2020_CBS_05282 - Omgevingsvergunning - OMV_2020028518. Nieuwe Westweg zonder nummer. District Antwerpen - Goedkeuring

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

-        Op 3 februari 2012 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HVN/B//20115965) voor het slopen van wagonlaadposten, silo’s en kranen;

-        Op 5 september 1991 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/1991/B/18/78028-91/081) voor het plaatsen van een asfaltbevloering en nieuwe transportbanden.

Inhoud van de aanvraag

-          Verlengen van de Nieuwe Westweg;

-          Aanleggen rotonde;

-          Aanleggen riolering;

-          Voorzien leidingenzone.

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Externe adviezen

Interne adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven. Het gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur. Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend: - de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven- en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Grotendeels geldt hier eveneens het bestemmingsvoorschrift Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven. Op 295 meter ten noorden van de aanvraag bevindt zich de grens van het afgebakende zeehavengebied. Parallel aan de binnenzijde van deze grens loopt een overdruk met als aanduiding bufferdijk-Stocatra. Langs de buitenzijde van de grens is de bestemming Natuurgebied van toepassing met overdruk Grote Eenheid Natuur. 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De gewestelijke hemelwaterverordening is niet van toepassing op de aanvraag daar de verharding na uitvoering van de werken tot het openbaar wegdomein zal behoren.

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

Overige wetgeving

Archeologienota: Overeenkomstig artikel 5.4.1 wordt bij bepaalde aanvragen van een stedenbouwkundige vergunning met ingreep in de bodem een bekrachtigde archeologienota gevoegd.

In voorliggende aanvraag, die door een publiekrechtelijke instantie is ingediend, bedraagt de ingreep in de bodem meer dan 3.000 m², is het project gelegen in industriegebied, buiten beschermde archeologische sites en buiten geïnventariseerde archeologische zones, waardoor de aanvrager verplicht is een archeologienota toe te voegen aan de aanvraag.

Het Agentschap Onroerend Erfgoed heeft op 2 november 2019 akte genomen van de nota. Er is een correct verband tussen de aangevraagde ingrepen en de ingrepen die vermeld zijn in de archeologienota. Het bijhorende programma van maatregelen beval geen verder vervolgonderzoek. Eventuele vondsten onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2015, artikel 5.1.4) gemeld te worden aan het agentschap Onroerend Erfgoed.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

De Nieuwe Westweg, gelegen ten noorden van het Bevrijdingsdok, wordt verlengd naar het westen toe. Het terrein waarop de werken gebeuren, was ingericht als op- en overslagbedrijf voor bulkgoederen. Door inkrimping van deze activiteiten, komt er een deel van het terrein vrij en is er een herverdeling gebeurd waardoor meerdere terreinen in concessie kunnen gegeven worden. Om deze verschillende terreinen te kunnen ontsluiten naar het openbaar domein, dient de Nieuwe Westweg verlengd te worden.

Het terrein is verhard met betonklinkers en asfalt. Deze verhardingen worden opgebroken om de nieuwe wegenis, met een lengte van circa 665 meter, te kunnen aanleggen in asfalt. De huidige Nieuwe Westweg telt drie rijstroken die worden doorgetrokken in westelijke richting en geleidelijk aan versmald naar twee rijstroken met een totale breedte van 9 meter. Het nieuwe stuk weg is doodlopend maar op het einde wordt een rondpunt aangelegd om het keren mogelijk te maken.

Samen met de verharding wordt ook een nieuw rioleringsstelsel aangelegd voor de afvoer van hemelwater dat zowel van de rijweg als van de omliggende terreinen komt. De aanleg van deze riolering ontslaat de toekomstige gebruikers van de omliggende terreinen er niet van om te voldoen aan de gewestelijke verordening hemelwater.

Het bestaande dubbelrichtingsfietspad wordt in de voorliggende aanvraag niet doorgetrokken wegens de bestaande concessieovereenkomst die pas eind 2033 eindigt. Dat zal het voorwerp uitmaken van een aparte vergunningsaanvraag. Wel wordt er een fietsoversteek voorzien om van de zuidzijde het dubbelrichtingsfietspad aan de noordzijde te kunnen bereiken.

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

De zone is momenteel reeds verhard. Er wordt aldus geen nieuwe ruimte ingewonnen en de focus wordt gelegd op inbreiding van het gebied. Door de verlenging van de Nieuwe Westweg worden de terreinen bereikbaar gemaakt.

