Terug
Gepubliceerd op 23/03/2020

2020_CBS_02555 - Omgevingsvergunning - OMV_2019161890. Kwadeveldenstraat 46. District Merksem - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 20/03/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_02555 - Omgevingsvergunning - OMV_2019161890. Kwadeveldenstraat 46. District Merksem - Weigering 2020_CBS_02555 - Omgevingsvergunning - OMV_2019161890. Kwadeveldenstraat 46. District Merksem - Weigering

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019161890

Gegevens van de aanvrager:

de heer Viktor Flueras met als contactadres Kluizeveldenstraat 72 te 2170 Antwerpen (Antwerpen)

Ligging van het project:

Kwadeveldenstraat 46 te 2170 Merksem (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 41sectie B nr. 423X14

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

regulariseren van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

 

-          13/7/2018: vergunning (OVS/ME/20181040) bouwen van een eengezinswoning;

-          31/10/2019: weigering (OVS/S9/20192692) voor het regulariseren van verbouwingen aan een ééngezinswoning.

 

Vergunde toestand

 

-          ééngezinswoning van 3 bouwlagen onder een zadeldak in gesloten bebouwing.

 

Huidige toestand

 

-          ééngezinswoning van 3 bouwlagen onder een zadeldak in gesloten bebouwing, met enkele wijzigingen ten opzichte van de verkregen vergunning;

-          de rechtstreekse doorgang van de garage naar de tuin die uit de vorige vergunning werd gesloten ten voordele van de leefruimte, werd wel uitgevoerd;

-          de ramen op de eerste verdieping in de voorgevel werden minder laag dan voorzien geplaatst;

-          het voorziene groendak achteraan op de eerste verdieping werd als dakterras met balustrade aangelegd;

-          achter de woning werd een gelijkvloers, perceelsbreed en overdekt terras voorzien van ongeveer 3 m diep;

-          het bestaande tuinhuis werd niet zoals gepland behouden, maar vervangen door een nieuw perceelsbreed tuinhuis tegen de achterste perceelsgrens.

 

Gewenste toestand

 

-          regulariseren van de huidige toestand.

 

Inhoud van de aanvraag

 

-          regulariseren van afwijkingen ten opzichte van de verkregen vergunning voor een eengezinswoning:

  • uitvoeren van de rechtstreekse doorgang van de garage naar de tuin (die uit de vorige vergunning werd gesloten ten voordele van de leefruimte);
  • wijziging van de ramen op de eerste verdieping in de voorgevel;
  • aanleg van dakterras met balustrade achteraan op de eerste verdieping (ipv. groendak);
  • voorzien van overdekt terras achter de woning;
  • vervangen van bestaand tuinhuis door een nieuw perceelbreed tuinhuis tegen de achterste perceelsgrens.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)


De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

 

  • Artikel 6 Harmonie en draagkracht: de aanbouw van het overdekt terras is niet in harmonie met de omgeving;
  • Artikel 10 Inplanting, bouwhoogte en bouwdiepte: met het overdekt terras bekomt de aanvraag een bouwdiepte van ca. 19,8 m. De aanvraag is niet in harmonie met de omgeving;
  • Artikel 12 Levendige plint: door het voorzien van een garage vooraan, wordt er geen levendige plint gerealiseerd;
  • Artikel 24 Minimale lichtinval en luchttoevoer: doordat de dakvlakramen niet werden opgetekend in de snede, kunnen we niet beoordelen of deze werden geplaatst zoals opgelegd in de vergunning;
  • Artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen: er worden 5 fietsstalplaatsen voorzien, maar er wordt niet genoeg tussenruimte voorzien en achter de fietsen wordt er geen 1,70 m voorzien;
  • Artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen: er wordt geen 5,50 m achter de fietsen tot aan de garagepoort voorzien om de auto te kunnen stallen;
  • Artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren: het tuinhuis wordt opgetrokken in hout en heeft geen opstand van 30 cm.
     

Sectorale regelgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

 

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)


Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

 

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Woninggrootte

 

Op 31 oktober 2019 werd door het college een weigering (dossiernummer OMV_2019105651) afgegeven met volgende beoordeling:

 

Op 13 juli 2018 werd door het college afgeweken op het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar met volgende motivatie:

 

De aanvraag handelt over de nieuwbouw van een eengezinswoning, op een braakliggend terrein, met 2 bouwlagen onder een zadeldak, met een gevelbreedte van 6 m en dit tussen 2 reeds bestaande eengezinswoningen. De aanvraag omvat de bouw van een kwaliteitsvolle eengezinswoning. De straat wordt gekenmerkt door een aaneenschakeling van woningen met garagepoorten in de voorgevel, het ontwerp sluit naadloos aan bij de gebruikte typologie in de buurt. De goede ruimtelijke ordening wordt hierdoor niet gestoord.

Gebruik makend van artikel 3 van de bouwcode - “afwijkingsmogelijkheid” - kan dan ook afgeweken worden van artikel 12 van de bouwcode - “levendige plint”.

