Terug
Gepubliceerd op 19/10/2020

2020_CBS_08290 - Omgevingsvergunning - OMV_2020056335. Zuidweg 39. District Hoboken - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 16/10/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Verontschuldigd

Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_08290 - Omgevingsvergunning - OMV_2020056335. Zuidweg 39. District Hoboken - Goedkeuring 2020_CBS_08290 - Omgevingsvergunning - OMV_2020056335. Zuidweg 39. District Hoboken - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020056335

Gegevens van de aanvrager:

Hasan en Jessica El Ouaâmari - Van den Hende met als adres Zuidweg 39 te 2660 Antwerpen

Ligging van het project:

Zuidweg 39 te 2660 Hoboken (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 37 sectie A nr. 334V6

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van een halfopen eengezinswoning met afzonderlijke garage

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          03/03/2006: vergunning (3225#268) voor het verbouwen van een woning.

Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand

-          eengezinswoning;

-          3 bouwlagen met plat dak;

-          groot L-vormig perceel.

Huidige toestand

-          eengezinswoning;

-          3 bouwlagen met plat dak;

-          aanbouw rechts van de woning;

-          groot L-vormig perceel.

Gewenste toestand

-          bestaande eengezinswoning;

-          3 bouwlagen met plat dak;

-          nieuwe eengezinswoning met een bruto vloeroppervlakte van circa 307 m²;

-          4 bouwlagen met mansardedak;

-          vrijstaande garage van 1 bouwlaag met plat dak;

-          voorgevel en garage afgewerkt met donkere gevelsteen en lichtgrijze gevelsteen, sidings, donkere leien en antracietkleurig buitenschrijnwerk in aluminium of PVC;

-          opsplitsen van het L-vormig perceel in 2 percelen.

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van de bestaande aanbouw, horende bij de bestaande eengezinswoning;

-          bouwen van een nieuwe eengezinswoning;

-          bouwen van een vrijstaande garage.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

De Vlaamse Waterweg nv

29 mei 2020

16 juli 2020

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

29 mei 2020

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor ambachtelijke bedrijven of gebieden voor kleine en middelgrote ondernemingen. Deze gebieden zijn mede bestemd voor kleine opslagplaatsen van goederen, gebruikte voertuigen en schroot, met uitzondering van afvalproducten van schadelijke aard. (Artikel 8 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 5 bis - 12 bis - 13 bis j. Pauwelsstraat en omgeving, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 27 februari 1991. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: binnenplaatsen en tuinen, zone voor hoofdgebouwen en openbare weg.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg op volgende punten:

-          Artikel 1.01 4 Afmetingen van de gebouwen: de woning heeft een hoogte groter dan 9;

-          Artikel 1.01 4 Afmetingen van de gebouwen: er wordt dieper dan de toegelaten strook voor hoofdgebouwen (15 m) gebouwd;

-          Artikel 1.01 5 Welstand van de gebouwen: er wordt een mansardedak voorzien in plaats van een plat dak;

-          Artikel 1.01 5 Welstand van de gebouwen: de dakkapellen hebben een breedte van 1,60 m > 1,50 m;

-          Artikel 1.03 3 Binnenplaatsen en tuinen: de garage staat op minder dan 10 m van de achtergevel en heeft een kroonlijsthoogte van 3 m > 2,50 m.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 19 Tuinafsluitingen: de voortuin wordt afgesloten met een muur van 2,10 m hoog > 1 m;
  • Artikel 21 Minimale hoogte van ruimten: de leefruimtes op de eerste, tweede en derde verdieping hebben een vrije hoogte van 2,56 m < 2,60 m;
  •  Artikel 27 Open ruimte: de oprit naar de garage heeft een minimale breedte van 3,50 m > 3 m;
  • Artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren: de scheidingsmuren hebben geen opstand van minimaal 30 cm.
     

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Voor de aspecten gewijzigd afstromingsregime en gewijzigde infiltratie naar het grondwater wordt verwezen naar het advies van de waterbeheerder.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag wijkt af op een aantal artikels van het bijzonder plan van aanleg. Conform artikel 4.4.1 van de VCRO, kunnen na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op de stedenbouwkundige voorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Tijdens het openbaar onderzoek zijn er geen bezwaren ingediend.

 

De aanvraag wijkt af van artikel 1.01 4 van het bijzonder plan van aanleg. De woning heeft een hoogte groter dan 9 en wordt dieper dan de toegelaten strook voor hoofdgebouwen (15 m) gebouwd.

