Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2019152031 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | VZW DON BOSCO ONDERWIJSCENTRUM met als contactadres Don Boscolaan 15 te 3050 Oud-Heverlee |
Ligging van het project: | Sint-Bernardsesteenweg 665 te 2660 Antwerpen en Sint-Bernardsesteenweg 667 te 2660 Hoboken (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: | afdeling 38 sectie B nrs. 715G2, 715K2 en 715D2 |
Inrichtingsnummer: | 20200422-0073 (Basisonderwijs Don Bosco Hoboken) |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | uitbreiden van een schoolgebouw en de exploitatie van een geothermische warmtepomp en een polyvalente zaal. |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 27 september 2013: vergunning (20133918) voor het slopen en nieuw bouwen van voorbouw en verbouwen van sanitaire ruimte aan een school;
- 20 juni 1983: vergunning (18#62777) voor het slopen van bestaande turnzaal en bouwen refter, turnzaal en bijlokalen.
Vergunde en bestaande toestand
- basisschool gedeelte van Campus Don Bosco;
- volume van 1 tot 2 bouwlagen onder plat dak in open bebouwing, ingericht met een kleuter- en basisschool vooraan en chirolokalen en speelplaatsen achteraan.
Gewenste toestand
- uitbreiding met 5 klassen, een bib-functie, een polyvalente (turn)zaal en vernieuwd sanitair blok;
- oprichting van een nieuw kopvolume onder plat dak aan de rechterkant;
- aanleg van de omgeving en fietsenstalling.
Inhoud van de aanvraag
- het bestaande schoolgebouw wordt rechts vooraan uitgebreid met een nieuw kopvolume;
- op niveau -1 wordt een polyvalente turnzaal ingericht, verbonden met de speelplaats via een betonnen gradin;
- op niveau +1 worden 5 nieuwe klassen voorzien, via een brede gang aansluitend op de bestaande klassen van de lagere school;
- het sanitair blok achteraan de speelplaats wordt vernieuwd en uitgebreid;
- achter het sanitair blok wordt een overdekte fietsenstalling voor 45 fietsen en 4 parkeerplaatsen voorzien;
- aan de straatkant wordt de toegang aangepast door middel van een helling en trappen.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Voor dit perceel zijn geen milieuvergunningen of meldingen van kracht.
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag omvat de uitbreiding van de school met vijf nieuwe klassen. Deze nieuwbouw zal verwarmd worden door middel van een geothermische warmtepomp. Er wordt ook een nieuwe polyvalente zaal gebouwd. De vergunning wordt gevraagd voor onbepaalde duur.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 55,00 kW |
32.2.2° | schouwburgen, variététheaters, andere zalen voor sportmanifestaties dan de zalen, vermeld in punt 3°, polyvalente zalen en feestzalen met een speelruimte. | 1 polyvalente (turn)zaal opp 186 m² |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Agentschap Wegen en Verkeer | 15 mei 2020 | 29 juni 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
AQUAFIN NV | 15 mei 2020 | 5 juni 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 15 mei 2020 | 8 juni 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen | 15 mei 2020 | 11 juni 2020 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit | 15 mei 2020 | 11 juni 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag is in strijd met artikel 38 van de bouwcode. Dit artikel stelt dat het verplicht is daken groter dan 20m² aan te leggen met een groendak, de nieuwe dakconstructie heeft een grootte van circa 538m². In deze aanvraag wordt hiervoor een specifieke afwijking aangevraagd voor de opvang van het grootschalige watergebruik van de school. Gelet op een duurzaam hergebruik van het hemelwater kan de afwijking van dit artikel gunstig worden geadviseerd.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag beoogt de verbouwing en uitbreiding van een bestaande school en gelet op de ligging van de gebouwen in een woongebied en de verenigbaarheid van dergelijke bestemming met het wonen in ruimere zin, is er in deze effectief sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De omgeving bestaat uit middelhoogbouw en laagbouw van woningen met 2 tot 4 bouwlagen. De gewenste uitbreiding wordt aan de rechterzijde van het project voorzien en sluit met 2 bouwlagen aan bij het bestaande hoofdvolume van de school. De geplande uitbreiding past zich geheel in het straatbeeld in, en respecteert voldoende de omliggende bebouwing en die van de site zelf. De geplande uitbreidingswerken zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
Visueel-vormelijke elementen
Het voorgestelde materiaalgebruik bestaat uit een roodbruin metselwerk en doorlopende plint in lichtkleurig beton en met lichtkleurig metselwerk als accenten. Voorliggende aanvraag werd voorafgaandelijk besproken op de welstandscommissie. Na aanpassingen aan de opmerkingen van de welstandscommissie werd er op 22 november 2019 een gunstig advies bekomen.
