Terug
Gepubliceerd op 22/06/2020

2020_CBS_05261 - Omgevingsvergunning - OMV_2020030630. Katwilgweg 3C. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 19/06/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_05261 - Omgevingsvergunning - OMV_2020030630. Katwilgweg 3C. District Antwerpen - Goedkeuring 2020_CBS_05261 - Omgevingsvergunning - OMV_2020030630. Katwilgweg 3C. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020030630

Gegevens van de aanvrager:

de heer Patrick Bouwen met als adres Hoogveldweg 155 bus 3 te 2500 Lier en NV TRADING PLACES met als adres Hoogveldweg 155 bus 3 te 2500 Lier

Gegevens van de exploitant:

NV TRADING PLACES met als adres Hoogveldweg 155 bus 3 te 2500 Lier

Ligging van het project:

Katwilgweg 3C te 2050 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 13 sectie N nr. 223C3

Inrichtingsnummer:

20200318-0010 (Cronos)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

de regularisatie en exploitatie van een nieuw kantoorgebouw met ondergrondse parking

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-        31/03/2017: vergunning (20162640) voor het bouwen van een nieuwbouw voor onderzoek- en ontwikkeling kantoorachtige activiteiten met ondergrondse parking.

Vergunde/vergund geachte toestand

-        kantoorgebouw;

-        bouwvolume:

  • 3 bouwlagen met origami-achtige dakvorm;
  • ondergrondse parking;

-        gevelafwerking:

  • voor- en achtergevel maximaal beglaasd met een scherm van verticale lamellen;
  • zijgevels en origami-achtige dak afgewerkt in metalen bekleding.

Huidige toestand

-        laatst vergunde toestand in uitvoering.

Gewenste toestand

-        gewijzigde indeling o.a. bezetting verhoogd naar 880 personen, wijziging auditorium, een extra gecompartimenteerde trapkern, wijziging vluchtuitgang vanuit niveau +1, inrichten afvalberging en diverse wijzigingen aan de technische lokalen:

-        beperkte wijzigingen aan de gevels:

  • extra raamopening in de zuidgevel;
  • kleinere raamopening in de noordgevel;
  • gewijzigde onderverdeling van het schrijnwerk op bepaalde plaatsen.

Inhoud van de aanvraag

-        het doorvoeren van interne constructieve werken;

-        het wijzigen van gevelopeningen in de zijgevels.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 27 januari 2017 nam het college akte van een melding klasse 3 (MV2016/530) voor exploitatie van een kantoorgebouw. Iets later, op 24 februari 2017, verleende het college een milieuvergunning klasse 2 (MV2016/526) voor een tijdelijke werf met bronbemaling.

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag omvat de regularisatie van enkele wijzigingen ten opzichte van de stedenbouwkundige vergunning die op 31 maart 2017 verleend werd (ANL/B/20162640). De ingedeelde inrichtingen of activiteiten werden reeds eerder gemeld. Enkele installaties werden enigszins anders uitgevoerd dan aanvankelijk ontworpen of zijn intussen anders ingedeeld. De omgevingsvergunning wordt gevraagd voor onbepaalde duur.

  

Aangevraagde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

12.1.1.1°a)

inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch schijnbaar vermogen van 150 kVA tot en met 800 kVA als de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied;

+10 kVA

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

-48 kW

43.1.1°a)

stookinstallaties van 300 kW tot en met 2.000 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied en gestookt wordt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas.

+60 kW

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

21 april 2020

19 mei 2020

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

21 april 2020

6 mei 2020

stadsontwikkeling/ mobiliteit

21 april 2020

6 mei 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Katwilgweg, goedgekeurd op 24 maart 2011. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: art.2  bedrijf (be1).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-        Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-        Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:

  • artikel 20 Trappen:
    §4 aan beide zijden van de trap moet een trapleuning aangebracht worden voorbij de eerste en laatste trede die minstens 40 cm horizontaal doorloopt alvorens af te buigen naar de vloer of wand;
  • artikel 22 Toegangen en deuropeningen:
    §2 er wordt geen doorgangsbreedte van minstens 90 cm gegarandeerd bij de dubbele toegangsdeur bij inkomsas oost wanneer slechts een enkele vleugel 90° wordt geopend.

 

Algemene bouwverordeningen

-        Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-        Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 17 Behoud en heraanplanting:
    de vergunde groenvoorzieningen bij de buitenruimte aan de noordelijke gevel worden niet meer weergegeven in de gewenste toestand.

