Terug
Gepubliceerd op 10/08/2020

2020_VB_00218 - Vrije tijd - Besteding middelen participatie en sociale activering 2020-2025 - Bekrachtiging

Vast Bureau
vr 07/08/2020 - 10:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Anne Baré

Afwezig

Peter Wouters; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Anne Baré

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_VB_00218 - Vrije tijd - Besteding middelen participatie en sociale activering 2020-2025 - Bekrachtiging 2020_VB_00218 - Vrije tijd - Besteding middelen participatie en sociale activering 2020-2025 - Bekrachtiging

Motivering

Gekoppelde besluiten

Algemene financiële opmerkingen

De middelen ingeschreven in meerjarenbegroting 2020-2025 voor specifieke werkingssubsidies verenigingen, voor toelagen kinderarmoede en vrije tijd en reguliere werkingsmiddelen voor de dienst Vrije Tijd zijn als volgt ingeschreven in de meerjarenbegroting 2020-2025: 

Uitgaven

SUB_NR/INTERN/2000-2500/4403515000/6141/2HMS050303A00000/2OA040900

SUB_NR/INTERN/2000-2500/4403515000/6496800/2HMS050303A00000/2OA040900

SUB_NR/INTERN/2000-2500/4403015000/648211/2HMS050303A00000/2OA040900

Ontvangsten

SUB_NR/INTERN/2000-2500/4403515000/701/2HMS050303A00000/2OA040900

SUB_NR/INTERN/2000-2500/4403515000/7405/2HMS050303A00000/2OA040900

SUB_NR/INTERN/2000-2500/4403015000/74053211/2HMS050303A00000/2OA040900

Regelgeving: bevoegdheid

Artikel 84, §1 van het decreet lokaal bestuur bepaalt dat het vast bureau de besluiten van de raad voor maatschappelijk welzijn uitvoert.

Aanleiding en context

Het managementteam nam op 28 augustus 2019 (jaarnummer 195) kennis van de voorlopige visienota vrijetijdsparticipatie mensen in armoede.

Het college keurde op 21 februari 2020 (jaarnummer 1641) de afsprakennota 2020-2025 vrijetijdsparticipatie mensen in armoede goed.

De raad voor maatschappelijk welzijn keurde op 18 mei 2020 (jaarnummer 20) de aanpassing 1 van het meerjarenplan 2020-2025 goed.

De dienst Vrije Tijd binnen de bedrijfseenheid Sociale Dienstverlening - evenwaardige partner binnen het lokaal netwerk vrijetijdsparticipatie - werkt aan het gezamenlijke doel om mensen in armoede kansen te bieden om te groeien in hun zelfstandige maatschappelijke participatie.

Om dit te realiseren maakt de dienst Vrije Tijd gebruik van de middelen ingeschreven in de meerjarenplanning 2020-2025, waar inkomsten tegenover staan vanuit de subsidies die de POD MI jaarlijks toekent in functie van participatie en sociale activering. 

Met dit besluit geeft de dienst Vrije Tijd aan waarvoor de middelen zoals vastgelegd in de meerjarenbegroting 2020-2025 worden aangewend voor:

  1. het toekennen van specifieke werkingssubsidies aan verenigingen;
  2. financiële tussenkomsten (toelage kinderarmoede en vrijetijdstoelage): De raad voor maatschappelijk welzijn keurde op 5 maart 2015 (jaarnummer 126) de betalingsregeling voor deze toelagen goed. Deze regeling is nog steeds van toepassing. De raad voor maatschappelijk welzijn legde op 28 januari 2016 (jaarnummer 23) de toekenningscriteria op basis van het billijkheidsprincipe vast.
  3. de financiering van de reguliere werking van de dienst Vrije Tijd: vrijetijdskalender, begeleide uitstappen, groepsbegeleiding (vaste groepen), vakantieparticipatie en toegang tot de digitale informatie- en communicatietechnologie.