Gesteld kan dat alle zichtbare en vrijblijvende delen van de gevels in architecturaal verantwoorde duurzame materialen zullen worden afgewerkt waardoor deze naar welstand als gunstig beoordeeld kunnen worden.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag heeft ook deels betrekking op het kappen van 4 bomen. Er werd hiervoor voorwaardelijk gunstig advies verleend door de stedelijke dienst groen en begraafplaatsen:
“Gunstig voor het vellen van de naaldboom en de 3 andere bomen. Er wordt een heraanplant opgelegd van 4 bomen waarvan minstens 2 grootkruinige bomen van 1e orde. De plantmaat van de bomen dient minstens 18/20 te zijn.
Omdat niet duidelijk is wat allemaal in de werfzone valt, geven we ook mee dat de te behouden bomen tijdens de werken optimaal moeten beschermd worden, zowel boven- als ondergronds.”
Het gegeven voorwaardelijk gunstig advies wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt gevolgd. De voorgestelde voorwaarden worden mee opgenomen als voorwaarde van vergunning.
Het voorwaardelijk gunstig advies van brandweer, Aquafin en het Agentschap Wegen en verkeer worden integraal gekoppeld als voorwaarden van vergunning.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 4 parkeerplaatsen.
“De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. De basisschool Don Bosco aan de Sint-Bernardsesteenweg breidt uit met 5 klassen en een polyvalente turnzaal. De turnzaal ligt lager (-1) en heeft een hoogte over de -1 en het gelijkvloers. Op +1 zijn 5 nieuwe klaslokalen voorzien. Voor de uitbreiding met 5 klassen is de parkeerbehoefte 5 x 0,75 = 3,75 afgerond 4 parkeerplaatsen. Er verdwijnen door de verbouwing enkele parkeerplaatsen aan de Sint-Bernardsesteenweg, maar dit waren geen vergunde plaatsen. De werkelijke parkeerbehoefte is 4 parkeerplaatsen.” |
De plannen voorzien in 4 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. “Er worden 4 plaatsen op het eigen terrein, bereikbaar via de Salesianenlaan, voorzien” |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 4. Dit aantal is toereikend. |
Ontsluiting/bereikbaarheid:
“Via Salesianenlaan. Het zijn 4 parkeerplaatsen. De leerlingen moeten met hun fietsen ook deze ingang gebruiken. Er is kans dat fietsen en autobewegingen door elkaar gaan lopen. Dit moet zoveel mogelijk beperkt worden. Bij voorkeur zijn de plaatsen al bezet voordat de leerlingen met hun fiets komen en zijn de leerlingen al weer weg voor de leerkrachten van deze parkingplaatsen wegrijden.”
Fietsvoorzieningen:
“Er is voor de 5 bijkomende klassen een fietsparkeerbehoefte van 5 x 9 = 45 fietsenstallingen.
Voor deze fietsen wordt een overdekte fietsenstalling voor 45 plaatsen voorzien. De fietsen staan allemaal op één niveau met maar 40 cm ruimte tussen de fietsen. Indien er gekozen wordt voor alle fietsen op hetzelfde niveau, dan moet er 65 cm tussenruimte zijn. Bij 40 cm tussenruimte moet er gekozen worden voor een hoog-laagsysteem.”
