Terug
Gepubliceerd op 18/05/2020

2020_CBS_04194 - Omgevingsvergunning - OMV_2020011675. Lodewijk Van Berckenlaan 361. District Borgerhout - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 15/05/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_04194 - Omgevingsvergunning - OMV_2020011675. Lodewijk Van Berckenlaan 361. District Borgerhout - Goedkeuring 2020_CBS_04194 - Omgevingsvergunning - OMV_2020011675. Lodewijk Van Berckenlaan 361. District Borgerhout - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020011675

Gegevens van de aanvrager:

NV CORDEEL ZETEL TEMSE met als adres Frank Van Dyckelaan 15 te 9140 Temse

Ligging van het project:

Lodewijk Van Berckenlaan 361 te 2140 Antwerpen (Borgerhout)

Kadastrale gegevens:

afdeling 26sectie B nrs. 857X6 en 857Y6

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

omvormen van 12 assistentiewoningen naar 10 kamers voor zorgwonen met één ondergeschikte woning voor zorgverleners (wijziging op vorige vergunning blok F)

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          11/10/2019: voorwaardelijk gunstig advies welstandscommissie voor wijzigingen aan het volume en uitwerking van het kopvolume;

-          13/09/2019: vergunning (20191481) voor de bouw van 74 assistentiewoningen en een dienstencentrum en de omliggende buitenaanleg;

-          15/02/2018: aktename melding (2018325) voor het breken en zeven van puingranulaten;

-          21/03/2014: vergunning (2013348) voor afbraak en bouwen van een woonzorgcentrum, serviceflats en ondergrondse parkeergarage;

-          30/09/2011: gunstig advies welstandscommissie voor het masterplan opgemaakt door Huiswerk architecten, nu gekend als Collectief Noord. 

 

Vergunde/vergund geachte toestand

-          fase 2 zorgcomplex Gitschotelhof: nieuwbouw dienstencentrum en 74 assistentiewoningen;

-          functie: gemeenschapsvoorziening (woonzorgcentrum, serviceflats en commerciële ruimte);

-          volume:

  • gebouwen van 3 bouwlagen omgeven door groene ruimtes;
  • U-vormig gebouw met 3 bouwlagen aan zijde Lodewijk Van Berckenlaan;
  • L-vormig gebouw met 3 bouwlagen aan zijde Valkenputstraat;
  • de gebouwen worden rondom de centrale open ruimte ingeplant;

-          inrichting:

-          gevels aansluitend aan de gevels van de reeds uitgevoerde fase 1, zijnde de eerdere vergunningsaanvraag. Namelijk, gevels opgebouwd uit 2 tinten metselwerk met bijkomende materialen als accenten;

 

Huidige toestand

-          vergunning in uitvoering;

-          functie, inrichting en gevel conform laatst vergunde toestand;

-          volume:

  • het woonzorgcentrum, ondergrondse parkeergarage en assistentiewoningen (toren) en een commerciële ruimte zijn gerealiseerd;
  • fase 2 is aangevat (blok G);

 

Gewenste toestand

-          vergund volume en functie van blok G blijft ongewijzigd, de wijzigingen beperken zich tot blok F:  

-          functie: 

  • 10 kamers voor zorgwonen met leefruimte en keuken;
  • aansluitende woning voor zorgkoppel en familie;

-          volume:

  • 2 bouwlagen met lengte van 29,5m;
  • sluit aan op de verticale circulatieschacht van blok G (niet intern verbonden);
  • op de kop van het gebouw (straatzijde) wordt de zorgwoning voorzien met 3 slaapkamers met netto-vloeroppervlakte van 127m²; 
  • de zorgwoning is intern verbonden met de kamers voor zorgwonen;

-          gevels:

  • zorgwonen (kamers) in rode steen, aansluitend bij blok G;
  • woning in witte baksteen in combinatie met betonstroken;
  • het buitenschrijnwerk is te voorzien in donker- en lichtgrijs aluminium;

-          inrichting terrein:

  • wijziging buitenaanleg en verhardingen;
  • fietsenstalling (14 fietsen) tegen linker perceelsgrens. 

Hoogte 2,7m met schuin dak. 

 

Inhoud van de aanvraag

-          wijzigen van het volume, functie en indeling van blok F; 

-          omvormen van 12 assistentiewoningen naar een zorgwoning met 10 kamers;

-          voorzien van één ondergeschikte woning voor zorgverleners;

-          wijzigen van de verhardingen op het terrein;

-          plaatsen van een fietsenstalling. 

