Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2020001426 |
Gegevens van de aanvrager: |
zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: |
AUTOGEMB Autonoom Gemeentebedrijf Stedelijk Onderwijs Antwerpen met als adres Lange Gasthuisstraat 15 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Frans Van Hombeeckplein 29 te 2600 Berchem (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
Antwerpen afdeling 23 sectie B nr. 440G |
Inrichtingsnummer: |
20200107-0023 (AGSO) |
Vergunningsplichten: |
Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: |
het verder exploiteren van een school na uitbreiding en actualisatie. |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 24 mei 2017 werd door het college van burgemeester en schepenen akte genomen van een melding klasse 3 voor exploitatie van een academie voor beeldende kunsten (MV2017/274) aan het Frans Van Hombeeckplein te Berchem.
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag omvat een regularisatie na uitbreiding van de bestaande school. De omgevingsvergunning wordt gevraagd voor onbepaalde duur. De huidige ingang van de academie bevindt zich aan de Onze-Lieve-Vrouwstraat 25 te Berchem. Voorheen was de ingang gelegen aan het Frans Van Hombeeckplein 29.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gevraagd voor |
3.2.2°a) |
het lozen van meer dan 600 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; |
2.000,00 m³/jaar |
12.2.1° |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; |
1x 200,00 kVA |
16.3.2.a |
koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
5,65 kW |
17.1.2.1.1° |
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 300 liter tot en met 1.000 liter; |
500,00 liter |
17.4 | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 200,00 liter |
20.3.5.a)2°b) | Het fabriceren van keramische producten door middel van verhitting, namelijk dakpannen, bakstenen, vuurvaste stenen, tegels, aardewerk of porselein met een totaal geïnstalleerde drijfkracht van meer dan 100 kW tot en met 500 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk in een ander gebied dan een industriegebied ligt; | 150,00 kW |
30.7.1°a) |
inrichtingen voor het bewerken van marmer, natuur- of kunststeen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; |
7,195 kW |
30.8.2°b) |
inrichtingen voor het vervaardigen en behandelen van voorwerpen uit glas met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 100 kW tot en met 500 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied; |
120,00 kW |
43.1.1°b) |
het stoken in installaties, met uitzondering van stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een ander gebied dan industriegebied en gestookt wordt met aardgas. |
535,00 kW |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
20 februari 2020 |
5 maart 2020 |
Voorwaardelijk gunstig |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
In de school voor “Beeldende en audiovisuele kunsten” worden volgende richtingen aangeboden: beeldatelier (verschillende graden), audiovisueel atelier, digitaal beeldatelier, initiatieatelier, beeldhouwen en ruimtelijke kunst, grafiekkunst, keramiek, schilderkunst, tekenkunst, juweelontwerp/edelmetaal, grafisch ontwerp en illustratie, interieurontwerp, boekkunst, glaskunst, beeldende en audiovisuele cultuur, glasschilderkunst, grafisch ontwerp en illustratie. Er is geen productie ter plaatse. Enkel worden op beperkte schaal keramische producten en glazen voorwerpen gemaakt die worden afgebakken in ovens. Deze ovens staan grotendeels in de kelder en worden enkel buiten de openingsuren gebruikt. De school heeft circa 1.500 ingeschreven leerlingen en 100 personeelsleden verspreid over de vestigingen in de Willem Van Laarstraat en de Onze-Lieve-Vrouwstraat.
Bij de inventarisatie van alle aanwezige toestellen/installaties bleek dat het totale vermogen van de installaties voor de afdeling “Glas en Keramiek” meer dan 100 kW bedroeg waardoor deze ingedeeld dienen te worden in klasse 2. Er zijn een aantal ovens waarin de keramische producten en het glas worden gebakken. Daarnaast zijn er heel wat kleinere toestellen. Gezien er regelmatig toestellen bijkomen en/of bestaande toestellen worden vervangen, is het aangevraagde vermogen (150 kW voor keramische producten – 120 kW voor glas) naar boven afgerond zodat er marge is om wijzigingen uit te voeren zonder dat het totale vergunde vermogen wordt overschreden.
De stookinstallaties werden vervangen waardoor hiervoor eveneens een regularisatie nodig is. De verwarming van het gebouw gebeurt nu door vier stookinstallaties op aardgas met een gezamenlijk vermogen van 535 kW. Verder is er één boiler voor de aanmaak van warm water. Daarnaast werd de levering van gas (propaan en zuurstof) voor de bewerkingstoestellen aangepast zodat er, naast de aangesloten toestellen, een beperkte hoeveelheid reserveopslag (500 liter – klasse 3) aanwezig is. Nieuw is eveneens de ingebruikname van een transformator met een vermogen van 200 kVA. Het lozen van het huishoudelijk afvalwater (2.000 m³/jaar), de compressor (5,65 kW) en de opslag van gevaarlijke producten in kleine verpakkingen (200 liter) blijven ongewijzigd.
Er wordt ter plaatse enkel leidingwater gebruikt. Momenteel is er geen opvang en hergebruik van hemelwater. De exploitant motiveert dat het een bestaand gebouw betreft en dat het voorzien van opvang en hergebruik van hemelwater aanzienlijke kosten met zich meebrengt.
Aangezien de omgevingsvergunningsaanvraag geen betrekking heeft op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III bij het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening, werd geoordeeld dat het project niet MER-plichtig is.
De vergunningsaanvraag heeft geen betrekking op ingedeelde inrichtingen of activiteiten in of aan een beschermde archeologische site, een beschermd monument, een beschermd cultuurhistorisch landschap of een beschermd stads- of dorpsgezicht in de zin van het decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed.
