Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
De provinciale omgevingsvergunningscommissie wenst een bijstelling van de bijzondere milieuvoorwaarden van de steamcrackerinrichting naar aanleiding van een evaluatie van de huidige vergunningsvoorwaarden aan de vereisten van de BREF-studie ‘Large Volume Organic Chemical Industry’.
Het college verleende op 29 mei 2020 reeds een gunstig advies op het initiële verzoek tot bijstelling (zie bijlage). De provincie vraagt nu het college opnieuw om advies gelet op drie bijkomende voorwaarden, voorgesteld door AGOP-Milieu.
Projectnummer: | OMV_2020022226 |
Gegevens van de aanvrager: | Provincie Antwerpen met als adres Koningin Elisabethlei 22 te 2018 Antwerpen |
Gegevens van de exploitant: | NV BASF Antwerpen met als adres Scheldelaan 600 te 2040 Antwerpen |
Ligging van het project: | Scheldelaan 600 te 2040 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 20 sectie A nr. 5R |
Inrichtingsnummer: | 20200218-0078 (nv BASF Antwerp, steamcracker) |
Vergunningsplichten: | Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van het verzoek: | Chemisch bedrijf -steamcracker. Verzoek bijstelling milieuvoorwaarden door POVC n.a.v. GPBV-evaluatie |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Inhoud van de aanvraag
Zie bijgevoegd collegebesluit van 29 mei 2020.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Zie bijgevoegd collegebesluit van 29 mei 2020.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Het opstarten van de administratieve lus gebeurt naar aanleiding van het advies van AGOP-M waarin 3 bijkomende bijzondere milieuvoorwaarden worden voorgesteld. Dit heeft geen betrekking op stedenbouwkundige aspecten waardoor de inhoudelijke bespreking zoals opgenomen in het besluit van het college van 29 mei 2020 behouden blijft. Er is geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
In kader van de lopende procedure voor de bijstelling van bijzondere milieuvoorwaarden van de steamcrackerinrichting van BASF verleende AGOP-Milieu een voorwaardelijk gunstig advies waarbij drie nieuwe bijzondere voorwaarden worden voorgesteld:
- Binnen een termijn van 2 jaar laat BASF door een erkend deskundige lucht een rapport opstellen met daarin een onderzoek naar de technisch en economisch haalbare maatregelen voor de reductie van de NOx emissies bij de stoomkraker. De in de BREF LVOC als BBT bepaalde NOx-reducerende maatregelen worden hierbij afgetoetst. De studie wordt ter evaluatie overgemaakt aan de vergunningverlenende overheid en de afdelingen GOP en EKG van het departement Omgeving;
- de gemiddelde uuremissies voor totaal stof tijdens decoking worden bepaald per ontkolingscyclus, per kraakoven, volgens de voorgestelde berekeningsmethode; de gemiddelde uuremissies worden per cyclus en per oven bijgehouden in een register dat ter inzage ligt van de toezichthouder en getoetst aan een emissiegrenswaarde van 50 mg/Nm³ (nat gas), vanaf 07/12/2021;
- de gemiddelde uuremissies voor CO tijdens decoking van de kraakovens bedraagt 100 mg/Nm³ (nat gas), bij een massastroom vanaf 5 kg/hr, vanaf 07/12/2021.
Het college verleende op 29 mei 2020 reeds een gunstig advies op het initiële verzoek tot bijstelling, zie bijlage. De provincie vraagt nu het college opnieuw om advies gelet op de drie bijkomende voorwaarden.
De voorwaarde aangaande een onderzoek naar maatregelen voor de reductie van NOx-emissies wordt door AGOP voorgesteld op voorzet van de afdeling EKG van het departement Omgeving. De stoomkraker is verantwoordelijk voor circa de helft van de totale NOx-emissie van BASF. Volgens het IMJV 2019 stootte de stoomkraker circa 570 ton NOx uit op een totale emissie van 1.283 ton.
Op de hoorzitting van de POVC gaf de exploitant aan dat in het verleden hiervoor reeds intern onderzoek werd uitgevoerd waaruit bleek dat bijkomende technieken niet haalbaar zijn. Gelet op het hoge aandeel in de totale BASF-uitstoot is onderzoek naar de technisch en economisch haalbare maatregelen door een erkend deskundige lucht evenwel aangewezen.
