Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020033954 |
Gegevens van de aanvrager: | NV Joosen met als adres Plantin en Moretuslei 12 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: | Constant De Jongstraat 11 te 2170 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 40 sectie C nrs. 65T, 67K2, 67G2 en 67C2 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | wijzigen van magazijn naar appartementen in een achterbouw |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 13/06/2019: weigering (20182068) voor het omvormen van 3 magazijnen naar 6 appartementen;
- 1/7/2005: vergunning (103#8071) voor het verbouwen van een magazijn tot appartementsgebouw (met 16 eenheden);
- 28/8/1969: vergunning (1974#910) voor het afbreken van een woning;
- 17/9/1968: vergunning (1974#5932) voor het oprichten van een woning met burelen en magazijnen.
Vergunde/vergund geachte toestand
- 2 meergezinswoningen van 5 bouwlagen onder plat dak, met winkel en bureel aan de straatzijde, daarachter magazijnruimte – het deel achteraan links beschikt over 5 bouwlagen;
- achteraan staanplaatsen in open lucht en overdekte parking, bereikbaar via een poort uiterst rechts.
Huidige toestand
- conform laatst vergunde toestand, uitgezonderd vanuit de parking zichtbare street-art die werd aangebracht op de wachtgevel van het gebouw links;
Gewenste toestand
- conform huidige toestand maar met tot meergezinswoning omgevormd magazijn van 5 bouwlagen in binnengebied, met de daarvoor benodigde ingrepen, waaronder de plaatsing van een brandtrap en afbraak van de overdekte parking;
- met betrekking tot de nieuwe wooneenheden zijn volgende gegevens beschikbaar:
Inhoud van de aanvraag
- slopen van een overdekte parking;
- wijzigen van de functie in de achterbouw van 5 bouwlagen, van magazijn naar woonbestemming;
- maken van openingen in de achtergevel voor het maken van inpandige terrassen;
- plaatsen brandtrapconstructie achteraan.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
AQUAFIN NV | 27 maart 2020 | 16 april 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 27 maart 2020 | 19 mei 2020 | Ongunstig |
Fluvius System Operator | 27 maart 2020 | 3 april 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen |
autonoom gemeentebedrijf vastgoed en stadsprojecten Antwerpen | 28 april 2020 | 20 mei 2020 |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam | 27 maart 2020 | 20 mei 2020 |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie | 27 maart 2020 | 10 april 2020 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit | 27 maart 2020 | 20 mei 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend punt:
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag is strijdig met een paar artikels van de bouwcode, meer bepaald en onder andere artikels 6 en 27; beide artikels hangen nauw samen. De aanvraag is niet in harmonie met de omgeving, de draagkracht wordt overschreden. Het bestaande volume is in de hedendaagse ruimtelijke context en inzichten dienaangaande niet meer inpasbaar in zijn omgeving. Een dergelijk hoog gebouw in een binnengebied met residentieel karakter is niet verantwoord.
De aanvraag betreft een functiewijziging (van magazijn naar wonen) waarbij zonder meer dient te worden voldaan aan artikel 27 van de bouwcode. Er moet 20 % open ruimte worden aangeboden op eigen perceel, hetgeen als gevolg heeft dat de bebouwde oppervlakte zal moeten worden verkleind en dus het bestaande volume niet an sich kan behouden blijven. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is het wenselijk om dit binnengebied aanmerkelijk te vergroenen en te ontpitten.
De mogelijkheid bestaat wel dat er aan schaalverkleining wordt gedaan. Door een deel van het volume te verkleinen of af te bouwen en voldoende kwalitatieve open ruimte aan te bieden, past het volume meer in de residentiële woonwijk.
Tevens wijkt de aanvraag nog af van enkele bijkomende artikels van de bouwcode, welke ook een rol spelen in de beoordeling van het project.
De aanvraag wijkt af van artikel 25. De nieuwe functies, de bijkomende wooneenheden, zijn niet rechtstreeks toegankelijk vanop het openbaar domein. Het looppad dat moet worden afgelegd, langsheen de bergingen van de reeds bestaande wooneenheden, tot diep in het gebouw is niet kwalitatief en niet gebruiksvriendelijk (zie punt toegankelijkheid).
