Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020049959 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Jos Lemmens met als adres Geelvinckstraat 51 te 2940 Stabroek |
Ligging van het project: | Oudesteenweg 61 te 2060 Antwerpen (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: | afdeling 7 sectie G nr. 198K17 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | regulariseren van een gevel- en andere wijzigingen aan een meergezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 10/08/2017: weigering door deputatie (20162519) voor het regulariseren van een gevel- en andere wijzigingen aan een meergezinswoning;
- 10/03/2017: vergunning door college (20162519) voor het regulariseren van een gevel- en andere wijzigingen aan een meergezinswoning;
- 27/09/2016: proces-verbaal (11002_2016_2089) voor werken uitvoeren zonder voorafgaandelijke schriftelijke stedenbouwkundige vergunning van het college van burgemeester en schepenen;
- 13/01/2012: vergunning (20115692) voor het verbouwen van een woning tot 2 duplexappartementen.
Vergunde toestand
- meergezinswoning met twee duplexappartementen van 4 bouwlagen onder plat dak.
- gevel in pleisterwerk;
Huidige toestand
- meergezinswoning met twee appartementen van 4 bouwlagen onder plat dak;
- gevel in vezelcementplaten;
Gewenste toestand
- regularisatie van de gewijzigde voorgevel.
Inhoud van de aanvraag
- regulariseren van de uitgevoerde werken die strijdig zijn met de laatst vergunde toestand;
- voorzien van een blauwe hardsteen plint.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 8 mei 2020 | 5 juni 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 1 zone voor wonen - (wo).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgend punt:
- art. 1.3 Harmonieregel en referentiebeeld: het gevelmateriaal (plaatmateriaal) is niet in harmonie met het kenmerkende gevelmateriaal in het referentiebeeld.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
De oorspronkelijke en vergunde bepleisterde gevel is vervangen door plaatmateriaal.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Voorliggende aanvraag omvat onder meer het rechtzetten van een foutief aangeduide perceelsgrens op de gelijkvloerse verdieping ten aanzien van het eerder ingediend plan (dossier 20115692) en de vergunde toestand. Achteraan in de hoek bevindt zich immers een kavel die eigendom is (toilet) van het aangrenzend eigendom Dahliastraat 2. Dit toilet was in oorspronkelijke toestand niet overbouwd. Ongeacht het feit dat de overbouwing het ruimtegebruik optimaliseert en het volume vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar is, dient dit ‘recht van overbouw’ nog steeds notarieel vastgelegd te worden als erfdienstbaarheid. In beginsel mag de vergunningverlenende overheid geen rekening houden met burgerrechtelijke aspecten bij het beoordelen van aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning. Anderzijds doet een stedenbouwkundige vergunning deze rechten niet teniet en ontslaat de titularis van de vergunning niet om het nodige bouwrecht te bekomen. Indien zou blijken dat de aanvraag strijdig is met een contractuele verbintenis, dan blijkt de vergunning onwerkzaam.
Visueel-vormelijke elementen
De laatst vergunde toestand omvat een bepleisterde gevel in een witte kleur. De detaillering van de snede in de laatst vergunde toestand toont dat de dorpels in blauwe hardsteen voorzien werden, alsook een plint in blauwe hardsteen. Deze materiaalkeuze maakt dat het gebouw zich volledig inpast in zijn omgeving.
De bouwheer heeft tijdens de uitvoering de bepleistering vervangen door plaatmateriaal. Er kan duidelijk vastgesteld worden dat de naaste omgeving wordt gekenmerkt door bepleistering en baksteen. Plaatmateriaal komt hier niet voor, en is dus een afwijkend materiaal. Naast de tegenstrijdigheid met de harmonieregels uit het RUP en de bouwcode, kan er ook geen afwijking toegestaan worden op basis van artikel 3 van de bouwcode: de uitgevoerde gevelwerken zijn op geen enkel manier gelijkwaardig aan de vergunde gevelwerken. De beeldkwaliteit en de duurzaamheid van het plaatmateriaal worden ernstig in vraag gesteld. Algemeen wordt het gebruik van het betreffende gevelmateriaal niet toegestaan in een typisch stedelijke context conform art. 11§4 van de bouwcode:
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing omdat deze aanvraag betrekking heeft op werken die geen aanleiding geven tot de vermeerdering van het aantal woongelegenheden.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.
Standpunt college
Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert om de vergunning te weigeren en baseert zich hiervoor op een strijdigheid met artikel 1.3 ‘Harmonieregel en referentiebeeld’ van het Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2060 en artikels 6 ‘Harmonie en draagkracht’ en 11 ‘Afwerken van gevels’ van de Antwerpse Bouwcode.
Het college is echter van oordeel dat het plaatmateriaal op een bestudeerde en zorgvuldig gedetailleerde manier werd aangebracht; de variatie in grootte, de doorlopende voegen en de verlijmde verwerking getuigen van een onderliggende zorg voor de beeldkwaliteit. De kleurtoon is bovendien niet storend in de omgeving.
Mede door deze beeldbepalende locatie op de hoek presenteert het gebouw zich als een volume (en niet als louter gevel in de rij) waardoor het project als een unicum kan worden bekeken. Er kan dus gesteld worden dat realisatie wel harmonie vertoont met de omgeving en aldus beantwoordt aan de gestelde vereisten in de Antwerpse Bouwcode en het Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2060.
Dit geeft echter geen verdere aanleiding tot een algemene toepassing van dit gevelmateriaal in een binnenstedelijke stedelijke context.
Het college merkt wel op dat het aanbrengen van een plint in stootvast materiaal een noodzakelijke voorwaarde is voor de duurzame toepassing van dit plaatmateriaal op gevels. Tevens is een doorgedreven detaillering rond de ramen noodzakelijk voor een opwaardering van de gevel. Volgende voorwaarden worden opgelegd voor vergunning:
1. Onderaan op het maaiveld is het plaatmateriaal te vervangen door een plint in natuursteen of sierbeton, tot hoogte van de eerste horizontale voeg (ca 1,20m);
2. Dorpels zijn te voorzien die uitkragen voorbij de gevelbekleding.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 22 april 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 8 mei 2020 |
Start 1e openbaar onderzoek | 18 mei 2020 |
Einde 1e openbaar onderzoek | 16 juni 2020 |
Beslissing toepassing administratieve lus | 3 juli 2020 |
Start laatste openbaar onderzoek | 22 juli 2020 |
Einde laatste openbaar onderzoek | 20 augustus 2020 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 20 oktober 2020 |
Verslag GOA | 29 september 2020 |
naam GOA | Wim Van Roosendael |
Administratieve lus
Op de aanvraag wordt een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):
De affiche werd niet aangeplakt conform artikel 20 van het 'Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning'.
De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn, werden opnieuw uitgevoerd, om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).
De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
18 mei 2020 | 16 juni 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 |
22 juli 2020 | 20 augustus 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te verlenen.
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Onderaan op het maaiveld is het plaatmateriaal te vervangen door een plint in natuursteen of sierbeton, tot hoogte van de eerste horizontale voeg (ca 1,20m).;
2. Dorpels zijn te voorzien die uitkragen voorbij de gevelbekleding.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.