Terug
Gepubliceerd op 31/08/2020

2020_CBS_07066 - Omgevingsvergunning - OMV_2020078055. Braziliëstraat 10. District Antwerpen - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 28/08/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_07066 - Omgevingsvergunning - OMV_2020078055. Braziliëstraat 10. District Antwerpen - Weigering 2020_CBS_07066 - Omgevingsvergunning - OMV_2020078055. Braziliëstraat 10. District Antwerpen - Weigering

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020078055

Gegevens van de aanvrager:

Stan Jacobs met als adres Schildersstraat 17 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Braziliëstraat 10 te 2000 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 7 sectie G nr. 126/2 F12

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

wijzigen van de functie handel naar wonen  met kantoorruimte als nevenfuncie

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          01/05/2020: proces verbaal met stakingsbevel (11002_2020_12442_APO) voor het uitvoeren van vergunning plichtige werken zonder vergunning;

-          20/01/2000: vergunning (19993018) voor het verbouwen van een pakhuis tot lofts.

Vergunde toestand

-          meergezinswoning van 4 bouwlagen onder licht hellend dak in gesloten bebouwing;

-          gelijkvloerse handelszaak en 3 bovenliggende lofts.

Huidige toestand

-          bouwkundig element ‘Houtmagazijn en atelier Béliard, Crighton & co’ (ID 307865);

-          meergezinswoning van 4 bouwlagen onder licht hellend dak in gesloten bebouwing;

-          gelijkvloerse handelszaak en 3 bovenliggende lofts.

Gewenste toestand

-          gelijkvloerse functiewijziging en verbouwing naar appartement met kantoorruimte als nevenfunctie.

Inhoud van de aanvraag

-          het gelijkvloers wordt vooraan ingericht als een kleine kantoorruimte (nevenfunctie)  en achteraan als leefruimte;

-          centraal wordt een mezzanine voorzien met een slaapgedeelte en een badkamer;

-          de gelijkvloerse achtergevel wordt iets naar binnen getrokken en uitgewerkt als een grote glaspartij;

-          de insprong van de inkom wordt gesupprimeerd en er wordt een ingang voorzien vanuit de gemeenschappelijke inkom;

-          de bovenliggende verdiepingen maken geen deel uit van de aanvraag.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

6 juli 2020

24 juli 2020

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator

6 juli 2020

23 juli 2020

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

6 juli 2020

23 juli 2020

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

6 juli 2020

23 juli 2020

stadsontwikkeling/ mobiliteit

6 juli 2020

23 juli 2020

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

6 juli 2020

23 juli 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Eilandje, goedgekeurd op 1 september 2011. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: zone voor wonen-art. 1-bestaand weefsel.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan Eilandje.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • Artikel 21 Minimale hoogte van ruimten: door de plaatsing van de mezzanine bezit een klein deel van het gelijkvloers woongedeelte en kantoorgedeelte een hoogte van slechts 2m33. Het slaapgedeelte op de mezzanine bezit slechts een hoogte van 2m20 in plaats van de minimaal vereiste 2m60;
  • Artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen: er wordt geen fietsenberging voor minstens 2 fietsen voorzien.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode. 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag wenst een gelijkvloerse handelszaak om te vormen naar een wooneenheid met vooraan een kantoor. Wonen is functioneel inpasbaar in de omgeving.

 

Visueel-vormelijke elementen

De vergunde winkelpui wordt verbouwd naar een woongevel. De houten pui wordt verwijderd en een zwartkleurig aluminium vult de gevelopening in. Onder de raamopening is op plinthoogte een aluminium invulpaneel voorzien.

Het zwarte aluminium buitenschrijnwerk sluit qua kleur en materiaal niet aan bij het bestaande gevelbeeld van de woning en tast de uniformiteit van de voorgevel aan. De aanwezige arduinen plint blijft na het creëren van de woongevel onderbroken. Indien een gevelwijziging geambieerd wordt, dan dient dit een verbetering te zijn voor het gevelbeeld. Vastgesteld wordt dat voorliggende voorgevelwijziging een achteruitgang is van de voorgevel. De leesbaarheid van de voorgestelde invulling en de verhouding ervan tot het algehele gevelbeeld en de gelijkvloerse gevelplint in het bijzonder komt ongestructureerd en onduidelijk over.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De leefruimte op het gelijkvloerse is strijdig met artikel 21 van de bouwcode omdat de minimale vrije hoogte van verblijfsruimtes niet wordt gerespecteerd. De vrije hoogte van de mezzanine met slaapdeel is slechts 2,2 meter en een deel van het kantoor bezit een hoogte van slechts 2,33 meter waar deze minimaal 2,6 meter moeten zijn. De mezzanine ontvangt geen rechtstreekse licht noch lucht en is strijdig met artikel 24 van de bouwcode.

Afwijkingen op voorschriften dat de absolute minimale woon- en verblijfskwaliteit van leefruimtes moet garanderen zijn niet aanvaardbaar.

 

De stedelijke mobiliteitsdienst adviseert dat voor de gewenste inrichting er minstens twee fietsstalplaatsen conform de afmetingen van de bouwcode voorzien moeten worden. De aanvraag voorziet hierin niet en is aldus strijdig met artikel 29 van de bouwcode.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging.

Het bestaande handelsgelijkvloers wordt verbouwd tot een bijkomend appartement met kantoor als nevenfunctie. Het kantoor wordt enkel gebruikt door de bewoner van het appartement.

 

De bovenliggende 3 appartementen blijven ongewijzigd.

 

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1

1 bijkomend appartement : parkeerbehoefte = 1

 

De werkelijke parkeerbehoefte is 1

 

De plannen voorzien in 0  nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

‘Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten. ’

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.

 

 

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

15 juni 2020

Volledig en ontvankelijk

6 juli 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

4 september 2020

Verslag GOA

20 augustus 2020

naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.