Terug
Gepubliceerd op 31/08/2020

2020_CBS_06941 - Omgevingsvergunning - OMV_2020020534. Krijgslaan ZN. District Wilrijk - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 28/08/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_06941 - Omgevingsvergunning - OMV_2020020534. Krijgslaan ZN. District Wilrijk - Goedkeuring 2020_CBS_06941 - Omgevingsvergunning - OMV_2020020534. Krijgslaan ZN. District Wilrijk - Goedkeuring

Motivering

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 3 openbare onderzoeken.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

9 maart 2020

13 maart 2020*

0

0

0

0

16 maart 2020

24 maart 2020*

0

0

0

0

8 mei 2020

29 mei 2020**

8

0

0

0

 

* Het openbaar onderzoek was korter dan de normale 30 dagen omdat het vroegtijdig is stopgezet.

** Het openbaar onderzoek was korter dan de normale 30 dagen omdat een vorig openbaar onderzoek vroegtijdig is stopgezet en nadien verdergezet, zij het enkel voor de resterende duur.

 

Bespreking van de bezwaren

Bezwaren uit vorige openbare onderzoeken over de aanvraag, die nog relevant zijn, worden hier ook besproken.

 

1.      Afmeting van het bestaande park: verschillende bezwaarindieners geven aan dat net de afmeting van het park het gevoel geeft eventjes ver verwijderd te kunnen zijn van de drukke, bewoonde kern.
Beoordeling:
De percelen in voorliggende aanvraag zijn nooit een onderdeel van het park geweest. Door de looptijd van bepaalde procedures klopt het dat deze gronden momenteel begroeid zijn en visueel bijdragen aan het park, zonder dat ze er effectief deel van uit te maken.  Er zijn dus geen wijzigingen aan de afmeting van het park.
Het bezwaar is ongegrond.

 

2.      Geluid- en lichthinder: verschillende bezwaarindieners geven aan dat de toenemende geluid- en lichthinder door de nieuwbouw is nefast voor het dierenleven in het natuurgebied.
Beoordeling:
Het klopt dat er een aanwezigheid is van bijzondere diersoorten. Bij de opmaak van het BPA is hier uitvoerig onderzoek naar gedaan en rekening mee gehouden. Het BPA is dan ook zo opgemaakt dat dit rekening houdt met deze bijzondere diersoorten (waaronder de kamsalamander en vleermuizen). De aanvraag voldoet aan de voorschriften die hiervoor zijn opgenomen in de verkavelingsvergunning en het BPA.

Het bezwaar is ongegrond.

 

3.      Verhinderde inkijk in het park: verschillende bezwaarindieners geven aan dat door de bouw van de appartementen aan de rand van het park de inkijk vanaf de straat verhindert wordt. Hierdoor zullen minder omwonenden of passanten het park bezoeken.
Beoordeling:
Aan de verkavelingsvoorschriften wordt een beeldkwaliteitsplan toegevoegd dat dient om te bewaken dat er een duurzame materialisatie en visuele kwaliteit wordt voorzien. De plaatsing en hoogte van gebouwen zorgt voor een woonontwikkeling die wordt opgevat als rurale ontwikkeling rond grote en kleine pleinen met voldoende zichten naar het omliggend parklandschap. Er kan niet aangetoond worden dat de toekomstige bewoners, omwonenden en passanten hierdoor het park niet meer zullen bezoeken. Voorliggende aanvraag voldoet aan de verkavelingsvoorschriften.

Het bezwaar is ongegrond.

 

4.      Verlies van openbaar groen: verschillende bezwaarindieners geven aan dat het te betreuren is, in tijden waarin klimaat- en natuurbeleving door de bevolking onder druk staan, dat er openbaar groen verloren gaat.
Beoordeling:

Net om deze reden is er destijds een bijzonder plan van aanleg opgemaakt. Het terrein Neerland vormt één van de weinige open ruimten in een vrij dicht bebouwd gebied. Daarenboven is er een aantal waardevolle ecologische en landschappelijke elementen aanwezig. De bestemming van het gewestplan (grotendeels woonuitbreidingsgebied) biedt geen planologische garantie voor het vrijwaren van deze open ruimte. Het BPA Neerland wil door middel van een aangepaste bestemming garanties bieden voor behoud, bescherming en versterking van deze waardevolle open ruimte.