Argumentatie

De dienst Vrije Tijd spitst zich toe op het reduceren van financiële, praktische, psychische, sociale, culturele en informatiedrempels bij OCMW-klanten. Vrijetijdsparticipatie heeft een hefboomeffect in armoedebestrijding: deelname aan een laagdrempelig vrijetijdsaanbod draagt bij tot het verhogen van zelfredzaamheid, weerbaarheid, maatschappelijke betrokkenheid en het doorbreken van een sociaal isolement.

De dienst Vrije Tijd - evenwaardige partner binnen het lokaal netwerk vrijetijdsparticipatie- werkt dus aan het gezamenlijke doel om mensen in armoede kansen te bieden om te groeien in hun zelfstandige maatschappelijke participatie, vanuit het grondwettelijk principe dat iedereen recht heeft op culturele en maatschappelijke ontplooiing. Voor de operationele uitvoering vormen de 7 b's rond toegankelijkheid van het klantenmodel de basis: bruikbaarheid, betrouwbaarheid, begrijpbaarheid, bekendheid, bereikbaarheid, beschikbaarheid, betaalbaarheid.

Bij koninklijk besluit stelt de POD Maatschappelijke Integratie (POD MI) jaarlijks middelen ter beschikking van de OCMW's voor de financiering van initiatieven ter bevordering van de participatie en de sociale activering van de gebruikers van de dienstverlening die door het OCMW wordt geleverd (OCMW-gebruikers). De doelgroep moet in de meest ruime zin begrepen worden: voor de POD MI is een OCMW-gebruiker een persoon die gebruik maakt van "gelijk welke vorm van openbare dienstverlening die behoort tot de opdrachten van het OCMW". Het recht moet weliswaar aantoonbaar zijn. De bedoeling is om de zelfredzaamheid, de weerbaarheid en de maatschappelijke betrokkenheid van OCMW-klanten te verhogen en hun sociaal isolement te doorbreken door hen te laten deelnemen aan maatschappelijk zinvolle activiteiten.  

75% van het totale subsidiebedrag kan ingezet worden voor het bevorderen van maatschappelijke participatie en de bestrijding van kinderarmoede. 25% van dit budget is bestemd voor het organiseren van collectieve modules die de individuele begeleiding in het kader van de geïndividualiseerde projecten voor maatschappelijke integratie kunnen aanvullen. Deze modules worden ingevuld vanuit de pijler Werk binnen Ondernemen en Stadsmarketing (OS). De inzet van deze 25% van de POD MI subsidie wordt daarom buiten beschouwing gelaten in dit besluit.

Wanneer het koninklijk besluit gepubliceerd wordt, is meteen ook het toegekende subsidiebedrag per OCMW bekend. De publicatie van dit besluit verloopt echter nooit proactief en komt er steeds pas in de tweede helft van een lopend kalenderjaar. Voor 2020 is het koninklijk besluit nog niet gepubliceerd. Om de continuïteit van de dienstverlening te borgen en omdat het subsidiebedrag sterk kan variëren, werden voor de legislatuur 2020-2025 middelen regulier opgenomen in de meerjarenplanning.

Bij het inzetten van de voorziene middelen ligt de focus op:

  • het maximaliseren van onderwijskansen;
  • de maatschappelijke integratie van kinderen en jongeren;
  • de participatie aan het socioculturele leven;
  • de toegang tot nieuwe informatie- en communicatietechnologieën.

1. Specifieke werkingssubsidies voor verenigingen

  • Nominatieve toelage voor Gekkoo vzw en Koraal vzw

Het OCMW neemt de drempel naar buitenschoolse opvang en activiteiten voor kinderen van werkervaringsklanten en klanten in een voortraject richting tijdelijke werkervaring weg door de kosten voor deelname aan activiteiten van Gekkoo vzw en Koraal vzw op zich te nemen, mits een attest sociaal tarief. De toelage voor deze samenwerking is nominatief vastgelegd en vertaalt zich jaarlijks in een afsprakennota.