Het gegeven advies van de stedelijke dienst mobiliteit wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt gevolgd. Het is wenselijk dat de bijkomende autostaanplaatsen op een optimale tijdcurve worden gebruikt omtrent de veiligheid van de fietsende kinderen. Het huidige systeem van de fietsenstalling biedt onvoldoende ruimte voor het plaatsen van de fietsen. Hierdoor wordt in voorwaarde opgenomen dat een stallingstype dient gekozen te worden waarbij de fietsen afwisselend hoog-laag geplaatst kunnen worden.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De ingedeelde inrichtingen of activiteiten zijn louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig.
Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, §3 van het DABM betreffende verbods- en afstandregels.
De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. bijgevoegd advies van Aquafin met voorwaarden is strikt na te leven vanaf aanvang van het project;
3. bijgevoegd advies van het Agentschap Wegen en verkeer met voorwaarden is strikt na te leven vanaf aanvang van het project;
4. De fietsenstalling moet uitgewerkt worden in een stallingstype waarbij de fietsen afwisselend hoog-laag geplaatst kunnen worden;
5. Bij een te behouden boom moeten volgende zaken in acht genomen worden:
- In het ontwerp van de gebouwen en de volledige infrastructuur errond, mag er niets voorzien worden waardoor de wortels of kroon van de boom onaanvaardbaar moeten beschadigd worden, noch nu, noch in de toekomst. Praktisch gezien wil dit zeggen dat het ontwerp niet mag leiden tot noodzaak om:
- Als er werken (zowel bouwwerken, als werken aan de infrastructuur errond) worden uitgevoerd, moet de te behouden boom beschermd worden. Zowel wortels als kroon moeten beschermd worden.
- De wortelzone van de boom moet beschermd worden om verdichting van de bodem en/of oppervlakkige beschadiging van de wortels te voorkomen. Op vlak van bescherming voor de wortelzone zijn er twee mogelijkheden:
- In die volledig afgebakende zone mag niets gebeuren. (niet graven, niet stockeren, geen afvalwater of spoelwater lozen, ….)
- Om uitdroging van de wortelzone te voorkomen tijdens een droogzuiging van de werf, moet water worden gegeven aan de boom, tenzij bodemonderzoek zou uitwijzen dat dit niet nodig is.
- Naast de wortelzone moeten ook de stam en de kroon beschermd worden. Als de wortelzone volledig kan afgeschermd worden, zijn de stam en het onderste deel van de kroon uiteraard ook ineens afgeschermd. Kan de wortelzone niet volledig afgeschermd worden, dan moeten voor het beschermen van de stam en onderste deel van de kroon ook beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden.
- Om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen moet de aannemer, als hij een kraan gaat gebruiken, een voldoende hoge kraan voorzien. Als de kraan ronddraait met een last eraan, mag niets de top van de boom raken. De aannemer mag ook geen snoeiwerken uitvoeren om ruimte te krijgen voor een kraan of voor om het even welke machine of stelling of … .
- Het is aangewezen om voor de nodige onderzoeken en voor het opstellen van beschermingsmaatregelen op maat, een gecertificeerd boomverzorger te raadplegen. Op www.baas-isa.be is een lijst beschikbaar van deze mensen. ( U kunt ook gewoon in Google ‘lijst ETT’ ingeven).
6. Na de oplevering van de werkzaamheden moeten ter compensatie van de gevelde bomen, 4 bomen, waarvan minstens 2 grootkruinige bomen van 1e grootte, aangeplant worden. De plantmaat van de bomen dient minstens 18/20 te zijn.