Naast de behoefte aan open ruimte, zijn er echter nog meerdere ruimteclaims die op het gebied rusten. Als woonuitbreidingsgebied dient deze zone ook een deel van de stedelijke taakstelling m.b.t. het voorzien in een woningenaanbod op zich te nemen. Daarenboven is er ook een behoefte aan ruimte voor recreatie. Het aanwezige voetbalveld, de skateramp, de jeugdbeweging en de volkstuintjes dienen allen eveneens binnen het gebied geherlokaliseerd te worden. Het BPA Neerland biedt een ruimtelijk-juridische oplossing voor deze problematieken.

Het bezwaar is ongegrond.

 

5.      Hoogbouw: de bezwaarindiener geeft aan dat er in 2009 met natuurpunt vzw is afgesproken dat in de zone D van het project enkel laagbouw mag komen.
Beoordeling:
Het perceel is gelegen binnen de grenzen van het BPA nr 30 bis Neerland. Dit BPA is na een gedeeltelijke herziening goedgekeurd op 26 oktober 2007. Bij de opmaak van het BPA is er advies gevraagd aan Natuurpunt Zuidrand Antwerpen. De opmerkingen uit dit advies zijn verwerkt in het BPA. Er zijn gegevens gekend waaruit blijkt dat er, na goedkeuring van het BPA, afspraken zijn gemaakt omtrent de bouwhoogte van gebouwen.

Verder vraagt de bezwaarindiener zich af wat er juist bedoeld wordt met ‘laagbouw’. Er kan voor deze vraag verwezen worden naar de basisnormen die brandweer hiervoor hanteert. Echter is het ons niet duidelijk wie deze term heeft gebruikt en wat er dan mee bedoeld werd.
Het bezwaar is ongegrond.
 

6.      Aanwezige dieren: de bezwaarindiener vraagt om bij het verwijderen van de groenzone door graafmachines rekening te houden met de dieren die zich nog zouden kunnen bevinden in deze zone.
Beoordeling:
Deze vraag is correct en reeds opgenomen in het advies van het Agentschap Natuur en Bos tijdens de procedure voor de verkavelingsvergunning: ‘Alle van nature in het wild levende vogelsoorten en vleermuizen zijn beschermd in het Vlaamse Gewest op basis van het Soortenbesluit van 15 mei 2009. De bescherming heeft onder meer betrekking op de nesten van de vogels en de rustplaatsen van de vleermuizen (artikel 14 van het Soortenbesluit). Bij het uitvoeren van werken in de periode van 1 maart tot 1 juli moet men er zich – vóór men overgaat tot de uitvoering van de werken – van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden. Bij het werken aan (oude) constructies of het kappen van bomen dient men na te gaan vóór de werken beginnen of er vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen in het gedrang komen dient de aanvrager contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos via het algemeen e-mailadres van AVES.’ De bouwheer dient hier aan te voldoen.
Het bezwaar is een vraag en dus ongegrond.

 

7.      Alle vervuiling tegengaan: de bezwaarindiener geeft aan dat tijdens de bouwwerken in de andere zones er veel vervuiling was wat het milieu niet ten goed komt.
Beoordeling:
Het klopt dat een werf om verschillende redenen steeds ordelijk dienen te zijn. Echter is deze opmerking niet van stedenbouwkundige aard. Er wordt verwacht dat de bouwheer steeds als een goede huisvader instaat voor zijn project en hierbij dus ook, voor de veiligheid van mens en milieu, zorgt voor een ordelijke werfomgeving.
Het bezwaar is ongegrond.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020020534

Gegevens van de aanvrager:

de heer Stefan Paeleman met als contactadres Michel De Braeystraat 55 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Krijgslaan zn te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 44 sectie D nrs. 370S14 en 371A

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van een vrijstaande meergezinswoning met 36 woongelegenheden in de zone B1a

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          Op 25 juni 2003 keurde het college (jaarnummer 6290) de structuurschets Neerland goed. Op 18 december 2006 stelde de gemeenteraad het bijzonder plan van aanleg (BPA) 30bis “Neerland” definitief vast (jaarnummer 2693). Op 26 oktober 2007 vond de goedkeuring via ministerieel besluit van het bijzonder plan van aanleg (BPA) 30bis “Neerland” plaats. De uitvoering van het open ruimtegebied 'Neerland' gebeurt in een aantal opeenvolgende stappen. Het projectgebied is opgedeeld in 6 deelprojecten:

  • herinrichting Krijgslaan (uitgevoerd in 2009);
  • verplaatsing skateterrein (uitgevoerd in 2009);
  • aanleg park en speelterreinen (uitgevoerd in 2013);
  • ontwikkeling bouwzone A (uitgevoerd in 2016);
  • ontwikkeling bouwzone C (uitgevoerd in 2017);
  • ontwikkeling bouwzone B/D.

