Terug
Gepubliceerd op 24/08/2020

2020_CBS_06931 - Omgevingsvergunning - OMV_2020021583. Schotensesteenweg 69. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 21/08/2020 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_06931 - Omgevingsvergunning - OMV_2020021583. Schotensesteenweg 69. District Deurne - Goedkeuring 2020_CBS_06931 - Omgevingsvergunning - OMV_2020021583. Schotensesteenweg 69. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020021583

Gegevens van de aanvrager:

VZW Katholiek Onderwijs Deurne(Antwerpen) met als contactadres Palinckstraat 57 te 2100 Antwerpen

Ligging van het project:

Schotensesteenweg 69 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 30 sectie A nrs. 463A8, 463C8 en 463D8

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

gedeeltelijk wijzigen van de functie van een autoberging naar gemeenschapsvoorziening en het uitvoeren van verbouwingswerken

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          Schotensesteenweg 69-75:

  • 16/06/1976: vergunning (627#28342) voor het uitbreiden van een bestaande autoberg- en herstelplaats.

-          Frans Van Dijckstraat 46:

  • 27/02/2009: vergunning (20086336) voor het heraanleggen van een schooltoegang in asfaltverharding en de bekleding van wachtgevels;
  • 22/10/1992: vergunning (629#1442) voor het uitbreiden van een keuken en bergplaats;
  • 30/04/1969: vergunning (627#25388) voor het oprichten van een turnzaal, lokalen en sanitair.

Vergunde en huidige toestand

-          functie:

  • Schotensesteenweg 69:
    • loods die dienst doet als autobergplaats en herstelplaats van één bouwlaag;
  • Frans Van Dijckstraat 46:
  • schoolgebouw bestaande uit één en twee bouwlagen.

-          inrichting:

  • de geplande werken situeren zich over meerdere aangrenzende percelen, ieder met een afzonderlijk huisnummer;
  • het volledige projectgebied bevindt zich in binnengebied met ontsluiting langs beide gemeentewegen;
  • de huidige school is geadresseerd op Schotensesteenweg 79, de bestaande loods op Schotensesteenweg 69. Beide percelen zijn in eigendom van de scholengemeenschap;
  • het volledige binnengebied is verhard.

Gewenste toestand

-          functie:

  • wijzigen van de functie van loods naar gemeenschapsvoorzieningen (autonome basisschool);
  • opdelen van het bestaande gebouw (werk- en opslagruimte).
  • de speelplaats   wordt   heringericht,   en   omvat   overwegend   een   aantal   bijkomende klaslokalen  en  een  beperkt  administratief  gedeelte.

-          bouwvolume:

  • afbraak van bestaande luifel met sanitair en vrijstaande klassen op speelplaats;
  • er wordt een ondergrondse fietsenstalling voorzien met een capaciteit van 30 fietsen;
  • bouwen van nieuwe luifel en sanitair op de speelplaats; afbraak van bestaande luifel met sanitair en vrijstaande klassen op speelplaats;
  • de  verbouwingswerken  blijven  beperkt  tot  het  volume  van  de  bestaande  loods,  behoudens het  maken  van  gevelopeningen  en  een  nieuwe  (geïsoleerde)  gevelafwerking  aan  de  vrije zijden;
  • er worden twee regenwaterputten voorzien van respectievelijk 7.500 liter en 15.000 liter;
  • er worden twee septische putten voorzien van 7.500 liter en 15.000 liter;
  • er wordt een infiltratievoorziening geplaatst van 1.400 liter.

-          gevelafwerking:

  • gevelmetselwerk: kleurvariaties gaande van geel tot bruin;
  • het buitenschrijnwerk bestaat uit gemoffeld aluminium in een antraciet / zwarte kleurstelling;
  • de luifel wordt voorzien in verzinkt staal.

-          inrichting:

  • het volledige binnengebied blijft verhard (beton of asfalt) met uitzondering van de buitenschool.