Uit de toepassing van de beoordelingsschema’s van de watertoets blijkt dat de gevraagde activiteiten niet van aard zijn dat ze een invloed hebben op het watersysteem. Een bijkomend wateradvies is niet vereist en de vergunningsaanvraag voldoet aan de doelstellingen opgenomen in artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
Rubriek 30.7.1.a werd opgegeven voor “het bewerken van marmer, natuur- of kunststeen”. Aangezien deze rubriek van toepassing is op industriegebied, werd deze rubriek zonder voorwerp verklaard. Rubriek 30.7.1.b werd toegevoegd voor gebieden andere dan industriegebied.
Er zijn geen klachten van overlast gekend ten gevolge van de huidige exploitatie. De uitbreiding tot een klasse 2 vergunning betreft louter de extra toestellen voor de afdeling “Glas en Keramiek”. Er kan vanuit gegaan worden dat de impact hiervan zeer beperkt zal zijn.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorwaardelijk positief advies gegeven de vergunning te verlenen.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Geadviseerd voor |
3.2.2°a) |
het lozen van meer dan 600 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; |
2.000,00 m³/jaar |
12.2.1 |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; |
1x 200,00 kVA |
16.3.2.a |
koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
5,65 kW |
17.1.2.1.1° |
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 300 liter tot en met 1.000 liter; |
500,00 liter |
17.4
|
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 200,00 liter |
20.3.5.a)2°b) | Het fabriceren van keramische producten door middel van verhitting, namelijk dakpannen, bakstenen, vuurvaste stenen, tegels, aardewerk of porselein met een totaal geïnstalleerde drijfkracht van meer dan 100 kW tot en met 500 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk in een ander gebied dan een industriegebied ligt; | 15,00 kW |
30.7.1°a) |
inrichtingen voor het bewerken van marmer, natuur- of kunststeen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; |
zonder voorwerp |
30.7.1°b) |
inrichtingen voor het bewerken van marmer, natuur- of kunststeen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 100 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied; |
7,200 kW |
30.8.2°b) |
inrichtingen voor het vervaardigen en behandelen van voorwerpen uit glas met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 100 kW tot en met 500 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied; |
120,00 kW |
43.1.1°b) |
het stoken in installaties, met uitzondering van stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een ander gebied dan industriegebied en gestookt wordt met aardgas. |
70,00 kW |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. |
Uiterlijk drie maanden na vergunningverlening bezorgt de exploitant de keuringsattesten en emissiemetingen van de stookinstallaties aan de afdeling Omgeving van de stad Antwerpen (omgevingsvergunning@antwerpen.be met vermelding van het referentienummer OMV_2020001426). |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
29 januari 2020 |
Volledig en ontvankelijk |
19 februari 2020 |
Start 1e openbaar onderzoek |
29 februari 2020 |
Einde 1e openbaar onderzoek |
29 maart 2020 |
Start 2e openbaar onderzoek* |
6 mei 2020 |
Einde 2e openbaar onderzoek* |
11 mei 2020 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
2 augustus 2020 |
Verslag GOA |
28 mei 2020 |
naam GOA |
Bieke Geypens |
De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
29 februari 2020 |
29 maart 2020 |
0 |
0 |
0 |
0 |
6 mei 2020* |
11 mei 2020 |
0 |
0 |
0 |
0 |
*De Vlaamse regering heeft op 24 maart 2020 via het noodbesluit omgevingsvergunning beslist om de openbare onderzoeken voor omgevingsvergunningen op te schorten. Daarom werd, conform het noodbesluit, nog een tweede openbaar onderzoek georganiseerd voor de resterende dagen.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Bijzondere milieuvoorwaarden
1. |
Uiterlijk drie maanden na vergunningverlening bezorgt de exploitant de keuringsattesten en emissiemetingen van de stookinstallaties aan de afdeling Omgeving van de stad Antwerpen (omgevingsvergunning@antwerpen.be met vermelding van het referentienummer OMV_2020001426). |
Brandweervoorwaarden
de brandweervoorwaarden uit het verslag met kenmerk BW/KP/2020/G.00367.BE.007, die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
De vergunning omvat thans volgende rubrieken:
Rubriek |
Omschrijving |
Gecoördineerd |
3.2.2°a) |
het lozen van meer dan 600 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; |
2.000,00 m³/jaar |
12.2.1° |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; |
1x 200,00 kVA |
16.3.2°a) |
koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
5,65 kW |
17.1.2.1.1° |
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 300 liter tot en met 1.000 liter; |
500,00 liter |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; |
200,00 liter |
20.3.5.a)2°b) |
het fabriceren van keramische producten door middel van verhitting, namelijk dakpannen, bakstenen, vuurvaste stenen, tegels, aardewerk of porselein met een totaal geïnstalleerde drijfkracht van meer dan 100 kW tot en met 500 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk in een ander gebied dan een industriegebied ligt; |
150,00 kW |
30.7.1°b) |
5 kW tot en met 100 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied; |
7,195 kW |
30.8.2°b) |
inrichtingen voor het vervaardigen en behandelen van voorwerpen uit glas met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 100 kW tot en met 500 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied; |
120,00 kW |
43.1.1°b) |
het stoken in installaties, met uitzondering van stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een ander gebied dan industriegebied en gestookt wordt met aardgas. |
535,00 kW |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat op 5 juni 2020 voor onbepaalde duur.