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

20 maart 2020

6 april 2020

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator

20 maart 2020

27 maart 2020

Voorwaardelijk gunstig

PROXIMUS

20 maart 2020

27 maart 2020

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

20 maart 2020

1 april 2020

stadsontwikkeling/ mobiliteit

20 maart 2020

27 maart 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:

  • artikel 21 Verticale plateauliften:

liften die in een gesloten koker geplaatst zijn, dienen voorzien te zijn van een liftdeur van minimum 90cm breedte. Deze deur werd niet opgetekend en is bijgevolg niet beoordeelbaar. 

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat het omvormen van 12 reeds vergunde erkende assistentiewoningen naar een gemeenschapsvoorziening met 10 kamers voor gemeenchapswonen met een ondergeschikte woning voor de zorgverleners.

De woonfunctie in combinatie met zorg blijft dus behouden. Het pand is in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Lodewijk Van Berckenlaan.

De draagkracht van het pand noch van de omgeving wordt met deze aanpassing overschreden.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Voorliggende aanvraag betreft een wijziging ten opzichte van de laatst vergunde toestand van blok F.

De inplanting en de bebouwde oppervlakte van dit bouwvolume blijft grotendeels ongewijzigd, met behoud van de afstand tot de rechter perceelgrens.

De vergunde 3 bouwlagen worden beperkt tot 2 bouwlagen, afgezien van de verticale circulatie ter hoogte van de aansluiting met blok G.

Hieruit blijkt dat zowel schaal als ruimtegebruik gerespecteerd blijven.

Door de lagere bouwhoogte wordt de impact eerder beperkt ten opzichte van de laatst vergunde toestand.

 

Visueel-vormelijke elementen

Het ontwerp werd in het voortraject voorwaardelijk gunstig geadviseerd door de welstandscommissie op 11/10/2019. Voorliggende aanvraag houdt rekening met de gemaakte opmerkingen en kan bijgevolg gunstig worden beoordeeld.

De materialen en vormgeving van de nieuwe gevels zijn in overeenstemming met de stedelijke context van het perceel, beschikken over voldoende beeldkwaliteit en passen zich in het project en het straatbeeld.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De positionering van de leefruimte aan de voorgevel op het gelijkvloers, zorgt ervoor dat de zorgkoppelwoning een levendige plint heeft die de straat aangenaam maakt om in te wonen en te wandelen.

Het project getuigt van een gebalanceerde mix van functies, woningtypologieën en woninggroottes waardoor de druk op het perceel, het bouwblok en de wijk niet onaanvaardbaar verhoogt en bijgevolg de draagkracht van de site niet wordt overschreden.

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van artikel 21 ‘Verticale plateauliften’ van de verordening toegankelijkheid. In de beschrijvende nota wordt aangehaald dat in de zorgwoning voorlopig een liftschacht wordt geïntegreerd waar later indien nodig een lift kan geplaatst worden. Liften die in een gesloten koker geplaatst zijn, dienen voorzien te zijn van een liftdeur van minimum 90cm breedte. Deze deur werd niet opgetekend en is bijgevolg niet beoordeelbaar. Daarom wordt als voorwaarde bij de vergunning opgelegd dat indien een lift wordt geplaatst, deze integraal aan de bepalingen van artikel 21 van de verordening toegankelijkheid moet voldoen.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 7 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de functiewijziging van assistentiewoning naar zorgcentrum.

10 kamers voor zorgwonen in centrumschil met parkeernorm 0,6/woning = 10*0.6 = 6

1 ondergeschikte woning voor zorgverleners met parkeernorm op maat 1/woning = 1

De werkelijke parkeerbehoefte van de functiewijziging = 7

 

De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaats.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen voor voorliggende vleugel bedraagt 10.

 

Deze werden reeds voorzien in de goedgekeurde vergunning van Fase 1 in 2014.

Dit aantal is toereikend.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing.

 

 

De fietsvoorzieningen van de oorspronkelijke assistentiewoningen dekken de nood aan fietsvoorzieningen van de zorgwoningen. Er worden 14 fietsstallingen voorzien. Echter is dit een fietsenstalling enkel voor standaardfietsen. Gezien de doelgroep (mindervaliden) dient er zeker ook plaats voorzien te worden voor niet-standaardfietsen (vb. driewielfiets/triporteur). De doelgroep bestaat immers uit mensen die minder mobiel zijn en dus ook mogelijk op aangepaste fietsen rijden. Dit wordt opgelegd als voorwaarde bij de vergunning.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de voorwaarden in het advies van Proximus dienen strikt te worden opgevolgd;

3.      de voorwaarden in het advies van Fluvius dienen strikt te worden opgevolgd;

4.      de lift te voorzien conform de bepalingen van artikel 21 van de verordening toegankelijkheid;

5.      in de fietsenstalling plaats te voorzien voor niet-standaardfietsen (vb. driewielfiets/triporteur);