De aanvraag wijkt af van artikel 1.01 5 van het bijzonder plan van aanleg. De woning wordt voorzien van een mansardedak in plaats van een plat dak en de dakkapellen hebben een breedte van 1,60 m in plaats van de vereiste 1,50 m.

Het is stedenbouwkundig wenselijk om qua volume, kroonlijst en dakvorm aan te sluiten met de bestaande bebouwing, met name het buurpand nummer 41. Hierdoor vormen zij samen een kopgebouw dat het einde van deze rij gebouwen aanduidt. Met deze argumentatie wordt het college geadviseerd af te wijken van de voorschriften.

 

De aanvraag wijkt af van artikel 1.03 3 van het bijzonder plan van aanleg. De garage staat op minder dan 10 m van de achtergevel en heeft een kroonlijsthoogte van 3 m in plaats van de vereiste 2,50 m.

De aanvraag beschikt over een tuindiepte van circa 10,8 m, dus het is niet mogelijk om een garage op een afstand van minimum 10 m te plaatsen. Echter beschikt de aanvraag wel over een voldoende diepe voortuin (circa 7,5 m) waardoor er een voldoende kwaliteitsvolle tuinzone ontstaat ongeacht de plaatsing van de garage.

Tevens is het vanuit artikel 30 van de bouwcode wenselijk om de nodige parkeerbehoefte op te vangen op eigen perceel. Door het voorzien van de garage, voldoen zij aan dit artikel. Met deze argumentatie wordt het college geadviseerd af te wijken van de voorschriften conform artikel 3 van de bouwcode.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag betreft de nieuwbouw van een eengezinswoning. Het voorzien van eengezinswoningen sluit aan bij de kenmerkende woonfuncties aanwezig op de omliggende percelen.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Zoals reeds hierboven werd vermeld, past het gebouw in de bestaande straatwand en het gabarit van de woningen uit zijn omgeving. De schaal van de aanvraag is overeenstemmend met deze van de omgeving.

 

Visueel-vormelijke elementen

De gevels worden afgewerkt met donkere gevelsteen en accenten in lichtgrijze gevelsteen, donkere leien en antracietkleurig buitenschrijnwerk in aluminium of PVC. Deze materialen passen binnen de omgeving waarop de aanvraag betrekking heeft en zijn dus aanvaardbaar.

  

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De aanvraag wijkt af van artikel 19 van de bouwcode. De voortuin wordt afgesloten met een muur van 2,10 m hoog in plaats van de vereiste 1 m. Dit kan worden afgelezen uit het terreinprofiel. Het verlagen van de muur wordt meegenomen in de voorwaarden.

Indien men meer privacy in de tuin wenst, kan men eventueel een hogere haag plaatsen tussen de voortuinstrook en de rest van de tuin, ter hoogte en in het verlengde van de voorgevel, om aldus de tuinzone tussen de woning en de nieuwe garage af te schermen.

De aanvraag wijkt af van artikel 21 van de bouwcode. De leefruimtes op de eerste, tweede en derde verdieping hebben een vrije hoogte van 2,56 m in plats van de vereiste 2,60 m. Een ruimte die langdurig gebruikt wordt als woonplaats dient voor haar bewoners voldoende kwalitatief te zijn. De afwijking bedraagt slechts 4 cm en kan dus als minimaal worden beschouwd waardoor de leefruimten nog over voldoende verblijfskwaliteit beschikken.

Tevens wordt dankzij deze minimale afwijking aangesloten met de kroonlijst, de dakvorm en volume van het naburig pand, waardoor de aanvraag in harmonie is met de omgeving. Met deze argumentatie wordt het college geadviseerd af te wijken van de voorschriften conform artikel 3 van de bouwcode.

 

De aanvraag wijkt af van artikel 27 van de bouwcode. De oprit naar de garage heeft een minimale breedte van 3,50 m in plaats van de vereiste 3 m. Enkel de strikt noodzakelijke verhardingen zijn toegelaten. In dit geval een oprit naar de garage met een maximumbreedte van 3 m. Dit wordt meegenomen naar de voorwaarden.

 

Om brandoverslag te voorkomen dient conform aan artikel 34 van de bouwcode een opstand van 30 cm te worden voorzien op de nieuwe scheidsmuren. Een andere mogelijkheid is omwille van de brandveiligheid alle platte daken te bekleden met niet brandbaar materiaal. Dit wordt opgenomen in de voorwaarden.

 

Om het ruimtecomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is het geval in het voorliggend project, waardoor de woning voldoende wooncomfort biedt.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

Tot 5 wooneenheden moet er bij nieuwbouw 1 parkeerplaats per bijkomende wooneenheid worden voorzien. In dit geval wordt er 1 nieuwe woning gecreëerd, dus moet er 1 parkeerplaats worden voorzien.

