Terug
Gepubliceerd op 10/08/2020

2020_CBS_06598 - Omgevingsvergunning - OMV_2020048829. Ruggeveldlaan 486-488. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 07/08/2020 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Anne Baré, Waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur; Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Anne Baré, Waarnemend algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_06598 - Omgevingsvergunning - OMV_2020048829. Ruggeveldlaan 486-488. District Deurne - Goedkeuring 2020_CBS_06598 - Omgevingsvergunning - OMV_2020048829. Ruggeveldlaan 486-488. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een verzoek tot afwijking van de sectorale milieuvoorwaarden ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020048829

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

NV Sportoase Groot Schijn met als contactadres Zwembadweg 1 te 2930 Brasschaat

Ligging van het project:

Ruggeveldlaan 486-488 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 31 sectie B nrs. 121L2, 121H2, 121G2, 121Y en 166E

Inrichtingsnummer:

20181023-0090 (Sportoase Groot Schijn)

Vergunningsplichten:

Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van het verzoek:

zwembad - een afwijking van sectorale milieuvoorwaarden

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 10 oktober 2019 verleende de deputatie een omgevingsvergunning aan nv Sportoase Groot Schijn voor het bouwen en uitbaten van een sportcomplex aan de Ruggeveldlaan 486 – 488 te Deurne-Antwerpen (OMV_2019036498).

 

Inhoud van de aanvraag

De exploitant vraagt de toelating alternatieve desinfectie- en oxidatiemiddelen dan de klassieke ontsmetting met chloor te mogen gebruiken en te mogen werken met een chloor-arme installatie.

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

1.

Bij te stellen voorwaarde:

Artikel 5.32.8.1.12 van Vlarem II:

Tenzij anders vermeld in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, is chloor het enige toegelaten ontsmettings- en oxidatiemiddel. Het gebruik van chloorstabilisatoren is niet toegelaten.

 

Artikel 5.32.8.1.9 §1 van Vlarem II:

Als een ander desinfectie- en oxidatiemiddel dan chloor toegelaten wordt, kunnen er in afwijking van artikel 5.32.8.1.9.§1 andere of aanvullende kwaliteitseisen worden opgelegd die in relatie staan tot het toegelaten alternatieve waterbehandelingssysteem.

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

Artikel 5.32.8.1.12 van Vlarem II:

De exploitant vraagt een wijziging van deze sectorale voorwaarde door het toelaten van drie andere ontsmettings- en oxidatiemiddelen en dit voor de resterende duur van de lopende omgevingsvergunning, bijkomend aan de zoutelektrolyse die gebruikt wordt om het water te behandelen met chloor. Deze drie bijkomende ontsmettings- en oxidatiemiddelen zijn: 

-     elektrochemische desinfectie van de volledige waterstroom door elektrolyse;

-     koperionisatie om een concentratie van 0,3 ppm Cu in de baden te brengen; 

-     ultraviolet bestraling van de volledige waterstroom bij 254 nm.

 

Artikel 5.32.8.1.9 §1 van Vlarem II:

Bijhorend heeft de exploitant een suggestie om in alle baden van Sportoase Deurne te werken bij een lagere ondergrens van vrij beschikbaar chloor dan deze die vastgelegd werd in het Vlarem II, artikel 5.32.8.1.9 §1 : kwaliteitsvereisten voor het badwater.

Hiertoe vraagt hij de vergunningverlenende overheid om voor het zwembad Sportoase Deurne, de sectorale voorwaarde die de ondergrens van het vrij beschikbaar chloor bepaalt op 0,5 mg/liter te wijzigen in een ondergrens van 0,2 mg/liter en dit voor de resterende duur van de lopende omgevingsvergunning. 