6.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

25 februari 2020

Volledig en ontvankelijk

20 maart 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

18 juni 2020

Verslag GOA

5 mei 2020

naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

1

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

Tijdens de bevraging van de omwonenden werd 1 bezwaarschriften ingediend, dat zich als volgt laat samenvatten:

 

1.      Vrijwaren van geïsoleerde zijgevel: De zijgevel aan de Lodewijk van Berckenlaan 365 is geïsoleerd in 2015 en dient ten volle gerespecteerd te worden. Wat als er iets aan de zijgevel moet gebeuren en de fietsenstalling dat verhindert ?
Beoordeling:
Dit bezwaar betreft een burgerrechterlijke én een uitvoeringstechnische kwestie en zijn niet van stedenbouwkundige aard. Bijgevolg kunnen deze opmerkingen niet mee in afweging worden genomen bij de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggend project.

Het bezwaar is ongegrond.

 

2.      Waardevermindering door fietsenstalling: De toevoeging van een fietsenstalling zal een negatieve Invloed hebben op de waardebepaling van de aanpalende woning.
Beoordeling:

Het bezwaar betreft niet-aantoonbare, subjectieve elementen die niet van stedenbouwkundige aard zijn en die bijgevolg niet mee in overweging kunnen worden genomen bij de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggend project.

Het bezwaar is ongegrond.

 

3.      Hoogte fietsenstalling: De hoogte van de fietsenstalling (1/3 van zijgevel-hoogte) roept heel veel vragen op. Wat is de bedoeling van zo’n hoog rek? Er is visuele impact van uitzicht.
Beoordeling:

Het is onduidelijk waarover dit deel van het bezwaarschrift juist handelt en welk bezwaar de indiener heeft met betrekking tot de viuele impact.

De hoogte van de fietsenstalling betreft 2,30 m aan de toegankelijke zijde ervan. Het lessenaarsdak sluit op een hoogte van 2,70 m aan op de wachtgevel van de aanpalende woning. Dit betreffen standaard hoogtes voor een dergelijke constructie die een afdoende gebruiksgemak verzekeren.
De gevels van de fietsenstalling worden afgewerkt met bruin houten latwerk en zijn hiermee passend in de groene omgevingsaanleg.
Het bezwaar is ongegrond.

 

4.      Onbekende factoren fietsenstalling: De materiaalkeuze, grootte, diepte, manier van afsluiten, toegankelijkheid, doorgang of niet, wie zijn de gebruikers, afspraken rond lawaai, manier van stalling, de trillingsgevoeligheid, de in- en uitgang (op 1 of meerdere plaatsen)... zijn allemaal onbekende factoren die toch van invloed zijn.
Beoordeling:
De aanvraag schept voldoende duidelijkheid in deze kwesties. De fietsenstalling is 8,76 m diep, 2,37 m breed en 2,30 tot 2,70 hoog. De gevels zijn afgewerkt met bruin houten latwerk. Er is 1 toegang via een poortje vanaf de Lodewijk van Berckenlaan. De fietsenstalling staat ten dienste van de bewoners (zorgwonen) van voorliggende vleugel (blok F) van het project. Mogelijks zullen sommige bewoners een beperkte mobiliteit ervaren waardoor een korte loopafstand tot de fietsenstalling wenselijk is. Een fietsenstalling an sich is niet trillingsgevoelig.
Het bezwaar is ongegrond.
 

5.      Invloed op omgeving: Er is gevaar voor overlast: samenscholingen, sluikstorten, inbraakgevoeligheid, lawaaihinder. Wij vragen met aandrang aan de bouwheer te verduidelijken welke maatregelen er zullen genomen worden om dit te verhinderen.
Beoordeling:
Voorliggende aanvraag betreft beperkte wijzigingen op een reeds afgeleverde vergunning. Dit bezwaar haalt aspecten aan die van toepassing zijn op het ganse project.
Het bezwaar betreft niet-aantoonbare, subjectieve elementen (samenscholingen, sluikstorten, inbraakgevoeligheid) die niet van stedenbouwkundige aard zijn en die bijgevolg niet mee in overweging kunnen worden genomen bij de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggend project.
Het project betreft een zorgcomplex met zorgwoningen aan de zijde van de bezwaarschrijver. Van deze functie kan bezwaarlijk worden gesteld dat er onaanvaardbare lawaaihinder zal te verwachten zijn voor de omwonenden. Bovendien is een zekere mate van gehorigheid intrinsiek verbonden aan stedelijk wonen in al dan niet gesloten bebouwing.
Het bezwaar is ongegrond.