 

  

Inhoud van de aanvraag

-          gedeeltelijk wijzigen van de functie van een autoberging naar gemeenschapsvoorziening en het uitvoeren van verbouwingswerken.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

AQUAFIN NV

20 maart 2020

1 april 2020

Voorwaardelijk gunstig

brandweer/ risicobeheer/ preventie

20 maart 2020

14 april 2020

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator

20 maart 2020

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

lokale politie/ centrale preventie (LP/CP)

 20 maart 2020

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

20 maart 2020

6 mei 2020

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

20 maart 2020

29 maart 2020

stadsontwikkeling/ mobiliteit

20 maart 2020

2 april 2020

stadsontwikkeling/ vergunningen/ dienst milieuvergunningen

20 maart 2020

5 mei 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup.  Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend(e) punt(en):

  • Er zullen twee regenwaterputten voorzien van 7.500 liter en 15.000 liter, hetzij 22.500 liter in totaal.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend(e) punt(en):

  • artikel 18 Algemene bepalingen: 

het niveauverschil tussen de directie en het secretariaat wordt opgevangen door treden. Op deze wijze is de directie niet integraal toegankelijk. Hoewel een directielokaal als publieke toegankelijke plek kan beschouwd worden naar ouders of externe partijen.

  • artikel 19 Bepalingen hellingen:

een eventuele helling dient te voldoen aan dit artikel.

  • artikel 22 Algemene bepalingen:

minstens 1 van de twee dubbele toegangsdeuren tot de klaslokalen dient een breedte van 90cm te garanderen;

  • artikel 24 Draairuimte:

tussen het secretariaat en de directie wordt er bovenaan de trap niet voor een vrije en vlakke draairuimte gezorgd;

  • artikel 29-30: publiek toegankelijke toiletten en doucheruimtes:

een leerling, leekracht of ouder/externe kan een andersvalide zijn waardoor er zeker één toilet  en weg er naartoe integraal toegankelijk dient te zijn conform dit artikel.

 

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 17 Behoud en heraanplanting:

het volledige binnengebied blijft verhard (beton of asfalt).

Met het doel beplantingen te voorzien die een gepaste inkleding van de constructie in de omgeving tot doel hebben en als dusdanig als groenbuffers dienst doen;

  • artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:

plaatselijk is de hoogte 2.30 meter onder de duplex, 2.13 meter in de duplex, 2.30 meter in de gangen;

  • artikel 27 Open ruimte:

de tuin/speelplaats moet zoveel mogelijk onverhard ingericht worden. Vergroening is voordelig voor de gebruikers, maar ook voor de omwonenden en doet deze, hoe klein ook, dienst als groene oase.

  • artikel 38 Groendaken:

het dak van de school is groter dan 20m² en wordt niet voorzien van een groendak.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode. 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Op sommige plaatsen voldoet de vrije hoogte van het nieuwe schoolgebouw niet aan artikel 21 van de bouwcode. Zo hebben de gangen en de zone onder de duplex op sommige plaatsen een beperkte hoogte van 2,30 m. Op de duplex is de hoogte beperkt tot 2,13 m. De aanvrager vraagt hiervoor een afwijking. “De duplexruimtes zijn voldoende lichtrijk en maken deel uit van de open en ruime klaslokalen.”  Op de plannen wordt vastgesteld dat de klaslokalen inderdaad open zijn en een ruime vrije hoogte hebben. Bovendien zijn de duplexzones beperkt in oppervlakte en ontvangen deze voldoende daglicht. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is hier een afwijkende hoogte aanvaardbaar.

 

Het platte dak van het nieuwe sanitaire gebouw dient te worden voorzien van een groendak. De aanvrager wenst hiervoor een afwijking aan te vragen omdat het hemelwater wordt opgevangen in functie van hergebruik en aangesloten is op een regenwaterput voor de spoeling van de toiletten. Mits voldaan aan de voorwaarden van Aquafin kan hiervan worden afgeweken. Het opvangen van hemelwater om te gebruiken voor de spoeling van de sanitaire blok is een meerwaarde voor het project.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag omvat de functiewijziging en verbouwing van een bestaande loods tot een gebouw voor gemeenschapsvoorzieningen (schoolgebouw). De huidige school bevindt zich op het adres Schotensesteenweg 79, de bestaande loods op het adres Schotensesteenweg 69. Beide percelen zijn ondertussen in eigendom van de scholengemeenschap. In het binnengebied grenzen de percelen aan elkaar. Stedenbouwkundig wordt de aanvraag dan ook beschouwd als één geheel.

De bestaande basisschool Heilig Hart doet momenteel dienst als tweede vestiging. Na omvorming van de aangrenzende loods naar een gebouw voor gemeenschapsvoorzieningen, kan de school als autonome basisschool fungeren. Momenteel is de loods nog vergund als autobergplaats / autoherstelwerkplaats.