De aanvraag voorziet geen afgescheiden gemeenschappelijke ruimte voor afvalverzameling van minstens 4 m², zoals opgelegd in artikel 26. Dit is vanuit het oogpunt van comfort en hygiëne voor bewoners en gebruikers van het gebouw noodzakelijk.
Bijkomend wijkt de aanvraag af inzake de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid): de doorgangsbreedte van de trappen (± 80 cm) is beduidend minder dan het vereiste minimum van 100 cm.
Omwille van het afwijken op 6 artikels van de bouwcode en 1 artikel van de verordening toegankelijkheid, is de aanvraag niet voor vergunning vatbaar. Het college wordt geadviseerd de aanvraag te weigeren.
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat een functiewijziging. Het omvormen van een magazijn naar meergezinswoning sluit principieel aan bij de bestaande woonfuncties, aanwezig op de omliggende percelen in de Constant De Jongstraat. Weliswaar is het aanwenden van gebouwen van deze omvang in een qua schaal beperkt binnengebied niet in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening aangezien op deze manier enerzijds de draagkracht van het bouwblok wordt overschreden en anderzijds enige vorm van ontpitting en vergroening zonder fout gehypothekeerd wordt.
Er is bijgevolg dan ook geen sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
Volgens de principes van het bouwblokkenboek valt dit bouwblok onder categorie 3, waardoor beperkte bebouwing toegelaten is. Enkel bebouwing die qua korrel en typologie duidelijk ondergeschikt is aan de bebouwing uit de celwand wordt toegelaten. De mogelijke bebouwing is slechts één bouwlaag hoog. Naast woningen wordt ook gedacht aan ateliers, garages en dergelijke nevenfuncties.
De aanvraag betreft een functiewijziging van magazijnen naar wonen. Naast het bestaande volume, dat behouden blijft, wordt een vluchttrap bij aangebouwd: er wordt dus niet ontpit. Het gebouw richt zich noch naar de bestaande elementen van de straatwand of de omliggende gebouwen, noch naar de beleidsmatig gewenste ontwikkelingen. De schaal van de aanvraag is totaal anders dan die van het referentiebeeld.
Het advies inzake schaal en ruimtegebruik is dan ook zonder meer ongunstig.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag voldoet aan de wetgeving inzake privacy (zoals opgenomen in het Burgerlijk Wetboek) en heeft niet méér impact op de belendende percelen dan wat normalerwijze kan verwacht worden. Echter is het aanbieden van woongelegenheden, diep in het binnengebied, niet wenselijk omwille van privacy-redenen. Er ontstaat duidelijke en te verwachten storende inkijk bij de aanpalende en achterliggende buren, maar er is ook onderlinge inkijk in de wooneenheden zelf.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 30 parkeerplaatsen.
De aanvraag betreft het omvormen van 3 magazijnen naar 6 appartementen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de functiewijziging. De functie magazijn verandert in wonen. Er worden 6 appartementen ontwikkeld. De parkeerbehoefte wordt als volgt berekend: - 6 appartementen tussen 60 m² en 90 m² met parkeernorm 1,2: 6 x 1,2 = 7,2 = 7.
Voor het oplossen van deze parkeerbehoefte wordt een reeds bestaande parking gebruikt. Doordat het bij de aanvraag niet duidelijk was welke bestemming de huidige parking heeft en bij gebrek aan nieuwe informatie vanwege de aanvrager wordt de parkeerbehoefte van de bestaande functies ook mee in rekening gebracht.
Momenteel zijn er reeds 17 appartementen aanwezig op het domein. De parkeerbehoefte wordt als volgt berekend:
- 16 appartementen tussen 60 m² en 90 m² met parkeernorm 1,2: 16 x 1,2 = 19,2; - 1 appartement met een oppervlakte groter dan 90 m²: 1 x 1,35 = 1,35; - 1 magazijn met oppervlakte ± 330m² met een parkeerbehoefte van 0,7 per 100 m² = 2,33; - de handelsfunctie heeft geen parkeerbehoefte.
