Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2020023776 |
Gegevens van de aanvrager: |
zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: |
BVBA Plantin Development met als adres Lloyd Georgelaan 7 te 1000 Brussel |
Ligging van het project: |
Plantin en Moretuslei 106, 108 en 108A te 2018 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
Antwerpen afdeling 6 sectie F nrs. 1267Z2, 1267X2, 1267A3 en 1267T2 |
Inrichtingsnummer: |
20200220-0098 (Bemaling Delhaize-site) |
Vergunningsplichten: |
Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: |
de exploitatie van twee tijdelijke bronbemalingen, technisch noodzakelijk voor het uitvoeren van bouwkundige werken |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag betreft een grondwaterbemaling voor de herontwikkeling van de Delhaize-site aan de Plantin en Moretuslei te Antwerpen.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gevraagd voor |
3.4.2° |
het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; |
11,12 m³/uur |
3.6.3.2° |
afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; |
11,12 m³/uur |
53.2.2°a) |
bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1°, met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³ per jaar of een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot vier meter onder maaiveld. |
26.730,00 m³/jaar |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Vlaamse Milieumaatschappij, afvalwater en lucht |
2 juni 2020 |
5 juni 2020 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
architecten |
2 juni 2020 |
2 juni 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.) In gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud. (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De projectsite bevindt zich tussen de Plantin en Moretuslei, de Rolstraat en de Magdalenastraat. Het project wordt uitgevoerd in twee fasen waarbij in fase 1 slechts één ondergronds niveau is voorzien en in fase 2 twee ondergrondse niveaus worden uitgevoerd.
De ondergrond op de projectsite kan onderverdeeld worden in drie grondlagen: een quartaire toplaag van circa 4 m dikte gevolgd door de tertiaire Formatie van Berchem dewelke onderaan op een diepte van circa 25 m-mv afgesloten wordt door de tertiaire Klei van Boom.
Het maaiveldpeil ter hoogte van de projectsite situeert zich op circa +4,9 mTAW, het grondwaterpeil bevindt zich op een peil van +0,50 mTAW.
Door de diepe grondwaterstand in rust bevindt de vloerplaat van fase 1 zich boven de grondwaterstand in rust en zijn er slechts lokale en kortstondige bemalingen nodig voor de realisatie van het sprinklerbassin, de pompput en de liftputten. In fase 1-1 worden het sprinklerbassin en de pompput uitgevoerd en in fase 1-2 worden de liftputten uitgevoerd. Er wordt rekening gehouden met een marge van 15 % op de berekende debieten. Dit brengt het maximaal uurdebiet voor fase 1 op 11,12 m³/uur of 267 m³/dag en het totaaldebiet voor fase 1 op 10.679 x 1,15 = circa 12.300 m³. Er wordt geschat op een uitvoeringstermijn van 5 maanden voor fase 1. Gezien de beperkte verlaging en de tijdelijke duur van deze filterkaders zijn er geen negatieve effecten op de omgeving te verwachten. De berekende absolute zettingen zijn zeer klein en de mogelijke impact op bij OVAM bekende dossiers in de omgeving van de site is verwaarloosbaar.
Voor fase 2 is een grotere grondwaterverlaging vereist, daarom wordt deze fase uitgevoerd binnen waterkerende wanden die worden aangezet tot in de Boomse klei. Hierdoor is de bouwput hydraulisch afgesloten van haar omgeving en moet enkel het geborgen water, het lekdebiet en de neerslag bemaald worden. Voor deze fase worden geen marges genomen op het neerslagdebiet en het debiet van het geborgen water, doch wel een marge van 50 % op het lekdebiet om rekening te houden met kleine afwijkingen op de weerstand van de wand. Dit brengt het maximaal uurdebiet op 217 m³/dag (gedurende 14 dagen) of 101,5 m³/dag gedurende 30 dagen met aansluitend 65 m³/dag voor de rest van het kalenderjaar voor het lekdebiet en de neerslag. Het totaal jaardebiet voor de bemaling van fase 2 bedraagt 3.037 m³ geborgen water, 2.800 m³ neerslag en 13.928 m³ x 1,5 lekdebiet = 26.730 m³. Er wordt een uitvoeringstijd van 1 jaar aangevraagd.
