Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020072758 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | NV STRABAG BELGIUM met als adres Noorderlaan 139 te 2030 Antwerpen |
Ligging van het project: | Turnhoutsebaan 250 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: | afdeling 31 sectie B nrs. 441E en 441A |
Inrichtingsnummer: | 20200605-0023 (Sint Godelieve Deurne) |
Vergunningsplichten: | Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | een bemaling |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
In 1992 werd door de minister van leefmilieu aan het provinciebestuur van Antwerpen een vergunning klasse 2 verleend voor exploitatie van een school voor lager en hoger secundair onderwijs (BMV/00012873/601). Deze vergunning was geldig tot 1 september 2011. Op 16 februari 2012 werd door de deputatie van de provincie Antwerpen aan het provinciebestuur van Antwerpen opnieuw een vergunning klasse 2 verleend voor de verdere exploitatie van de school (MLAV1/11-363). Deze vergunning is geldig tot 16 februari 2032.
Op 29 maart 2017 diende Strabag Belgium een melding klasse 3 in voor een bemaling op het terrein van deze school (MV2017/242). Er werd echter geoordeeld dat de bemaling een klasse 2 rubriek vereiste waardoor de melding onontvankelijk verklaard werd. Met dossier MV2017/290 werd er enkele maanden later een vergunningsaanvraag voor een bemaling klasse 2 ingediend voor aanleg van de kelders van de school. De vergunning werd verleend op 7 juli 2017 en was geldig tot 7 juli 2018.
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag omvat een bemaling die noodzakelijk is voor de inspectie en herstelling van de bestaande regenwaterputten op het terrein. Klasse 2 rubriek 53.2.1.b wordt gevraagd voor een debiet van 1.300 m³/dag. De inrichting is gelegen in parkgebied (Provinciaal Groendomein Rivierenhof). Het bemalingswater wordt via een oppervlakte-infiltratie in een bestaande gracht en vijver naar het grondwater geleid. De duurtijd van de bemaling wordt geschat op drie weken.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
53.2.1°b) | bronbemaling in beschermd gebied, natuurgebied of parkgebied noodzakelijk voor de verwezenlijking van een bouwkundig werk of de aanleg van nutsvoorzieningen. | 1.300,00 m³/dag |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
AQUAFIN NV | 2 juli 2020 | 3 juli 2020 | Geen bezwaar |
Onroerend Erfgoed | 2 juli 2020 | 6 juli 2020 | Geen advies |
Provincie Antwerpen | 2 juli 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Vlaamse Milieumaatschappij, grondwaterbeheer | 2 juli 2020 | 7 augustus 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg | 2 juli 2020 | 15 juli 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan PRUP Provinciaal Groendomein Rivierenhof, goedgekeurd op 25 juni 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: parkgebied: beheer en educatie en parkgebied: hoofdtoegang.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor gemeenschapsuitrusting en openbare nutsvoorziening. Onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen dient te worden begrepen voorzieningen die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. De idee van dienstverlening (verzorgende sector) aan de gemeenschap is derhalve rechtstreeks aanwezig. Artikel 4.4.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening schrijft voor dat in gebieden die op de gewestplannen zijn aangewezen als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, handelingen van algemeen belang en de daarmee verbonden activiteiten te allen tijde kunnen worden toegelaten, ongeacht het publiek of privaatrechtelijk statuut van de aanvrager of het al dan niet aanwezig zijn van enig winstoogmerk. Als gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kunnen eveneens worden beschouwd een school, een voor het publiek toegankelijke toegangsweg tot een vergund gebouwencomplex in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen en neveninrichtingen naast een autosnelweg. Alhoewel in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen in principe geen gebouwen met een woonfunctie zijn toegelaten, heeft de Raad van State bovendien niettemin geoordeeld dat service-flats voor bejaarden kunnen worden vergund in dergelijk gebied. Ook een nomadenkamp werd door de Raad van State beschouwd als een gemeenschapsvoorziening en openbare nutsvoorziening. (Artikel 17 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen (PRUP's) kan u raadplegen via www.provincieantwerpen.be, zoek op 'PRUP'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Voor de inspectie en herstelling van lekke regenwaterputten op de schoolsite Sint-Godelieve, gelegen langs de Turnhoutsebaan 250 te Deurne, is een uitgraving noodzakelijk tot +0,50 meter TAW. Aangezien het grondwaterpeil in rust zich op +3,56 meter TAW bevindt, is een bemaling noodzakelijk om de bouwput droog te kunnen uitgraven. De bouwput heeft een grootte van 6,5 meter bij 35 meter en een oppervlakte van circa 225 m². De grondwaterverlaging zal maximaal 3,56 meter bedragen. De bemaling werd gedimensioneerd met behulp van een grondwatermodel. Ze kan uitgevoerd worden als een klassieke gravitaire filterbemaling bestaande uit negentien bemalingsfilters voorzien van bovengrondse vacuümpompen op een tussenafstand van vijf meter rondom de bouwput. Het stationair bemalingsdebiet bedraagt 32,5 m³/uur. Initieel wordt aan een hoger debiet gepompt zodat een maximaal dagdebiet van 1.300 m³/dag gevraagd wordt. De duurtijd van de bemaling wordt geschat op 21 dagen. In totaal zal over deze periode circa 17.200 m³ bemalingswater opgepompt worden.
