Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020065053 |
Gegevens van de aanvrager: | Ibrahim Aljarable met als contactadres Lambrechtshoekenlaan 325 bus 4 te 2170 Merksem (Antwerpen) |
Ligging van het project: | Kroonplein 40 te 2170 Merksem (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: | afdeling 41 sectie B nr. 329A2 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 14/09/1959: toelating (103#6712) voor het bouwen van een woning met staatspremie.
Vergunde/vergund geachte toestand
- eengezinswoning;
- bouwvolume:
- gevelafwerking: klampsteen met blauw hardstenen plint.
Huidige toestand
- eengezinswoning;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Gewenste toestand
- eengezinswoning met 4 slaapkamers met een netto vloeroppervlakte van ca. 250 m²;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- het uitbreiden van de eengezinswoning met een extra bouwlaag;
- het uitbreiden van de gelijkvloerse verdieping;
- het wijzigen van de gevelafwerking;
- het regulariseren van een tuinberging.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties op het Kroonplein.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
De omgeving rond het Kroonplein wordt gekenmerkt door een- of meergezinswoningen met drie tot vier bouwlagen onder een plat dak. De hoofdbouwen zijn er aan de achterzijde bijna altijd uitgebreid met achterbouwen.
In voorliggende aanvraag wordt de bestaande hoofdbouw van drie bouwlagen onder een plat dak uitgebreid met een extra bouwlaag. De extra bouwlaag bevindt zich binnen het gabariet van de twee aanpalende panden en heeft bijgevolg geen negatieve gevolgen voor de privacy of de bezonning van de naastgelegen percelen. Het bestaande terras met buitentrap dat zich op de eerste verdieping ter hoogte van de rechterperceelsgrens bevindt, wordt in voorliggende aanvraag afgebroken. De bestaande hoofdbouw wordt op de gelijkvloerse verdieping aangevuld met een perceelsbrede achterbouw tot een bouwdiepte van 14,7m. De voorgestelde bouwdiepte is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
Achteraan het perceel werd in het verleden een tuinberging gebouwd zonder dat hiervoor een vergunning werd bekomen. In voorliggende aanvraag wenst men deze tuinberging te behouden. Er is echter onvoldoende informatie aangeleverd om deze tuinberging te kunnen beoordelen. Bovendien is er door de aanwezigheid van de tuinberging minder dan 20% van de oppervlakte van het perceel op het niveau van het maaiveld onbebouwd. Hierdoor is voorliggende aanvraag strijdig met artikel 27.
Voldoende open ruimte, achteraan het perceel, is belangrijk voor de woon- en leefkwaliteit binnen een bouwblok en voor de ecologische kwaliteiten van een wijk. Open binnengebieden brengen niet enkel licht en lucht in de aangrenzende bebouwing, ze zorgen ook voor infiltratiemogelijkheden van het regenwater en voor een afkoeling van de stadslucht in tegenstelling tot bebouwde oppervlakten en wegen. Van dit voorschrift kan bijgevolg niet afgeweken worden. Omwille van bovenvermelde redenen wordt de tuinberging uitgesloten uit de vergunning zoals in rood aangeduid op de plannen. Daarnaast mag slechts 20m2 van de tuin verhard worden aangelegd. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.
Visueel-vormelijke elementen
De bestaande voorgevel met gevelplint in donkergrijze natuursteen en bruin gevelparament wordt in voorliggende aanvraag voorzien van nieuw buitenschrijnwerk in zwartgrijze aluminium. Het gevelmetselwerk, zowel van de bestaande gevel als de nieuwe bouwlaag, wordt geschilderd in een wit-grijze kleur. Het Kroonplein wordt hoofdzakelijk gekenmerkt door baksteengevels. Geschilderde gevels zijn niet kenmerkend in de omgeving. Het is echter ook belangrijk dat de gevel een harmonieus geheel vormt. Aangezien het vinden van dezelfde gevelsteen als de bestaande gevel (die dateert van 1959) waarschijnlijk niet evident is, wordt een afwijking toegestaan voor het schilderen van de gevel in een lichtgrijze kleur. Daarenboven is een lichte gevelkleur gunstig met betrekking tot het stedelijke hitte-eilandeffect.
Het voorgestelde materiaalgebruik voor de achtergevel in wit-grijze gevelbepleistering en buitenschrijnwerk in zwart-grijs aluminium past zich in in de omgeving en is stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Door de uitbreiding van de woning met een extra bouwlaag wordt de bewoonbare oppervlakte van de eengezinswoning aanzienlijk vergroot. Daarnaast ontstaat er door de nieuwe planschikking een grotere keuken met een groot raam gericht op de aangrenzende stadstuin. Dit komt de algemene woon- en leefkwaliteit van de woning ten goede.
Aan de achterzijde wordt op het platte dak van de nieuwe achterbouw een terras voorzien ter hoogte van de rechter perceelsgrens. Het terras bevindt zich naast de hoger opgaande scheidingsmuur met de linkeraanpalende en houdt een afstand van meer dan 1,90m ten opzichte van de perceelsgrens met de rechteraanpalende. Er worden bijgevolg vanop het terras geen storende zichten gecreëerd naar de aangrenzende eigendommen waardoor het terras in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.
In voorliggende aanvraag wordt de gelijkvloerse wasplaats omgevormd tot hobbyruimte. De vrije hoogte in deze ruimte is echter beperkt tot 2,50 meter in het bestaande gedeelte en 2,40 meter in het nieuw aangebouwde gedeelte. Dit is niet conform artikel 21 van de bouwcode dat een minimale vrije hoogte voor verblijfsruimtes oplegt van 2,60 meter. Het gebruik van deze ruimte als hobbyruimte kan bijgevolg niet gunstig geadviseerd worden. Deze ruimte dient ingericht te worden als berging, wat wordt opgenomen als voorwaarde van de vergunning.
Het nieuwe platte dak van de extra bouwlaag moet worden uitgevoerd als groendak conform artikel 38 van de bouwcode. Vanuit duurzaamheid heeft een groendak een aantal belangrijke voordelen ten opzichte van een gewoon dak. Ze zorgen voor een kleinere hoeveelheid afgevoerd regenwater en beperken gelijktijdig het piekdebiet bij stortbuien. Ook verminderen ze het stedelijk hitte-eilandeffect en werken ze als (extra) dakisolatie tegen oververhitting. Ze capteren fijn stof, en zorgen voor meer biodiversiteit in de stad. Omwille van dit positief effect is het verplicht om alle nieuwe platte daken ten minste als extensief groendak aan te leggen. Dit wordt dan ook opgelegd als voorwaarde bij het verlenen van deze vergunning.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. het nieuwe platte dak van de extra bouwlaag dient uitgevoerd te worden als groendak, conform artikel 38 van de bouwcode;
2. de verharde oppervlakte in de tuinzone dient beperkt te worden tot 20m2;
3. de hobbyruimte op het gelijkvloers dient ingericht te worden als berging;
4. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
Uitsluitingen
5. de tuinberging achteraan het perceel.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 19 mei 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 15 juni 2020 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 14 augustus 2020 |
Verslag GOA | 28 juli 2020 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. het nieuwe platte dak van de extra bouwlaag dient uitgevoerd te worden als groendak, conform artikel 38 van de bouwcode;
2. de verharde oppervlakte in de tuinzone dient beperkt te worden tot 20m2;
3. de hobbyruimte op het gelijkvloers dient ingericht te worden als berging;
4. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
Uitsluitingen
5. de tuinberging achteraan het perceel.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.