Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020026025 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | BV JRN-CONSTRUCT met als adres Mannheimweg 1 te 2030 Antwerpen |
Ligging van het project: | Hansadok 250 te 2030 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 15 sectie B nr. 49Z |
Inrichtingsnummer: | 20200109-0067 (JRN-Construct) |
Vergunningsplichten: | Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | een inrichting voor de opslag van materialen en producten en de revisie/onderhoud van eigen toestellen. |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Stedenbouwkundige voorgeschiedenis
Op 22 september 2006 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/2006/B/0114) voor het verbouwen van een magazijn/kantoorgebouw.
Voorgeschiedenis milieu:
Het betreft een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit.
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag betreft de exploitatie van een constructiebedrijf.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
6.5.1° | brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen; | 1 verdeelslang |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 8 kW |
17.1.2.1.2° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter; | 8.000 liter |
17.3.2.1.1.1°b) | opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | 1,28 ton |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 5.000 liter |
29.5.2.1°a) | smederijen en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer volledig gelegen in een industriegebied. | 7,90 kW |
CLP-tabel
product | hoeveelheid | opslagwijze | 17.1.2.1.2 (liter) | 17.3.2.1.1.1.b (kg) | 17.4 (liter) |
acetyleen | 720 | verplaatsbare recipiënten | x |
|
|
zuurstof | 1.200 | verplaatsbare recipiënten | x |
|
|
ferroline | 2.880 | verplaatsbare recipiënten | x |
|
|
argon | 2.880 | verplaatsbare recipiënten | x |
|
|
propaan | 312 | verplaatsbare recipiënten | x |
|
|
diesel | 1.275 | bovengrondse, dubbelwandige opslagtank |
| x |
|
diverse | 5.000 | kleine verpakkingen |
|
| x |
Totaal |
|
| 8.000 | 1.275 | 5.000 |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 19 maart 2020 | 29 april 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu | 19 maart 2020 | 7 mei 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond het goed is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden de bestemmingsvoorschriften Gebied voor zeehaven en watergebonden bedrijven en – voor het Hansadok en het 6de Havendok – Gebied voor waterweginfrastructuur.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De gewestelijke verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
Toegankelijkheid: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Het voorwerp van de aanvraag betreft een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit op een reeds ontwikkelde industriële site. De exploitatie betreft voornamelijk de opslag van materialen en producten in een reeds bestaand magazijn. Uitzondering hierop is de opslag van gassen in verplaatsbare recipiënten die opgeslagen worden in openlucht.
Het magazijngebouw is hoofdzakelijk stedenbouwkundig vergund. Het gebruik van de buitenverharding in functie van de opslag van voertuigen of allerlei andere materialen, zoals de in voorliggende aanvraag verplaatsbare recipiënten, is een vergunningsplichtige stedenbouwkundige handeling vanaf het een gewoonlijk gebruik betreft (art. 4.2.1.5° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening). Met "gewoonlijk gebruik" beoogt de VCRO geen vergunningsplicht voor de toevallige opslag van goederen maar vereist het een gebruik van de grond dat een zekere regelmaat vertoont en een zekere tijd moet duren alvorens een vergunning noodzakelijk is. Omdat de opslag hier onderwerp uitmaakt van een aanvraag voor een ingedeelde inrichting, is er van toevallige opslag geen sprake. Echter is het criterium met betrekking tot het regelmaat- en tijdsaspect in voorliggende aanvraag niet aftoetsbaar. Daarom wordt als aandachtspunt meegegeven dat indien de opslag van het materiaal van allerlei aard aan het regelmaat-en tijdscriterium gaat voldoen, de exploitant de stedenbouwkundige vergunningstoestand zo nodig actualiseert.
De aanvraag is verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. Er is verder geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
JRN Construct is een nieuw constructiebedrijf dat gespecialiseerd is in de bouw van opslagtanks. De bouw en werken gebeuren ter plaatse bij de klanten. De exploitatie in kwestie betreft enkel de opslag van materialen en producten en het onderhoud van de eigen toestellen.
Het bedrijf beschikt hiervoor over een gedeelte van een loods en van een kantoor. Voor het onderhoud en revisie van de toestellen beschikt het bedrijf in de loods over twee luchtcompressoren van 4 kW elk voor het proper blazen van het materiaal en over metaalbewerkingsmachines (kolomboor, metaalzaag en twee slijpmolens) met een gezamenlijk vermogen van 7,4 kW. Tevens zijn er gevaarlijke stoffen in kleine verpakkingen aanwezig met een maximum van 5.000 liter en een beperkte hoeveelheid (< 300 liter, niet ingedeeld) aërosolen. De nodige lekbakken worden volgens het aanvraagdossier voorzien.
In de loods is er een brandstofverdeelinstallatie voor de verdeling van diesel met bijhorende opslagtank van 1.270 kg aanwezig.
De opslagtank is bovengronds en dubbelwandig. Het meest recente keuringsattest werd tevens toegevoegd aan het dossier, de houder beschikt over een groen label.
In open lucht is er ook nog een gasopslagplaats.