-          De ontwerpopdracht voor de nieuwe bebouwing en de infrastructuur voor bouwzone B/D werd na een ontwerpwedstrijd op 6 december 2017 toegewezen aan het ontwerpteam 'Triple Living – Fris in het landschap – Hama architecten – Johannes Norlander Arkitektur' vertegenwoordigd door Triple Living als projectontwikkelaar.

-          Het college van burgemeester en schepenen besliste op 20 december 2019 de verkavelingsvergunning (OMV_2019064857) voor het verkavelen van een terrein in 42 loten voor eengezinswoningen en 7 loten voor meergezinswoningen met ondergrondse parking, en het aanleggen van het openbaar domein te verlenen, welke uitvoerbaar werd op 18 februari 2020.

Huidige toestand

-          braakliggend terrein.

Gewenste toestand

-          vrijstaande meergezinswoning van 5 bouwlagen onder plat dak;

-          rechthoekig volume;

-          met betrekking tot de nieuwe wooneenheden zijn volgende gegevens beschikbaar:

  • 28 eenslaapkamerappartementen met een netto vloeroppervlakte tussen circa 56,2 en 65,2 m²;
  • 8 tweeslaapkamerappartementen met een netto vloeroppervlakte van circa 75,9 m²;
  • de gemiddelde netto vloeroppervlakte van alle wooneenheden bedraagt 63,2 m².

-          bouwhoogte 16,10 meter;

-          toegang ondergrondse parkeergarage via gebouw B1a;

-          gevelafwerking:

  • gevelmetselwerk in grijsgroene kleur en grijsgroen aluminium schrijnwerk;
  • poort inrit in grijsgroen staal.

Inhoud van de aanvraag

-          bouwen van een vrijstaande meergezinswoning. 

Argumentatie

Stedenbouwkundige lasten


Het project valt onder het kaderbesluit aangaande stedenbouwkundige lasten, goedgekeurd door het college op 9 maart 2018.

Door het college werd op 27 januari 2017 (jaarnummer 00832) beslist om  voor de verkoop onder voorwaarden van de projectgebieden B en D binnen Neerland geen bijkomende stedenbouwkundige ontwikkelingskosten op te leggen gelet op de verplichting tot de realisatie van 60 sociale woningen en de historische dading afgesloten op 6 juni 2006 (gemeenteraad 27 maart 2006, jaarnummer 526). Voorliggende aanvraag omvat het realiseren van 36 sociale appartementen. Besloten kan worden dat hierdoor aan de SOK plicht is voldaan.

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

AQUAFIN NV

28 februari 2020

30 maart 2020

Voorwaardelijk gunstig

brandweer/ risicobeheer/ preventie

28 februari 2020

2 april 2020

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator

28 februari 2020

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

lokale politie/ centrale preventie (LP/CP)

28 februari 2020

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

lokale politie/ verkeerspolitie (LP/VK/SE)

28 februari 2020

16 maart 2020

Geen bezwaar

PROXIMUS

28 februari 2020

3 maart 2020

Voorwaardelijk gunstig

Vlaams gewest, Agentschap Natuur en Bos

28 februari 2020

2 maart 2020

Geen advies

Vlaamse Milieumaatschappij, grondwaterbeheer

28 februari 2020

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

autonoom gemeentebedrijf vastgoed en stadsprojecten Antwerpen

28 februari 2020

4 maart 2020

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

28 februari 2020

17 maart 2020

stadsbeheer/ stadsreiniging - sorteerstraatjes

28 februari 2020

17 maart 2020

stadsontwikkeling/ mobiliteit

28 februari 2020

2 maart 2020

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie

28 februari 2020

2 maart 2020

stadsontwikkeling/ ontwerp en uitvoering/ ontwerpers

28 februari 2020

27 maart 2020

stadsontwikkeling/ ruimte (inzake grond- en pandendecreet)

28 februari 2020

6 maart 2020

stadsontwikkeling/ ruimte (inzake SOK)

28 april 2020

28 april 2020

stadsontwikkeling/ vergunningen/ dienst milieuvergunningen

28 februari 2020

4 maart 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woonuitbreidingsgebied. De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 30 bis Neerland, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 26 oktober 2007. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: 10. zone voor gestapelde woningen, 11. zone voor geclusterde woningen, 5.3. zone voor groen met recreatieve waarde, 5.4. zone voor buffergroen, 4.1. zone voor wegenis en 4.2. zone voor voetwegen.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt in de verkaveling OVV/S15/SOK/GR/, goedgekeurd op 20 december 2019, meer bepaald in lot(en) 43.

