Terug
Gepubliceerd op 18/05/2020

2020_CBS_04215 - Omgevingsvergunning - OMV_2020028205. Plankenbergstraat 75. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 15/05/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_04215 - Omgevingsvergunning - OMV_2020028205. Plankenbergstraat 75. District Deurne - Goedkeuring 2020_CBS_04215 - Omgevingsvergunning - OMV_2020028205. Plankenbergstraat 75. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020028205

Gegevens van de aanvrager:

de heer Tim Heido met als adres Ten Eekhovelei 284 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Ligging van het project:

Plankenbergstraat 75 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 30sectie A nr. 557T8

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

wijzigen van de functie van winkel naar wonen en regulariseren van de voorgevel

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

 

-          19/06/1989: vergunning (629#637) voor het aanbouwen badkamer en balkon;

-          17/12/2019: proces-verbaal (11002_2019_1185_VPV) Pand niet toegankelijk. Op het moment van de controle was er niemand aanwezig.

 

Vergunde/vergund geachte toestand

 

-          hoekhuis met afgeschuinde hoektravee en zijgevels van 3 ongelijke traveeën bestaande uit 2 bouwlagen onder een mansardedak;

-          gelijkvloerse estaminet met twee bovenliggende appartementen;

-          parament in gele baksteen rustend op een hoge blauwe hardstenen plint en houten buitenschrijnwerk.

 

Huidige toestand

 

-          vaststelling/bescherming (ID: 11293) als bouwkundig erfgoed; eclectisch hoekensemble met huis Hier is’t in Plankenberg;

-          gelijkvloerse handelsruimte met twee bovenliggende appartementen;

-          parament in baksteen rustend op een hoge blauwe hardstenen plint en wit pvc buitenschrijnwerk.

 

Gewenste toestand

 

-          functiewijziging van handelsruimte naar appartement. Met betrekking tot de nieuwe wooneenheid zijn volgende gegevens beschikbaar: 1 twee slaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van circa 80 m²;

-          parament in baksteen rustend op een hoge blauwe hardstenen plint en wit pvc buitenschrijnwerk.

 

Inhoud van de aanvraag

 

-          wijzigen van het aantal woongelegenheden van 2 naar 3;

-          regulariseren van het gelijkvloerse buitenschrijnwerk;

-          de bovenliggende verdiepingen maken geen deel uit van de aanvraag.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

31 maart 2020

14 april 2020

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

30 maart 2020

1 april 2020

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

30 maart 2020

8 april 2020

stadsontwikkeling/ mobiliteit

30 maart 2020

31 maart 2020

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

30 maart 2020

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)

 
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

 

  • artikel 6 Harmonie en draagkracht: het voorziene buitenschrijnwerk is niet in harmonie met de architectuur van de constructie;
  • artikel 27 Open ruimte: voor de functiewijziging is er geen open ruimte voorzien van minimaal 20 %;
  • artikel 28 Minimale oppervlakte buitenruimte: de oppervlakte van de buitenruimte bedraagt <6m2;
  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen: er is slechts een fietsstalplaats van 1,7 m² voorzien < 4,5 m²;
  • artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen: er is geen autostalplaats voorzien.

 

Sectorale regelgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.


Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)


Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

 

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

De omgeving van het pand wordt gekenmerkt door eengezinswoningen en meergezinswoningen. Het omvormen van een (voormalige) handelsruimte/commercieel gelijkvloers naar een woonruimte op deze verdieping kan vanuit stedenbouwkundig oogpunt gunstig beoordeeld worden. Het pand is gelegen op een locatie buiten de afgebakende kernwinkelgebieden. De dienst stadsmarketing/business en innovatie geeft ook een positief advies.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

 

Deze aanvraag doet enkel uitspraak over de functiewijziging van de gelijkvloerse verdieping en de aanpassing van het buitenschrijnwerk. De bovenliggende verdiepingen maken geen deel uit van de aanvraag en worden dan ook niet beoordeeld. Voorliggende aanvraag betreft geen volumewijziging, de schaal van het bestaande en vergunde volume werd behouden. Door de functiewijziging van een handelsgelijkvloers naar een extra wooneenheid wordt de draagkracht van het gebouw programmatorisch niet overschreden.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

 

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen het beoordelingskader voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en/of functiewijziging.

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1.

De werkelijke parkeerbehoefte voor het appartement is 1.

 

De plannen voorzien in 0nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

Dit perceel betreft een hoekperceel. De grootte en/of vorm van het perceel laten het bouwen van het aantal te realiseren plaatsen niet toe. Daarnaast zou het een garagepoort afbreuk doen aan de kwaliteit van het erfgoedpand.

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 0 = 1. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

De berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project kan verminderd worden met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is.

Voor een winkel van zeer beperkte omvang is er geen parkeerbehoefte. We gaan er dan vanuit dat deze vooral een lokale werking heeft. Er is met andere woorden geen afwenteling op het openbaar domein.

Het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein is 0.

 

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 0 = 1.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.

 

 

Fietsvoorzieningen:

Er is een aparte ruimte voorzien in het appartement om de fietsen in te stallen. De ruimte is maar 1,45m diep en 1,15m breed. De fietsenberging moet voldoen aan de maatvoering in de bouwcode.

Voor het bijkomende appartement moeten er, conform artikel 29 van de bouwcode, 3 fietsstalplaatsen voorzien worden.

 

In voorliggende aanvraag worden deze fietsstalplaatsen voorzien in een aparte ruimte die grenst aan de inkomhal. Deze fietsenberging is te klein waardoor geconcludeerd kan worden dat de fietsenberging onvoldoende kwaliteit heeft om effectief als fietsenberging beschouwd te worden, wat in strijd is met artikel 29 van de bouwcode. Het voorzien van een fietsenberging die voldoet aan de maatvoering voorzien in de bouwcode wordt opgenomen als voorwaarde voor vergunning.

 

Visueel-vormelijke elementen

 

De omgeving van het pand wordt gekenmerkt door heel wat fraaie gevels.

 

In de voorliggende aanvraag werd het vergunde houten buitenschrijnwerk vervangen door wit pvc schrijnwerk. Het gekozen materiaal en de toegepaste profilering is niet aanvaardbaar. Artikel 6 van de bouwcode stelt dat alle delen van de constructie qua vorm, grootte, materiaalkeuze, plaatsing en kleur afgestemd dient te zijn op de architectuur van de totale constructie als op de omgeving. Het buitenschrijnwerk in wit pvc is niet in harmonie met het pand dat een zekere erfgoedwaarde bezit. De toepassing van houten schrijnwerk, dat op vlak van profilering goedgekeurd is door de dienst monumentenzorg, wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.

 

Uit de foto’s blijkt dat ook het buitenschrijnwerk op de verdiepingen werd vervangen door wit pvc schrijnwerk. De voorliggende aanvraag vermeldt dat de veranderingen aan de bovenliggende bouwlagen geen deel uitmaken van de aanvraag. Ook deze nieuwe ramen zijn niet aanvaardbaar en worden nadrukkelijk uitgesloten van vergunning.

 

Cultuurhistorische aspecten

 

Voorliggende aanvraag betreft een pand dat is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, vastgesteld bij ministerieel besluit van 29 maart 2019. Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten. De wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw en/of constructie wordt onderworpen aan de wenselijkheid van behoud. Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.

 

Om deze reden werd het advies ingewonnen van de stedelijke dienst monumentenzorg. Dit advies is ongunstig en laat zich als volgt samenvatten:

 

“Het betreft het centrale gedeelte van een symmetrisch uitgewerkt eclectisch hoekensemble van een neorenaissancistisch getint estaminet met appartementen, volgens opschrift genaamd 'Hier is ’t in Plankenberg', en twee flankerende burgerhuizen met accenten in Lodewijk XVI-stijl. Het geheel werd in 1911 gebouwd als opbrengsteigendom voor graaf René-Philippe Van de Werve de Vorsselaer en diens echtgenote Louise Anne Bosschaert. Van het hoekhuis werden in 1989 de eerste en tweede verdieping achteraan uitgebreid met een kleine badkamer. Zeker sinds 1976 is de begane grond van het hoekgebouw in gebruik als ontspanningslokaal voor senioren.

Deze groepsbebouwing is de jongste van minstens vier hoekensembles van telkens een handelshuis met huurkwartieren en twee flankerende burgerhuizen die door de families Van de Werve-Bosschaert en Bosschaert-Du Bois aan de Plankenbergstraat werden opgetrokken.