 

Advies werd gevraagd aan de dienst ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie. De dienst heeft voor de voorgestelde werken geen bezwaar.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De bestaande luifel, het sanitaire blok en vrijstaande klassen op de speelplaats van de school worden afgebroken. Na de afbraak wordt een nieuwe luifel en een nieuw sanitair blok gebouwd op de speelplaats van de school. De luifel wordt zo geplaatst dat deze de bestaande school met het nieuwe schoolgebouw verbindt en zorgt voor een droge toegang tot het nieuwe sanitaire gebouw, dat zich aan het oude schoolgebouw bevindt.

 

De bestaande loods wordt verbouwd. De interne indeling wordt herschikt tot ongeveer de helft als loods, met 5 parkeerplaatsen en de helft als schoolgebouw. De hoogte van de bestaande loods vermeerdert niet in de aanvraag. Het bouwoppervlak van de nieuwe school tegenover de bestaande loods wordt niet vermeerderd. De nieuwe klassen worden in de bestaande loods gebouwd met dezelfde hoogte als de loods.

 

Zo goed als alle toegangen en raamopeningen zijn gericht op de centrale speelplaats. Het sanitaire gebouw is gelegen aan de helling naar de ondergrondse fietsstalplaats waardoor een bouwgeheel ontstaat.

 

De centrale speelplaats is volledig verhard in asfaltverharding. Het volledig verharden van een perceel is niet wenselijk. Een natuurlijke inrichting van een niet bebouwd deel heeft verschillende voordelen. Het heeft een aangenamer uitzicht voor de schoolgebruikers, het zorgt voor natuurlijke infiltratie, het is een natuurlijke oase in de bebouwing voor vogels, insecten,… en zorgt voor een vermindering van de opwarming van de stedelijke omgeving. Bovendien heeft een natuurlijke inrichting een educatief voordeel voor de schoolgebruikers. In voorwaarde wordt bijgevolg opgenomen om de speelplaats zoveel als mogelijk onverhard in te richten en te vergroenen met een gepaste inkleding. De speelplaats dient met groenvakken te worden ingericht. Deze groenvakken dienen voorzien te worden op plaatsen waar ze de toegang tot gebouwen niet verhinderen en niet in de weg liggen van belangrijke circulatieassen op de speelplaats.

 

Ook de zone voor de loods werd nagenoeg volledig verhard in beton. Aan klas 1 werd wel een buitenklas voorzien maar deze is echter zeer kleinschalig en wordt nauwelijks van groen voorzien. Ook in deze zone dient voldoende aandacht te worden geschonken aan groenvoorzieningen. In voorwaarde wordt opgelegd om het perceel van de loods maximaal te vergroenen.

 

Visueel-vormelijke elementen

Het nieuwe schoolgebouw, de loods en het sanitaire gebouw worden voorzien van gevelstenen met kleurvariaties van geel tot bruin. Het buitenschrijnwerk wordt voorzien in aluminium in kleur antraciet. Op de bijgevoegde foto’s in het dossier wordt vastgesteld dat het materiaal van het bestaande schoolgebouw ook uit een gevelsteen is opgetrokken met kleurvariaties van geel tot bruin. Het gevelmateriaal is bijgevolg aanvaardbaar en zorgt voor een samenhangend geheel.

 

De luifel, die voorzien is tussen het nieuwe en bestaande schoolgebouw, wordt voorzien van verzinkt staal voor zowel de steunpalen als het dakprofiel.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De nieuwe klassen en burelen in de te verbouwen loods hebben voldoende verblijfskwaliteit door grote ramen en voldoende ruimte. De luifel naar het sanitaire gebouw zorgt voor een droge verbinding tussen het schoolgebouw en het sanitaire gebouw.

 

Inzake toegankelijkheid voldoet de aanvraag niet aan artikel 18, 22, 24 en 29-30 van de verordening toegankelijkheid. Zo is het niveauverschil tussen de directie en het secretariaat enkel opgevangen door treden, wat strijdig is met artikel 18. Hier dient een helling te worden voorzien die conform artikel 19 wordt ingepast. Bovenop deze zelfde trap is er geen draairuimte voorzien. De trap dient hierdoor richting de speelplaats verplaatst te worden zodat er een draairuimte kan worden gegarandeerd conform artikel 24. Verder dient minstens 1 van de deuren met toegang tot de klaslokalen een breedte te hebben van minstens 90 cm, conform artikel 22. Het sanitaire gebouw dient ook toegankelijk te zijn voor een andersvalide. Het sanitaire blok dient daarom voorzien te worden van minstens 1 andersvalide toilet waarbij ook de toegang conform is met de verordening toegankelijkheid. Bij voorkeur wordt dit andersvalide toilet in de berging voorzien. Het andersvalide toilet dient conform artikel 29 – 30  te worden uitgevoerd.

