Terug
Gepubliceerd op 19/10/2020

2020_CBS_08522 - Omgevingsvergunning - OMV_2020079039. Lovelingstraat 64. District Antwerpen - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 16/10/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Verontschuldigd

Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_08522 - Omgevingsvergunning - OMV_2020079039. Lovelingstraat 64. District Antwerpen - Weigering 2020_CBS_08522 - Omgevingsvergunning - OMV_2020079039. Lovelingstraat 64. District Antwerpen - Weigering

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020079039

Gegevens van de aanvrager:

NV WINVEST Holding met als contactadres Oever 21 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Lovelingstraat 64 te 2060 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 5 sectie E nr. 765M3

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

opdelen van een eengezinswoning in 2 duplexappartementen

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          28/09/1905: toelating (1905#1967) voor het bouwen van een huis

-          07/01/1938: toelating (18#9395) voor  veranderingswerken.

Vergunde/vergund geachte toestand

-          functie:

  • eengezinswoning

Huidige toestand

  • vaststelling (ID: 7247) van Burgerhuis met art-nouveau-inslag als bouwkundig element;

-          functie:

  • eengezinswoning met een bruto vloeroppervlakte van circa 234 m²;

-          bouwvolume:

  • gesloten bebouwing;
  • 4 bouwlagen onder een zadeldak;
  • kroonlijsthoogte: 11,92m;
  • nokhoogte: 16,13m;
  • bouwhoogte achterbouw: 6,23m;
  • maximale bouwdiepte: 15,04m;

-          gevelafwerking:

  • voorgevel:
    • geel metselwerk;
    • arduinen plint;
    • wit geschilderd houten buitenschrijnwerk;
  • achtergevel:
    • beige geschilderde beton;
    • wit houten buitenschrijnwerk;
    • grijze dakpannen.

-          inrichting:

  • verharde open en overdekte buitenruimte: circa 12m².

Gewenste toestand

-          functie:

  • vermeerderen van het aantal wooneenheden van 1 naar 2. Met betrekking tot de nieuwe wooneenheden zijn volgende gegevens beschikbaar:
    • 1 tweeslaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van circa 96m²;
    • 1 eenslaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van circa 64m²;

-          inrichting:

  • onverharde buitenruimte van 6m².

Inhoud van de aanvraag

-          wijzigen van het aantal woongelegenheden van 1 naar 2.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

14 juli 2020

20 juli 2020

Voorwaardelijk gunstig

Onroerend Erfgoed

14 juli 2020

16 juli 2020

Geen advies

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

14 juli 2020

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

stadsontwikkeling/ mobiliteit

14 juli 2020

14 juli 2020

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

14 juli 2020

31 juli 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 1 zone voor wonen - (wo).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • Artikel 5 Cultuurhistorisch erfgoed: De aanvraag gaat niet uit van het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde zoals bepaald in het CHE-rapport;
  • artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer: de dakvlakvensters op de 3de verdieping bevinden zich niet tussen de 1 en de 2 meter boven het loopvlak;
  • artikel 43 Septische putten: het is niet duidelijk of de septische put groot genoeg is.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat het verbouwen van een eengezinswoning naar een meergezinswoning met twee woongelegenheden.

De stad telt heel wat eengezinswoningen, herenhuizen en tal van grondgebonden woningen. Echter worden deze woningen steeds vaker opgedeeld in kleinere woonentiteiten. Ook zijn er steeds minder vergunningen voor de bouw van eengezinswoningen. Om gezinnen in de stad te kunnen blijven aantrekken en behouden is het nodig om de eengezinswoningen te beschermen. De grootste woongelegenheid in het project bedraagt circa 112m² bruto. Deze oppervlakte is onvoldoende om een groot gezin te herbergen.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Het bouwvolume wordt tegenover de bestaande toestand enkel gewijzigd door het verwijderen van het schuin dak dat het terras overdekt. Deze ingreep kan gunstig worden bevonden omdat dit de openruimte optimaliseert. Verder wijzigt het bouwvolume niet.

 

Cultuurhistorische  aspecten en visueel- vormelijke elementen

Het pand is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed. Op basis van het rapport kan gesteld worden dat het pand opmerkelijk gaaf bewaard is gebleven. Het is een representatief voor beeld van de overgang naar een meer progressieve stijl, door toevoeging van art-nouveau-elementen en het gebruik van geglazuurde baksteen. Het pand is beeldbepalend omwille van de historische waarde, de architecturale waarde en artistieke en esthetische waarde.

 

Bijgevolg werd advies gevraagd aan de dienst stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg. De afweging in het advies luidt als volgt:

“Men wenst het pand om te vormen naar twee woonunits.

De voorgevel blijft ongewijzigd. Het fotomateriaal toont een console onder het balkon van de eerste verdieping die sterk beschadigd is. Het schrijnwerk blijft behouden.