 

De aanvraag wijkt af van de voorschriften van de verkaveling op volgend punt:

-          Zone B1, zone voor parkeren:

  • ii inrichting:
    De toegangen tot de parking zijn in verschijning en materialisatie geïntegreerd in de gebouwen waar zij zich in bevinden. In de Zuidoost gevel is een toegangsdeur tot de parking voorzien in hout, hoewel al het andere buitenschrijnwerk in grijsgroen aluminium of staal is voorzien.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:

  • Artikel 14 Insprongen en openingen aan voorgevels: verscheidene deuren draaien open over het openbaar domein.
  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen: er worden geen elektrische oplaadpunten voorzien in de fietsenberging.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

 

-          Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen
Van de archeologienota werd akte genomen door het agentschap Onroerend Erfgoed op 26/11/2018.
De nota bevat voorwaarden, die moeten opgelegd worden in de vergunning.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag voorziet het bouwen van een meergezinswoning met in totaal 36 appartementen, deze maken deel uit van het stadsontwikkelingsgebied Neerland. De woonfunctie is in overeenstemming met de verkavelingsvoorschriften (OMV_2019064857), het BPA (nr. 30 bis Neerland) en het gewestplan (woonuitbreidingsgebieden) en is verenigbaar met de toekomstige functies binnen deze nieuwe ontwikkeling.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Voorliggende aanvraag voorziet een meergezinswoning met 36 wooneenheden. Het volume bestaat uit vijf bouwlagen onder een plat dak. Het ontwerp voldoet wat schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid betreft aan de verkavelingsvoorschriften. Bijgevolg kan er worden gesteld dat het ruimtegebruik en de bouwdichtheid aanvaardbaar is.

 

Visueel-vormelijke elementen

Het goedgekeurde Beeldkwaliteitsplan opgemaakt d.d. 04/02/2019 maakt integraal deel uit van de verkavelingsvoorschriften. Dit document legt de gewenste materiële en visuele kwaliteit van de nieuwe woonontwikkeling vast. Het ontwerp voor de wijk is gebaseerd op het idee van een rurale, dorpse woonontwikkeling rond grotere en kleinere pleinen. Lage muurtjes, tuinen en paden die door de groene omgeving lopen, scheppen een informele sfeer. Van hieruit opent de bebouwing lange zichten in het omliggende parklandschap.

Toegelaten materialen voor de op te richten gebouwen zijn gevelmetselwerk in aardetinten en eventueel secundaire elementen in beton, natuursteen en hout. Het schrijnwerk moet voorzien worden in hout, staal of aluminium. Bergplaatsen zijn gematerialiseerd in baksteen, aansluitend op de gebouwen waar zij bij horen. Het schrijnwerk is in hout of staal.

 

Voorliggende aanvraag voorziet gevels in donkergrijs-groene baksteen met grof gestraald architectonisch beton en grijsgroen aluminium of staal buitenschrijnwerk. De balustrades worden in bruingrijs hout voorzien. De voorgestelde materialen voldoen hiermee aan de verkavelingsvoorschriften, zijn hedendaags en stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

Voorliggende aanvraag wijkt af van de verkavelingsvoorschriften. Het gaat hier om een toegangsdeur tot de ondergrondse parking die niet in hetzelfde materiaal is voorzien van het gebouw waar de toegang zich in bevindt. Echter gaat het hier niet om een onaanvaardbaar storende wijziging van het materiaal. De toegangsdeur in hout sluit niet aan bij het andere gebruikte buitenschrijnwerk in aluminium of staal, maar vindt wel aansluiting bij het voorziene hekwerk in de gevels. Overeenkomstig artikel 4.4.1 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening kunnen, na het voeren van een openbaar onderzoek, deze beperkte afwijkingen toegestaan worden.

 

Cultuurhistorische aspecten

Voor het projectgebied werd reeds een verkavelingsvergunning (dossiernummer 20195, OMV_2019064857) aangevraagd en onder voorwaarden afgeleverd. Onder de voorwaarden werd opgenomen dat het programma van maatregelen, voortvloeiend uit de archeologienota (ID 9262, https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/9262), verplicht dient te worden uitgevoerd voorafgaand aan de werken (cfr. Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.4.1). Dit programma van maatregelen beveelt een vooronderzoek in uitgesteld traject met ingreep in de bodem in de vorm van een proefsleuvenonderzoek eventueel gevolgd met een verkennend en waarderend booronderzoek. Nadien zal de erkende archeoloog hiervan een nota opstellen, ook dit programma van maatregelen dient nadien uitgevoerd te worden. In voorwaarde zal opgenomen worden om hier aan te voldoen.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 22 parkeerplaatsen.