 

Sectorale regelgeving

-        MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-        Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-        Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-        Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-        BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag omvat geen functiewijzigingen ten opzichte van de laatst vergunde toestand en voldoet nog steeds aan de bestemmingsvoorschriften van het RUP Katwilgweg. De aanvraag is bijgevolg functioneel inpasbaar in de huidige en geplande omgeving.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag omvat interne constructieve wijzigingen ten opzichte van de laatst vergunde toestand. De aanvraag blijft verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

 

Visueel-vormelijke elementen

Er zijn geen noemenswaardige wijzigingen ten opzichte van de laatst vergunde toestand. In de zuidgevel wordt een raamopening toegevoegd, in de noordgevel worden de afmetingen van een raamopening verkleind en de onderverdeling van het schrijnwerk wijzigt op bepaalde plaatsen. Deze wijzigingen doen geen afbreuk aan het algemeen sterk en herkenbaar geheel van het bedrijfsgebouw zoals in het verleden besproken in de welstandscommissie.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:

-        artikel 20 Trappen:
§4 aan beide zijden van de trap moet een trapleuning aangebracht worden die voorbij de eerste en laatste trede minstens 40 cm horizontaal doorloopt alvorens af te buigen naar de vloer of wand;

-        artikel 22 Toegangen en deuropeningen:
§2 er wordt geen doorgangsbreedte van minstens 90 cm gegarandeerd bij de dubbele toegangsdeur bij inkomsas oost wanneer slechts een enkele vleugel 90° wordt geopend.

Als voorwaarden van de vergunning wordt opgelegd om de trappen en de doorgangsbreedte bij het inkomsas oost conform artikel 20 en 22 van deze verordening uit te voeren.

 

De vergunde groenvoorziening in de buitenruimte aan de noordelijke gevel wordt niet meer weergegeven in de gewenste toestand. De aanvraag voor de bouw van het bedrijfsgebouw werd in het verleden meermaals op de welstandscommissie besproken. Aangezien de welstandscommissie heeft opgemerkt om de aanleg tussen de verschillende bouwvelden op het bedrijventerrein met aandacht uit te werken, zal worden geadviseerd om als voorwaarde aan de vergunning op te nemen dat de buitenruimte bij de noordelijke gevel moet ingericht worden met groene elementen, overeenkomstig vergunning (20162640). Aangezien deze buitenruimte het dak vormt van de ondergrondse parkeergarage, kan dit door middel van bloembakken.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte. Het aantal parkeerplaatsen en fietsenstallingen blijft ook hetzelfde.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

De aanvraag omvat de regularisatie van enkele wijzigingen ten opzichte van de stedenbouwkundige vergunning die op 31 maart 2017 verleend werd (ANL/B/20162640). De ingedeelde inrichtingen of activiteiten werden reeds eerder gemeld. Enkele installaties werden enigszins anders uitgevoerd dan aanvankelijk ontworpen of zijn intussen anders ingedeeld. De omgevingsvergunning wordt gevraagd voor onbepaalde duur.

 

Het betrokken gebouw is het eerste gebouw van een grotere ontwikkeling, namelijk Katwilgpark. Hiervoor werd het masterplan “Katwilgpark” opgesteld. Het projectgebied valt binnen het Ruimtelijk Uitvoeringsplan Katwilgweg. Het project heeft als hoofdbestemming “kantoorachtige activiteiten” en zal in huur worden genomen door Cronos Groep. Er worden iets minder dan 500 werkplekken voorzien verdeeld over het gelijkvloers, de eerste en de tweede verdieping. Op het gelijkvloers situeren zich de departementen die zich specifiek bezig houden met fundamenteel wetenschappelijk onderzoek naar nieuwe IT-oplossingen. Er worden ook leslokalen voorzien. Tegelijk komen hier de minder kantoorachtige functies zoals onthaal, aula, cafetaria en dergelijke. De kantoren worden voorzien vanaf de eerste verdieping.

 

Het lozen van huishoudelijk afvalwater met een debiet van 1.200 m³/jaar blijft ongewijzigd, evenals de transformator met een vermogen van 800 kVA, de UPS eenheid met een vermogen van 15.000 VAh en de opslag van 1.500 kg gasolie voor de noodgenerator.

 

De oorspronkelijk gemelde noodgenerator met een vermogen van 240 kW werd vervangen door een noodgenerator met een vermogen van 250 kW. Door wijziging van de indelingslijst, is deze noodgenerator niet langer ingedeeld in rubriek 31. Het vermogen van de koelinstallaties daalt met 48 kW tot een totaal van 140 kW. De gemelde BEO-installatie werd uiteindelijk niet geplaatst, daarom is rubriek 55 nu niet meer van toepassing. De stookinstallaties komen met 60 kW erbij tot een iets hoger totaal thermisch ingangsvermogen van 360 kW. Er is nog geen mogelijkheid om ter plaatse aan te sluiten op een warmtenet maar de installaties hiervoor werden wel al voorzien. Alle aangevraagde IIOA’s zijn nog steeds ingedeeld in de derde klasse.

 

In de begeleidende nota’s wordt gesproken van een auditorium. Dit is ook ingetekend op de plannen. Rubriek 32.2.2 werd echter niet gevraagd. Na overleg met de exploitant wordt deze rubriek van ambtswege toegevoegd.