2. Toelagen

Een groot deel van de middelen gaat naar het verstrekken van individuele toelagen voor vrije tijd en kinderarmoede. De toekenningscriteria voor de vrijetijdstoelagen en de toelagen uit het kinderarmoedefonds zijn geënt op de subsidierichtlijnen die de POD MI uitvaardigt en gaandeweg bijstuurt. Om OCMW-klanten te responsabiliseren wordt voor vrijetijdstoelagen de 80/20-regeling toegepast waarbij er 20% eigen bijdrage wordt gevraagd. Voor toelagen kinderarmoede is er een 100%-terugbetaling. 

Toelagen zijn geen onvoorwaardelijk recht, maar worden toegekend in functie van het wegwerken van participatiedrempels. De maatschappelijk werker of begeleider gaat na of de aanvraag billijk is.

3. Reguliere werking dienst Vrije Tijd

De reguliere werking van de dienst Vrije Tijd omvat alle activiteiten en initiatieven, passend binnen de doelstellingen van de POD MI, om drempels weg te nemen voor OCMW-klanten om hen te laten deelnemen aan culturele, sportieve en sociale activiteiten en de toegang tot nieuwe informatie- en communicatietechnologieën te bevorderen. Het gaat dan bijvoorbeeld om de organisatie van een laagdrempelig gratis of goedkoop vrijetijdsaanbod via aanschaf van tickets en begeleide groepsuitstappen, organisatie van vakantieparticipatie, de aankoop van tweedehandslaptops, de aankoop van spelpakketten voor kinderen (0-12 jaar), de organisatie van groepswerk (vaste groepen), projecten met partners, maar ook werkingsmiddelen ter ondersteuning van de reguliere werking (waaronder de jaarlijkse verzekering van klanten voor groepsuitstappen, de opmaak en inzet van communicatiemiddelen om het aanbod onder de aandacht te brengen, ...).

In functie van de noden en behoeften van de doelgroep en van de evoluties binnen de eigen organisatie (bijvoorbeeld de nauwere samenwerking met Talentontwikkeling en Vrijetijdsbesteding en het maximaal afstemmen van inhoud en criteria) evolueert de werking permanent en vinden er accentverschuivingen plaats. Indien er zich in de  periode 2020-2025 ontwikkelingen voordoen op sociaal, cultureel, economisch of maatschappelijk vlak met directe impact op de doelstellingen, de doelgroep en de inzet van middelen, zal er nieuwe besluitvorming voorgelegd worden.

Juridische grond

Ingevolge artikel 57§1 van de Organieke Wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 8 juli 1976, heeft het OCMW  ‘tot taak aan personen en gezinnen de dienstverlening te verzekeren waartoe de gemeenschap gehouden is. Het verzekert niet alleen lenigende of curatieve doch ook preventieve hulp. Het bevordert de maatschappelijke participatie van de gebruikers. Deze dienstverlening kan van materiële, sociale, geneeskundige, sociaal-geneeskundige of psychologische aard zijn.’

Beleidsdoelstellingen

4 - Harmonieuze stad
2HMS05 - Armoedebestrijding
2HMS0503 - De stad investeert in een menswaardig inkomen voor Antwerpenaren die het moeilijk hebben
2HMS050303 - Zelfredzaamheid, maatschappelijke participatie en inburgering van OCMW-klanten versterken

Besluit

Het vast bureau beslist:

Artikel 1

Het vast bureau bekrachtigt de bestemming van de voorziene middelen 'participatie en sociale activering' voor de dienst Vrije Tijd (periode 2020-2025) voor:

  1. het toekennen van specifieke werkingssubsidies aan verenigingen;
  2. financiële tussenkomsten (toelage kinderarmoede en vrijetijdstoelage);
  3. de financiering van de reguliere werking van de dienst Vrije Tijd: vrijetijdskalender, begeleide uitstappen, groepswerk (vaste groepen), vakantieparticipatie, projecten met partners en de toegang tot de digitale informatie- en communicatietechnologie.

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.