Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020099566 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer abdellah hitou met als adres Collegelaan 8 te 2140 Borgerhout (Antwerpen) |
Ligging van het project: | Kroonstraat 132 te 2140 Borgerhout (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: | afdeling 24 sectie A nr. 368S13 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen en uitbreiden van woning met magazijn |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 06/04/2020: proces-verbaal ( 11002_2020_12403_VPV) voor het doorbreken van het stakingsbevel;
- 30/03/1926: toelating (1399#9008) voor veranderingswerken.
Vergunde/vergund geachte toestand
- eengezinswoning met een doorgang naar een achterliggend magazijn;
- bouwvolume:
- voorgevel met gelijkvloerse poort over de bijna volledige gevelbreedte.
Huidige toestand
- eengezinswoning met een doorgang naar een achterliggend atelier:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Gewenste toestand
- eengezinswoning met een doorgang naar een achterliggend atelier:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- afbraak onvergund volume;
- optrekken extra bouwlaag in vorm van zadeldak;
- vernieuwen voorgevel:
- inrichten binnengebied als parkeerruimte;
- regulariseren volume (atelier) achteraan perceel.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 24 augustus 2020 | 18 september 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam | 24 augustus 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie | 24 augustus 2020 | 1 september 2020 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit | 24 augustus 2020 | 1 september 2020 |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen/ geacht vergund | 24 augustus 2020 | 7 september 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
De tuinmuren met de linker- en rechterbuur zijn hoger dan 2,6 meter;
de tuin moet zoveel mogelijk als onverharde ruimte ingericht worden en als groene ruimte aangeplant worden. De open ruimte wordt volledig aangelegd met grasdallen;
de woning wordt niet voorzien van een minimale buitenruimte van 4 m2.
het nieuwe plat dak van 27,7 m2 werd niet aangelegd als groendak.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag betreft het verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning. De functie wonen blijft onveranderd en functioneel inpasbaar in de omgeving.
Op basis van de aangeleverde luchtfoto’s kan worden aangetoond dat de constructie achteraan het perceel voor 1979 werd opgetrokken. In alle redelijkheid geeft dienst geacht vergund positief advies voor het magazijn achteraan het terrein.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De even zijde in de Kroonstraat wordt in het noorden gekenmerkt door rijhuizen die bestaan uit twee of drie bouwlagen onder zadel- of platdak. De woningen ten zuiden van de aanvraag hebben typisch vier bouwlagen met platdak. De bestaande woning op nr. 132 heeft twee bouwlagen onder zadeldak.
De aanvraag wenst het gebouw uit te breiden door aan de straatzijde een bouwlaag toe te voegen en de niet vergund uitbouw op de tweede verdieping te slopen tot de bouwdiepte van het hoofdvolume aan de straatzijde. De aangevraagde handelingen, werken en wijzigingen met betrekking tot het bouwvolume aan de straatzijde zijn stedenbouwkundig aanvaardbaar. Drie bouwlagen onder zadeldak vormt een overgangsvolume tussen de twee bebouwde contexten. Het reduceren van het bouwvolume achteraan leidt tot een zuiver en leesbaar volume en is in overeenstemming met de kenmerkende configuraties in de omgeving.
De achtertuin wordt onbebouwd gelaten en verhard door grasdallen. Aan de rechterzijde van het terrein zijn drie autostalplaatsen ingericht. De tuinzone van het perceel functioneert als doorrit en parking, met de nodige circulatieruimte voor het stallen van personenwagens. Dit gebruik en deze inrichting van het terrein is ruimtelijke niet wenselijk. Het heeft ook tot gevolg dat de woning geen tuin heeft maar het moet stellen met een dakterras van slechts 3 m².
Binnengebieden zijn in hoofdzaak voorbestemd als tuinzone. Het stallen en circuleren van wagens is hinderlijk en brengt onder andere omgevingslawaai met zich mee. Bovendien is dit geen duurzame manier om om te gaan met open ruimte in een stedelijk binnengebied. Het stallen van wagens in de open ruimte is niet functioneel inpasbaar in de omgeving en verhoogt de druk in het binnengebied disproportioneel. De drie autostalplaatsen worden daarom uitgesloten van vergunning waardoor de tuinzone als kwalitatieve, onverharde tuin kan aangelegd worden in functie van de woning.
Visueel-vormelijke elementen
De aanvraag wenst na de volume-uitbreiding de voorgevel grondig te verbouwen. De voorgevel wordt geïsoleerd en bekleed met steenstrips. De bestaande en geacht vergunde tweeledige houten toegangspoort wordt verwijderd en vervangen door een sectionaalpoort met ingebouwde toegangsdeur. Op de verdiepingen worden de gevelopeningen verhoogd.
