Terug
Gepubliceerd op 10/08/2020

2020_CBS_06584 - Omgevingsvergunning - OMV_2020053329. Bredabaan 99-101. District Merksem - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 07/08/2020 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Anne Baré, Waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur; Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Anne Baré, Waarnemend algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_06584 - Omgevingsvergunning - OMV_2020053329. Bredabaan 99-101. District Merksem - Weigering 2020_CBS_06584 - Omgevingsvergunning - OMV_2020053329. Bredabaan 99-101. District Merksem - Weigering

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020053329

Gegevens van de aanvrager:

BVBA WEBINVEST met als adres Heiken 5 te 2920 Kalmthout

Ligging van het project:

Bredabaan 99-101 te 2170 Merksem (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 40 sectie C nrs. 613C2 en 613A2

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

uitbreiden van een magazijn (blok B) en het inrichten van een kantoorfunctie in de unit

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          05/10/2017: proces-verbaal (11002_2017_4996) voor het omvormen van een deel van het magazijn naar kantoor;

-          09/12/2016: aktename (2016164) voor het plaatsen van een tussenvloer en vier ramen in de buitengevel;

-          16/01/2015: vergunning (20142536) voor het slopen van een industriegebouw en het bouwen van kantoren en magazijnen.

Vergunde/vergund geachte toestand

-          bedrijventerrein met verschillende kantoren en magazijnen bestaande uit drie zones: blok A, B en C;

-          blok B met een voetafdruk van circa 96 m op 26 m, onderverdeeld in vijf units met een vloeroppervlakte variërend van 450 m² tot 642 m²;

-          kroonlijsthoogte van circa 7 m;

-          gevelafwerking:

  • antracietkleurige sandwichpanelen op een betonnen plint;
  • buitenschrijnwerk in aluminium (antraciet).

Huidige toestand

-          de unit zijde Bredabaan behorende tot blok B werd gewijzigd:

  • er werd een tussenverdieping voorzien;
  • de magazijnruimte werd gedeeltelijk omgevormd tot kantoor.

Gewenste toestand

-          functie en indeling ongewijzigd ten opzichte van de huidige toestand;

-          blok B met een voetafdruk van circa 102 m op 26 m, onderverdeeld in vijf units met een vloeroppervlakte variërend van 450 m² tot 721 m²;

-          kroonlijsthoogte en gevelafwerking conform vergunde toestand.

Inhoud van de aanvraag

-          uitbreiden van de unit zijde Bredabaan, blok B tot een vloeroppervlakte van circa 721 m²;

-          afwerken van de nieuwe gevels conform de reeds vergunde toestand;

-          regulariseren van de tussenverdieping;

-          functiewijziging: omvormen van een deel van het magazijn naar kantoorruimte;

-          wijzigingen aan blok A, blok C, en de overige units van blok B maken geen deel uit van de aanvraag.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

16 juni 2020

6 juli 2020

Voorwaardelijk gunstig

De Vlaamse Waterweg nv

16 juni 2020

14 juli 2020

Gunstig

Elia Asset nv

16 juni 2020

26 juni 2020

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

16 juni 2020

29 juni 2020

stadsontwikkeling/ mobiliteit

16 juni 2020

29 juni 2020

stadsontwikkeling/ vergunningen/ dienst milieuvergunningen

16 juni 2020

15 juli 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop. (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende  punten:

  • artikel 18:
    Conform artikel 3 van het toepassingsgebied dienen alle publiek toegankelijke functies welke niet aanwezig zijn op de benedenverdieping te voldoen. Gezien het ontbreken van een kantoorfunctie op de gelijkvloerse verdieping dient het niveauverschil met de eerste verdieping overbrugd te worden met een combinatie van trap en lift, of trap en helling;
  • artikel 20:
    Aansluitend op de afwijking op artikel 18 voldoet de huidige trap niet. Hierbij wordt verwezen naar ontbreken van de trapleuning, en het tussenbordes en de eerste treden welke onvoldoende breed zijn;
  • artikel 22:
    Alle deuropeningen waarop de verordening van toepassing is dienen 105 cm breed te zijn zodat na afwerking een vrije doorgangsbreedte van 90 cm gegarandeerd kan worden;
  • artikel 25:
    Het aangepast toilet op de gelijkvloerse verdieping beschikt langs de binnenzijde niet over een opstelruimte van 45 cm (50 na afwerking) naast de krukzijde van de deur;
  • artikel 30:
    Het aangepast toilet dient te beschikken over een minimale afmeting van 1,70 m op 2,25 m (1,60 op 2,20 m na afwerking).