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Agentschap Zorg en Gezondheid

7 mei 2020

10 juni 2020

Voorwaardelijk gunstig

Vlaamse Milieumaatschappij, afvalwater en lucht

7 mei 2020

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Ruggeveld-Silsburg, goedgekeurd op 26 maart 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: zone voor recreatie-art. 7-sportpark, zone voor recreatie-art. 8, zone voor recreatie-art. 9-sportcomplex en parking en zone voor natuur-art.4.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor gemeenschapsuitrusting en openbare nutsvoorziening. Onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen dient te worden begrepen voorzieningen die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. De idee van dienstverlening (verzorgende sector) aan de gemeenschap is derhalve rechtstreeks aanwezig. Artikel 4.4.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening schrijft voor dat in gebieden die op de gewestplannen zijn aangewezen als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, handelingen van algemeen belang en de daarmee verbonden activiteiten te allen tijde kunnen worden toegelaten, ongeacht het publiek of privaatrechtelijk statuut van de aanvrager of het al dan niet aanwezig zijn van enig winstoogmerk. Als gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kunnen eveneens worden beschouwd een school, een voor het publiek toegankelijke toegangsweg tot een vergund gebouwencomplex in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen en neveninrichtingen naast een autosnelweg. Alhoewel in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen in principe geen gebouwen met een woonfunctie zijn toegelaten, heeft de Raad van State bovendien niettemin geoordeeld dat service-flats voor bejaarden kunnen worden vergund in dergelijk gebied. Ook een nomadenkamp werd door de Raad van State beschouwd als een gemeenschapsvoorziening en openbare nutsvoorziening. (Artikel 17 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor dagrecreatie. De gebieden voor dagrecreatie bevatten enkel de recreatieve en toeristische accommodatie, bij uitsluiting van alle verblijfsaccommodatie. (Artikel 16 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

Het goed is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het goed ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een natuurgebied. De natuurgebieden omvatten de bossen, wouden, venen, heiden, moerassen, duinen, rotsen, aanslibbingen, stranden en andere dergelijke gebieden. In deze gebieden mogen jagers- en vissershutten worden gebouwd voor zover deze niet kunnen gebruikt worden als woonverblijf, al ware het maar tijdelijk.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

Het verzoek ligt niet in een verkaveling.

 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

De exploitant vraagt gebruik te kunnen maken van de afwijkingsmogelijkheden voorzien in artikel 5.32.8.1.12: ‘Tenzij anders vermeld in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, is chloor het enige toegelaten ontsmettings- en oxidatiemiddel. Het gebruik van chloorstabilisatoren is niet toegelaten.’ en “Als een ander desinfectie- en oxidatiemiddel dan chloor toegelaten wordt, kunnen er in afwijking van artikel 5.32.8.1.9.§1 andere of aanvullende kwaliteitseisen worden opgelegd die in relatie staan tot het toegelaten alternatieve waterbehandelingssysteem.”

 

Het reeds voorziene zoutelektrolyse-systeem voor de productie van chloor wil de exploitant aanvullen met drie alternatieve en bijkomende ontsmettingsmiddelen:

-     elektrochemische desinfectie van de waterstroom door elektrolyse;

-     koperionisatie om een concentratie van 0,3 mg/liter Cu in het water te brengen;

-     ultraviolet bestraling van de volledige waterstroom bij 254 nm.

 

Deze aanvullende waterbehandeling zou toelaten de ondergrens voor het vrij beschikbaar chloor in het zwembadwater te verlagen tot 0,2 mg/liter in plaats van het geldende minimum 0,5 mg/liter. De lage chloorconcentraties worden op de achtergrond aangehouden, enkel als reservoir of buffer van onmiddellijk inzetbaar desinfectant als vangnet voor accidentele verontreiniging.

 

Motivatie - Nadelen van chloor

Het gebruik van chloor in zwembadwater als oxidatie- en desinfectiemiddel is een bewezen, veilige en effectieve techniek, die als standaard naar voor wordt geschoven in de wetgeving. Naast de vele voordelen, heeft het gebruik van chloor ook enkele nadelen. Chloor reageert met organische- en stikstofverbindingen (urine, zweet) en vormt gechloreerde bijproducten als chloramines en trihalomethanen (of THM) (bv. chloroform). Deze desinfectiebijproducten wekken irritatie op aan ogen en slijmvliezen en zouden kunnen bijdragen tot ademhalingsaandoeningen bij bijvoorbeeld kinderen met een verhoogd risico en zwembadpersoneel. 

