Terug
Gepubliceerd op 29/10/2020

2020_CBS_08579 - Fietsleasing - Collegiale brief aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. Ondertekening - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 16/10/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Verontschuldigd

Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_08579 - Fietsleasing - Collegiale brief aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. Ondertekening - Goedkeuring 2020_CBS_08579 - Fietsleasing - Collegiale brief aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. Ondertekening - Goedkeuring

Motivering

Gekoppelde besluiten

Argumentatie

In navolging van haar vraag om een duidelijkere regeling te voorzien, ontving de stad een antwoord van de minister van Financiën, bevoegd voor de fiscale behandeling, dd. 23 januari 2020, dat er fiscaal gezien geen bijdragen verschuldigd zijn op zowel het ter beschikkingstellen van een bedrijfsfiets als een verrekening via loon.

De Vlaamse Regering tenslotte drukte meermaals de wens uit, in antwoord op parlementaire vragen, om de lokale besturen te ondersteunen bij het uitwerken van aanbod van fietsmobiliteit.
Op 18 september 2020 keurde de Vlaamse regering dan ook een principebeslissing goed waarbij “de mogelijkheid voor besturen om personeelsleden op vrijwillige basis vakantiedagen en/of een gedeelte of geheel van hun vakantietoeslag en/of een gedeelte of geheel van hun eindejaarstoelage in te laten ruilen tegen voordelen ter bevordering van de fietsmobiliteit” wordt geboden. De stad zal haar aanbod van fietsleasing conformeren aan het principebesluit van de Vlaamse Regering.

Op haar brief aan de minister van Sociale Zaken ontving de stad geen formeel antwoord. Wel werd door de controlediensten van RSZ om toelichting gevraagd. Op basis van de aangeleverde informatie oordeelde de inspectiedienst van RSZ, via schrijven dd. 25 augustus 2020, dat het aanbod van de stad voor haar medewerkers:

  • In strijd is met de Vlaamse rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel
  • In strijd is met de loonbeschermingswet
  • Er zich een probleem zou stellen met de vaststelling van het ambtenarenpensioen voor vastbenoemde medewerkers.

In een volgende brief - dd. 29 september /2020 - gericht aan zowel stad als OCMW, vragen de bevoegde RSZ-diensten de regularisatie van de achterstallige bijdragen aan Sociale Zekerheid op het ingeruilde brutoloon, uiterlijke tegen 30 november 2020.

De stad is niet akkoord met deze conclusie en wenst haar tegenargumentatie over te maken.

Deze is gebaseerd op de conclusie dat de Vlaamse Regering intussen in een kader tot het ruilen van loonvoorwaarden ter bevordering van fietsmobiliteit voorziet. Alsook dat de argumentatie met betrekking tot de loonbeschermingswet en de toepassing van de Vlaamse rechtspositie gebaseerd zijn op een foutieve interpretatie. Tenslotte dat het probleem met de vaststelling van het ambtenarenpensioen gebaseerd is op een materiële vergissing en deze rechtgezet zal worden.

In conclusie van deze tegenargumentatie vraagt de stad dan ook aan RSZ om:

  • En/Ofwel af te zien van de bijkomende invordering van sociale zekerheid voor de medewerkers die een ruilvoorstel kregen in de periode voor de beslissing van de Vlaamse Regering (18/9/2020). 
  • En/Ofwel de lijst met bijkomende invorderingen te herzien en enkel bijkomende invorderingen te heffen op die medewerkers die bij de vaststelling van hun geldelijke anciënniteit geen bijkomend ervaring hebben toegekend gekregen op basis van ervaring uit de private sector. 

Een kopie van dit schrijven zal ook bezorgd worden aan de heer Bart Somers, Vlaamse minister bevoegd voor Binnenlands Bestuur en de heer Frank Vandenbroucke, Federaal minister voor Sociale Zaken met de vraag om in deze kwestie in een duidelijke oplossing te voorzien.

Aanleiding en context

Op 21 februari 2018 (jaarnummer 77) besliste het manteam om in te zetten op fietsleasing volgens een stelsel van ‘loonruil’ als bijkomende maatregel ter ondersteuning van het woon-werkverkeer.

Op 6 juli 2018 (jaarnummer 6318) keurde het college goed om het raamcontract betreffende de fietsleasing te gunnen aan KBC Autolease nv.

Op 30 november 2018 (jaarnummer 10386) keurde het college een fietspolicy voor stedelijke medewerkers goed, waarbij een uitgewerkt aanbod is opgenomen omtrent het aanbieden van leasefietsen voor medewerkers.
De mogelijkheden om medewerkers een fiets te laten leasen zijn aan een opmars bezig als oplossing voor de ondersteuning door de werkgever van het woon-werkverkeer. Er is bij de stad Antwerpen nog steeds een groot potentieel van medewerkers die met een fiets naar het werk kan komen maar het nu nog niet doet. Fietsleasing kan hiertoe een bijdrage leveren en financiële drempels voor het aanschaffen van een goede fiets weghalen.

 Sedertdien heeft de medewerker de vrije keuze om een zelfgekozen fiets te financieren door middel van het inruilen van (combinaties mogelijk):

• Tot 5 jaarlijkse vakantiedagen per jaar;
• Een saldo aan loopbaansparen;
• Een stukje van het maandloon, beperkt tot – behoudens bepaalde uitzonderingen - 1 lagere weddetrap binnen de functionele loopbaan waarin de medewerker is aangesteld.

Op 7 december 2018 (jaarnummer 10878) verstuurde het college een collegiale brief aan 3 bevoegde instanties om een duidelijkere regeling voor lokale besturen te vragen met betrekking tot ruilmogelijkheden van arbeidsvoorwaarden ter bevordering van fietsmobiliteit bij haar medewerkers:

  • Rechtspositie: brief aan de Vlaams minister voor binnenlands bestuur
  • Fiscaliteit: brief aan de Federaal minister van Financiën
  • Sociale zekerheid (RSZ): brief aan de Federaal minister van Sociale Zaken

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college keurt de collegiale brief aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid met betrekking tot de problematiek van fietsleasing goed.

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.