 

De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 .

Dit aantal is toereikend.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.

 

 

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de hoogte van de voortuinafsluiting beperken tot 1 m, conform artikel 19 van de bouwcode;

2.      de oprit naar de garage beperken tot 3 m breed (over de volledige lengte), conform artikel 27 van de bouwcode;

3.      alle platte daken bekleden met een materiaal dat valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of is opgenomen op de lijst in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);

4.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

 

Standpunt college

Het college sluit zich grotendeels aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het college werd op de hoogte gebracht van enkele recente ontwikkelingen met betrekking tot de buurtweg die langsheen de Zuidweg loopt. Op basis van die informatie lijkt de voortuinstrook, zoals ingetekend op het inplantingsplan nieuwe toestand, niet of minstens onvoldoende afgestemd te zijn op de rooilijn, die vooropgesteld is in het kader van de (her-)aanleg van het openbaar domein.

Het college wil enerzijds vermijden dat de toekomstige aanleg van het openbaar domein wordt gehypothekeerd. Anderzijds wil het college vermijden dat de bouwheer een (her-)aanleg van de voortuinstrook uitvoert, die in de (nabije) toekomst in het kader van de aanleg van het openbaar domein opnieuw aangepast/verwijderd zou moeten worden. Om die reden legt het college een bijkomende voorwaarde op.

De tuinafsluitingen dienen geplaatst te worden op de rooilijn die bij de aanleg van de Krugerfietsbrug, ventweg/woonerf en de Zuidweg zal gerealiseerd worden. De plaatsing van deze tuinafsluitingen dient daarom vooraf afgestemd te worden met de dienst Openbaar Domein van de stad Antwerpen.

Wat betreft de tuinafsluitingen zelf, is het belangrijk dat de afsluiting gebeurt in kwalitatief materiaal.

In principe stelt de Antwerpse bouwcode in artikel 19, §1, dat voortuinen slechts afgesloten mogen worden door een levendige afsluiting, een muurtje of hek met een maximale hoogte van 1 meter. Door de configuratie van het perceel zou dit er evenwel toe leiden dat er vanop het (toekomstige) openbare domein steeds inkijk kan zijn in de tuin van de woning in voorliggende aanvraag en deze woning bijgevolg geen privatieve buitenruimte heeft. Dezelfde bemerking gaat overigens op voor het buurpand met adres Zuidweg 41.

Om die reden acht het college een afwijking op dit voorschrift aanvaardbaar, en kan in dit geval een afsluiting met hogere maximale hoogte voorzien worden conform artikel 19 §2 van de Antwerpse bouwcode. Wel meent het college, met het oog op een kwalitatieve uitstraling ten aanzien van het openbare domein, dat hier de voorkeur dient uit te gaan naar een levendige afsluiting. In die zin zal de eerste voorwaarde dan ook worden aangepast.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

30 april 2020

Volledig en ontvankelijk

29 mei 2020

Start 1e openbaar onderzoek

8 juni 2020

Einde 1e openbaar onderzoek

7 juli 2020

Beslissing toepassing administratieve lus

21 september 2020

Start laatste openbaar onderzoek

14 augustus 2020

Einde laatste openbaar onderzoek

12 september 2020

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

10 november 2020

Verslag GOA

29 september 2020

naam GOA

Gerd Cryns

 

Administratieve lus

Op de aanvraag wordt een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):

 

Het openbaar onderzoek is niet tijdig bekend gemaakt.

 

De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn, werden opnieuw uitgevoerd, om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

8 juni 2020

7 juli 2020

0

0

0

0

14 augustus 2020

12 september 2020

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden   

1. de tuinafsluitingen te plaatsen op de rooilijn die bij de aanleg van de Krugerfietsbrug, ventweg/woonerf en de Zuidweg zal worden gerealiseerd. De plaatsing van deze tuinafsluitingen dient daarom vooraf afgestemd te worden met de dienst Openbaar Domein van de stad Antwerpen.

2. de tuinafsluiting ter hoogte van het openbaar domein/de rooilijn te voorzien in levende hagen, met een hoogte van maximaal 2,60 meter. De tuinafsluitingen met naburige percelen dienen voorzien te worden conform artikel 19, §2, van de Antwerpse bouwcode;

3. de oprit naar de garage beperken tot 3 m breed (over de volledige lengte), conform artikel 27 van de bouwcode;

4.  alle platte daken bekleden met een materiaal dat valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of is opgenomen op de lijst in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);

5. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen; 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.