 

De chloor en de desinfectiebijproducten hebben een corrosieve werking op verschillende materialen, waardoor het onderhoud van de zwembadinfrastructuur duur is.

 

Het gebruik van chloor is ook een rechtstreekse oorzaak van de hoge aanwezigheid van AOX in het afvalwater van de zwembaden. Het indelingscriterium bedraagt 40 µg/liter, terwijl de BBT voor zwembaden een richtwaarde van 600 µg/liter vooropstelt.

 

Motivatie – evenwaardige werking 

Bij de keuze van de waterbehandeling is de effectiviteit van groot belang: worden de risico’s voor de bezoekers op een veilige manier tot een minimum herleid? Bij onder andere een gehalte vrij beschikbaar chloor tussen 0,5 mg/liter en 1,5 mg/liter en een pH tussen 7,0 en 7,6, zoals opgelegd in de sectorale voorwaarden, wordt het risico op de ontwikkeling van schadelijke virussen en bacteriën in het zwembadwater sterk beperkt. Elke nieuwe techniek en afwijkende waterkwaliteitsnorm moet minimaal dezelfde garanties bieden. 

 

De inline waterelektrolyse heeft een directe desinfecterende werking door de productie van zuurstof, hydroxylionen en kortlevende instabiele oxiderende verbindingen (actieve zuurstof-, peroxyl- en hydroxylradicalen). De elektrocutie door het aangelegde elektrische veld vernietigt direct bacteriën. Het geëlektrolyseerde water zou ook een residuele desinfecterende werking vertonen. De waterelektrolyse met laag vermogen zou dus oxiderend en desinfecterend werken, zonder noemenswaardige chloorproductie. In de industrie, afvalwaterbehandeling, de aquacultuur en de geneeskunde wordt dit principe al toegepast.

 

Bij koperionisatie worden door elektrolyse van koperelektroden, koperionen in het water opgelost die interageren met het membraan van een micro-organisme. Hierdoor verandert de permeabiliteit van het membraan, waardoor de cel desintegreert. Daarnaast zijn koperionen in staat om vrije radicalen te vormen via redoxreacties. Deze reageren met het celmembraan waardoor dit verder beschadigd wordt. De koperionen zouden ook de helixstructuur van het DNA verstoren en beschadigen. Tenslotte zouden koperionen ook interfereren met de werking van proteïnen in het micro-organisme. In bepaalde studies kwam naar voor dat koperionisatie in combinatie met verlaagde chloorconcentraties in zwembaden, zou zorgen voor synergie waardoor de efficiëntie van de chloor verhoogt. Bovenstaande effecten komen voor bij een koperconcentratie van 0,3 mg/liter. In het voorliggende voorstel worden koperionen in de waterstroom gebracht na de filters.

 

Een derde systeem dat toegepast zal worden is desinfectie met UV-C licht, met een golflengte van 254 nm. De UV-installatie wordt na de filterinstallatie en voor de injectie van chloor geplaatst en is een zeer efficiënt desinfectiemiddel. UV-licht aan 254 nm breekt mono-chlooramine en zal dus ook bijdragen aan een betere zwembadlucht.

 

Door de pH-waarde van het water dicht bij 7,0 te houden met koolzuurdioxide stijgt de aanwezigheid van HClO ten nadele van ClO-. Waterstofhypochloriet ontsmet vele malen beter dan hypochloriet. De oplosbaarheid van koper neemt bovendien toe met dalende pH.

 

Motivatie – evenwaardige werking - praktijk

De combinatie van bovenstaande vier technieken zou tot een ontsmetting van het water moeten leiden en toelaten de concentratie vrije chloor in het zwembadwater te beperken tot 0,2 mg/liter.