De voorliggende aanpassingen aan de gevel zorgen voor een onevenwichtige gevelverhouding en desintegratie van de voorgevel in de straat. Een sectionaalpoort zorgt voor een verschraling en vervlakking van het straatbeeld en de voordeur van de woning is weinig representatief. Bijgevolg is de sectionaalpoort ruimtelijk niet aanvaardbaar waardoor deze uitgesloten wordt van vergunning.
Het vervangen van de garagepoort biedt de opportuniteit om een ruimtelijke verbetering te ondergaan. Een levendige plint is vanuit stedenbouwkundig oogpunt een principiële wens. Om de ontsluiting naar het achtergelegen magazijn te behouden is het begrijpelijk om de garagepoort te behouden. Echter kan een transparante of doorzichtbare poort wel een meerwaarde creëren voor het straatbeeld, namelijk zicht op het groene binnengebied en openheid in plaats van een rigide afsluiting van het perceel. Dit kan gerealiseerd worden door een poort te plaatsen met doorzichtige en fijnmazige structuur bestaande uit twee vleugels of een ingebouwde toegangsdeur, die voldoende leesbaar is als voordeur van de woning. Dit wordt in voorwaarden opgenomen in deze vergunning.
Het verhogen van de gevelopeningen leidt tot een onevenwichtige gevelverhouding met hoge, gesloten gevelvlakken tussen de verschillende openingen. Dit kan verholpen worden door de gevelopeningen in de voorzijde met twintig centimeter te verlagen. Zo worden de gesloten gevelvlakken verkleind en staan deze meer in verhouding tot de gevel. Het bovenste gevelvlak kan gereduceerd worden door de kroonlijst te verlagen tot het niveau van de vloerplaat van de zolderverdieping. De dakopbouw wordt hierdoor verlaagd, wat niet problematisch omdat de zolderverdieping niet als leefruimte wordt benut. Dit wordt opgenomen in voorwaarden in deze vergunning.
De voorgevel wordt geïsoleerd, wat aanvaardbaar is. Echter is de nieuwe afwerking voorzien van rode steenstrips terwijl de straat zich kenmerkt als witte straat. Daarom wordt in voorwaarde opgelegd om de steenstrips uit te voeren met een lichte kleurstelling.
Rekening houdend met het rooilijndecreet enerzijds en de beoogde verduurzaming van de woning anderzijds, wordt opgelegd om het gevelpakket (isolatie en steenstrips) maximaal te voorzien, met een totale dikte van 14cm ten opzichte van de gevellijn.
Het toepassen van buitengevelisolatie kan leiden tot een vervlakking van het straatbeeld door een verlies aan detaillering. Daarom wordt opgelegd dat de raamdorpels minstens 5 cm uitsteken ten opzichte van het gevelvlak.
De detaillering van de voorgevel in baksteenstrips moet met zorg gebeuren. Dagkanten in de raamopeningen zijn afgewerkt in dezelfde baksteenstrips. Op de zichtbare hoekdetails worden de strips zo geplaatst dat zij de illusie wekken van massieve gevelstenen door bijvoorbeeld de strips in verstek te plaatsen met aansluitende voegen.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De tuinzone is volledig aangelegd met grasdallen en dat is niet conform artikel 27 van de bouwcode. Slechts een derde van de tuin mag verhard worden. Waterdoorlatende materialen zoals grasdallen, die in deze aanvraag voorzien worden, behoren ook tot terreinverhardingen. Het is noodzakelijk dat de open ruimte hoofdzakelijk onverhard, groen en zo natuurlijk mogelijk wordt ingericht. Volle grond met weldoordachte groenaanplanting heeft immers verschillende voordelen in een stedelijke omgeving. Een groene tuin heeft een aangenamer uitzicht in een bouwblok en bevordert daarom de leefkwaliteit van bewoners en omwonenden. Door de tuin niet te verharden blijft een deel beschikbaar voor natuurlijke infiltratie van regenwater in de bodem, zodat de openbare riolering minder belast wordt en het risico op problemen met de waterhuishouding vermindert. Volle grond met groenaanplanting en gewassen hebben een bufferende werking tijdens piekneerslag. Daarnaast zorgen gewassen en hoogstammig groen voor een verkoelende werking tijdens hittegolven, wat de leefbaarheid op het perceel en het bouwblok doet toenemen. Daarnaast creëert een groene aanplanting van de tuin een meerwaarde voor de ecologie en biodiversiteit binnen de ruimere omgeving.
Een totaalverharding met grasdallen vormt geen duurzame inrichting van het terrein. Als voorwaarde wordt daarom opgelegd om, conform artikel 27 van de bouwcode, de tuinzone groen en onverhard in te richten. Het is begrijpelijk dat het magazijn ontsloten dient te blijven door middel van een pad/doorrit. Conform artikel 27 van de bouwcode kan het achtergelegen magazijn bereikbaar blijven, door bijvoorbeeld de aanleg van een karrenspoor in grasdallen.