De totale parkeerbehoefte voor de bestaande functies bedraagt 19,2 + 1,35 + 2,33 = 22,8 = 23. Samen met de nieuwe behoefte is er dus sprake van een totale behoefte van 30 parkeerplaatsen.
|
De plannen voorzien in 18 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
Het project voorziet een parking met 18 parkeerplaatsen. Echter is deze parking reeds aanwezig en in gebruik. Het is niet duidelijk welke functies gebruik maken van deze parking. Deze parkeerplaatsen kunnen niet gebruikt worden voor het oplossen van de parkeerbehoefte van de nieuwe functie gezien deze reeds in gebruik zijn om de parkeerbehoefte op te lossen van de bestaande functies.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 18.
Het plan voorziet niet in (minstens) het aantal te realiseren plaatsen. Er dient gezocht naar een oplossing op eigen terrein.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 23 – 18 = 5.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 23 – 18 = 5. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 5 plaatsen.
|
Fietsvoorzieningen
De fietsparkeerbehoefte wordt bepaald op het aantal slaapkamers per woning, vermeerderd met 1 per wooneenheid. Dit project bestaat uit 6 woningen, elk met 2 slaapkamers. De parkeerbehoefte wordt als volgt berekend: 6 x (2+1) = 18.
Het project voorziet een fietsenberging met plaats voor 22 fietsen waarvan 5 plaatsen via een ophangsysteem. De afmetingen die gehanteerd worden voor de andere fietsparkeerplaatsen zijn enkel mogelijk indien er gebruik wordt gemaakt van een hoog-laag systeem. Dit is echter zo niet ingetekend in de plannen.
Woninggrootte
Oppervlakte vs. aantal slaapkamers
Om het ruimtecomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is niet het geval in het voorliggend project, waardoor de woongelegenheden onvoldoende wooncomfort bieden.
De nieuw gecreëerde units (allen met 2 slaapkamers) zijn in oppervlakte zonder uitzondering kleiner dan het opgelegde minimum van 80 m²; bovendien dient er vanaf minimaal 5 units sprake te zijn van een gemiddelde oppervlakte van alle eenheden samen van eveneens minimaal 80 m². Ook aan laatstgenoemde wordt niet voldaan.
Op een oppervlakte kleiner dan 80 m² wordt onvoldoende woonkwaliteit gerealiseerd voor een tweeslaapkamerappartement. Deze oppervlakte (vanaf 60 m²) kan hoogstens een eenslaapkamerappartement herbergen.
Draagkracht
Hieruit kunnen we concluderen dat door het omvormen van 3 magazijnen in binnengebied naar 6 relatief kleine entiteiten de densiteit op onaanvaardbare wijze stijgt. Dit verhoogt de druk op het perceel, het bouwblok en de wijk onaanvaardbaar waardoor de draagkracht van de site wordt overschreden.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van:
- onverenigbaarheden met de stedenbouwkundige voorschriften, verschillende afwijkingen ten opzichte van de Antwerpse bouwcode en de wetgeving inzake integrale toegankelijkheid;
- een goede ruimtelijke ordening,
- het ontbreken van een gunstig advies van de brandweer.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 13 maart 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 27 maart 2020 |
Start openbaar onderzoek | 8 mei 2020 |
Einde openbaar onderzoek | 6 juni 2020 |
Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag | 15 juni 2020 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 8 september 2020 |
Verslag GOA | 14 augustus 2020 |
naam GOA | Gerd Cryns |
Wijzigingslus
De aanvrager heeft een of meerdere verzoeken ingediend om zijn oorspronkelijke dossier te wijzigen.
Minstens een van die verzoeken werd aanvaard, waardoor de aanvaarde wijzigingen mee beoordeeld worden.
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
8 mei 2020 | 6 juni 2020 | 0 | 0 | 0 | 2 |
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.