Een gelijkaardige installatie heeft drie jaar proefgedraaid in de sportoase site te Leuven. In 2013 en 2014 verliep het project onder toezicht en met toelating van het AZG, aan wie schriftelijk gerapporteerd werd. Ook het PIH was betrokken bij de controles van het zwembadwater. Een volledige beschrijving van het project werd bijgevoegd en geeft aan dat:

-     veilig en gezond kan gewerkt worden met vrije chloor concentraties tot zelfs 0,14 mg/liter;

-     het netto chloorverbruik per bader spectaculair daalt;

-     het gebonden chloorgehalte daalt met het vrije chloorgehalte;

-     de gecombineerde desinfectie door koperionisatie en waterelektrolyse het zwembadwater voldoende ontsmet om chloorarm ( < 0,3 mg/liter) te kunnen werken;

-     de laagste vrije chloorconcentratie van 0,2 mg/liter gemeten werd, zonder detectie van bacteriën.

 

Een tweede gelijkaardige installatie werd in 2015 geplaatst en opgestart in het gemeentelijk zwembad Dilkom te Dilbeek. Deze omvatte zowel elektrochemische desinfectie als koperionisatie en UV-behandeling. Het project verliep eveneens onder toezicht en toelating van het Agentschap Zorg en Gezondheid (AZG) en in samenwerking met het Provinciaal Instituut voor de Hygiëne (PIH). Gedurende het project bedroegen de concentraties vrij chloor in het grote bad gemiddeld 0,38 mg/liter en 0,23 mg/liter gebonden chloor. Tegelijk werden gemiddelde AOX waarden gemeten van 178 µg/liter en THM waarden van 14 µg/liter, beduidend lager dan in vergelijkbare publieke zwembaden. De luchtkwaliteit verbeterde sterk met metingen tussen 64 en 146 µg/m³ voor tri-chlooramines. De volledige beschrijvingen en evaluatie van het project werden bij de aanvraag gevoegd. 

 

Motivatie –- voorstel opvolging

Van zodra de waterbehandeling wordt ingesteld op een vrij chloor gehalte van 0,5 mg/liter zal het Provinciaal Instituut voor de Hygiëne (PIH) als erkend laboratorium de werking opvolgen door monstername en onderzoek van de fysische, chemische en bacteriologische parameters vastgelegd in de Vlarem-normen. Daarnaast zal het labo nog analyses doen op:

-     E. coli-bacteriën;

-     intestinale enterokokken;

-     AOX;

-     THM;

-     chloraat;

-     koper;

-     trichlooramine (in zwembadlucht).

 

Deze onderzoeken komen bovenop de wettelijke opgelegde controles door de exploitant en een erkend labo. Het PIH zou deze metingen twee opeenvolgende maanden uitvoeren en als de metingen conform Vlarem zijn, zouden deze afgebouwd worden naar een halfjaarlijkse controle.

 

De timing van het chloor-arm zwemmen zal schriftelijk meegedeeld worden aan het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid (AZG). Eind 2021 zal een evaluatierapport overgemaakt worden aan het AZG waarin de resultaten per bad zullen worden toegelicht. De gebruikers van het bad zullen via duidelijke communicatie op de hoogte worden gebracht van de alternatieve waterbehandeling.

 

Advies AZG

Het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid is onder andere in eerste lijn bevoegd voor de opvolging van de zwemwaterkwaliteit in Vlaanderen. In voorgaande projecten buiten het grondgebied van de stad Antwerpen hebben zij met de voorgestelde techniek al ervaring kunnen opdoen. Op 10 juni 2020 werd een voorwaardelijk gunstig advies gegeven over de gevraagde bijstelling. Het agentschap kan akkoord gaan met de opstart van ‘chloor-arme’ waterbehandelingsinstallatie mits voldoende waterkwaliteitsopvolging. Voor de frequentie van de extra parameters (E. coli-bacteriën, intestinale enterokokken, AOX, THM, chloraat, koper) en de tussentijdse rapportages heeft het AZG toelatingsvoorwaarden bezorgd aan de firma’s die dergelijke systemen aanbieden. In de aanvraag wordt een andere frequentie voorgesteld, alsook slechts één eindrapportage. Het is echter heel belangrijk dat de exploitant kan aantonen dat de chloor-arme installatie goed wordt opgevolgd. Door een nauwgezette opvolging de eerste twee jaar kan de exploitant aantonen dat hij de chloor-arme installatie voldoende beheerst en snel kan reageren bij incidenten. Het AZG besluit dat de risico’s voor mens en milieu voorwaardelijk aanvaardbaar zijn. De voorgestelde voorwaarden worden integraal overgenomen in het besluit.

