Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020140942 |
Gegevens van de aanvrager: | mevrouw Bracha Lubinski met als adres Belgiëlei 44 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: | Dokter Maurice Timmermanslaan 2A te 2170 Merksem (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: | afdeling 40 sectie C nr. 207B21 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van magazijncomplex tot meergezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 19/05/1959: vergunning (103#6566) voor het bouwen van een magazijn.
Vergunde/vergund geachte en huidige toestand
- magazijncomplex van bruto vloeroppervlakte van circa 355 m²;
- gesloten bebouwing met 4 bouwlagen onder plat dak. De gelijkvloerse bouwlaag omvat het volledige perceel. De verdiepingen hebben een bouwdiepte van 13 m;
- de voorgevel werd afgewerkt met beige gevelsteen;
- de voortuinstrook werd volledig verhard (oprit).
Gewenste toestand
- appartementsgebouw met 4 woonunits
- gesloten bebouwing met 4 bouwlagen en 1 extra teruggetrokken bouwlaag onder platte daken. Een deel van de gelijkvloerse verdieping wordt afgebroken i.f.v. het kunnen inrichten van een tuin;
- de raamindeling van de voorgevel wordt gewijzigd. De voorgevel wordt afgewerkt met wit crepi. Het schrijnwerk wordt voorzien in antraciet aluminium;
- de voortuinstrook wordt ingericht met groen.
Inhoud van de aanvraag
- verbouwen van een magazijncomplex tot een meergezinswoning:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
AQUAFIN NV | 19 november 2020 | 9 december 2020 | Ongunstig |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 19 november 2020 | 10 december 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator | 19 november 2020 | 23 november 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam | 19 november 2020 | 10 december 2020 |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie | 19 november 2020 | 23 november 2020 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit | 19 november 2020 | 1 december 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De vijfde teruggetrokken bouwlaag is stedenbouwkundig niet aanvaardbaar waardoor de aanvraag niet conform artikel 6 en 10 van de bouwcode is. De aanvraag is niet in harmonie met de omgeving.
De aanvraag maakt deel uit van een aaneengesloten bebouwing, bestaande uit 4 bouwlagen onder een plat dak. Deze 5 woningen vormen de uitzondering in het straatbeeld en de omgeving. De Dokter Maurice Timmermanslaan is echter voldoende breed om 4 bouwlagen met een dergelijke bouwhoogte toe te laten. Echter komt in de omgeving geen teruggetrokken vijfde bouwlaag voor.
Het gebouw richt zich noch naar de bestaande elementen van de straatwand of de omliggende gebouwen, noch naar de beleidsmatig gewenste ontwikkelingen. De schaal van de aanvraag is totaal anders. Een vijfde bouwlaag is bijgevolg stedenbouwkundig niet aanvaardbaar. Indien dit punt wordt aangepast in een nieuwe aanvraag, kan dit gunstig worden geadviseerd.
Functionele inpasbaarheid
Het omvormen van een magazijn in een woonstraat naar een meergezinswoning met 4 wooneenheden sluit aan bij de bestaande functies aanwezig op de omliggende percelen. De aanvraag is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Dokter Maurice Timmermanslaan.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De regularisatie van de bouwdiepte aan de rechterzijde tot 13 m is stedenbouwkundige aanvaardbaar. Tijdens de behandeling van het dossier werd vastgesteld dat de achtergevel niet werd uitgevoerd conform de toenmalige verleende vergunning. De bouwdiepte aan de rechterzijde is gewijzigd van circa 8,78 m naar circa 13 m, maar deze bouwdiepte kan niet als hinderlijk worden beschouwd.
Visueel-vormelijke elementen
De voorgevelwijziging is stedenbouwkundig niet aanvaardbaar. er ontstaat een vervlakking van de voorgevel doordat de raamopeningen worden verkleind en de gevel wordt bepleisterd.