Er zal in totaal 8.000 liter gas opgeslagen worden op de site. Het gaat om acetyleen en propaan (ontvlambaar), zuurstof (oxiderend), ferroline en argon (inert). Er wordt voldoende ruimte voorzien voor zuurstof aan de ene zijde en de andere gassen aan de andere zijde zodat kan worden voldaan aan de afstandsregels. De gasopslagplaats zal hiertoe voorzien moeten worden van de nodige compartimenten en pictogrammen.
Het huishoudelijk afvalwater, afkomstig van de sanitaire voorzieningen, heeft een debiet van 450 m³/jaar en is niet ingedeeld. De exploitant heeft aangegeven dat er geen IBA is waardoor het huishoudelijk afvalwater ongezuiverd in oppervlaktewater wordt geloosd.
Huishoudelijk afvalwater moet conform artikel 4.2.8.1.1.§2 gezuiverd worden via een individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater (IBA) alvorens het te lozen op oppervlaktewater. De plaatsing van een IBA zal worden opgelegd als een bijzondere milieuvoorwaarde.
De verwachte mobiliteit bestaat enerzijds uit de verplaatsing van en naar het werk van de werknemers en anderzijds uit verplaatsingen naar klanten. Alle verplaatsingen zullen tijdens de werktijden gebeuren tussen circa 7 uur en 18 uur. Leveringen aan de site zullen zelden gebeuren dus deze bewegingen zijn te verwaarlozen.
Er wordt verwacht dat de effecten op de mobiliteit beperkt zullen zijn.
Op 29 april 2020 verleende de hulpverleningszone Brandweer Zone Antwerpen een voorwaardelijk gunstig advies (kenmerk BW/JM/2020/H.00410.A3.0001). De voorgestelde brandweervoorwaarden dienen strikt opgevolgd te worden.
Uit de toepassing van de beoordelingsschema’s van de watertoets blijkt dat de gevraagde activiteiten niet van die aard zijn dat ze een invloed hebben op het watersysteem. De vergunningsaanvraag voldoet aan de doelstellingen opgenomen in artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
De aanvraag heeft geen betrekking op een project als vermeld in bijlage I, II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten, onderworpen aan milieueffectrapportage (milieueffectrapport). Een MER, ontheffing of project-m.e.r.-screening is bijgevolg niet vereist.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Aan het college wordt voorgesteld om voor de ingedeelde inrichting of activiteit de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
6.5.1° | brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen; | 1 verdeelslang |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 8 kW |
17.1.2.1.2° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter; | 8.000 liter |
17.3.2.1.1.1°b) | opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | 1,28 ton |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 5.000 liter |
29.5.2.1°a) | smederijen en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer volledig gelegen in een industriegebied. | 7,90 kW |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. | uiterlijk drie maanden na datum van deze vergunning wordt een getekende offerte voor de installatie van een IBA bezorgd aan de dienst milieuvergunningen van de stad Antwerpen (omgevingsvergunning@antwerpen.be) met vermelding van referentie OMV2020026025; |
2. | uiterlijk zes maanden na datum van deze vergunning wordt een bewijs van plaatsing van een IBA bezorgd aan de dienst milieuvergunningen van de stad Antwerpen (omgevingsvergunning@antwerpen.be) met vermelding van referentie OMV2020026025. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 13 maart 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 19 maart 2020 |
Start openbaar onderzoek | 29 april 2020 |
Einde openbaar onderzoek | 28 mei 2020 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 31 augustus 2020 |
Verslag GOA | 11 juni 2020 |
naam GOA | Bieke Geypens |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
29 april 2020 | 28 mei 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Bijzondere milieuvoorwaarden
1. | uiterlijk drie maanden na datum van deze vergunning wordt een getekende offerte voor de installatie van een IBA bezorgd aan de dienst milieuvergunningen van de stad Antwerpen (omgevingsvergunning@antwerpen.be) met vermelding van referentie OMV2020026025; |
2. | uiterlijk zes maanden na datum van deze vergunning wordt een bewijs van plaatsing van een IBA bezorgd aan de dienst milieuvergunningen van de stad Antwerpen (omgevingsvergunning@antwerpen.be) met vermelding van referentie OMV2020026025. |
Brandweervoorwaarden
Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van de brandweer/risicobeheer/preventie.
De vergunning omvat thans volgende rubrieken:
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
6.5.1° | brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen; | 1 verdeelslang |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 8 kW |
17.1.2.1.2° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter; | 8.000 liter |
17.3.2.1.1.1°b) | opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | 1,28 ton |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 5.000 liter |
29.5.2.1°a) | smederijen en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer volledig gelegen in een industriegebied. | 7,90 kW |
De vergunning omvat thans volgende bijzondere milieuvoorwaarden:
1. | uiterlijk drie maanden na datum van deze vergunning wordt een getekende offerte voor de installatie van een IBA bezorgd aan de dienst milieuvergunningen van de stad Antwerpen (omgevingsvergunning@antwerpen.be) met vermelding van referentie OMV2020026025; |
2. | uiterlijk zes maanden na datum van deze vergunning wordt een bewijs van plaatsing van een IBA bezorgd aan de dienst milieuvergunningen van de stad Antwerpen (omgevingsvergunning@antwerpen.be) met vermelding van referentie OMV2020026025. |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat op 19 juni 2020 voor een termijn van onbepaalde duur.