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:
    de vergaderzaal op de eerste verdieping beschikt niet over een rechtstreekse toevoer van zicht, licht en lucht;
  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:
    er zijn niet voldoende fietsstalplaatsen voorzien;
  • artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen:
    er zijn niet voldoende autostalplaatsen voorzien;
  • Artikel 38 Groendaken:

het nieuwe dak van de uitbreiding is niet voorzien van een groendak.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De voorliggende aanvraag betreft de realisatie van een nieuwe volume-uitbreiding van een KMO- unit en het regulariseren van reeds uitgevoerde interne verbouwingswerken binnen het vergunde magazijn. Daarnaast werd een kantoorfunctie toegevoegd. Gezien 25% van de totale oppervlakte van het volledige perceel als kantoor mag gebruikt worden en dit  nog niet volledig voorzien is, is het toevoegen van een kantoorfunctie in deze KMO-unit aanvaardbaar. Er kan dus geoordeeld worden dat de kantoorfunctie in overeenstemming is met de bestemmingsvoorschriften en in harmonie is met de kenmerkende functies in de omgeving.

 

Ook de dienst Ondernemen en stadmarketing/ business en innovatie geeft gunstig advies gezien het perceel is gelegen binnen de industriezone Kanaalkant Noord zoals voorzien in de beleidsnota industrie en logistiek en het gaat over een aanpassing van een bestaande KMO-unit. Het perceel maakt ook deel uit van het provinciaal kaderplan Albertkanaal.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De vergaderzaal op de eerste verdieping krijgt volgens artikel 24 van de bouwcode onvoldoende licht en beschikt niet over een rechtstreekse toevoer van lucht. Elke verblijfsruimte dient namelijk openingen te hebben voor de toetreding van daglicht, zicht en lucht. Bij eventuele vergunning zal het gebruik van deze ruimte als verblijfsruimte dan ook uitgesloten worden van vergunning.

 

De huidige aanvraag voldoet niet aan artikel 18-19 van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid. Conform artikel 3 van het toepassingsgebied dienen alle publiek toegankelijke functies welke niet aanwezig zijn op de benedenverdieping te voldoen aan de verordening. Gezien het ontbreken van een kantoorfunctie op de gelijkvloerse verdieping dient het niveauverschil met de eerste verdieping overbrugd te worden met een combinatie van trap en lift, of trap en helling. Daarnaast wordt ook opgemerkt dat de aanwezige trap niet voldoet aan artikel 20 van de verordening toegankelijkheid.

 

De voorliggende aanvraag voldoet niet aan de bepalingen met betrekking tot toegangen en deuropeningen uit artikel 22 van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid. Alle deuropeningen waarop de verordening van toepassing is dienen 105 cm breed en 2.09m hoog te zijn zodat na afwerking een vrije doorgangsbreedte van 90 cm gegarandeerd kan worden. Daarnaast is de deur van het aangepaste toilet niet conform artikel 25 van de verordening toegankelijkheid.  Om het gebruiksgemak te waarborgen, wordt bij eventuele vergunning opgelegd dat de vrije en vlakke wand- en vloerbreedte naast de krukzijde van de hierboven opgesomde deur dient te worden aangepast zodat deze ook minimaal 50 cm bedraagt binnenin de toiletruimte.

 

Het is op de ingediende plannen niet duidelijk of de aangepaste toilet op de gelijkvloerse verdieping  beschikt over een minimale afmeting van 1,70 op 2,25 m (1,60 op 2,20 m na afwerking) conform artikel 30 van de verordening toegankelijkheid.