Beide fasen worden uitgevoerd binnen een verschillend kalenderjaar, fase 1 start in 2020 en fase 2 in 2022. De exacte uitvoeringsdatums zijn nog niet gekend. Aangezien het totaaldebiet van fase 2 op jaarbasis groter is dan dat van fase 1 wordt dit jaardebiet aangevraagd (rubriek 53.2.2.a).
Staalname van het grondwater op de projectsite toonde aan dat er een overschrijding is van de indelingscriteria (IC) voor arseen, lood, nikkel, zink en minerale olie. Er worden lozingsnormen aangevraagd van 10 x IC. Dit werd voorgelegd aan VMM afvalwater.
Parameter (µg/l) |
IC |
gevraagd |
Advies VMM |
arseen |
5 |
50 |
50 |
lood |
50 |
500 |
500 |
nikkel |
30 |
300 |
300 |
zink |
200 |
2.000 |
2.000 |
minerale olie |
|
500 |
500 |
Indien deze lozingsnormen overschreden worden, dient er een waterzuivering geplaatst te worden. Rubrieken 3.4.2 en 3.6.3.2 worden om die reden allebei aangevraagd. De lozing gebeurt in de gemengde riolering die aangesloten is op de RWZI Antwerpen/Deurne.
Regelmatige controle van de kwaliteit van het bemalingswater is dan ook noodzakelijk.
Aangezien er meer dan 10 m³/uur geloosd wordt op de riolering dient er een saneringscontract met Aquafin afgesloten te worden. Dit werd tijdens de vergunningsprocedure bezorgd. Op die manier wordt er ook voldaan aan de voorwaarde die VMM afvalwater had opgelegd.
MER-screening:
Aangezien de omgevingsvergunningsaanvraag betrekking heeft op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III bij het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening werd het aanvraagdossier tijdens het ontvankelijk- en volledigheidsonderzoek getoetst aan de criteria van bijlage II van het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid. Hierbij werd geoordeeld dat het project niet MER-plichtig is. De nota werd aanvaard.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorwaardelijk positief advies gegeven de vergunning te verlenen voor een periode van 3 jaar.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Geadviseerd voor |
3.4.2° |
het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; |
11,12 m³/uur |
3.6.3.2° |
afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; |
11,12 m³/uur |
53.2.2°a) |
bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1°, met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³ per jaar of een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot vier meter onder maaiveld. |
26.730,00 m³/jaar |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. |
Lozingsnormen:
|
||||||||||||
2. |
Er dient een regelmatige staalname van het bemalingswater te gebeuren en bij overschrijding van de lozingsnormen een waterzuivering geplaatst te worden. De resultaten van die staalnames worden bezorgd aan de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) en aan de afdeling Omgeving (milieuvergunningen@antwerpen.be) met vermelding van OMV_2020023776. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
7 april 2020 |
Volledig en ontvankelijk |
29 april 2020 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
28 juli 2020 |
Verslag GOA |
11 juni 2020 |
naam GOA |
Bieke Geypens |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Bijzondere milieuvoorwaarden
1. | Lozingsnormen:
| ||||||||||||
2. | Er dient een regelmatige staalname van het bemalingswater te gebeuren en bij overschrijding van de lozingsnormen een waterzuivering geplaatst te worden. De resultaten van die staalnames worden bezorgd aan de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) en aan de afdeling Omgeving (milieuvergunningen@antwerpen.be) met vermelding van OMV_2020023776. |
De vergunning omvat thans volgende rubrieken:
Rubriek |
Omschrijving |
Gecoördineerd |
3.4.2° |
het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; |
11,12 m³/uur |
3.6.3.2° |
afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; |
11,12 m³/uur |
53.2.2°a) |
bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1°, met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³ per jaar of een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot vier meter onder maaiveld. |
26.730,00 m³/jaar |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat op 19 juni 2020 voor een periode van 3 jaar.