Tevens wordt vastgesteld dat de aanwezige private buitenruimte op de eerste verdieping verkleint ten opzichte van de vergunde toestand tot minder dan 4 m². Dit is onvoldoende om een minimale woonkwaliteit te kunnen garanderen en in strijd met artikel 28 van de bouwcode. Wanneer de open ruimte wordt aangelegd als tuin in plaats van niet-overdekte parking, kan deze gebruikt worden als achtertuin bij de woning, wat een aanzienlijke kwaliteitsverbetering genereert. Dit wordt dan ook in voorwaarden opgenomen in deze vergunning.
Vastgesteld wordt dat de tuinmuren, muren waarnaast geen constructies aanwezig zijn, hoger zijn dan 2,6 meter. Dat is meer dan de maximaal toelaatbare hoogte uit artikel 19 van de bouwcode. Omdat er geen reden is om dergelijk hoge tuinmuren te voorzien, kan geen afwijking op dit artikel worden toegestaan. De muren dienen dan ook verlaagd te worden tot maximaal 2,6 meter. Dit wordt opgenomen in de voorwaarden van deze vergunning.
Het nieuwe platte dak is niet aangelegd als groendak. In voorwaarden wordt opgenomen om conform artikel 38 van de bouwcode het nieuwe platte dak als groendak aan te leggen.
Mits rekening houdend met de gestelde voorwaarden, bevat de woning voldoende kwaliteit als eengezinswoning.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven. De vergunde woning en het vergunde magazijn creëren geen bijkomende parkeerbehoefte. Het is daarom niet noodzakelijk om autostalplaatsen op het perceel te voorzien.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de achtertuin groen en onverhard in te richten met uitzondering van de doorrit naar het magazijn, conform artikel 27 van de bouwcode;
3. de tuinmuren verlagen tot een maximale hoogte van 2,60 meter conform artikel 19 van de bouwcode;
4. het nieuwe platte dak aanleggen als groendak, conform artikel 38 van de bouwcode;
5. de kroonlijst terug te brengen naar een hoogte van ca. 10 meter, overeenkomstig de vloerplaat van de zolderverdieping;
6. de raamopeningen in de voorgevel op de eerste en tweede verdieping twintig centimeter te laten zakken;
7. de steenstrips hebben een lichte kleurstelling;
8. het gevelpakket (isolatie + steenstrips) dient 14 cm uit te springen ten opzichte van de gevellijn;
9. de vensterbanken minstens 5cm te laten uitspringen ten opzichte van het gevelvlak;
10. dagkanten in de raamopeningen af te werken in dezelfde baksteenstrips als de rest van de gevel. Op de zichtbare hoekdetails worden de strips zo geplaatst dat zij de illusie wekken van massieve gevelstenen door bijvoorbeeld de strips in verstek te plaatsen met aansluitende voegen;
11. indien de garagepoort wordt vervangen dient dit te gebeuren door een openmazige poort met volwaardige toegangsdeur;
12. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Uitsluitingen
1. het stallen van wagens in het binnengebied;
2. de sectionaalpoort in de voorgevel.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 27 juli 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 24 augustus 2020 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 23 oktober 2020 |
Verslag GOA | 2 oktober 2020 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de achtertuin groen en onverhard in te richten met uitzondering van de doorrit naar het magazijn, conform artikel 27 van de bouwcode;
3. de tuinmuren verlagen tot een maximale hoogte van 2,60 meter conform artikel 19 van de bouwcode;
4. het nieuwe platte dak aanleggen als groendak, conform artikel 38 van de bouwcode;
5. de kroonlijst terug te brengen naar een hoogte van ca. 10 meter, overeenkomstig de vloerplaat van de zolderverdieping;
6. de raamopeningen in de voorgevel op de eerste en tweede verdieping twintig centimeter te laten zakken;
7. de steenstrips hebben een lichte kleurstelling;
8. het gevelpakket (isolatie + steenstrips) dient 14 cm uit te springen ten opzichte van de gevellijn;
9. de vensterbanken minstens 5cm te laten uitspringen ten opzichte van het gevelvlak;
10. dagkanten in de raamopeningen af te werken in dezelfde baksteenstrips als de rest van de gevel. Op de zichtbare hoekdetails worden de strips zo geplaatst dat zij de illusie wekken van massieve gevelstenen door bijvoorbeeld de strips in verstek te plaatsen met aansluitende voegen;
11. indien de garagepoort wordt vervangen dient dit te gebeuren door een openmazige poort met volwaardige toegangsdeur;
12. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Uitsluitingen
1. het stallen van wagens in het binnengebied;
2. de sectionaalpoort in de voorgevel.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.