 

Advies aan het college

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Enkel als een deskundige opvolging van de installaties en processen en een grondige analyse van de resultaten van de waterkwaliteiten gegarandeerd is, wordt het risico op de mens en het milieu als aanvaardbaar beoordeeld. Er wordt voorwaardelijk akkoord gegaan om af te wijken van artikel 5.32.8.1.12 en naast ontsmetting met chloor, drie aanvullende waterbehandelingstechnieken toe te staan. Daarnaast wordt gunstig advies gegeven te mogen afwijken van de waterkwaliteitseisen opgenomen in artikel 5.32.8.1.9.§1. De toegestane bijstelling is verbonden aan de strikte naleving van de bijzondere voorwaarden.

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1.

In tegenstelling tot het gebruik van louter chloor als ontsmettings- en oxidatiemiddel, is een combinatie van vier desinfecterende technieken (zoutelektrolyse, elektrochemische desinfectie, koperionisatie met 0,3 mg/liter Cu en UV-C licht met een golflengte van 254 nm) toegestaan;

2.

De ‘chloor-arme’ waterbehandeling wordt elke dag nauwkeurig door een deskundige zwembadtechnieker opgevolgd;

3.

In afwijking van de voorwaarden van artikel 5.32.8.1.9§1 van Vlarem II moet er worden voldaan aan volgende waterkwaliteitsvereisten:

 

Parameter

grenswaarde

a)      chemische parameters

pH

tussen 7 en 7,6

vrij beschikbaar chloor (HClO en ClO-)

tussen 0,2 en 1,5 mg/liter

gebonden chloor

0,6 mg/liter

koper

0,8 mg/liter

chloraat

< 30 mg/liter (richtwaarde)

bicarbonaat

60 mg/liter (richtwaarde)

ureum

2 mg/liter

chloriden

800 mg/liter

oxydeerbaarheid (KMnO4-verbruik in verwarmde oplossing en in zuur milieu)

< 5 mg O2/liter

b)     bacteriologische parameters

totaal aantal kiemen bij 37°C

100 n/ml

coagulase positieve stafylokokken

0 n/100 ml

pseudomonas aeruginosa

0 n/100 ml

E. coli

0 n/100 ml

intestinale enterokokken

0 n/100 ml

c)      fysische parameter

temperatuur

32 °C, tenzij hiervoor een toelating door AZG is verleend

helderheid

doorzichtig tot op de bodem van het bad

zichtbare verontreiniging

afwezig

geur

afwezig

schuim

afwezig

kleur

kleurloos

 

Indien de bacteriologische kwaliteit van het zwembadwater niet voldoet aan de opgelegde waterkwaliteitsvereisten wordt binnen de twee werkdagen een hercontrole uitgevoerd en het resultaat van deze analyses moet zo spoedig mogelijk aan AZG worden overgemaakt. Monstername en analyse gebeurt door een erkend laboratorium en op kosten van de exploitant.

4.

