De aanvraag moet niet onderworpen worden aan een openbaar onderzoek.
Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om advies uit te brengen.
Projectnummer: |
OMV_2019154194 |
Gegevens van de aanvrager: |
NV NOORD NATIE TERMINALS met als adres Blauwe Weg 44 te 2030 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Blauwe Weg 44 2030 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 14 sectie B nrs. 41Y8 en 41B7 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
slopen van een magazijn met aangrenzende verharding en bureelcontainers |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- Op 9 december 2016 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HVN/B//20162139) voor het uitbreiden van een bestaand hekwerk;
- Op 24 oktober 2014 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HVN/B//20142094) voor het plaatsen van een afsluiting en twee bijhorende poorten;
- Het project-MER voor ‘Uitbreiding en wijziging tankterminal’ van Noord Natie Terminals (PRMER-3181-VAK) werd op 4 februari 2020 door Team MER voorlopig afgekeurd.
Inhoud van de aanvraag
- slopen magazijn;
- verwijderen prefab bureelcontainers;
- uitbreken aangrenzende verharding;
- uitbreken deel spoor;
- afbreken omheining.
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
24 februari 2020 |
27 februari 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Binnen deze zone geldt voornamelijk het bestemmingsvoorschrift Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en - voor het Leopolddok en 4e Havendok - Gebied voor waterweginfrastructuur.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De gewestelijke hemelwaterverordening is niet van toepassing op de aanvraag.
Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Archeologienota: Overeenkomstig artikel 5.4.1 wordt bij bepaalde aanvragen van een stedenbouwkundige vergunning met ingreep in de bodem een bekrachtigde archeologienota gevoegd.
In voorliggende aanvraag, die niet door een publiekrechtelijke instantie is ingediend, bedraagt de ingreep in de bodem meer dan 5.000 m², is het project gelegen in industriegebied, buiten beschermde archeologische sites en buiten geïnventariseerde archeologische zones, waardoor de aanvrager verplicht is een archeologienota toe te voegen aan de aanvraag. Deze nota maakt deel uit van het aanvraagdossier. De nota toont gemotiveerd aan dat er geen verder archeologisch onderzoek moet plaatsvinden. Het Agentschap Onroerend Erfgoed heeft akte genomen van deze nota.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Aan de zuidzijde van een tankterminal, gelegen net ten noorden van het 4e Havendok, wordt een magazijnencomplex met een totale oppervlakte van circa 11.000 m² afgebroken.
De prefabunits aan de zuidwestzijde van het magazijn worden ook weggehaald.
De omliggende klinker- (6000 m²) en kasseiverharding (920 m²) wordt tevens uitgebroken. Een spoor ten noorden van het magazijn wordt over een lengte van circa 180 m weggebroken, net als de omheining langs de westzijde van het magazijn.
Reden van de sloop is het bouwrijp maken van het terrein voor de bouw van een nieuw tankpark. Dit tankpark zal het voorwerp uitmaken van een aparte vergunningsaanvraag.
Er wordt in de aanvraag niet aangegeven hoe het terrein na de sloop zal worden afgewerkt.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag betreft voorbereidende werken op herontwikkeling van een industrieterrein.
Visueel-vormelijke elementen - Cultuurhistorische aspecten
Het magazijnencomplex bestaat uit schaaldakloodsen die zijn opgenomen in de Vervolgstudie Erfgoed Haven. Uit deze studie blijkt dat deze loodsen de laatste overblijvende traveeën zijn van de eerste betonnen schaalconstructies in de haven van Antwerpen. Het ontwerp is van de hand van het studiebureau SETRA van André Paduart (1914-1985) die een aanbesteding won voor de bouw van loodsen in de Antwerpse haven. Het winnende voorstel betrof een zelfdragende schaalconstructie in gewapend beton met minder kolommen en lage materiaal- en onderhoudskosten. De relatief dure gekromde bekistingselementen werden hergebruikt, zodat ook die prijs werd weggedrukt. De magazijnen tussen het Leopolddok en Vierde Havendok (voorwerp van de aanvraag) is de laatste reeks van deze revolutionaire loodsconstructies.