 

Het gaat hier over 36 wooneenheden in gebouw B1a. Het eerste gebouw aan de Krijgslaan waaronder de parking van heel de ontwikkeling voorzien is.

Het betreft 36 sociale huisvestingsappartementen

De werkelijke parkeerbehoefte is 36 x 0,6 = 21,6 afgerond 22 parkeerplaatsen.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.


De parkeerbehoefte van deze ontwikkeling wordt volledig voorzien onder het eerste gebouw dat aan de Krijgslaan voorzien wordt. De voorziene parking telt 328 plaatsen voor een totale behoefte van 316 plaatsen. In de parkeerboekhouding worden 29,3 plaatsen voorzien voor gebouw D2.

Aangezien er nog een marge is van 12 parkeerplaatsen kunnen in de parking voldoende plaatsen voor gebouw D1A worden voorzien.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen voor deze ontwikkeling bedraagt 22.

 

Dit aantal is voorzien in de gezamenlijke ondergrondse parking.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de Omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.

 

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De stad moet een aantrekkelijke woonstad blijven. Dit is enkel mogelijk wanneer er voldoende kwalitatieve woningen worden aangeboden. Vermits de gemiddelde oppervlakte van het nieuwe woningaanbod de laatste jaren relatief klein is, en om een mix op vlak van stedenbouwkundige, maatschappelijke en woonkwaliteitseisen te stimuleren, worden er minimale netto-oppervlaktes geformuleerd. En dit voor elke zelfstandig woning, op basis van het aantal slaapkamers per woning. Dit zijn minimale oppervlaktematen en geen streefwaarde. Het is toegestaan en zelfs aan te bevelen om grotere woningen te realiseren.  Het is van belang dat de oppervlakte van de verblijfsruimten in een goede verhouding tot elkaar en tot het aantal slaapkamers staan.

 

De gemiddelde netto-vloeroppervlakte ligt op minimaal 80 m². Dit komt overeen met een zelfstandige woning met 2 slaapkamers. Deze woonvorm is nodig om starters en beginnende gezinsuitbreidingen de mogelijkheid te geven om in de stad een woonaanbod te vinden. Omdat het gemiddelde op minimaal 80 m² wordt gelegd, betekent dit dat in een mix met kleinere zelfstandige woningen ook zelfstandige woningen met 5 en meer slaapkamers moeten geïntegreerd worden. Hierdoor ontstaan naast zelfstandige woningen voor starters ook grotere zelfstandige woningen voor gezinnen met kinderen.

 

Gebouwen waarvoor bij wet, decreet of besluit echter specifieke veiligheids- en/of kwaliteitsnormen werden vastgelegd, gericht op de vloeroppervlakte, kunnen afwijken op eventueel geformuleerde minimale netto-oppervlaktes en de minimale gemiddelde netto-vloeroppervlakte. Het bewijs van erkenning en/of subsidiëring afgeleverd door de bevoegde overheid moet bij de vergunningsaanvraag  worden gevoegd.

Dit is in voorliggende aanvraag het geval.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoen de wooneenheden aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Er worden in totaal 92 fietsstalplaatsen voorzien.

De dienst mobiliteit geeft advies met volgende voorwaarden:

-          een stallingstype kiezen waarbij het kader vastgemaakt kan worden;

-          een fietsgoot moet op minstens 25 cm van de muur geplaatst worden.

Bijkomend wordt in voorwaarde opgenomen om elektrische oplaadpunten te voorzien conform artikel 29 van de bouwcode.

 

Omwille van de aard van het project is er advies gevraagd aan de dienst milieuvergunningen: ‘De aanvraag omvat de realisatie van een gebouw bestaande uit 32 appartementen op de bovenverdiepingen, en 4 appartementen en een collectieve fietsenstalling op de gelijkvloerse verdieping. Het project maakt deel uit van de nieuwe woonontwikkeling ‘Neerland’. Vanuit milieutechnisch oogpunt is er geen bezwaar. De gemeenschappelijke ondergrondse parkeergarage voor het woongebied “Neerland” is onderwerp van een apart dossier. De voorliggende aanvraag omvat geen ingedeelde activiteiten, in de beschrijvende nota van de architect wordt aangegeven dat er een slechts een beperkt souterrain wordt voorzien.