Vanaf de opstart van de ‘chloor-arme’ installatie (d.w.z. instelling setpoint voor vrije chloorwaarden onder de wettelijk verplichte norm van 0,5 mg/liter) worden door een erkend laboratorium en op kosten van de exploitant volgende monsternames en analyses uitgevoerd: 

-     gedurende het eerste jaar tweewekelijks zwemwateranalyses voor de fysische, chemische en bacteriologische parameters vastgelegd in de sectorale voorwaarden uit Vlarem II;

-     vanaf het tweede jaar maandelijkse zwemwateranalyses voor de fysische, chemische en bacteriologische parameters vastgelegd in de sectorale voorwaarden uit Vlarem II;

-     gedurende het eerste jaar maandelijkse analyses van de concentratie koper en chloraat én de bacteriologische parameters E. coli en intestinale enterokokken;

-     gedurende het tweede jaar tweemaandelijks analyses van de concentraties koper en chloraat én de bacteriologische parameters E. coli en intestinale enterokokken; 

-     gedurende de eerste twee jaar driemaandelijkse analyses van de concentratie trichlooramines in de zwembadlucht.

 

De resultaten worden steeds rechtstreeks door het erkende laboratorium bezorgd aan het Agentschap Zorg en Gezondheid, afdeling Preventie.

 

Indien uit de analyses blijkt dat de waterkwaliteit niet stabiel is, kan Agentschap Zorg en Gezondheid, afdeling preventie beslissen om de meetfrequentie van de concentratie koper en chloraat én de bacteriologische parameters E. coli en intestinale enterokokken te verhogen en de duur te verlengen.

5.

Gedurende de eerste twee jaar worden er drie evaluatierapporten (na een halfjaar, na een jaar en na twee jaar) overgemaakt aan Agentschap Zorg en Gezondheid, afdeling preventie én aan het college (p/a omgevingsvergunning@antwerpen.be m.v.v. OMV_2020048829) met volgende minimale gegevens:

-     overzicht van de resultaten voor de geanalyseerde fysische, chemische en bacteriologische parameters;

-     overzicht van de exploitatieomstandigheden: filterspoelingen, hoeveelheid toegevoegd vers water in functie van het aantal baders;

-     overzicht van de vastgestelde knelpunten/aandachtspunten én technische ingrepen die een impact hebben op de zwemwaterkwaliteit of andere metingen;

Op bijkomende vragen van het AZG naar aanleiding van het evaluatierapport, zal een gepast antwoord worden geboden. Bijkomende parameters, analyses of luchtmetingen kunnen worden opgelegd indien blijkt dat dit relevant is.

6.

Gedurende de uitvoering van de ‘chloor-arme’ installatie is er een duidelijke communicatie naar de gebruikers van de zwembadinrichting over het feit dat er bijkomende ontsmettings- en oxidatiemiddelen worden gebruikt en het vrije chloorgehalte verlaagd werd.

7.

Indien er aanwijzingen zijn dat de gezondheid of de veiligheid van de baders en/of zwembadbezoekers in gevaar is, moet de ‘chloor-arme’ installatie onmiddellijk door de initiatiefnemers worden stopgezet. Het Agentschap Zorg en Gezondheid, afdeling preventie moet onmiddellijk over de stopzetting geïnformeerd worden.

8.

Het Agentschap Zorg en Gezondheid, afdeling preventie kan gemotiveerd de onmiddellijke stopzetting van de ‘chloor-arme’ installatie eisen wanneer de gezondheid of de veiligheid van de baders en/of zwembadbezoekers in gevaar is of indien de gestelde voorwaarden niet nauwgezet worden opgevolgd.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening verzoek

15 april 2020

Volledig en ontvankelijk

7 mei 2020

Start openbaar onderzoek

15 mei 2020

Einde openbaar onderzoek

13 juni 2020

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

19 oktober 2020

Verslag GOA

30 juli 2020

naam GOA

Bieke Geypens

 

Onderzoek

Het verzoek werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

15 mei 2020

13 juni 2020

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

1.

In tegenstelling tot het gebruik van louter chloor als ontsmettings- en oxidatiemiddel, is een combinatie van vier desinfecterende technieken (zoutelektrolyse, elektrochemische desinfectie, koperionisatie met 0,3 mg/liter Cu en UV-C licht met een golflengte van 254 nm) toegestaan;

2.

De ‘chloor-arme’ waterbehandeling wordt elke dag nauwkeurig door een deskundige zwembadtechnieker opgevolgd;

3.