Het huis Van de Werve is een van de voornaamste en oudste nog bestaande Antwerpse adellijke families. Graaf René-Philippe Van de Werve maakte deel uit van de oudste familietak, de Van de Werve de Vorselaer, en bezat onder meer het kasteel van Vorselaar. Van de Werves echtgenote Louise Anne Bosschaert erfde in 1907 als enige dochter van grootgrondbezitters en renteniers Théodore Bosschaert en Eulalie Du Bois onder meer tientallen bouwgronden en opbrengstwoningen in Deurne Noord. Het echtpaar, en na Van de Werves dood in 1911 de weduwe Bosschaert alleen, zou de eigendommen verder valoriseren. Heel wat van de opgerichte huizen bleven als huurwoningen in bezit van Louise Anne Bosschaert tot aan haar overlijden in 1956. Met een afgeschuinde hoektravee en zijgevels van drie ongelijke traveeën, telt het onderkelderde hoekhuis twee bouwlagen onder een mansardedak met houten daklijst en met bitumen beklede bovenvlakken. Van de ondervlakken is de originele kunstige bekleding van rechthoekige en geschubde natuurleien in een omlijsting van bladzink vervangen door een egale bekleding van kunstleien in maasdekking. De neorenaissancistisch geïnspireerde houten dakvensters met geconsoolde entablementen en omlijstingen met wortelmotief, zijn gereduceerd tot eenvoudige rechthoekige vensters. De houten kroonlijst op klossen werd verwijderd.

De drie gevels kregen een verzorgd parement uit gele baksteen in kruisverband met fijne platvolle voeg, rustend op een hoge blauwe hardstenen plint met afzaat. Het gele parement is rijk verwerkt met witte natuursteen voor muurbanden, puilijsten, kordons, deuromlijstingen, vensterdorpels, entablementen, balkons, hoekblokken, steigergaten, muurafdekkingen, topstukken en gesculpteerde onderdelen. Een discrete neorenaissance-invloed blijkt uit onder meer de wortelmotieven op balkonconsoles en deuromlijstingen, het rolwerk van de geveltoppen, en de thans verdwenen siervazen als topgevelbekroning.

De quasi symmetrische gevelcompositie legt de klemtoon op de door overhoekse pilasters afgelijnde hoektravee die samen met de flankerende traveeën in risaliet werd uitgevoerd. De hoektravee, aangezet met een rechthoekige winkeldeur en op elke verdieping benadrukt door een fraai uitgewerkt natuurstenen balkon met de rechthoekige balkondeur in een terugwijkend gevelvlak, kreeg als bekroning een uitkragende gekanteelde belvedère waarop een rond torentje met twee deurvensters en een zeskantige torentrans, eveneens gekanteeld. Vier overhoekse pilasters met bolvormige topversiering doorbreken de belvedèreborstwering. Van het torentje zijn de muuropeningen dichtgemetseld. De natuurstenen balkonbalustrades, op de eerste verdieping ingevuld met siersmeedwerkpaneeltjes en op de tweede verdieping met vaasbalusters, werden afgewerkt met een sierlijk gesmede ronde handlijst gevat tussen hoekpostamenten. De flankerende traveeën worden beëindigd met een vijfledige opklimmende in- en uitzwenkende geveltop met zij- en toppilaster waarin een rechthoekig dakvenster tussen schildvormige jaartalstenen. Van de overhoekse pilasters zijn de bekronende siervazen in witte natuursteen weggenomen. Aan de zijde van de Plankenbergstraat wordt de private toegang tot het gebouw benadrukt door een fors omlijste toegangsdeur met gedeeld impostvenster onder een klassiek entablement met gecanneleerde consoles en klossen. De twee zijdeuren van het voormalige estaminet zijn op dezelfde wijze omlijst en overdekt. Verder beantwoorden de opstanden aan een regelmatig schema van hoge rechthoekige vensters onder zware lateien met entablement, op de eerste verdieping uitgevoerd met een omlopende geprofileerde lekdrempel als onderdorpel.

