Terug
Gepubliceerd op 23/06/2020

2020_CBS_04932 - Omgevingsvergunning - OMV_2020035475. Clementinastraat 57. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 19/06/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_04932 - Omgevingsvergunning - OMV_2020035475. Clementinastraat 57. District Antwerpen - Goedkeuring 2020_CBS_04932 - Omgevingsvergunning - OMV_2020035475. Clementinastraat 57. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020035475

Gegevens van de aanvrager:

Wesley en Frieda Raeymaekers - Vanhauwaert met als adres Kasteelstraat 2 bus 6 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Clementinastraat 57 te 2018 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 10sectie K nr. 1662F5

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          28/03/2017: proces-verbaal ( 11002_2017_3820_VPV) voor het wijzigen van het aantal wooneenheden en werken uitvoeren zonder voorafgaandelijke schriftelijke stedenbouwkundige vergunning van het college van burgemeester en schepenen;

-          26/09/1958: vergunning (18#38677) voor een gevelwijziging;

-          21/03/1930: toelating (1930#36080) voor gevel- en binnenveranderingen.

Vergunde/vergund geachte toestand

-          eengezinswoning;

-          3 bouwlagen onder plat en schuin dak in gesloten bebouwing;

-          maximale bouwdiepte gelijkvloers en 1ste verdieping van 15,20 meter;

-          voorgevel gedragen door een blauwe hardstenen plint en wit geschilderde zandmortelbezetting.

Huidige toestand

-          eengezinswoning;

-          3 bouwlagen onder plat dak in gesloten bebouwing;

-          maximale gelijkvloerse bouwdiepte van 16,40 meter en 15,20 meter op de verdieping;

-          kroonlijsthoogte van de achterbouw op het gelijkvloers van 3,15 meter en 6,20 meter op de verdieping;

-          voorgevel in een witte bepleistering met antraciet pvc buitenschrijnwerk gedragen door een blauwe hardstenen plint

Gewenste toestand

-          eengezinswoning;

-          3 bouwlagen onder plat dak in gesloten bebouwing;

-          maximale gelijkvloerse bouwdiepte van 16,65 meter en 15,35 meter op de verdieping;

-          kroonlijsthoogte van de achterbouw op het gelijkvloers van 4,35 meter en 7,75 meter op de verdieping;

-          voorgevel in een witte bepleistering met antraciet pvc buitenschrijnwerk gedragen door een blauwe hardstenen plint.

Inhoud van de aanvraag

-          regulariseren van de gelijkvloerse bouwdiepte;

-          voorzien van een volwaardige daklaag;

-          optrekken van de kroonlijsthoogte achterbouw  en hoofdvolume;

-          voorzien van twee dakterrassen;

-          aanpassen van het buitenschrijnwerk aan de nieuwe interne indeling.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

29 april 2020

20 mei 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:

  • Artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    de opstand t.o.v. het hoogst aangrenzende dakvlak ter hoogte van de gelijkvloerse uitbreiding bedraagt  0,20 meter terwijl dit minstens 0,30 meter moet zijn.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag betreft het verbouwen van een eengezinswoning. De woonfunctie blijft behouden en is functioneel inpasbaar in de omgeving.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Het bestaande gebouw betreft een rijwoning met aan de voorzijde drie bouwlagen onder plat dak en aan de achterzijde twee bouwlagen met een resterend deel hellend dakvlak met een dakkapel op de kroonlijst. Achteraan is er een entresol met twee bouwlagen, die over de helft van de perceelsbreedte is gebouwd. De aanwezige bouwvolumes hebben verschillende bouwhoogtes en vormen een rommelig geheel.

 

De aanvraag wenst de hybride dakvorm aan te passen. Het resterende zadeldak en dakkapel aan de achterzijde worden verwijderd waarna de volwaardige derde bouwlaag aan de voorgevel wordt doorgetrokken naar achteren. De kroonlijst aan de achterzijde wordt zo op een gelijke hoogte gebracht met de kroonlijsthoogte van de voorgevel.

Aan de achterzijde wordt een beperkte uitbreiding voorzien om de gelijkvloerse leefruimte te vergroten. Ook is de gelijkvloerse uitbouw verhoogd om aan de huidige normen inzake vrije hoogte te voldoen.

Om de vloerpas op de eerste verdieping van de entresol op gelijke hoogte te leggen met deze van de voorbouw wordt de entresol op de eerste verdieping beperkt verhoogd.

