact op het straatbeeld en de gevelgeleding. De publiciteit op de voorgevel is subtiel en niet storend. De wijzigingen aan de voorgevel zijn visueel inpasbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Gelet op de oppervlakte van de publiek toegankelijke delen is de verordening toegankelijkheid integraal van toepassing. De aanvraag wijkt af van een aantal voorschriften van deze verordening.
Afwijkingen hierop zijn in dit geval dus niet aanvaardbaar.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen het beoordelingskader voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 3 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de functiewijziging naar een gamecenter. Het concept betreft een combinatie van een kermis en arcadehal welke zich richt op jong en oud.
We kunnen ervan uitgaan dat het gamecenter bezocht wordt samen met andere handels- en horecazaken in het centrum van de stad. Bezoekers kunnen hiervoor gebruik maken van de publieke parkings in de omgeving.
Gezien de uitgebreide openingsuren is het aangewezen om voor het personeel wel eigen parkeerplaatsen te voorzien. Er zijn ongeveer 5 medewerkers tegelijk aanwezig. Indien we ervan uitgaan dat de helft met een eigen wagen komt, moeten 3 parkeerplaatsen voorzien worden. (5 medewerkers x 0,5 = 2,5 afgerond 3). De werkelijke parkeerbehoefte is 3.
|
De plannen voorzien geen nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt minstens 1.
Het plan voorziet niet in (minstens) het aantal te realiseren plaatsen. Er dient gezocht naar een oplossing op eigen terrein.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 3.
|
Fietsvoorzieningen
Het voorstel voorziet geen fietsenstalplaatsen.
Conform het advies van de dienst mobiliteit moeten voor het personeel een 3-tal overdekte en afgesloten fietsenstallingen voorzien worden. Indien veel bezoekers verwacht worden met de fiets, moeten hier ook fietsenstallingen op eigen terrein voor voorzien worden. Het is niet mogelijk grote aantallen fietsenstallingen op openbaar domein te voorzien voor 1 handelszaak.
De fietsenstalplaatsen moeten vlot bereikbaar zijn vanop het openbaar domein. Het ontbreken van fietsenstalplaatsen is niet aanvaardbaar.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De aanvraag betreft de exploitatie van een op te richten speelhal of “gamecenter” aan de Quellinstraat in Antwerpen. Milieutechnisch wordt de rubriek 32.5 (lunaparken waar meer dan 30 speelautomaten zijn opgesteld) aangevraagd. Het milieutechnische luik wordt in het aanvraagdossier met drie zinnen beschreven:
- “De exploitatie van een gamecenter voorzien van 50 speelautomaten. De reguliere openingstijden liggen tussen zondag/donderdag 12.00-24.00 uur, vrijdag en zaterdag 12.00-01.00 uur. Op feestdagen en in vakantieperiodes wordt er geopend om 10.00 uur.”
De arcadehal zal gevestigd worden in een voormalig uitzendkantoor. Het pand wordt hoofdzakelijk omgeven door handels- en horecazaken.
Gelet op de vloeroppervlakte van de inrichting én mits voldaan wordt aan de bepalingen van hoofdstuk 5 van de politiecodex aangaande PTI’s (Publiek Toegankelijke Inrichtingen), is het potentieel van de inrichting als publiektrekkende functie zeer hoog. Dit zal zonder twijfel zijn weerslag hebben op de leefbaarheid en de ordehandhaving in dit gebied. Bij de evaluatie van de effecten op de omgeving verwacht de aanvrager geen hinder. Nochtans werd in de stedenbouwkundige nota een risico-evaluatie opgenomen, opgesteld in het kader van de Arbowet (Nederlandse tegenhanger van de Welzijnswet). De evaluatie omvat een reeks maatregelen naargelang het verwachte risico. Zo voorziet het bedrijf het inzetten van stewards om ook buiten (en in de omgeving van het lunapark) te kunnen optreden.
Uit de beschrijving van de speelautomaten (stedenbouwkundige nota), blijkt dat minstens 70% “ticketing” toestellen betreft. Het zijn met andere woorden geen klassieke behendigheidsautomaten.