Van het originele kwaliteitsvolle houten deur- en vensterschrijnwerk met banden van geel reliëfglas in de draaiende vleugels en vaste bovenlichten bleven tot voor kort de ramen en dubbele zijdeuren van het estaminet bewaard, inclusief de houten rolluiken. Ook de paneeldeur en bovenlichten van de zijingang waren behouden. Van de overige muuropeningen is het schrijnwerk vervangen door moderne ramen en deuren in kunststof, zonder herneming van raam- of roedeverdelingen. Het hoekhuis werd gebouwd als een meergezinswoning met op de begane grond een estaminet met grote gelagzaal, keuken, pomphuis, toilet, en kleine koer, en met op elke verdieping één huurkwartier. Een zijdelings ingeplante hal verleende toegang tot een centrale trapzaal die de verschillende bouwlagen ontsloot en waarrond de verschillende ruimten geschikt lagen. Deze schikking was op elke verdieping dezelfde: een slaapkamer aan de Plankenbergstraat, een woonkamer op de hoek, een tweede kamer en een keuken aan de Leeuwlantstraat, en achteraan een vestiaire en toilet uitgevend op een L-vormige open ruimte. In 1989 werden de appartementen achteraan uitgebreid met een badkamer en voorzien van een klein terras. Het pand heeft beeldondersteunende kwaliteiten in de wijk die werd ontwikkeld door de familie Van de Werve. De erfgoedwaarde van de gevel is aanzienlijk aangetast de vervanging van het schrijnwerk.

 

Conform artikel 5§2 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 moet de beschrijvende nota van de bouwaanvraag voldoende informatie bevatten over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen zodat vergunningverlenende overheid deze kan afwegen. De vergunningsaanvraag bevat geen beschrijvende nota en geen informatie over het cultuurhistorisch profiel van het pand.

 

Het huidige schrijnwerk tast de erfgoedwaarde van het pand sterk aan en heeft een zware negatieve impact op het straatbeeld, gekenmerkt door vier bewaarde en geïnventariseerde hoekensembles van telkens een handelshuis met huurkwartieren en twee flankerende burgerhuizen die door de families Van de Werve-Bosschaert en Bosschaert-Du Bois aan de Plankenbergstraat werden opgetrokken.”

 

De stedelijke dienst monumentenzorg adviseert ongunstig op de vraag om regularisatie van de gevel. Het schrijnwerk dient vervangen te worden door houten schrijnwerk met de correcte profilering naar oorspronkelijk model. Detailtekeningen zullen worden voorgelegd aan de dienst monumentenzorg. Het voorzien van de door de dienst monumentenzorg goedgekeurd buitenschrijnwerk wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning. 

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

De positionering van de leefruimte en slaapkamers aan de voorgevel op het gelijkvloers, zorgt ervoor dat het pand een levendige plint heeft die bijdraagt tot een aangename verblijfsruimte en woonomgeving.

 

De aanvraag voorziet in een functiewijziging van een commerciële functie naar een woonfunctie. Conform artikel 27 van de bouwcode moet er bij een functiewijziging minstens 20% open ruimte voorzien worden op het maaiveld. De aanvraag is hierdoor strijdig met dit voorschrift uit de bouwcode. Een afwijking is echter verdedigbaar omdat de functiewijziging betrekking heeft op een hoekpand dat aan beide straatkanten minder dan 20m diep is. Indien er 20% buitenruimte voorzien zou worden, zou er onvoldoende leefbare oppervlakte overblijven.

 

Volgens artikel 28 van de bouwcode dient het nieuwe appartement voorzien te worden van een buitenruimte van minstens 6m². In de voorliggende aanvraag wordt er echter maar een buitenruimte van 5.8m² voorzien. Omdat dit zeer beperkt blijft, is deze afwijking nog aanvaardbaar.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Woninggrootte

 

Om het ruimtecomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is het geval in het voorliggend project. Het appartement heeft een oppervlakte vanaf 80 m² en kan hierdoor een twee-slaapkamerappartement herbergen.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

3.      het pvc buitenschrijnwerk dient vervangen te worden door nieuw schrijnwerk dat door de dienst monumentenzorg goedgekeurd werd;

4.      er dient een fietsenstalplaats voor 3 fietsen voorzien te worden die voldoet aan de afmetingen van artikel 29 van de bouwcode.

 

Uitsluitingen

 

Het pvc buitenschrijnwerk op de eerste en tweede verdieping is uitgesloten uit deze vergunning. 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

1 maart 2020

Volledig en ontvankelijk

30 maart 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

28 juni 2020

Verslag GOA

11 mei 2020

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

3.      het pvc buitenschrijnwerk dient vervangen te worden door nieuw schrijnwerk dat door de dienst monumentenzorg goedgekeurd werd;

4.      er dient een fietsenstalplaats voor 3 fietsen voorzien te worden die voldoet aan de afmetingen van artikel 29 van de bouwcode.

 

Uitsluitingen

 

Het pvc buitenschrijnwerk op de eerste en tweede verdieping is uitgesloten uit deze vergunning.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.