Na de werken ontstaat er een zuiver en leesbaar volume met drie bouwlagen onder plat dak en een entresol van twee bouwlagen.

De voorgestelde handelingen, werken en wijzigingen aan het bouwvolume zijn in overeenstemming met de kenmerkende configuraties in de omgeving en de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

 

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

Het pand bevindt zich in CHE-gebied. Het advies dat in het kader daarvan werd verleend door de stedelijke dienst monumentenzorg was gunstig.

De garagepoort in de voorgevel wordt verbreed om het gebruiksgemak te verbeteren. Gelet op het feit dat de poort in het verleden is vergund, is deze ingreep aanvaardbaar. Bij het verbreden van de garagepoort dienen oorspronkelijke waardevolle elementen zoals de voetschraper bewaard te blijven. Het schrijnwerk in de voorgevel wordt vervangen door antracietkleurig pvc- chrijwerk. De indeling van het schrijnwerk is correct en bijgevolg aanvaardbaar.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De woning beschikt reeds over een buitenruimte op het gelijkvloers. Hieraan worden nu nog twee dakterrassen toegevoegd: op de eerste en op de tweede verdieping. Het dakterras op de 1ste verdieping bevindt zich tussen de entresol en de scheimuur waardoor inkijk in de naastliggende percelen minimaal is. Het dakterras op de 2de verdieping kan echter niet gunstig geadviseerd worden. Dit terras strekt zich tot diep in het perceel uit, met inkijk op de naastliggende percelen tot gevolg. Een dakterras op de entresol is dan ook niet wenselijk en dient daarom uitgesloten te worden van vergunning. Hoger gelegen terrassen dienen zich binnen het maximaal aanvaardbare bouwvolume te bevinden.

 

De opstand t.o.v. het hoogst aangrenzende dakvlak ter hoogte van de gelijkvloerse uitbreiding bedraagt 0,20 meter terwijl dit, met het oog op het voorkomen van brandoverslag, minstens 0,30 meter moet zijn. Daarom zullen voorwaarden gesteld worden aan de te gebruiken dakbekleding.

Mits rekening te houden met de gestelde voorwaarden kunnen de voorgestelde werken, handelingen en wijzigingen positief geadviseerd wat betreft de algemene woon- en leefkwaliteit van de woning. De woning voldoet aan de hedendaagse eisen inzake wooncomfort en gebruiksgemak.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de voetschrapen in de voorgevel aan de linkerzijde te bewaren;

2.      het gedeelte van de scheidingsmuren dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;

3.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

Uitsluitingen:

4.      het dakterras op de tweede verdieping.


Standpunt college

Het college sluit zich grotendeels aan bij het standpunt van de gemeentelijke omgevingsambtenaar. De gemeentelijke omgevingsambtenaar merkt enerzijds op dat het dakterras op de tweede verdieping zich tot diep in het perceel uitstrekt, met inkijk op de naastliggende percelen als gevolg. Anderzijds is de gemeentelijke omgevingsambtenaar ook van mening dat de plaatsing van het dakterras op de entresol niet wenselijk is. Vanuit die optiek wordt er een uitsluiting geformuleerd met betrekking tot het dakterras op de tweede verdieping.

Buitenruimten zijn zeer belangrijk voor de woon- en leefkwaliteit binnen een bouwblok en maken het wonen in de stad aantrekkelijker. Gelet op het feit dat het dakterras binnen het bouwvolume blijft van beide aanpalende buren én er voldoende rekening wordt gehouden met de perceelsgrenzen en  - afstanden, is het college van mening dat een dakterras op de tweede verdieping niet als storend wordt ervaren naar de aanpalenden toe. Om inkijk naar aanpalenden toe te vermijden, moet het deel van het dak dat op de tweede verdieping als groendak wordt afgewerkt, ontoegankelijk zijn. Daarom legt het college een bijkomende voorwaarde op om een afsluiting te voorzien tussen het dakterras en het groendak.

Het college is bijgevolg van mening dat in dit geval het aangevraagde dakterras vergund kan worden en schrapt om die reden de desbetreffende uitsluiting en voegt een bijkomende voorwaarde toe met betrekking tot de terrasafsluiting.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

11 april 2020

Volledig en ontvankelijk

29 april 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

28 juli 2020

Verslag GOA

3 juni 2020

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de voetschrapen in de voorgevel aan de linkerzijde te bewaren;

2.      het gedeelte van de scheidingsmuren dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;

3.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

4.  een afsluiting te voorzien tussen het dakterras en het groendak op de tweede verdieping.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.