Er wordt wel opgelegd om de smalle gang naar de tuin niet uitvoeren aangezien zo de leefruimte meer kwaliteit krijgt aan de tuin”

Concreet werd de garage op de gelijkvloerse verdieping toegelaten als achteraan voldoende woonkwaliteit kon worden aangeboden. Het supprimeren van de gang draagt hiertoe bij. Om het ruimtecomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte. Een gemeenschappelijke leefruimten (keuken, eethoek en zithoek) met een vloeroppervlakte van ca. 39 m² biedt onvoldoende wooncomfort voor 5 bewoners. Zonder gang wordt de ruimte ca. 9 m² groter en heeft de leefruimte een oppervlakte van ca. 48 m² groot. Deze oppervlakte is wel aanvaardbaar om voldoende woonkwaliteit aan te bieden. Daarom wordt het behoud van de gang ongunstig geadviseerd en is een regularisatie stedenbouwkundig niet aanvaardbaar.”

 

De totale oppervlakte van de gemeenschappelijke leefruimten bedraagt nu 43 m². Dit biedt nog altijd onvoldoende wooncomfort voor 5 bewoners. Het mee opnemen van de gang in de woonruimte is nog altijd een vereiste om voldoende woonoppervlakte en dus comfort aan te bieden. Omwille van deze reden wordt het behoud van de gang nog altijd ongunstig geadviseerd en is de regularisatie niet aanvaardbaar.

 

Schaal – ruimtegebruik – dichtheid

 

De aanvraag wijkt af van artikel 6 en 10 van de bouwcode. In dezelfde weigering (OMV_2019105651) werd volgende motivering opgenomen met betrekking tot deze artikels:

 

“De aanvraag wijkt af van artikelen 6 en 10 van de bouwcode. De aanvraag is niet in harmonie met de omgeving. De omgeving wordt gekenmerkt door een bouwdiepte van ca. 14 m op de gelijkvloerse verdieping. De bouwdiepte van de vorige aanvraag (dossiernummer 20181040, voor de nieuwbouw van de woning) tot 17 m was stedenbouwkundig aanvaardbaar. Er is nog een voldoende kwaliteitsvolle tuin over om een dergelijke bouwdiepte toe te laten. Tevens laat de omgeving een dergelijke bouwdiepte toe.

De aanvraag omvat een regularisatie voor het plaatsen van een overdekt terras achteraan de woning op de gelijkvloerse verdieping. De bouwdiepte wijzigt van 17 m naar 19,8 m. Een bouwdiepte tot bijna 20 m is niet kenmerkend in deze omgeving. Visueel wordt het volume van de woning achteraan vergroot, wat stedenbouwkundig niet wenselijk is.

Tevens wordt door het plaatsen van de overkapping, uitgevoerd in een bitumen dakdichting, rechtstreeks licht ontnomen van de leefruimten in de woning. Dit is eveneens stedenbouwkundig niet wenselijk. Omwille van voorafgaande punten is de regularisatie van het overdekt terras niet aanvaardbaar.”

 

Aangezien de omgeving en dus de ruimtelijke context niet gewijzigd is en de voorliggende aanvraag hetzelfde is gebleven als de afgeleverde weigering, is de regularisatie van het overdekt terras nog steeds niet aanvaardbaar. Er is bijgevolg opnieuw geen reden om af te wijken van de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

De aanvraag wijkt af van artikel 34 van de bouwcode. In het laatste dossier, waarvoor een weigering werd afgeleverd (dossiernummer OMV_2019105651), werd volgende motivering opgenomen met betrekking tot dit artikel:

 

“De aanvraag wijkt af van artikel 34 van de bouwcode. Het tuinhuis werd in hout opgericht en werd niet in het vereiste massief, ongeperforeerd materiaal van 18 cm dik uitgevoerd. Het heeft tevens geen dakopstand van 30 cm. Een houten wand op de perceelsgrens naast een betonnen tuinafscheiding is geen kwaliteitsvolle en duurzame oplossing. De scheidingsmuren tussen gebouwen dienen draagkrachtig te zijn en dienen een voldoende brandweerstand te hebben. Aangezien het tuinhuis hieraan niet voldoet, wordt dit uit een eventuele vergunning uitgesloten.”

 

Aangezien de aanvraag op dit punt niet gewijzigd is, is een regularisatie van het tuinhuis opnieuw niet mogelijk.

 

Achteraan op de eerste verdieping wordt een dakterras voorzien. Het aangevraagde dakterras verschilt wel tegenover he dakterras in het laatste dossier. Het geweigerde dakterras bevond zich over het volledige platte dak.

 

Het dakterras in de voorliggende aanvraag bevindt zich op 1,9 m van beide perceelsgrenzen maar komt ook voorbij de 45° gemeten van beide perceelsgrenzen. Hierdoor is er inkijk bij de aanpalende mogelijk. Het dakterras voldoet dus maar deels aan de wetgeving op lichten en zichten.

 

In de weigeringsbeslissing van het laatste dossier werd volgende mogelijke oplossing aangereikt:

 

“Een mogelijke oplossing is de bouwdiepte op de eerste verdieping (inclusief terras) te beperken tot een bouwdiepte van 14 m. Hierdoor blijft het terras binnen het toelaatbare bouwvolume en is het in harmonie met de omgeving. Het overige gedeelte van het plat dak moet worden aangelegd als een groendak.”

 

Indien de aanvraag conform deze oplossing wordt aangepast, is een dakterras wel mogelijk.

 

Functionele inpasbaarheid

 

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Kwadeveldenstraat.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

 

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

 

Visueel-vormelijke elementen

 

In de voorgevel worden de vergunde raamopeningen verkleind. Dit is stedenbouwkundig aanvaardbaar. Verder wijzigt de voorgevel niet.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met de stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

17 januari 2020

Volledig- en ontvankelijk

30 januari 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

30 maart 2020

Verslag GOA

11 maart 2020

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.