In afwijking van de voorwaarden van artikel 5.32.8.1.9§1 van Vlarem II moet er worden voldaan aan volgende waterkwaliteitsvereisten:

 

Parameter

grenswaarde

a)      chemische parameters

pH

tussen 7 en 7,6

vrij beschikbaar chloor (HClO en ClO-)

tussen 0,2 en 1,5 mg/liter

gebonden chloor

0,6 mg/liter

koper

0,8 mg/liter

chloraat

< 30 mg/liter (richtwaarde)

bicarbonaat

60 mg/liter (richtwaarde)

ureum

2 mg/liter

chloriden

800 mg/liter

oxydeerbaarheid (KMnO4-verbruik in verwarmde oplossing en in zuur milieu)

<5 mg O2/liter

b)     bacteriologische parameters

totaal aantal kiemen bij 37°C

100 n/ml

coagulase positieve stafylokokken

0 n/100 ml

pseudomonas aeruginosa

0 n/100 ml

E. coli

0 n/100 ml

intestinale enterokokken

0 n/100 ml

c)      fysische parameter

temperatuur

32 °C, tenzij hiervoor een toelating door AZG is verleend

helderheid

doorzichtig tot op de bodem van het bad

zichtbare verontreiniging

afwezig

geur

afwezig

schuim

afwezig

kleur

kleurloos

 

Indien de bacteriologische kwaliteit van het zwembadwater niet voldoet aan de opgelegde waterkwaliteitsvereisten wordt binnen de twee werkdagen een hercontrole uitgevoerd en het resultaat van deze analyses moet zo spoedig mogelijk aan AZG worden overgemaakt. Monstername en analyse gebeurt door een erkend laboratorium en op kosten van de exploitant.

4.

Vanaf de opstart van de ‘chloor-arme’ installatie (d.w.z. instelling setpoint voor vrije chloorwaarden onder de wettelijk verplichte norm van 0,5 mg/liter) worden door een erkend laboratorium en op kosten van de exploitant volgende monsternames en analyses uitgevoerd: 

-     gedurende het eerste jaar tweewekelijks zwemwateranalyses voor de fysische, chemische en bacteriologische parameters vastgelegd in de sectorale voorwaarden uit Vlarem II;

-     vanaf het tweede jaar maandelijkse zwemwateranalyses voor de fysische, chemische en bacteriologische parameters vastgelegd in de sectorale voorwaarden uit Vlarem II;

-     gedurende het eerste jaar maandelijkse analyses van de concentratie koper en chloraat én de bacteriologische parameters E. coli en intestinale enterokokken;

-     gedurende het tweede jaar tweemaandelijks analyses van de concentraties koper en chloraat én de bacteriologische parameters E. coli en intestinale enterokokken; 

-     gedurende de eerste twee jaar driemaandelijkse analyses van de concentratie trichlooramines in de zwembadlucht.

 

De resultaten worden steeds rechtstreeks door het erkende laboratorium bezorgd aan het Agentschap Zorg en Gezondheid, afdeling Preventie.

 

Indien uit de analyses blijkt dat de waterkwaliteit niet stabiel is, kan Agentschap Zorg en Gezondheid, afdeling preventie beslissen om de meetfrequentie van de concentratie koper en chloraat én de bacteriologische parameters E. coli en intestinale enterokokken te verhogen en de duur te verlengen.

5.

Gedurende de eerste twee jaar worden er drie evaluatierapporten (na een halfjaar, na een jaar en na twee jaar) overgemaakt aan Agentschap Zorg en Gezondheid, afdeling preventie én aan het college (p/a omgevingsvergunning@antwerpen.be m.v.v. OMV2020048829) met volgende minimale gegevens:

-     overzicht van de resultaten voor de geanalyseerde fysische, chemische en bacteriologische parameters;

-     overzicht van de exploitatieomstandigheden: filterspoelingen, hoeveelheid toegevoegd vers water in functie van het aantal baders;

-     overzicht van de vastgestelde knelpunten/aandachtspunten én technische ingrepen die een impact hebben op de zwemwaterkwaliteit of andere metingen;

Op bijkomende vragen van het AZG naar aanleiding van het evaluatierapport, zal een gepast antwoord worden geboden. Bijkomende parameters, analyses of luchtmetingen kunnen worden opgelegd indien blijkt dat dit relevant is.