 

De opslag van diesel voor de noodgenerator gebeurt bovengronds in een dubbelwandige tank met lekdetectie en overvulbeveiliging. Bronnen van geleide luchtemissies zijn de schouwen van de stookinstallaties en de uitlaat van de dieselgenerator. De stookinstallaties zijn nieuw, emissiemetingen en verbrandingsattest werden bij de aanvraag gevoegd. De koelinstallaties maken gebruik van het koelmiddel 410A. Het opstartrapport werd toegevoegd. Door de inplanting van het gebouw in industriezone en de plaatsing van de toestellen in technische ruimtes, wordt er geen geluidshinder naar de omgeving verwacht.

 

Er werd een hemelwaterput met een inhoud van 75.000 liter geplaatst. Dit water wordt gebruikt voor het onderhoud van het gebouw, het spoelen van de toiletten en het besproeien van de tuin. De overstort wordt afgeleid naar een wadi in de groenboulevard op eigen terrein.

 

Voor de ingedeelde inrichtingen of activiteiten zijn er slechts kleine wijzigingen tegenover de melding van 2017. De impact van deze wijzigingen wordt als zeer beperkt ingeschat.

 

De vergunningsaanvraag heeft geen betrekking op ingedeelde inrichtingen of activiteiten in of aan een beschermde archeologische site, een beschermd monument, een beschermd cultuurhistorisch landschap of een beschermd stads- of dorpsgezicht in de zin van het decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.     de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.     er moet een doorgangsbreedte van minstens 90 cm gegarandeerd worden bij de dubbele toegangsdeur bij inkomsas oost wanneer slechts een enkele vleugel 90° wordt geopend, conform artikel 20 van de gewestelijke verordening toegankelijkheid;

3.     aan beide zijden van de trap moet een trapleuning aangebracht worden die voorbij de eerste en laatste trede minstens 40 cm horizontaal doorloopt alvorens af te buigen naar de vloer of wand, conform artikel 22 van de gewestelijke verordening toegankelijkheid;

4.     de buitenruimte bij de noordelijke gevel moet ingericht worden met groene elementen, overeenkomstig vergunning 20162640.

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.

 

Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

12.1.1.1°a)

inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch schijnbaar vermogen van 150 kVA tot en met 800 kVA als de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied;

+10 kVA

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

-48 kW

32.2.2°

schouwburgen, variététheaters, andere zalen voor sportmanifestaties dan de zalen, vermeld in punt 3°, polyvalente zalen en feestzalen met een speelruimte;

 

43.1.1°a)

stookinstallaties van 300 kW tot en met 2.000 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied en gestookt wordt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas.

+60 kW

 

Gecoördineerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

1.200 m³/ jaar

12.1.1.1°a)

inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch schijnbaar vermogen van 150 kVA tot en met 800 kVA als de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied;

250 kVA

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

1 x 800 kVA

12.3.1°

accumulatoren (gebruik van): vast opgestelde batterijen waarvan het product van het vermogen, uitgedrukt in Ah, met de klemspanning, uitgedrukt in V, meer bedraagt dan 10.000;

15.000 VAh

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

140 kW

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

1,50 ton

32.2.2°

schouwburgen, variététheaters, andere zalen voor sportmanifestaties dan de zalen, vermeld in punt 3°, polyvalente zalen en feestzalen met een speelruimte;

 

43.1.1°a)

stookinstallaties van 300 kW tot en met 2.000 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied en gestookt wordt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas.

360 kW

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

26 maart 2020

Volledig en ontvankelijk

21 april 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

20 juli 2020

Verslag GOA

9 juni 2020

naam GOA

Katrijn Apostel en Bieke Geypens

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      er moet een doorgangsbreedte van minstens 90 cm gegarandeerd worden bij de dubbele toegangsdeur bij inkomsas oost wanneer slechts een enkele vleugel 90° wordt geopend, conform artikel 20 van de gewestelijke verordening toegankelijkheid;

3.      aan beide zijden van de trap moet een trapleuning aangebracht worden die voorbij de eerste en laatste trede minstens 40 cm horizontaal doorloopt alvorens af te buigen naar de vloer of wand, conform artikel 22 van de gewestelijke verordening toegankelijkheid;

4.      de buitenruimte bij de noordelijke gevel moet ingericht worden met groene elementen, overeenkomstig vergunning 20162640.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

 

De vergunning omvat thans volgende rubrieken:

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

1.200 m³/ jaar

12.1.1.1°a)

inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch schijnbaar vermogen van 150 kVA tot en met 800 kVA als de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied;

250 kVA

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

1 x 800 kVA

12.3.1°

accumulatoren (gebruik van): vast opgestelde batterijen waarvan het product van het vermogen, uitgedrukt in Ah, met de klemspanning, uitgedrukt in V, meer bedraagt dan 10.000;

15.000 VAh

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

140 kW

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

1,50 ton

32.2.2°

schouwburgen, variététheaters, andere zalen voor sportmanifestaties dan de zalen, vermeld in punt 3°, polyvalente zalen en feestzalen met een speelruimte;

 

43.1.1°a)

stookinstallaties van 300 kW tot en met 2.000 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied en gestookt wordt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas.

360 kW

 

 

Artikel 4

het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat op 19 juni 2020 voor onbepaalde duur.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.