De schoolsite Sint-Godelieve ligt in het Provinciaal Groendomein Rivierenhof. Het is de bedoeling het bemalingswater door middel van oppervlakte-infiltratie te retourneren in een nabijgelegen gracht met aansluiting op een vijver in het parkgebied. De bouwheer geeft aan dit reeds gemeld te hebben bij de provincie Antwerpen. Uit de fysicochemische eigenschappen van het grondwater die vermeld worden in de bemalingsstudie, kan besloten worden dat het grondwater van voldoende kwaliteit is om op deze manier geïnfiltreerd te worden.
Deze oppervlakte-infiltratie in gracht en vijver werd eveneens gemodelleerd. De dikte en doorlatendheid van de sliblaag zijn bepalend voor de hoeveelheid bemalingswater dat kan infiltreren. In het grondwatermodel wordt een dikte van 0,5 meter en een doorlatendheid van 1 meter/dag aangenomen, wat een conservatieve inschatting is. Indien het volledige volume aan bemalingswater in de naburige gracht en aansluitende vijver gebufferd en geïnfiltreerd wordt, gaat dit gepaard met een waterpeilstijging van circa 0,4 tot 0,5 meter. Van het debiet van 32,5 m³/uur zal circa 5,5 m³/uur rechtstreeks naar het grondwater infiltreren. De rest van het bemalingswater zal tijdelijk gebufferd worden in de gracht en de vijver en na het stopzetten van de bemaling verder infiltreren tot het waterpeil van de naburige gracht en vijver opnieuw in evenwicht komt met de grondwaterstand en zo opnieuw zijn oorspronkelijk peil bekomt. Indien de infiltratie- en buffercapaciteit van de gracht en vijver toch tijdelijk onvoldoende zouden blijken, zal het overschot aan bemalingswater tijdelijk geloosd worden in de ter plaatse aanwezige gemengde riolering. Uit de berekeningen blijkt dat dit debiet waarschijnlijk kleiner zal blijven dan 10 m³/uur.
Volgens de berekeningen op basis van het grondwatermodel is er geen risico op onaanvaardbare absolute of differentiële zettingen. Wel wordt er aangeraden de effectief optredende zettingen gedurende de volledige bemalingsduur te monitoren gezien er mogelijks een veenlaag aanwezig is en deze veenlaag sterk zettingsgevoelig is. Er is tevens een groot risico verbonden aan de uitgraving vlak naast het bestaande gebouw. Ten gevolge van een dergelijke uitgraving zal het risico op zettingen ten gevolge van grondontspanning immers beduidend hoger zijn dan het risico op zettingen ten gevolge van de grondwaterverlaging.
In de directe omgeving van de projectsite zijn enkele beschermde monumenten en beschermde stads- of dorpsgezichten aanwezig. Ter hoogte van deze beschermde monumenten en gebieden blijft de grondwaterverlaging echter kleiner dan 4,19 meter, de maximaal toelaatbare grondwaterverlaging om ontoelaatbare zettingsrisico’s te voorkomen. De bemaling zal dus geen invloed hebben op deze beschermde monumenten en zones.