Visueel-vormelijke elementen

De nieuwe weg kent een klassieke opbouw in asfalt en wordt afgeboord met betonnen boordstenen. Langs de zuidzijde van de weg wordt een groenstrook voorzien voor de toekomstige aanleg van nuts- en pijpleidingen. Deze leidingenzone wordt doorgetrokken vanaf de zuidwestzijde van het rondpunt naar het Bevrijdingsdok.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Door de nabijheid van spoorwegen, werd het advies ingewonnen van de spoorwegbeheerder, Infrabel nv. Zij hebben geen bezwaar tegen de aanvraag.

Advies werd ingewonnen bij de brandweer/risicobeheer/preventie. Zij brachten een voorwaardelijk gunstig advies uit. Deze voorwaarden zijn uitvoerbaar.

Door de aanwezigheid van een waterleiding in de nabijheid van de werken, werd het advies gevraagd van de beheerder van deze leiding, zijnde Waterlink. Het advies is voorwaardelijk gunstig.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte.

Advies werd gevraagd aan de verkeerspolitie. Zij vrezen dat het zuidelijk deel van de fietsoversteek niet gebruikt gaat worden zoals beoogd, waardoor de veiligheid alsnog in het gevaar komt. Zij vragen of er bekeken kan worden of er andere mogelijkheden zijn om de fietsoversteek zo aan te leggen dat het zowel naar vormgeving als gebruik duidelijk is en het beoogd gebruik in overeenstemming gaat zijn met het reëel gebruik. Op het grondplan nieuwe toestand staat een pictogram op de rijbaan aangeduid die het beoogd gebruik weergeeft, zijnde de uitwijkmogelijkheid naar rechts om zich vervolgens recht te kunnen opstellen alvorens de rijbaan via de fietsoversteek te kruisen.

Advies werd gevraagd aan de dienst mobiliteit. Zij merken enkele aandachtspunten op:

-          De maximum snelheid op het stuk waar fietsers gemengd rijden mag maximum 50km/u zijn.

-          De fietsoversteek alleen te voorzien voor fietsers die van de doodlopende kant komen en verplicht moeten oversteken om het fietspad te gebruiken. Het pictogram op de oversteek en de haaientanden zijn bijgevolg overbodig aan de kant van het dubbelrichtingsfietspad.

Deze voorwaarden komen de veiligheid van de fietser ten goede en kunnen worden verwezenlijkt door toedoen van de aanvrager. Door het opleggen van deze voorwaarden in de vergunning, alsook de aanduiding van het pictogram op de rijbaan zoals aangeduid op het grondplan, lijkt de bezorgdheid van de verkeerspolitie hiermee ondervangen.

Verder vraagt de dienst mobiliteit om het doortrekken van het dubbelrichtingsfietspad aan de noordzijde te voorzien van zodra het kan en dit ten laatste in 2033 en dat het toekomstig profiel moet voldoen aan de normen van het dan geldende fietsvademecum. Volgens artikel 74 van het Omgevingsvergunningsdecreet dienen voorwaarden voldoende precies te zijn en in verhouding tot het vergunde project. Daarnaast moeten ze kunnen worden verwezenlijkt door enig toedoen van de aanvrager, bouwheer, gebruiker of exploitant. Deze voorwaarden zijn echter onvoldoende precies en dienen het voorwerp uit te maken van een aparte vergunningsaanvraag waardoor ze niet door enig toedoen van de aanvrager kunnen worden verwezenlijkt. Deze voorwaarde kan dan ook niet worden opgelegd. Het wordt wel als aandachtspunt meegegeven naar de aanvrager. Bovendien blijkt al uit de motiveringsnota dat de toekomstige doortrekking van het dubbelrichtingsfietspad zeker een intentie is van de aanvrager.

Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

- de maximum snelheid op het stuk waar fietsers gemengd rijden mag maximum 50km/u zijn;

- de fietsoversteek alleen te voorzien voor fietsers die van de doodlopende kant komen en verplicht moeten oversteken om het fietspad te gebruiken. Het pictogram op de oversteek en de haaientanden zijn bijgevolg overbodig aan de kant van het dubbelrichtingsfietspad;

- er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van de brandweer/risicobeheer/preventie;

- er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van Waterlink.