 

In de voorliggende aanvraag wordt een nieuw plat dak voorzien dat een helling heeft van minder dan 15° en een oppervlakte heeft van ten minste 20 vierkante meter. Dit dak dient te worden uitgevoerd als groendak conform artikel 38 van de bouwcode. Vanuit duurzaamheid heeft een groendak een aantal belangrijke voordelen ten opzichte van een gewoon dak. Het zorgt voor een kleinere hoeveelheid afgevoerd regenwater en beperkt gelijktijdig het piekdebiet bij stortbuien. Ook verminderen groendaken het “urban heat island” effect en werken ze als (extra) dakisolatie tegen oververhitting. Ze capteren fijn stof, en zorgen voor meer biodiversiteit in de stad. Omwille van dit positief effect is het verplicht om alle nieuwe platte daken ten minste als extensief groendak aan te leggen. Dit wordt dan ook opgelegd als voorwaarde indien een vergunning verleend zou worden.

 

De aanpassingen die nodig zijn om te voldoen aan de vigerende voorschriften wijzigen de bouwplannen op essentiële punten, waardoor een nieuwe aanvraag noodzakelijk is.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De feitelijke toestand van de omgeving wijst uit dat de omgeving vooral gekenmerkt wordt door industriegebouwen met twee bouwlagen onder een plat dak. In voorliggende aanvraag wordt de bestaande KMO-unit behouden en uitgebreid met een twee verdiepingen hoge aanbouw. De uitbreiding heeft een footprint van ongeveer 78m² en een kroonlijsthoogte van ongeveer 7 meter. De aanbouw springt ongeveer 11 meter terug ten opzichte van de voorgevel van het industriegebouw en bevindt zich tegen de bestaande 7,85 meter hoge scheidingmuur met de buur waardoor geen aanpassingen aan de scheidingsmuur noodzakelijk zijn. Het volume heeft geen negatieve gevolgen voor de naastgelegen percelen en is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening waardoor het gunstig te beoordelen is.

 

Visueel-vormelijke elementen

De nieuwe uitbreiding wordt afgewerkt met antracietkleurige sandwichpanelen. Onderaan wordt een betonnen plint in een grijze kleur voorzien. De gevel wordt verder ingevuld met buitenschrijnwerk in antracietkleurig aluminium en een antracietkleurige sectionaalpoort. De toegepaste materialen in de gevels zijn in overeenstemming met de context van het perceel gezien deze materialen ook gebruikt werden ter afwerking van de naburige gebouwen. Het materiaalgebruik is daarom gunstig te adviseren.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 6 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van de magazijnfunctie en de gedeeltelijke functiewijziging naar kantoorruimte.

-          De uitbreiding van het magazijn bedraagt 79m². De parkeernorm bedraagt 0,75 plaatsen/100m². De parkeerbehoefte bedraagt voor de uitbereiding dus voor  0,59 =1.

-          Er wordt ongeveer 330m² kantoorruimte voorzien, met een parkeernorm van 1,55 plaatsen per 100m². De parkeerbehoefte bedraagt voor de functiewijziging dus  5,11 =5.

De totale werkelijke parkeerbehoefte bedraagt bijgevolg 6 parkeerplaatsen.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 6.

 

Het plan voorziet niet in het aantal te realiseren plaatsen. Er dient gezocht naar een oplossing op eigen terrein. De aanvrager geeft aan dat er parkeerplaatsen voorzien kunnen worden. Dit zou als voorwaarde opgelegd moeten worden indien een vergunning verkregen wordt.

 

 

Fietsparkeerplaatsen

In de huidige aanvraag worden 10 fietsenstalplaatsen verplaatst naar een andere plaats om ruimte te maken voor de nieuwe uitbreiding. Er dienen echter nog 5 extra fietsenstalplaatsen voorzien te worden in functie van de uitbreiding van het magazijn en de gedeeltelijke functiewijziging tot kantoorruimte. Het voorzien van deze fietsenstalplaatsen zou als voorwaarde van de vergunning opgenomen moeten worden. 

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

19 mei 2020

Volledig en ontvankelijk

16 juni 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

15 augustus 2020

Verslag GOA

29 juli 2020

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.