Binnen de invloedstraal van de bemaling zijn twee OVAM-dossiers gelegen waarop de impact van de bemaling berekend werd. Het ene dossier bevat een verontreiniging, van het andere dossier waren geen gegevens voorhanden zodat dit meegenomen werd in de evaluatie. Uit de berekeningen blijkt dat de verplaatsing ten gevolge van de bemaling verwaarloosbaar is zodat er geen risico is op een eventuele verspreiding van een verontreiniging.
De bemaling wordt uitgevoerd binnen een parkgebied en heeft een maximale invloedstraal van 450 meter. Gezien de zeer beperkte bemalingsduur van maximaal drie weken, het uitvoeren van de bemaling in een minder delicate periode voor de bomen in het park (winterperiode) ten vroegste vanaf september 2020 en de oppervlakte-infiltratie van het bemalingswater in een naburige gracht, stelt de exploitant dat deze grondwaterverlaging geen nadelige invloed zal hebben op de bestaande vegetatie. Beter nog zou zijn – indien de weersomstandigheden dit toelaten – te bemalen in de effectieve winterperiode (december – januari – februari).
De afdeling grondwater van VMM geeft een voorwaardelijk gunstig advies voor deze bemaling op basis van de beschreven werkwijzen en voor een periode van drie weken na startdatum van de bemaling. De voorwaarden in het advies van VMM worden opgelegd als bijzondere voorwaarden. Er werd eveneens advies gevraagd aan de provincie Antwerpen (beheerder van het domein) maar hiervan werd geen advies ontvangen.
Aangezien de omgevingsvergunningsaanvraag betrekking heeft op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 over de nadere regels van de project-m.e.r.-screening, werd het aanvraagdossier tijdens het ontvankelijk- en volledigheidsonderzoek getoetst aan de criteria van bijlage II van het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid. Hierbij werd geoordeeld dat het project niet MER-plichtig is.
Het projectgebied waar de bemaling zal geplaatst worden valt binnen het landschappelijk geheel “Rivierenhof” en binnen een perceel dat bij ministerieel besluit van 14 maart 2019 vastgesteld werd als bouwkundig erfgoed. Er werd advies gevraagd aan het Agentschap Onroerend Erfgoed. Het advies is gunstig.
Uit de toepassing van de beoordelingsschema’s van de watertoets blijkt dat de gevraagde activiteiten niet van aard zijn dat ze een invloed hebben op het watersysteem. Een bijkomend wateradvies is niet vereist en de vergunningsaanvraag voldoet aan de doelstellingen opgenomen in artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de algemene, sectorale en bijzondere vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorwaardelijk positief advies gegeven de vergunning te verlenen voor een periode van drie weken na startdatum van de bemaling.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
53.2.1°b) | bronbemaling in beschermd gebied, natuurgebied of parkgebied noodzakelijk voor de verwezenlijking van een bouwkundig werk of de aanleg van nutsvoorzieningen. | 1.300,00 m³/dag |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. | De bemaling dient niet langer in stand gehouden te worden dan strikt noodzakelijk is. |
2. | Conform de vigerende wetgeving dienen de nodige debietmeters geplaatst te worden. De debietsmeters worden minimaal wekelijks gecontroleerd op een goede werking. |
3. | Bij de uitvoering van de werken wordt maximaal rekening gehouden met het waardevolle karakter van het Rivierenhof en de hier aanwezige beplanting. |
4. | De lozing van het bemalingswater in het grachtenstelsel gebeurt in overleg met de beheerder van het domein. In overleg met de beheerder kan bekeken worden of het zinvol is grachten af te dammen ter bevordering van de infiltratie. Het bemalingswater moet maximaal geïnfiltreerd worden via lozing in het grachtenstelsel van het Rivierenhof Lozing op de gemengde riolering of de DWA moet vermeden worden. |
5. | De start- en stopdatum van de bemaling wordt gemeld aan VMM via het mailadres grondwater.ant@vmm.be en aan de dienst Omgeving van de stad Antwerpen (omgevingsvergunning@antwerpen.be) met vermelding van de referentie OMV_2020072758. |
6. | De stand van elke debietmeter wordt wekelijks genoteerd in een logboek dat steeds ter inzage ligt op de werf. |