VLAREM III en de BBT-conclusies verplichten de monitoring van stof en CO tijdens decoking, maar leggen geen emissiegrenswaarden op tijdens decoking. De exploitant beschikt momenteel over een ministeriële afwijking waarin een emissiegrenswaarde van 50 mg/Nm³ voor totaal stof werd opgenomen (nat gas, gemiddelde uuremissie). Deze emissiegrenswaarde zou vervallen wanneer VLAREM III (LVOC) in voege treedt waardoor de eerder verleende ministeriële afwijking op de emissiegrenswaarde voor stof zonder voorwerp wordt. Vandaar dat men voorstelt om de bijzondere voorwaarde uit de ministeriële afwijking als bijzondere milieuvoorwaarde op te nemen.
De exploitant gaf op de hoorzitting van de POVC aan dat men in vraag stelt of er wel een norm kan opgelegd worden aangezien er geen emissiegrenswaarden voor decoking in de BREF werden vastgesteld. Bovendien dient een afwijkende emissiegrenswaarde te voldoen aan VLAREM II waarin gesteld wordt dat de minister, en dus niet de deputatie, een norm tot 50 mg/Nm³ kan toestaan. De provincie vraagt aan AGOP, rekening houdend met de motivatie van BASF, om uit te klaren of de voorgestelde bijzondere voorwaarde wel kan opgenomen worden als bijzondere voorwaarde in deze procedure. Het college sluit zich aan bij het standpunt dat AGOP hierover zal innemen.
Ook voor CO is er een monitoringverplichting volgens BBT 20 van de BREF LVOC, maar geen emissiegrenswaarde. Vandaar het voorstel om een emissiegrenswaarde van 100 mg/Nm³ (nat gas), bij een massastroom vanaf 5 kg/hr, op te leggen.
De exploitant stelde op de hoorzitting van de POVC dat de voorgestelde emissiegrenswaarde niet gebaseerd is op reële data en in de praktijk niet haalbaar is. De algemene norm van VLAREM II, waarop deze norm geïnspireerd werd, is volgens de exploitant niet van toepassing omdat decoking niet beschouwd kan worden als een volledig oxidatief verbrandingsproces, inclusief naverbranding. AGOP dient uit te klaren of de voorgestelde bijzondere voorwaarde wel kan opgenomen worden als bijzondere voorwaarde in deze procedure. Het college sluit zich aan bij het standpunt dat AGOP hierover zal innemen, maar stelt wel voor dat, indien een norm zou kunnen worden opgelegd, de exploitant eerst een studie uitvoert naar technische en economische haalbaarheid van de voorgestelde norm.
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de gevraagde bijstelling onder voorwaarden.
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. | De exploitant laat een erkend deskundige lucht een studie uitvoeren naar de technische en economische haalbaarheid van de voorgestelde norm voor CO (100 mg/Nm³ (nat gas, vanaf een massastroom van 5 kg/hr 100 mg/Nm³). |
Procedurestap | Datum |
Ontvangst adviesvraag | 22 september 2020 |
Start 1e openbaar onderzoek | 29 april 2020 |
Einde 1e openbaar onderzoek | 28 mei 2020 |
Beslissing toepassing administratieve lus | 22 september 2020 |
Start laatste openbaar onderzoek | 1 oktober 2020 |
Einde laatste openbaar onderzoek | 30 oktober 2020 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste adviesdatum | 22 oktober 2020 |
Administratieve lus
Op het verzoek wordt een administratieve lus toegepast.
Het college verleende op 29 mei 2020 reeds een gunstig advies op het initiële verzoek tot bijstelling (zie bijlage). De provincie vraagt nu het college opnieuw om advies gelet op drie bijkomende voorwaarden, voorgesteld door AGOP-Milieu.
Het verzoek werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
29 april 2020 | 28 mei 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 |
1 oktober 2020 | 30 oktober 2020* | 0 | 0 | 0 | 0 |
*Wegens de adviestermijn van 30 dagen is het openbaar onderzoek niet afgerond bij de opmaak van dit advies. Het hierbij geformuleerde advies is opgemaakt onder voorbehoud van nog bijkomende relevante opmerkingen/bezwaren/standpunten tijdens het openbaar onderzoek.
Informatievergadering
Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op het verzoek, onder volgende voorwaarden.
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. | De exploitant laat een erkend deskundige lucht een studie uitvoeren naar de technische en economische haalbaarheid van de voorgestelde norm voor CO (100 mg/Nm³ (nat gas, vanaf een massastroom van 5 kg/hr 100 mg/Nm³). |
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
SW/V/ | Het advies te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft |