Terug
Gepubliceerd op 22/06/2020

2020_CBS_05260 - Omgevingsvergunning - OMV_2020026025. Hansadok 250. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 19/06/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_05260 - Omgevingsvergunning - OMV_2020026025. Hansadok 250. District Antwerpen - Goedkeuring 2020_CBS_05260 - Omgevingsvergunning - OMV_2020026025. Hansadok 250. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020026025

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

BV JRN-CONSTRUCT met als adres Mannheimweg 1 te 2030 Antwerpen

Ligging van het project:

Hansadok 250 te 2030 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 15 sectie B nr. 49Z

Inrichtingsnummer:

20200109-0067 (JRN-Construct)

Vergunningsplichten:

Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

een inrichting voor de opslag van materialen en producten en de revisie/onderhoud van eigen toestellen.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige voorgeschiedenis

Op 22 september 2006 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/2006/B/0114) voor het verbouwen van een magazijn/kantoorgebouw.

 

Voorgeschiedenis milieu:

Het betreft een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit.

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag betreft de exploitatie van een constructiebedrijf.

 

Aangevraagde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

6.5.1°

brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen;

1 verdeelslang

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

8 kW

17.1.2.1.2°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter;

8.000 liter

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

1,28 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

5.000 liter

29.5.2.1°a)

smederijen en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer volledig gelegen in een industriegebied.

7,90 kW

 

CLP-tabel

 

product

hoeveelheid

opslagwijze

17.1.2.1.2 (liter)

17.3.2.1.1.1.b (kg)

17.4

(liter)

acetyleen

720

verplaatsbare recipiënten

x

 

 

zuurstof

1.200

verplaatsbare recipiënten

x

 

 

ferroline

2.880

verplaatsbare recipiënten

x

 

 

argon

2.880

verplaatsbare recipiënten

x

 

 

propaan

312

verplaatsbare recipiënten

x

 

 

diesel

1.275

bovengrondse, dubbelwandige opslagtank

 

x

 

diverse

5.000

kleine verpakkingen

 

 

x

Totaal

 

 

8.000

1.275

5.000

 

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

19 maart 2020

29 april 2020

Voorwaardelijk gunstig

Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu

19 maart 2020

7 mei 2020

Voorwaardelijk gunstig

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond het goed is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden de bestemmingsvoorschriften Gebied voor zeehaven en watergebonden bedrijven en – voor het Hansadok en het 6de Havendok – Gebied voor waterweginfrastructuur.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De gewestelijke verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Toegankelijkheid: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Het voorwerp van de aanvraag betreft een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit op een reeds ontwikkelde industriële site. De exploitatie betreft voornamelijk de opslag van materialen en producten in een reeds bestaand magazijn. Uitzondering hierop is de opslag van gassen in verplaatsbare recipiënten die opgeslagen worden in openlucht.

Het magazijngebouw is hoofdzakelijk stedenbouwkundig vergund. Het gebruik van de buitenverharding in functie van de opslag van voertuigen of allerlei andere materialen, zoals de in voorliggende aanvraag verplaatsbare recipiënten, is een vergunningsplichtige stedenbouwkundige handeling vanaf het een gewoonlijk gebruik betreft (art. 4.2.1.5° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening). Met "gewoonlijk gebruik" beoogt de VCRO geen vergunningsplicht voor de toevallige opslag van goederen maar vereist het een gebruik van de grond dat een zekere regelmaat vertoont en een zekere tijd moet duren alvorens een vergunning noodzakelijk is. Omdat de opslag hier onderwerp uitmaakt van een aanvraag voor een ingedeelde inrichting, is er van toevallige opslag geen sprake. Echter is het criterium met betrekking tot het regelmaat- en tijdsaspect in voorliggende aanvraag niet aftoetsbaar. Daarom wordt als aandachtspunt meegegeven dat indien de opslag van het materiaal van allerlei aard aan het regelmaat-en tijdscriterium gaat voldoen, de exploitant de stedenbouwkundige vergunningstoestand zo nodig actualiseert.

 

De aanvraag is verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. Er is verder geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

JRN Construct is een nieuw constructiebedrijf dat gespecialiseerd is in de bouw van opslagtanks. De bouw en werken gebeuren ter plaatse bij de klanten. De exploitatie in kwestie betreft enkel de opslag van materialen en producten en het onderhoud van de eigen toestellen.

 

Het bedrijf beschikt hiervoor over een gedeelte van een loods en van een kantoor. Voor het onderhoud en revisie van de toestellen beschikt het bedrijf in de loods over twee luchtcompressoren van 4 kW elk voor het proper blazen van het materiaal en over metaalbewerkingsmachines (kolomboor, metaalzaag en twee slijpmolens) met een gezamenlijk vermogen van 7,4 kW. Tevens zijn er gevaarlijke stoffen in kleine verpakkingen aanwezig met een maximum van 5.000 liter en een beperkte hoeveelheid (< 300 liter, niet ingedeeld) aërosolen. De nodige lekbakken worden volgens het aanvraagdossier voorzien.

 

In de loods is er een brandstofverdeelinstallatie voor de verdeling van diesel met bijhorende opslagtank van 1.270 kg aanwezig.

De opslagtank is bovengronds en dubbelwandig. Het meest recente keuringsattest werd tevens toegevoegd aan het dossier, de houder beschikt over een groen label.

 

In open lucht is er ook nog een gasopslagplaats.

Er zal in totaal 8.000 liter gas opgeslagen worden op de site. Het gaat om acetyleen en propaan (ontvlambaar), zuurstof (oxiderend), ferroline en argon (inert). Er wordt voldoende ruimte voorzien voor zuurstof aan de ene zijde en de andere gassen aan de andere zijde zodat kan worden voldaan aan de afstandsregels. De gasopslagplaats zal hiertoe voorzien moeten worden van de nodige compartimenten en pictogrammen.

 

Het huishoudelijk afvalwater, afkomstig van de sanitaire voorzieningen, heeft een debiet van 450 m³/jaar en is niet ingedeeld. De exploitant heeft aangegeven dat er geen IBA is waardoor het huishoudelijk afvalwater ongezuiverd in oppervlaktewater wordt geloosd.

Huishoudelijk afvalwater moet conform artikel 4.2.8.1.1.§2 gezuiverd worden via een individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater (IBA) alvorens het te lozen op oppervlaktewater. De plaatsing van een IBA zal worden opgelegd als een bijzondere milieuvoorwaarde.

 

De verwachte mobiliteit bestaat enerzijds uit de verplaatsing van en naar het werk van de werknemers en anderzijds uit verplaatsingen naar klanten. Alle verplaatsingen zullen tijdens de werktijden gebeuren tussen circa 7 uur en 18 uur. Leveringen aan de site zullen zelden gebeuren dus deze bewegingen zijn te verwaarlozen.

Er wordt verwacht dat de effecten op de mobiliteit beperkt zullen zijn.

 

Op 29 april 2020 verleende de hulpverleningszone Brandweer Zone Antwerpen een voorwaardelijk gunstig advies (kenmerk BW/JM/2020/H.00410.A3.0001). De voorgestelde brandweervoorwaarden dienen strikt opgevolgd te worden.

 

Uit de toepassing van de beoordelingsschema’s van de watertoets blijkt dat de gevraagde activiteiten niet van die aard zijn dat ze een invloed hebben op het watersysteem. De vergunningsaanvraag voldoet aan de doelstellingen opgenomen in artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

De aanvraag heeft geen betrekking op een project als vermeld in bijlage I, II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten, onderworpen aan milieueffectrapportage (milieueffectrapport). Een MER, ontheffing of project-m.e.r.-screening is bijgevolg niet vereist.

 

Advies aan het college

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Aan het college wordt voorgesteld om voor de ingedeelde inrichting of activiteit de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

6.5.1°

brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen;

1 verdeelslang

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

8 kW

17.1.2.1.2°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter;

8.000 liter

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

1,28 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

5.000 liter

29.5.2.1°a)

smederijen en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer volledig gelegen in een industriegebied.

7,90 kW

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1.

uiterlijk drie maanden na datum van deze vergunning wordt een getekende offerte voor de installatie van een IBA bezorgd aan de dienst milieuvergunningen van de stad Antwerpen (omgevingsvergunning@antwerpen.be) met vermelding van referentie OMV2020026025;

2.

uiterlijk zes maanden na datum van deze vergunning wordt een bewijs van plaatsing van een IBA bezorgd aan de dienst milieuvergunningen van de stad Antwerpen (omgevingsvergunning@antwerpen.be) met vermelding van referentie OMV2020026025.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

13 maart 2020

Volledig en ontvankelijk

19 maart 2020

Start openbaar onderzoek

29 april 2020

Einde openbaar onderzoek

28 mei 2020

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

31 augustus 2020

Verslag GOA

11 juni 2020

naam GOA

Bieke Geypens

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

29 april 2020

28 mei 2020

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

1.

uiterlijk drie maanden na datum van deze vergunning wordt een getekende offerte voor de installatie van een IBA bezorgd aan de dienst milieuvergunningen van de stad Antwerpen (omgevingsvergunning@antwerpen.be) met vermelding van referentie OMV2020026025;

2.

uiterlijk zes maanden na datum van deze vergunning wordt een bewijs van plaatsing van een IBA bezorgd aan de dienst milieuvergunningen van de stad Antwerpen (omgevingsvergunning@antwerpen.be) met vermelding van referentie OMV2020026025.

 

Brandweervoorwaarden

Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van de brandweer/risicobeheer/preventie.

Artikel 3

De vergunning omvat thans volgende rubrieken:

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

6.5.1°

brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen;

1 verdeelslang

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

8 kW 

17.1.2.1.2°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter;

8.000 liter

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

1,28 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

5.000 liter 

29.5.2.1°a)

smederijen en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer volledig gelegen in een industriegebied.

7,90 kW

 

De vergunning omvat thans volgende bijzondere milieuvoorwaarden:

1.

uiterlijk drie maanden na datum van deze vergunning wordt een getekende offerte voor de installatie van een IBA bezorgd aan de dienst milieuvergunningen van de stad Antwerpen (omgevingsvergunning@antwerpen.be) met vermelding van referentie OMV2020026025;

2.

uiterlijk zes maanden na datum van deze vergunning wordt een bewijs van plaatsing van een IBA bezorgd aan de dienst milieuvergunningen van de stad Antwerpen (omgevingsvergunning@antwerpen.be) met vermelding van referentie OMV2020026025.

 

Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat op 19 juni 2020 voor een termijn van onbepaalde duur.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.