 

Advies werd gevraagd aan de dienst milieuvergunningen. Het advies luidt als volgt:

“De bestaande school Heilig Hart beschikt over twee milieumeldingen van derde klasse, AN1993/622 en AN2006/252. In de meest recente melding werden twee rubrieken opgenomen namelijk het lozen van huishoudelijk afvalwater en de opslag van stookolie. Met het toevoegen van de loods aan de bestaande school, komt er heel wat capaciteit bij. Bovendien worden bij verbouwingen vaak ook bestaande installaties of toestellen vervangen. Het lijkt dan ook aannemelijk dat de melding zal moeten aangepast worden en de oudste melding stopgezet. De exploitant dient dit na te kijken en indien nodig een nieuwe omgevingsvergunningsaanvraag of –melding in te dienen voor regularisatie van het milieutechnische luik.”

 

Er zullen twee regenwaterputten voorzien van 7.500 liter en 15.000 liter, hetzij 22.500 liter in totaal. Ter hoogte van het nieuwe te bouwen sanitair en luifel zal een hemelwaterput van 15.000l voorzien worden, met een toevoerende dakoppervlakte van 283m². Het hergebruik voor deze hemelwaterput is berekend op 420l/dag. Het volume van deze regenwaterput is volgens Aquafin correct gedimensioneerd. Aan de loods, die zal verbouwd worden naar klaslokalen, zal voorzien worden van een  hemelwaterput van 7.500l. Deze put heeft een toevoerende dakoppervlakte van 622m² en het hergebruik is berekend op 252l/dag.  Er wordt door Aquafin een te lage leegstand van de regenwaterputten verwacht. Aquafin raadt aan een kleiner volume aan regenwaterputten te installeren en dit te compenseren door infiltratie en/of berging. Het verkleinen van de regenwaterputten en het compenseren door infiltratie en/of berging wordt in voorwaarde opgenomen.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 5 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging.

6 klaslokalen met parkeernorm 0.75/klaslokaal : 6 x 0.75 = 4.5.

De werkelijke parkeerbehoefte is 5.

 

De plannen voorzien in 5 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Er worden 5 parkeerplaatsen gerealiseerd in de loods.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

Dit aantal is toereikend.

 

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.

 

 

De parkeerplaatsen zijn bereikbaar via een toegang aan de Schotensesteenweg. De toegang voor het gemotoriseerd verkeer interfereert niet met spelende kinderen. De parkeerplaatsen kunnen dus vlot bereikt worden zonder dat er gevaar is voor de leerlingen.

 

Fietsvoorzieningen:

Ter hoogte van het nieuwe sanitaire gebouw wordt een ondergrondse fietsenstalling voorzien die plaats biedt voor 30 fietsen. Deze fietsenstalling zal gebruikt worden door leerlingen en personeel en is voldoende groot. De helling naar de fietsenstalling heeft een hellingspercentage van ongeveer 21%. Dit hellingspercentage is aanvaardbaar voor een fietser die zijn fiets in de hand heeft. Om het comfort van de fietser te optimaliseren wordt er in voorwaarden opgelegd om de fietshelling te voorzien van een fietsgoot, zodat de fietsenstalling eenvoudig bereikbaar is met een fiets in de hand.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de centrale speelplaats zoveel als mogelijk voorzien van groenvakken;

3.      het perceel voor de loods maximaal vergroenen;

4.      de helling naar de fietsenstalling voorzien van een fietsgoot aan de zijkant van de helling;

5.      het niveauverschil tussen directie en secretariaat op het gelijkvloers voorzien van minstens een helling, conform artikel 18 en 19 van de verordening toegankelijkheid;

6.      de bovenzijde van de trap tussen de directie en secretariaat op het gelijkvloers dient te beschikken over een draairuimte conform artikel 24 van de verordening toegankelijkheid;

7.      minstens 1 deur met toegang tot elk klaslokaal dient een minimale breedte te hebben van 90 cm, conform artikel 22 van de verordening toegankelijkheid;