Ondertussen is het genoegzaam gekend dat bemalingen onder de ingedeelde activiteiten vallen en er bijgevolg een melding moet geacteerd worden of een vergunning worden verleend alvorens met de bemalingswerken kan worden gestart.’

 

Proximus geeft een gunstig advies met volgende afweging: ‘op basis van de informatie waarover wij momenteel beschikken, geven wij graag een gunstig advies indien u volgende voorwaarden opneemt in uw vergunning:

-          een finale netwerkanalyse zal gebeuren na ontvangst van het vergunde plan.

-          uitbreiding van de telecominfrastructuur van Proximus is ten laste van de aanvrager.

-          van zodra vergund en minimaal 6 maanden voor oplevering dient de aanvrager zijn project kenbaar te maken bij Proximus door het downloadbaar formulier ingevuld te versturen naar werf.a2@proximus.com.

-          de Proximus infrastructuur dient proactief voorzien te worden in het project. De technische documentatie hiervoor wordt ter beschikking gesteld na ontvangst van het vergunde plan.

-          Proximus wenst betrokken te worden bij alle coördinatievergaderingen via werfcoordinatie@proximus.com.

Na de werken kunnen de bewoners eenvoudig aansluiten op de nutsvoorzieningen voor telefonie-, internet- en televisiediensten. Hiervoor kan de aanvrager terecht bij onze klantendienst op het gratis nummer 0800 22 800. Meer informatie op www.proximus.be/bouwen.


 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de voorwaarden uit het hydraulisch en technisch advies van Water-link en Aquafin na te leven;

3.      de voorwaarden uit het advies van Proximus strikt na te leven;

4.      de bouwheer voert het verplichte programma van maatregelen uit, voortvloeiend uit de archeologienota. Dit programma van maatregelen schrijft een vervolgonderzoek met ingreep in de bodem voor, nl. een proefsleuvenonderzoek eventueel gevolgd door een verkennend of waarderend booronderzoek. Dit onderzoek dient te gebeuren voor de start van eender welke toekomstige graafwerken;

5.      de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen;

6.      de bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@antwerpen.be);

7.      een stallingstype voor fietsen te kiezen waarbij het kader vastgemaakt kan worden;

8.      een fietsgoot moet op minstens 25 cm van de muur geplaatst worden;

9.      deuren enkel over het openbaar te laten opendraaien bij calamiteiten;

10.  in de fietsenberging elektrische oplaadpunten te voorzien conform artikel 29 van de bouwcode;

11.  na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

21 februari 2020

Volledig en ontvankelijk

28 februari 2020

Start 1e openbaar onderzoek

9 maart 2020

Einde 1e openbaar onderzoek

13 maart 2020

Beslissing toepassing administratieve lus

10 maart 2020

Start laatste openbaar onderzoek

8 mei 2020

Einde laatste openbaar onderzoek

29 mei 2020

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

10 oktober 2020

Verslag GOA

29 juni 2020

naam GOA

Wim Van Roosendael en Katlijn Van der Veken

 

Administratieve lus

Op de aanvraag wordt een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):

 

De affiche werd niet aangeplakt uiterlijk op de dag voor de begindatum van het openbaar onderzoek en tot en met de laatste dag daarvan conform de bepalingen van artikel 20 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

 

De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn, werden opnieuw uitgevoerd, om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de voorwaarden uit het hydraulisch en technisch advies van Water-link en Aquafin na te leven;

3.      de voorwaarden uit het advies van Proximus strikt na te leven;

4.      de bouwheer voert het verplichte programma van maatregelen uit, voortvloeiend uit de archeologienota. Dit programma van maatregelen schrijft een vervolgonderzoek met ingreep in de bodem voor, nl. een proefsleuvenonderzoek eventueel gevolgd door een verkennend of waarderend booronderzoek. Dit onderzoek dient te gebeuren voor de start van eender welke toekomstige graafwerken;

5.      de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen;

6.      de bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@antwerpen.be);

7.      een stallingstype voor fietsen te kiezen waarbij het kader vastgemaakt kan worden;

8.      een fietsgoot moet op minstens 25 cm van de muur geplaatst worden;

9.      deuren enkel over het openbaar te laten opendraaien bij calamiteiten;

10.  in de fietsenberging elektrische oplaadpunten te voorzien conform artikel 29 van de bouwcode;

11.  na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.


Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.