- Bij het aanplanten van een nieuwe boom moeten volgende zaken in acht genomen worden:
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de opgelegde bijzondere milieuvoorwaarde, is deze aanvraag in overeenstemming met de Vlarem-wetgeving. Vanuit milieustandpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 55,00 kW |
32.2.2° | schouwburgen, variététheaters, andere zalen voor sportmanifestaties dan de zalen, vermeld in punt 3°, polyvalente zalen en feestzalen met een speelruimte. | 1 polyvalente (turn)zaal opp 186 m² |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 25 april 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 15 mei 2020 |
Start openbaar onderzoek | 25 mei 2020 |
Einde openbaar onderzoek | 23 juni 2020 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 28 augustus 2020 |
Verslag GOA | 13 augustus 2020 |
naam GOA | Gerd Cryns en Bieke Geypens |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
25 mei 2020 | 23 juni 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. bijgevoegd advies van Aquafin met voorwaarden is strikt na te leven vanaf aanvang van het project;
3. bijgevoegd advies van het Agentschap Wegen en verkeer met voorwaarden is strikt na te leven vanaf aanvang van het project;
4. De fietsenstalling moet uitgewerkt worden in een stallingstype waarbij de fietsen afwisselend hoog-laag geplaatst kunnen worden;
5. Bij een te behouden boom moeten volgende zaken in acht genomen worden:
- In het ontwerp van de gebouwen en de volledige infrastructuur errond, mag er niets voorzien worden waardoor de wortels of kroon van de boom onaanvaardbaar moeten beschadigd worden, noch nu, noch in de toekomst. Praktisch gezien wil dit zeggen dat het ontwerp niet mag leiden tot noodzaak om:
- Als er werken (zowel bouwwerken, als werken aan de infrastructuur errond) worden uitgevoerd, moet de te behouden boom beschermd worden. Zowel wortels als kroon moeten beschermd worden.
- De wortelzone van de boom moet beschermd worden om verdichting van de bodem en/of oppervlakkige beschadiging van de wortels te voorkomen. Op vlak van bescherming voor de wortelzone zijn er twee mogelijkheden:
- In die volledig afgebakende zone mag niets gebeuren. (niet graven, niet stockeren, geen afvalwater of spoelwater lozen, ….)
- Om uitdroging van de wortelzone te voorkomen tijdens een droogzuiging van de werf, moet water worden gegeven aan de boom, tenzij bodemonderzoek zou uitwijzen dat dit niet nodig is.
- Naast de wortelzone moeten ook de stam en de kroon beschermd worden. Als de wortelzone volledig kan afgeschermd worden, zijn de stam en het onderste deel van de kroon uiteraard ook ineens afgeschermd. Kan de wortelzone niet volledig afgeschermd worden, dan moeten voor het beschermen van de stam en onderste deel van de kroon ook beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden.
- Om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen moet de aannemer, als hij een kraan gaat gebruiken, een voldoende hoge kraan voorzien. Als de kraan ronddraait met een last eraan, mag niets de top van de boom raken. De aannemer mag ook geen snoeiwerken uitvoeren om ruimte te krijgen voor een kraan of voor om het even welke machine of stelling of … .
- Het is aangewezen om voor de nodige onderzoeken en voor het opstellen van beschermingsmaatregelen op maat, een gecertificeerd boomverzorger te raadplegen. Op www.baas-isa.be is een lijst beschikbaar van deze mensen. ( U kunt ook gewoon in Google ‘lijst ETT’ ingeven).
6. Na de oplevering van de werkzaamheden moeten ter compensatie van de gevelde bomen, 4 bomen, waarvan minstens 2 grootkruinige bomen van 1e grootte, aangeplant worden. De plantmaat van de bomen dient minstens 18/20 te zijn.
- Bij het aanplanten van een nieuwe boom moeten volgende zaken in acht genomen worden:
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.
De vergunning omvat thans volgende rubrieken:
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 55,00 kW |
32.2.2° | schouwburgen, variététheaters, andere zalen voor sportmanifestaties dan de zalen, vermeld in punt 3°, polyvalente zalen en feestzalen met een speelruimte. | 1 polyvalente (turn)zaal opp 186 m² |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat op 21 augustus 2020 voor onbepaalde duur.