7. | Het grondwaterpeil dient opgevolgd te worden in minstens één peilbuis ter hoogte van of in de directe nabijheid van de bouwput. Hierin wordt wekelijks het grondwaterpeil opgemeten en genoteerd in een logboek dat steeds ter inzage ligt op de werf. |
8. | Er moeten peilbuizen en zettingsbakens geplaatst worden bij de meest nabijgelegen zettingsgevoelige objecten aan elke zijde van de bemaling. Van zodra de bemaling opgestart wordt, moeten de grondwaterstanden en zettingen opgevolgd worden. De monitoring gebeurt minstens met volgende frequentie:
De metingen op de zettingen mogen stopgezet worden van zodra deze niet meer wijzigen. Na stopzetting van de zettingsmetingen worden de peilmetingen minstens wekelijks voortgezet in minstens één peilbuis ter hoogte van de bouwput. Indien er een absolute zetting van 15 millimeter of meer gemeten wordt ter hoogte van een zettingsgevoelige constructie, wordt de bemaling bijgestuurd. Vanaf overschrijding van een absolute zetting van 20 millimeter wordt de bemaling stilgelegd. Er dient technisch een terugvalscenario voorzien te worden dat dit mogelijk maakt. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 8 juni 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 2 juli 2020 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 31 augustus 2020 |
Verslag GOA | 13 augustus 2020 |
naam GOA | Bieke Geypens |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Bijzondere milieuvoorwaarden
1. | De bemaling dient niet langer in stand gehouden te worden dan strikt noodzakelijk is. |
2. | Conform de vigerende wetgeving dienen de nodige debietmeters geplaatst te worden. De debietsmeters worden minimaal wekelijks gecontroleerd op een goede werking. |
3. | Bij de uitvoering van de werken wordt maximaal rekening gehouden met het waardevolle karakter van het Rivierenhof en de hier aanwezige beplanting. |
4. | De lozing van het bemalingswater in het grachtenstelsel gebeurt in overleg met de beheerder van het domein. In overleg met de beheerder kan bekeken worden of het zinvol is grachten af te dammen ter bevordering van de infiltratie. Het bemalingswater moet maximaal geïnfiltreerd worden via lozing in het grachtenstelsel van het Rivierenhof Lozing op de gemengde riolering of de DWA moet vermeden worden. |
5. | De start- en stopdatum van de bemaling wordt gemeld aan VMM via het mailadres grondwater.ant@vmm.be en aan de dienst Omgeving van de stad Antwerpen (omgevingsvergunning@antwerpen.be) met vermelding van de referentie OMV_2020072758. |
6. | De stand van elke debietmeter wordt wekelijks genoteerd in een logboek dat steeds ter inzage ligt op de werf. |
7. | Het grondwaterpeil dient opgevolgd te worden in minstens één peilbuis ter hoogte van of in de directe nabijheid van de bouwput. Hierin wordt wekelijks het grondwaterpeil opgemeten en genoteerd in een logboek dat steeds ter inzage ligt op de werf. |
8. | Er moeten peilbuizen en zettingsbakens geplaatst worden bij de meest nabijgelegen zettingsgevoelige objecten aan elke zijde van de bemaling. Van zodra de bemaling opgestart wordt, moeten de grondwaterstanden en zettingen opgevolgd worden. De monitoring gebeurt minstens met volgende frequentie:
De metingen op de zettingen mogen stopgezet worden van zodra deze niet meer wijzigen. Na stopzetting van de zettingsmetingen worden de peilmetingen minstens wekelijks voortgezet in minstens één peilbuis ter hoogte van de bouwput. Indien er een absolute zetting van 15 millimeter of meer gemeten wordt ter hoogte van een zettingsgevoelige constructie, wordt de bemaling bijgestuurd. Vanaf overschrijding van een absolute zetting van 20 millimeter wordt de bemaling stilgelegd. Er dient technisch een terugvalscenario voorzien te worden dat dit mogelijk maakt. |
De vergunning omvat thans volgende rubriek:
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
53.2.1°b) | bronbemaling in beschermd gebied, natuurgebied of parkgebied noodzakelijk voor de verwezenlijking van een bouwkundig werk of de aanleg van nutsvoorzieningen. | 1.300,00 m³/dag |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat op de startdatum van de bemaling voor een periode van 3 weken.