 

6.      Inbraakpreventie: Het hekken met toegangspoortje, (te zien op: “BA_MAG3_G_N_Noord”), is zeer laag en zal de mogelijkheid tot inbraak via de scheidingsmuur vergroten. Wij vragen dan ook een afsluiting die dat kan verhinderen.
Volgens ons inziens is het ook té gemakkelijk gemaakt om ongewenste personen via de Valkenputstraat, én/of vanuit de gemeenschappelijke tuin tot in de ruimte achter onze tuinen te laten geraken.
Beoordeling:
Een goede oplossing voor inbraakpreventie dient gezocht te worden in een aanpak over het ganse bouwblok en kan niet louter bekeken worden vanuit voorliggende aanvraag. De opmaak van een beheersplan kan hiertoe bijdragen. Dergelijke maatregel is echter niet van stedenbouwkundige aard en kan bijgevolg niet mee in overweging worden genomen bij de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggend project.
In ieder geval is het vanuit visueel vormelijk standpunt niet wenselijk een hogere poort aan de straatzijde te voorzien. Dit zou het open en uitnodigend karakter van het project ondermijnen.
Het bezwaar is ongegrond.

 

7.      Schending van de privacy en toetreding van licht en zonlicht: Er is sprake van inkijk in de omliggende eigendommen. Het licht en zonlicht in de aangrenzende eigendom is al beperkt en zal nog verder beperkt worden door de nieuwbouw die gepland wordt. Ook andere buren maken zich zorgen over de hoeveelheid zonlicht wat al wéér beperkter wordt door de nieuwbouw.
Beoordeling:
Voorliggende aanvraag respecteert, zoals reeds vergund, een minimale afstand van ca. 11,20 m tot de gemeenschappelijke perceelgrens. Het aantal bouwlagen wordt hierbij verminderd van 3 naar 2.
De afstand tot de perceelgrens voldoet aan alle vigerende voorschriften inzake het waarborgen van de privacy van de omwonenden. Door het beperken van het aantal bouwlagen tot 2 zal, rekening houdend met deze tussenafstand, eventuele inkijk in de aangrenzende eigendommen kleiner worden en zal er ook sprake zijn minder hinderlijk schaduwwerking indien deze al aanwezig was of het wegnemen van lichtinval. Bovendien staan er langs de gemeenschappelijke perceelgrens een aantal hoogstammige bomen die een grotere impact zullen hebben op de zon- en daglichttoetreding dan voorliggend gebouw.
Het bezwaar is ongegrond.
 

8.      Biodiversiteit: Het bebouwen zou wéérom een stuk ‘vrij groen’ ontnemen ... We hebben er ook nota van genomen dat de vroeger gevelde bomen vervangen zullen worden door nieuwe bomen. Graag hadden we - in de groenstrook tussen de nieuwbouw en de tuinen van de Vosstraat - ook nog struiken en heesters aangeplant gezien, zonder bodembedekkers in functie van de vogelvriendelijkheid.
Beoordeling:
Het complex hield bij de inplanting van de nieuwe gebouwen maximaal rekening met de locatie van de bestaande bomen. Aan de reeds vergunde inplanting van voorliggende vleugel wordt niet geraakt. Bovendien is op het inplantingsplan duidelijk te zien dat er nieuwe bomen langs de gemeenschappelijke perceelgrens worden geplant. Het planten van struiken en heesters betreffen geen vergunningsplichtige handelingen die dan ook niet als voorwaarde kunnen worden opgelegd.
Het bezwaar is ongegrond.
 

9.      Bestemming naast tuinmuur: Wat wordt er voorzien langs de gemeenschappelijke tuinmuur.
Beoordeling:
Volgens het inplantingsplan wordt hier een tuinzone voorzien, wat vanuit de goede ruimtelijke ordening is aangewezen.
Het bezwaar is ongegrond.
 

10.  Zichtscherm: Bezwaarschrijver vraagt een scherm te bouwen zodanig dat lawaai en inbraak buiten blijven, licht wél door kan en dat bescherming wordt geboden voor inkijk van de gebouwen.
Beoordeling:
Uit de bespreking hierboven blijkt dat de bezwaarindieners de mogelijks negatieve effecten van voorliggende aanvraag overschatten. Het project respecteert grotendeels dezelfde afstand tot de perceelgrens zoals vergund, die daarenboven nu meer privaat zal zijn, én voorziet een lager volume waardoor de impact van het volume kleiner zal zijn.
Het voorzien van een bijkomend zichtscherm ter hoogte van of op de bestaande tuinmuur is dan ook niet aan de orde en zal de goede ruimtelijke ordening eerder verstoren dan versterken.
Het bezwaar is ongegrond.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de voorwaarden in het advies van Proximus dienen strikt te worden opgevolgd;

3.      de voorwaarden in het advies van Fluvius dienen strikt te worden opgevolgd;

4.      de lift te voorzien conform de bepalingen van artikel 21 van de verordening toegankelijkheid;

5.      in de fietsenstalling plaats te voorzien voor niet-standaardfietsen (vb. driewielfiets/triporteur);

6.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.