In de inkom wordt naast de trap de ruimte verbreed in functie van een fietsenberging. Het is niet duidelijk wat er met de witte marmeren vloer gebeurt in de traphal. De muur die wordt afgebroken is afgewerkt met een marmerschildering aan de zijde  van de gang. Aan de zijde van de nieuwe keuken bevindt zich een fraai afgewerkt plafond met centrale rozas en moulures. De toegangsdeur naar het gelijkvloerse appartement wordt vervangen door een nieuwe brandwerende deur.

In het entresolvolume wordt een binnentrap geplaatst naar niveau 1. Het schrijnwerk in de achtergevel blijft volgens de plannen, eveneens bewaard. De bestaande luifel wordt verwijderd.

Op het tussenniveau wordt de deur vervangen door een nieuwe deur met brandweerstand.

Op de eerste verdieping wordt de achterste kamer van het hoofgebouw versmald om zo een gang naar de voorste kamer te maken. De binnendeuren worden verplaatst.

Vanaf de tweede verdieping wordt er een rookschacht gemaakt in de traphal door deze in te korten. Op de tussenverdieping naar niveau 2 wordt een deur geplaatst en wordt de traphal privatief door ook een wand te plaatsen tussen de trapvleugels.

De console onder het balkon moet hersteld worden door een restauratiespecialist ter zake zodat de gevel opnieuw in ere wordt hersteld en bij gebruik van het balkon geen bijkomende problemen ontstaan.

Op basis van de plannen en de nota blijft het schrijnwerk in de voorgevel behouden. Gelet echter op de bouwfysische staat van het schrijnwerk lijkt de kans reëel dat het schrijnwerk vervangen zal worden. Als voorwaarde zal opgenomen worden dat het nieuwe schrijnwerk moet voorzien worden in hout, met dezelfde profilering en indeling als het bestaande schrijnwerk. De voordeur moet gerestaureerd worden.

Door het omvormen van de eengezinswoning naar twee woonunits dienen in het interieur ingrepen te gebeuren die het gaaf bewaarde pand aantasten. Het verplaatsen van de muur naast de traphal gelijkvloers heeft enerzijds een grote impact op de traphal zelf, anderzijds op de naastgelegen ruimte: het fraaie plafond met rijkelijke moulures en centrale rozas wordt hierdoor sterk aangetast, ook de verhoudingen van deze ruimte kloppen niet meer, de rozas staat niet meer centraal in de ruimte.

Alle binnendeuren worden aangepast in functie van brandweerstand of interne verbindingen, wat eveneens een aantasting is van de erfgoedwaarde, aangezien dit allemaal paneeldeuren zijn. Op basis van de aangeleverde informatie is het niet duidelijk of de brandwerende deuren zullen uitgevoerd worden als paneeldeuren zodat het uitzicht bewaard blijft. Het is eveneens niet duidelijk of de bestaande deuren herbruikt zullen worden in nieuw voorgestelde openingen. Het creëren van een bijkomende gang op de eerst verdieping verstoort de verhoudingen van de kamerindeling.

Het plaatsen van een rookschacht vanaf de traphal tweede verdieping, heeft eveneens een grote impact, net zoals het afsluiten van de traphal.

Door het omvormen van de eengezinswoning naar een meergezinswoning, moet het pand een heel aantal ingrepen ondergaan die het gaaf bewaarde interieur te sterkt aantasten. Er wordt dan ook op aangedrongen het pand te behouden als eengezinswoning. Gelet op het voorgaande wordt een ongunstig advies verleend.”

Het advies van de dienst stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg wordt gevolgd en maakt deel uit van het ongunstig stedenbouwkundig advies.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

In het dakvlak worden aan de voorzijde dakvensters voorzien. Deze dakvensters kunnen echter niet gerekend worden tot de lichtdoorlatende oppervlakte aangezien de dakvensters zich niet tussen de 1 en 2 m boven het loopvlak bevinden. In een voorwaardelijk gunstige vergunning wordt opgelegd om de dakvlakvensters conform artikel 24 van de bouwcode uit te voeren.

 

Verder is het op de plannen niet duidelijk of de septische put voldoende groot is. Volgens artikel 43 van de bouwcode dient de septische put een minimale inhoud van 2.000 liter te hebben. In een voorwaardelijk gunstige vergunning dient de aanvraag te voldoen aan artikel 43 van de bouwcode.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging.

De eengezinswoning wordt verbouwd tot 2 appartementen.

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1.

1 bijkomende wooneenheid : parkeerbehoefte = 1.

De werkelijke parkeerbehoefte is 1.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

 

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

17 juni 2020

Volledig en ontvankelijk

14 juli 2020

Start openbaar onderzoek

24 juli 2020

Einde openbaar onderzoek

22 augustus 2020

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

27 oktober 2020

Verslag GOA

5 oktober 2020

naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

24 juli 2020

22 augustus 2020

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.