8.      het sanitaire gebouw dient voorzien te worden van minstens 1 andersvalide toilet, conform artikel 29-30 van de verordening toegankelijkheid;

9.      de exploitant dient de milieumelding met referentie AN2006/252 na te kijken en indien nodig deze aan te passen aan de huidige situatie (cf. dienst milieuvergunningen);

10.  voorwaarden Aquafin nv:

-          er is een gemengde riolering in de straat. De DWA dient ter hoogte van de rooilijn samen genomen te worden met de RWA en zo via één huisaansluiting aan te sluiten op de gemengde leiding in de straat. De vergunningsaanvrager dient een externe toezichtmogelijkheid op beide aansluitingen te voorzien;

-          het volume van de hemelwaterputten dient te worden verkleind en te worden gecompenseerd door infiltratie en/of berging;

-          gravitaire kelderaansluitingen zijn niet toegelaten. Indien er afvoerpunten van het gebouw (bijv. klokrooster) lager gelegen zijn dan het straatniveau t.h.v. de leiding dient de aansluiting beveiligd te worden tegen terugstroming. Dit kan door aan te sluiten via een terugslagklep of pomp. Een terugslagklep dient te worden geplaatst in de aankomende leidingen en niet in de infrastructuur van de rioolbeheerder;

-          de aansluiting dient te gebeuren op een diepte van 80 cm onder het straatniveau. Afwijkingen hiervan kunnen eventueel toegelaten worden mits een gemotiveerde aanvraag;

-          de diameter van de RWA en DWA-huisaansluiting staat niet vermeld op het plan. Deze dient 125mm tot maximaal 200mm te bedragen.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

25 februari 2020

Volledig en ontvankelijk

20 maart 2020

Start openbaar onderzoek

22 mei 2020

Einde openbaar onderzoek

20 juni 2020

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

1 september 2020

Verslag GOA

11 augustus 2020

naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

22 mei 2020

20 juni 2020

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.


Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de centrale speelplaats zoveel als mogelijk voorzien van groenvakken;

3.      het perceel voor de loods maximaal vergroenen;

4.      de helling naar de fietsenstalling voorzien van een fietsgoot aan de zijkant van de helling;

5.      het niveauverschil tussen directie en secretariaat op het gelijkvloers voorzien van minstens een helling, conform artikel 18 en 19 van de verordening toegankelijkheid;

6.      de bovenzijde van de trap tussen de directie en secretariaat op het gelijkvloers dient te beschikken over een draairuimte conform artikel 24 van de verordening toegankelijkheid;

7.      minstens 1 deur met toegang tot elk klaslokaal dient een minimale breedte te hebben van 90 cm, conform artikel 22 van de verordening toegankelijkheid;

8.      het sanitaire gebouw dient voorzien te worden van minstens 1 andersvalide toilet, conform artikel 29-30 van de verordening toegankelijkheid;

9.      de exploitant dient de milieumelding met referentie AN2006/252 na te kijken en indien nodig deze aan te passen aan de huidige situatie (cf. dienst milieuvergunningen);

10.  voorwaarden Aquafin nv:

-          er is een gemengde riolering in de straat. De DWA dient ter hoogte van de rooilijn samen genomen te worden met de RWA en zo via één huisaansluiting aan te sluiten op de gemengde leiding in de straat. De vergunningsaanvrager dient een externe toezichtmogelijkheid op beide aansluitingen te voorzien;

-          het volume van de hemelwaterputten dient te worden verkleint en te worden gecompenseerd door infiltratie en/of berging;

-          gravitaire kelderaansluitingen zijn niet toegelaten. Indien er afvoerpunten van het gebouw (bijv. klokrooster) lager gelegen zijn dan het straatniveau t.h.v. de leiding dient de aansluiting beveiligd te worden tegen terugstroming. Dit kan door aan te sluiten via een terugslagklep of pomp. Een terugslagklep dient te worden geplaatst in de aankomende leidingen en niet in de infrastructuur van de rioolbeheerder;

-          de aansluiting dient te gebeuren op een diepte van 80 cm onder het straatniveau. Afwijkingen hiervan kunnen eventueel toegelaten worden mits een gemotiveerde aanvraag;

-          de diameter van de RWA en DWA-huisaansluiting staat niet vermeld op het plan. Deze dient 125mm tot maximaal 200mm te bedragen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.


Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.