Terug
Gepubliceerd op 03/08/2020

2020_CBS_06417 - Omgevingsvergunning - OMV_2020060559. Generaal Eisenhowerlei 59. District Borgerhout - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 31/07/2020 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Peter Wouters, schepen; Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Jinnih Beels, schepen; Karim Bachar, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur; Jo De Geest, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_06417 - Omgevingsvergunning - OMV_2020060559. Generaal Eisenhowerlei 59. District Borgerhout - Goedkeuring 2020_CBS_06417 - Omgevingsvergunning - OMV_2020060559. Generaal Eisenhowerlei 59. District Borgerhout - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020060559

Gegevens van de aanvrager:

BV Cocon met als adres Mechelsesteenweg 1 te 2018 Antwerpen en de heer Semir Yaramis met als adres Rode Dreef 34 te 2110 Wijnegem

Ligging van het project:

Generaal Eisenhowerlei 59 te 2140 Borgerhout (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 25 sectie A nr. 1004X11

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een meergezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          22/02/1957: vergunning (179#4166) voor het vervangen van de bestaande zolderruimte (in zadeldak) door een op te bouwen derde verdieping.

Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand

-          meergezinswoning met 4 wooneenheden;

-          4 bouwlagen onder plat dak in gesloten bebouwing.

Huidige toestand

-          meergezinswoning met 4 wooneenheden;

-          4 bouwlagen onder plat dak in gesloten bebouwing;

-          gelijkvloerse veranda.

Gewenste toestand

-          meergezinswoning met 4 wooneenheden;

  • 2 éénslaapkamerappartementen met een netto-vloeroppervlakte van 85 en 60m²;
  • 2 tweeslaapkamerappartementen met een netto-vloeroppervlakte van beide 80m².

-          4 bouwlagen onder plat dak in gesloten bebouwing;

-          volume uitbreiding op de gelijkvloerse, 1ste, 2de en 3de verdieping:

-          de gelijkvloerse verdieping uitgebreid tot een bouwdiepte van 19,03m ter hoogte van de linker perceelsgrens;

-          de 1ste en 2de verdieping uitgebreid tot een bouwdiepte van 15,65m ter hoogte van de linker perceelsgrens;

-          de 3de verdieping uitgebreid tot een bouwdiepte van 13m over de volledige breedte van het perceel;

-          de voorgevel in roodbruine gevelsteen voorzien van buitenschrijnwerk in witte pvc.

-          de achtergevel voorzien van een nieuwe raamindeling en volledig afgewerkt met isolatie en witte crepi.

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van de gelijkvloerse veranda;

-          volumeuitbreiding op de gelijkvloerse, 1ste, 2de en 3de verdieping;

-          interne constructieve wijzigingen;

-          wijzigen van de gevels.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

8 juni 2020

30 juni 2020

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

8 juni 2020

22 juni 2020

stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen/ geacht vergund

8 juni 2020

22 juni 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:

  • artikel 28 Minimale oppervlakte buitenruimte:
    de oppervlakte van de terrassen op de 1ste en 2de verdieping zijn verkleind;
  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    waar het bestaande platte dak van de hoofdbouw overgaat in het nieuwe platte dak van de 3de verdieping hebben de scheimuren geen opstand van minstens 0,30m tov het hoogst aangrenzende dakvlak;
    • artikel 40 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen:
      de meergezinswoning wordt niet voorzien van een gescheiden RWA en DWA afvoerstelsel;

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van meergezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Generaal Eisenhowerlei.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De Generaal Eisenhowerlei wordt gekenmerkt door een- of meergezinswoningen met drie à vier bouwlagen onder een plat dak.  De hoofdbouwen zijn er aan de achterzijde bijna altijd uitgebreid met achterbouwen. 


