Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020104739 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer RIK DANCKAERT met als adres Sint-Jansvliet 13 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Sint-Jansvliet 13-15/17A te 2000 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 4 sectie D nrs. 130D en 132B |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | het intern samenvoegen van twee gelijkvloerse commerciële handelzaken |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
huisnummer 13:
- 10/08/1944: toelating (18#19192) voor het uitvoeren van veranderingswerken;
huisnummer 15/17:
- 27/12/2019/: weigering (20192712) voor het verbouwen en uitbreiden van een bestaand pand met 6 appartementen en 2 reca-ruimtes. Op 24/01/2020 werd bij de deputatie beroep aangetekend tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen;
- 28/3/1988: vergunning (86#87817) voor het aanbouwen van een sanitair lokaal;
- 27/2/1953: toelating (18#30522) voor het uitvoeren van veranderingswerken.
Vergunde toestand
- twee rijhuizen in een historisch besloten bouwblok;
- op het gelijkvloers van zowel huisnummer 13 als huisnummer 15/17 is een reca-zaak vergund.
Huidige toestand
- twee rijhuizen in een historisch besloten bouwblok;
- op het gelijkvloers van zowel huisnummer 13 als huisnummer 15/17 is nog steeds een reca-zaak gevestigd;
- de gelijkvloerse koer links achteraan werd overdekt.
Gewenste toestand
- het deels verwijderen van de scheidingsmuur tussen de twee panden zodat op de benedenverdieping één grote reca-zaak ontstaat;
- het intern verbouwen van het reca-gedeelte op de benedenverdieping.
Inhoud van de aanvraag
- het intern verbinden van beide panden op de benedenverdieping door middel van het deels afbreken van de scheimuur;
- het plaatsen van een nieuwe draagbalk;
- het terug openwerken van de koer links achteraan het perceel;
- het verbouwen van het sanitaire gedeelte en de plaatsing van een koelcel op de benedenverdieping van het pand;
- zowel de kelderverdieping als de bovenliggende bouwlagen van beide panden maken geen deel uit van deze omgevingsvergunningsaanvraag.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 28 augustus 2020 | 4 september 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam | 28 augustus 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie | 28 augustus 2020 | 14 september 2020 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie | 28 augustus 2020 | 10 september 2020 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg | 28 augustus 2020 | 22 september 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 1: zone voor wonen - (wo1).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend punt:
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag betreft het samenvoegen van twee bestaande horecapanden aan de Sint-Jansvliet. Het advies van de stedelijke dienst ondernemen en stadsmarketing is gunstig. De panden zijn gelegen in de afgebakende strategische horecakern Historisch Centrum, behoud en versterking van het horeca-aanbod is op deze locatie gunstig te beoordelen.
De aanvraag is functioneel inpasbaar.
Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten
De werken zijn gesitueerd zijn in een zone die volgens het gewestplan, bijzondere plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen werd ingekleurd als een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde.
De wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw en/of constructie wordt onderworpen aan de wenselijkheid van behoud. Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.
Conform artikel 5§2 van de bouwcode ven 25 oktober 2014 moet de beschrijvende nota van de bouwaanvraag voldoende informatie bevatten over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen zodat vergunningverlenende overheid deze kan afwegen.
De Sint-Jansvliet, ter hoogte van het huidige plein tussen de Scheldekaai en Steenhouwersvest, werd in 1201-06 uitgegraven als zuidelijke omheiningswal van de toenmalige stad. Tot ver in de zestiende eeuw was de St.-Jansvliet de grootste en belangrijkste binnenhaven van Antwerpen. In 1881-82 werd de vliet overwelfd. Op de plaats van de vroegere brug over de vliet, staat tegenwoordig het ingangsgebouw van de voetgangerstunnel (1931-33), vandaar de tijdelijke benaming "Kleine Tunnelplaats". In 1959 werd de oude naam hernomen. De heterogene bebouwing rondom de St.-Jansvliet getuigt van de lange en gevarieerde geschiedenis van deze plek. Het aanvraagdossier bevat geen bouwhistorische informatie zoals vereist door de bouwcode artikel 5§2.
Men wil een interne verbinding maken tussen de panden St.-Jansvliet 13 en 15. Nummer 15 maakt deel uit van een vernieuwbouw uit 1952 op twee percelen (15 en 17) waarbij oudere bestaande panden werden uitgebreid tot de huidige constructie. Bij nummer 13 vermoeden we de aanwezigheid van een historische kern die verder teruggaat in de tijd dan de lijstgevel die er is aangebouwd in de 19de eeuw. Achter beide panden bevindt zich nog een achterhuis onder zadeldak.
Om te kunnen beoordelen of er een impact is op de erfgoedwaarden van het complex, vraagt de stedelijke dienst monumentenzorg de opmaak van een CHE-rapport voor beide panden. Een CHE-rapport is een beperkte bouwhistorische en beschrijvende studie van één of meerdere panden. Een bouwhistoricus raadpleegt archief- en literatuurbronnen en doet onderzoek ter plaatse.
Een CHE-rapport omvat een bouwgeschiedenis van het pand, gedocumenteerd en geïllustreerd met archiefbronnen, iconografische materiaal en foto’s ter plaatse. Daarnaast omvat het een bouwhistorische opname: een beschrijving van de verschillende onderdelen van het pand, geïllustreerd met foto’s waarbij er aandacht is voor onderdelen, interieurs, afwerking en voor de bouwhistorische sporen die inzicht bieden in de geschiedenis van het pand.