6.

Gedurende de uitvoering van de ‘chloor-arme’ installatie is er een duidelijke communicatie naar de gebruikers van de zwembadinrichting over het feit dat er bijkomende ontsmettings- en oxidatiemiddelen worden gebruikt en het vrije chloorgehalte verlaagd werd.

7.

Indien er aanwijzingen zijn dat de gezondheid of de veiligheid van de baders en/of zwembadbezoekers in gevaar is, moet de ‘chloor-arme’ installatie onmiddellijk door de initiatiefnemers worden stopgezet. Het Agentschap Zorg en Gezondheid, afdeling preventie moet onmiddellijk over de stopzetting geïnformeerd worden.

8.

Het Agentschap Zorg en Gezondheid, afdeling preventie kan gemotiveerd de onmiddellijke stopzetting van de ‘chloor-arme’ installatie eisen wanneer de gezondheid of de veiligheid van de baders en/of zwembadbezoekers in gevaar is of indien de gestelde voorwaarden niet nauwgezet worden opgevolgd.

 

Artikel 3

De bijzondere milieuvoorwaarden uit het vergunningsbesluit van 10 oktober 2019 (OMV_2019036498) blijven onverminderd van toepassing:

1.

In afwijking/aanvulling van de algemene lozingsvoorwaarden is een lozingsnorm van 600 µg/liter voor AOX van toepassing voor het bedrijfsafvalwater.

2.

In afwijking van de bepalingen van artikel 5.32.9.2.1 §3 van Vlarem II dient het peuterbad en het spraypark aan de achterwand niet voorzien te zijn van een kade met een minimumbreedte van 1,5 m. Er dient een controlepost van de badmeesters in de korte nabijheid van het "Peuterbad" en het "Spraypark" voorzien te zijn.

3.

Bij opening van het zwembadcomplex moet het filterspoelwater dat via de RO-installatie gezuiverd wordt en dat als suppletiewater terug in het zwembad wordt gevoerd, gedurende minimaal 12 maanden op kosten van de exploitant maandelijks worden bemonsterd en geanalyseerd door een laboratorium erkend voor analyses van drinkwater. 

De analyseresultaten moeten worden getoetst aan de bacteriologische waterkwaliteitsvereisten voor drinkwater. Een kopie van de analyseresultaten moet door het laboratorium rechtstreeks aan Agentschap Zorg en Gezondheid worden overgemaakt. 

De bemonsteringsfrequentie kan op verzoek van de exploitant en in overleg met het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid worden gewijzigd indien uit de 12 opeenvolgende analyseresultaten blijkt de bacteriologische kwaliteitsvereisten voor drinkwater niet overschreden werden.

4.

De lozing van de volledige inhoud moet bij droog weer en bij voorkeur 's nachts gebeuren.

5.

Het maximale debiet bij volledig ledigen dient beperkt te worden tot 200 m³/dag.

6.

Volledige lediging maximum 1 keer per jaar.

7.

De dienst van VMM bevoegd voor grondwater (grondwater.ant@vmm.be) dient op de hoogte gebracht te worden van de start en de stopzetting van de bemaling.

8.

Het bemalingsdebiet wordt wekelijks genoteerd in een logboek dat steeds ter inzage ligt op de werf.

9.

Het bemalingswater wordt deels geretourneerd zoals voorgesteld in de bemalingsnota d.d. 15 juli 2019.  De rest van het bemalingswater wordt geloosd op het oppervlaktewater of via RWA.

 

Artikel 4

Het college beslist dat de nieuwe bijzondere voorwaarden van toepassing zijn vanaf 7 augustus 2020.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.