De kenmerkende gevel-brede raamopeningen worden verkleind en opgedeeld en voorzien van een balkon. De keramische witte tegel als borstwering verdwijnt achter de bepleistering. Dit heeft als gevolg dat de duidelijke horizontaal verdeling van de gevel niet meer leesbaar is. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is het wenslijk om deze te bewaren.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag is voor advies opgestuurd naar Aquafin. Zij adviseren ongunstig met volgende beoordeling:
“Het dossier wordt negatief geëvalueerd en kan voorlopig niet aanvaard worden. Volgende zaken dienen bijgestuurd te worden:
Er dient tot aan de rooilijn een gescheiden afvoer voor afval- en hemelwater voorzien te worden. Het betreft hier een verbouwing van een bestaand appartementsgebouw. Op de plannen is echter te zien dat de afvoerleidingen volledig vernieuwd zullen worden. De afvoer van het regenwater, dat van het dak komt, is niet ingetekend op de plannen.
Het addendum B25 hemelwaterformulier ontbreekt.
De diameter van de afval- en hemelwateraansluiting moet minimaal 125 mm en maximaal 200 mm bedragen.”
Er wordt inderdaad geen gescheiden rioolsysteem aangeboden aan de straat, waarmee de aanvraag afwijkt van artikel 40 van de bouwcode. indien dit punt wordt aangepast in een nieuwe aanvraag, kan dit gunstig worden geadviseerd.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 4 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de functiewijziging van magazijn naar meergezinswoning. Het magazijn wordt ingericht als meergezinswoning met 4 appartementen. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1 .
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
Dit aantal is niet toereikend.
|
Fietsvoorzieningen
Voor de 4 nieuwe appartementen moeten er 8 fietsstalplaatsen voorzien worden:
4 x 1 slaapkamer = 4 x 2 (1 slaapkamer + 1 extra) = 8
Er worden in de kelder 14 fietsstalplaatsen voorzien die te bereiken zijn via een trap met fietsgoot.
Woninggrootte
De verwevenheid van functies is een essentieel kenmerk van een binnenstedelijk gebied. Maar een te grote mix van verschillende functies of een te grote concentratie van één bepaalde functie kan tevens voor conflicten en overlast zorgen. Voorbeelden van overlast hierbij zijn geluidsproductie, parkeerdruk, mobiliteitsgeneratie, laden en lossen, dag- of nachtactiviteiten. Ook is er een verschil tussen typologieën die niet via de functiebeperkingen kunnen opgevangen worden. De impact van een appartementsgebouw is bijvoorbeeld heel anders dan dat van een rijhuis voor één gezin. De typologie en schaal kunnen overlast genereren door middel van concentraties.
Om een mix op vlak van stedenbouwkundige, maatschappelijke en woonkwaliteitseisen te garanderen is het noodzakelijk de juiste verhoudingen te zoeken tussen verschillende woningtypes enerzijds en de juiste oppervlakteverhoudingen tussen de functies binnen deze woningen anderzijds. Het aanbieden van 4 een-slaapkamerappartementen is geen mix waardoor er onvoldoende kwaliteit en diversiteit in het appartementsblok wordt gegarandeerd.
Hieruit kunnen we concluderen dat door het omvormen van een magazijn naar 4 eenheden de densiteit op onaanvaardbare wijze stijgt. Dit verhoogt de druk op het perceel, het bouwblok en de wijk onaanvaardbaar waardoor de draagkracht van de site wordt overschreden.
Een mogelijke oplossing is om enkele bouwlagen samen te nemen (bijvoorbeeld +0 en +1) , waardoor één groot kwalitatieve wooneenheid wordt gevormd met een buitenruimte. Dit punt kan worden meegenomen in een nieuwe aanvraag.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 3 november 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 19 november 2020 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 18 januari 2021 |
Verslag GOA | 24 december 2020 |
naam GOA | Gerd Cryns |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
1 | 0 | 0 | 0 |
Bespreking van de bezwaren
Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werd 1 bezwaarschrift ingediend, dat zich als volgt laten samenvatten:
1. Bezwaar tegen het verbouwen van het magazijncomplex tot meergezinswoning omdat men vreest dat dit bijkomende kosten voor de aanpalenden zal genereren omwille van een mogelijk gemeenschappelijke watermeter:
Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. Deze problematiek staat los van de stedenbouwkundige beoordeling van de aanvraag door de vergunningverlenende overheid. Uiteraard betekent het verkrijgen van een vergunning geen vrijgeleide voor de aanvrager/bouwheer zich te ontzien van zijn eventuele wettelijke verplichtingen in deze, vóór en tijdens en na de uitvoer der werken.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.