Het is niet duidelijk of de gegevens opgenomen in het dossier te maken hebben met de geplande exploitatie in de Quellinstraat. Er worden aannames gemaakt die te maken hebben met Nederlandse wetgeving of er wordt melding gemaakt van reeds afgesloten overeenkomsten met politie en stewards om hinder - zowel binnen als buiten de inrichting - te ondervangen. Afspraken hieromtrent werden nog niet gemaakt waardoor verondersteld wordt dat de exploitant gegevens uit voorgaande dossiers in het buitenland heeft gebruikt om voorliggend dossier te documenteren. Hetzelfde betreft de openingsuren die verschillend zijn doorheen het dossier. Door deze onduidelijkheden kan geen gunstig advies geformuleerd worden gezien de aangeleverde documenten inconsequent of niet van toepassing zijn op de inrichting in de Quellinstraat.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
32.5. | lunaparken waar meer dan dertig speelautomaten zijn opgesteld | 0 speelautomaten |
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Aan het college wordt voorgesteld om voor de ingedeelde inrichtingen en activiteiten de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onduidelijke dossieropbouw waardoor geen grondige evaluatie van de exploitatie kan gebeuren.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 3 maart 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 30 maart 2020 |
Start openbaar onderzoek | 16 mei 2020 |
Einde openbaar onderzoek | 14 juni 2020 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 11 september 2020 |
Verslag GOA | 17 augustus 2020 |
naam GOA | Bieke Geypens en Katrine Leemans |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
16 mei 2020 | 14 juni 2020 | 1 | 0 | 0 | 1 |
Bespreking van de bezwaren
Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden 1 bezwaarschrift en 1 petitielijst ingediend, die zich als volgt laten samenvatten:
1. Opwaarderen buurt: de bezwaarindiener merkt op dat er de laatste jaren veel is geïnvesteerd in het opwaarderen van de buurt. De bezwaarindiener is van mening dat het voorzien van een gamecenter deze inspanningen zou teniet doen door het volk dat wordt aangetrokken door dergelijke functie.
Beoordeling:
Het klopt dat er de laatste jaren veel inspanningen zijn gebeurd ter opwaardering van de stationsbuurt. Het voorzien van een gamecenter doet deze inspanningen niet vanzelfsprekend teniet. Echter wordt onderschreven vanuit stedenbouwkundig oogpunt dat de beschreven functie beter wordt voorzien in het afgebakend gebied voor lunaparken van de Breydelstraat en de Statiestraat, zoals beschreven in het gemeenteraadbesluit van 21 mei 2001.
Het bezwaar is deels gegrond.
2. Afbreuk residentieel karakter: de bezwaarindiener merkt op dat het perceel is gelegen in woongebied en dat een gamecenter qua schaal en karakter hier niet past. Bovendien is er in de straat een school aanwezig. De bezwaarindiener merkt op dat er een verband kan worden aangetoond tussen het bezoeken van speelautomaten op jonge leeftijd en latere gokverslaving.
Beoordeling:
Volgens het gewestplan zijn de woongebieden bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
Het voorzien van een gamecenter in woongebied is niet per definitie onaanvaardbaar.
Gelet op de aanwezigheid van zowel een basisschool als een middelbare school in de straat, wordt echter wel geoordeeld dat vanuit maatschappelijk oogpunt een gamecenter niet inpasbaar is in de omgeving.
Het bezwaar is deels gegrond.
3. Mogelijke functie-invulling op lange termijn: de bezwaarindiener merkt op dat het vergunnen van dagrecreatie op voorliggende locatie op termijn ook andere invullingen van het pand mogelijk maakt, waaronder gokcenters of een casino.
Beoordeling:
Het klopt dat onder de functiecategorie dagrecreatie verschillende activiteiten zich kunnen huisvesten waaronder een casino. Het vestigen van een casino is echter onderworpen aan de vestigingsvoorwaarden voor Kansspelinrichtingen. Dergelijke functie kan zich dus niet vestigen zonder convenant af te sluiten met de stad. Het bezwaar is ongegrond.
4. Impact op mobiliteit: de bezwaarindiener merkt op dat er reeds een groot mobiliteitsprobleem is in de omgeving en dat dit door deze functie zal toenemen.
Beoordeling:
Voor voorliggende aanvraag is geen mobiliteitstoets vereist. De dienst mobiliteit heeft opgenomen in zijn advies dat we ervan kunnen uitgaan dat het gamecenter bezocht wordt samen met andere handels- en horecazaken in het centrum van de stad. Bezoekers kunnen hiervoor gebruik maken van de publieke parkings in de omgeving. Het is echter wel
aangewezen om voor het personeel eigen parkeerplaatsen te voorzien.
Deze werden niet voorzien in het voorstel.
Het bezwaar is deels gegrond.
5. Geluidshinder: Bezwaarindiener vreest geluidsoverlast op straat en via gemeenschappelijke muren.
Beoordeling:
Dit bezwaar berust op een veronderstelling.
Het bezwaar is ongegrond.
6. Overlast door alcoholgebruik: de bezwaarindiener merkt op dat er in de omgeving wel alcohol kan worden verkregen en dat dit zal leiden tot overlast.
Beoordeling:
Dit bezwaar berust op een veronderstelling.
Het bezwaar is ongegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.