In voorliggende aanvraag wordt het bestaande vier bouwlagen hoge hoofdbouw behouden, de drie bouwlagen hoge achterbouw wordt uitgebreid en de veranda die werd bijgebouwd aan de achterzijde van de achterbouw zal worden afgebroken.  Ter hoogte van de linkerperceelsgrens wordt de achterbouw uitgebreid tot een bouwdiepte van 19,03m op de gelijkvloerse verdieping en tot een bouwdiepte van 15,65m op de eerste en tweede verdieping.  Deze uitbreidingen bevinden zich binnen het gabarit van de linker aanpalende en hebben bijgevolg geen negatieve gevolgen voor de privacy of bezonning van dit perceel. Daarnaast wordt de achterbouw nog uitgebreid met een vierde perceelsbrede bouwlaag tot een bouwdiepte van 13m. De voorgestelde bouwdieptes zijn verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.  Na de uitbreidingen blijft er voldoende ruimte over om op het gelijkvloers om een kwalitatieve tuinzone te behouden.

 

Visueel-vormelijke elementen

De bestaande voorgevel in roodbruine gevelsteen met witte natuursteen elementen wordt in voorliggende aanvraag voorzien van nieuw buitenschrijnwerk in witte pvc. De achterbouw wordt afgewerkt met wit gevelpleisterwerk en voorzien van buitenschrijnwerk in antracietkleurige pvc.  De voorgestelde materialen zijn in overeenstemming met de stedelijke context van het perceel. 

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

In voorliggende aanvraag worden de vier appartement intern verbouwd.  De nieuwe planschikkingen verhogen de algemene woon- en leefkwaliteit van de verschillende woonentiteiten aanzienlijk en worden dan ook gunstig beoordeeld.  In de gelijkvloerse achtergevel worden twee grote raamopeningen voorzien naar de aangrenzende stadstuin.  Hierdoor wordt het contact tussen de leefruimte van het gelijkvloerse appartement en de buitenruimte versterkt wat de woonkwaliteit ten goede komt. Daarnaast wordt door de uitbreiding van de achterbouw het appartement op de derde verdieping voorzien van een private buitenruimte hetgeen ook gunstig te beoordelen valt. 
 

De terrassen op de eerste en tweede verdieping worden in voorliggende aanvraag verkleind van 3,20m² naar 2,75m² door de toevoeging van isolatie en gevelpleisterwerk tegen de achtergevel. Conform artikel 28 van de bouwcode dient de minimale netto vloeroppervlakte van een private buitenruimte 6m² te bedragen voor een appartement met 2 slaapkamers. Omwille van de verbetering van de energetische waarde van het appartement kan de verkleining van de terrassen gemotiveerd worden.

 

De scheimuur met zowel de linker als de rechter aanpalende wordt ter hoogte van de overgang tussen het bestaande dak van de hoofdbouw en het nieuwe dak van de achterbouw op de derde verdieping niet uitgevoerd met een opstand van 30cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Dit is strijdig met artikel 34 van de bouwcode. Van dit voorschrift kan met het oog op het voorkomen van brandoverslag niet zonder meer afgeweken worden. Deze 30cm kan alsnog bekomen worden door het dakpakket ter hoogte van de scheimuren minder dik uit te voeren. Deze opstand is echter niet vereist indien de dakbekleding onder brandreactie klasse BROOF (t1) valt. Als voorwaarde voor vergunning wordt opgelegd dat het aangevraagde dient te worden uitgevoerd conform één van de bovenstaande mogelijkheden. Een verhoging van de scheimuur is eveneens een oplossing. Echter dit maakt het voorwerp uit van een nieuwe bevraging van de omwonenden, waarvoor in dat geval een nieuwe omgevingsaanvraag moet worden ingediend.

 

Het is algemeen verplicht om bij een grondige verbouwing het regenwater en afvalwater op het eigen terrein te scheiden.  Conform artikel 40 van de bouwcode moet elk gebouw voorzien zijn van een gescheiden rioolstelsel dat bestaat uit 1 droogweerafvoer en 1 hemelwaterafvoer.  Dit gescheiden rioolsysteem moet aangeboden worden aan de straat. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning. 

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing gezien de aanvraag geen vermeerdering van het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande en vergunde of vergund geachte situatie inhoudt.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);

3.      de woning te voorzien van een gescheiden rioolstelsel met één RWA en één DWA

4.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

13 mei 2020

Volledig en ontvankelijk

8 juni 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

7 augustus 2020

Verslag GOA

21 juli 2020

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);

3.      de woning te voorzien van een gescheiden rioolstelsel met één RWA en één DWA

4.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.