De loodsen hebben dus een hoge industrieel-archeologische, en wetenschappelijke waarde en zijn beeldbepalend voor de havengebieden die na de Tweede Wereldoorlog werden ingericht. Ondanks het bestaan van de studie over het erfgoed in de haven, blijft dit patrimonium ernstig bedreigd door ad-hoc sloopaanvragen zonder concrete plannen voor het nieuw gebruik van de terreinen. Evenwel is de uitbreiding van het omringende tankenpark de enig logische economische ontwikkeling op dit terrein. Als voorwaarde zal worden opgelegd dat de afbraakwerken pas kunnen starten nadat het Havenbedrijf een bouwhistorische studie van het betreffende magazijn heeft opgemaakt.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Gezien de aanvraag tevens het uitbreken van een spoor betreft, werd door de vergunningverlenende overheid het advies ingewonnen van Infrabel nv, de spoorwegbeheerder.
Advies van het college
Voorwaardelijk gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning voor de sloop van het magazijn en aangrenzende verhardingen, de bureelcontainers, het spoor en de omheining.
Volgende voorwaarden worden opgelegd:
- de afbraakwerken kunnen pas starten nadat het Havenbedrijf een bouwhistorische studie van het betreffende magazijn heeft opgemaakt;
- alle ondergrondse constructies moeten worden afgebroken, met inbegrip van de funderingsconstructies, tot op minimum 2 meter onder het maaiveld. De niet meer te gebruiken rioleringen en andere leidingen moeten tevens uit de ondergrond worden verwijderd;
- voor het wegvoeren van puin dient het transport over de weg maximaal beperkt te worden en dient er geopteerd te worden voor transport via het water;
- aanvullingen met puin of ander afval zijn uitgesloten;
- het terrein is na de sloopwerkzaamheden voldoende vochtig te houden of in te zaaien met een streek- en bodemeigen grasmengsel teneinde stofhinder naar de omgeving te voorkomen;
- volgens het Vlaamse Soortenbeschermingsbesluit is het verboden nestgelegenheid, woon- of schuilplaatsen te vernietigen van broedvogels zoals de gierzwaluw, huiszwaluw, zwarte roodstaart, ... en vleermuizen. Bij aanwezigheid van broedvogels mogen de afbraakwerken niet tijdens het broedseizoen worden uitgevoerd. Afhankelijk van de aanwezige soort varieert het broedseizoen van begin april tot eind augustus.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Ontvangst adviesvraag |
20 februari 2020 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste adviesdatum |
21 maart 2020 |
Het college beslist een voorwaardelijk gunstig advies te verlenen voor de sloop van het magazijn en aangrenzende verhardingen, de bureelcontainers, het spoor en de omheining.
Volgende voorwaarden worden opgelegd:
- de afbraakwerken kunnen pas starten nadat het Havenbedrijf een bouwhistorische studie van het betreffende magazijn heeft opgemaakt;
- alle ondergrondse constructies moeten afgebroken worden, met inbegrip van de funderingsconstructies, tot op minimum 2 meter onder het maaiveld. De niet meer te gebruiken rioleringen en andere leidingen moeten tevens uit de ondergrond worden verwijderd;
- voor het wegvoeren van puin dient het transport over de weg maximaal beperkt te worden en dient er geopteerd te worden voor transport via het water;
- aanvullingen met puin of ander afval zijn uitgesloten;
- het terrein is na de sloopwerkzaamheden voldoende vochtig te houden of in te zaaien met een streek- en bodemeigen grasmengsel teneinde stofhinder naar de omgeving te voorkomen;
- volgens het Vlaamse Soortenbeschermingsbesluit is het verboden nestgelegenheid, woon- of schuilplaatsen te vernietigen van broedvogels zoals de gierzwaluw, huiszwaluw, zwarte roodstaart, ... en vleermuizen. Bij aanwezigheid van broedvogels mogen de afbraakwerken niet tijdens het broedseizoen worden uitgevoerd. Afhankelijk van de aanwezige soort varieert het broedseizoen van begin april tot eind augustus.
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
SW/V | Het advies te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft. |