Op basis van de bouwgeschiedenis en de bouwhistorische opname bepaalt de bouwhistoricus volgens wetenschappelijke methode welke erfgoedwaarden het pand en zijn verschillende onderdelen bezitten. Indien nodig kan aangegeven worden in welke mate er bouwhistorische begeleiding nodig is tijdens de uitvoering van de werken.
Omwille van het ontbreken van een CHE-rapport bij de voorliggende aanvraag, adviseert de stedelijke dienst monumentenzorg ongunstig. Dit advies wordt gedeeltelijk gevolgd. Vooraleer er een opening gemaakt wordt moet er eerst een onderzoek gebeuren naar eventuele afwerkingslagen. De aanvrager kan hierover contact opnemen met de stedelijke dienst monumentenzorg (monumentenzorg@antwerpen.be). Bij aanwezigheid van waardevolle muurschilderingen onder de afwerkingslaag kan in samenspraak met monumentenzorg onderzocht worden of de opening mogelijk moet verplaatst of aangepast worden.
Bodem
Het projectgebied bevindt zich binnen een archeologisch vastgestelde zone. Het projectgebied is gelegen binnen woon- en recreatiefgebied met een oppervlakte onder de 300 m² (ca. 297 m²) en ingreep in de bodem onder de 100 m² (geschat ca. 50 m²). Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor geen archeologienota verplicht.
Bij diepere graafwerken kunnen alsnog restanten van archeologische sporen (muren, waterputten,...) worden aangetroffen. Wanneer de bouwheer redelijkerwijs vermoedt dat deze archeologisch waardevol zijn, dient hij deze verplicht te melden onder de vondsmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, arikel 5.1.4). De dienst archeologie van de stad Antwerpen kan de waarde van de aangetroffen sporen steeds komen inschatten.
Op vraag van de dienst archeologie worden volgende voorwaarden opgelegd:
- De bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@stad.antwerpen.be);
- De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen;
- De bouwheer is verplicht om eventuele vondsten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat ze archeologisch relevant zijn, bijvoorbeeld houten waterputten en dergelijke, deze te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.1.4). De dienst archeologie kan de waarde steeds komen inschatten.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het advies van de brandweer is voorwaardelijk gunstig en moet strikt worden nageleefd.
Het publiek toegankelijke gedeelte heeft een totale vloeroppervlakte van +/-140m² en is strikt genomen niet onderhevig aan de gewestelijke verordening toegankelijkheid. Er wordt wel voorzien in een toilet voor mindervaliden, wat een goede zaak is. De toegang naar dit toilet voldoet echter niet helemaal aan artikel 25 van de verordening: de deur tussen de traphal en de bar heeft geen vrije en vlakke wand- en vloerbreedte van 50cm aan de krukzijde. Dit kan verholpen worden door de deur weg te laten ofwel te voorzien van een afstandsbediening met drukknop. Dit wordt als voorwaarde opgelegd.
Om te voldoen aan artikel 24 van de bouwcode (minimale lichtinval en luchttoevoer) moet de koepel boven de keuken kunnen geopend worden. Dit wordt als voorwaarde opgelegd.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. vóór aanvang van de werken moet de bouwheer een CHE-nota overmaken aan de stedelijke dienst monumentenzorg (monumentenzorg@antwerpen.be). Indien uit deze nota blijkt dat er onder de afwerkingslagen van de scheimuur een waardevolle muurschildering aanwezig is, zal in samenspraak met de dienst monumentenzorg bekeken worden of de opening al dan niet moet worden aangepast of verplaatst;
3. de bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@stad.antwerpen.be);
4. de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen;
5. de bouwheer is verplicht om eventuele vondsten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat ze archeologisch relevant zijn, bijvoorbeeld houten waterputten en dergelijke, deze te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.1.4). De dienst archeologie kan de waarde steeds komen inschatten;
6. de deur tussen traphal en bar moet worden voorzien van een afstandsbediening met drukknop zodat voldaan wordt aan artikel 25 van de verordening toegankelijkheid;
7. de koepel boven de keuken moet kunnen geopend worden conform artikel 24 van de bouwcode.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 10 augustus 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 28 augustus 2020 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 27 oktober 2020 |
Verslag GOA | 29 september 2020 |
naam GOA | Katrine Leemans |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. vóór aanvang van de werken moet de bouwheer een CHE-nota overmaken aan de stedelijke dienst monumentenzorg (monumentenzorg@antwerpen.be). Indien uit deze nota blijkt dat er onder de afwerkingslagen van de scheimuur een waardevolle muurschildering aanwezig is, zal in samenspraak met de dienst monumentenzorg bekeken worden of de opening al dan niet moet worden aangepast of verplaatst;
3. de bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@stad.antwerpen.be);
4. de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen;
5. de bouwheer is verplicht om eventuele vondsten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat ze archeologisch relevant zijn, bijvoorbeeld houten waterputten en dergelijke, deze te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.1.4). De dienst archeologie kan de waarde steeds komen inschatten;
6. de deur tussen traphal en bar moet worden voorzien van een afstandsbediening met drukknop zodat voldaan wordt aan artikel 25 van de verordening toegankelijkheid;
7. de koepel boven de keuken moet kunnen geopend worden conform artikel 28 van de verordening toegankelijkheid.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.