Terug
Gepubliceerd op 10/08/2020

2020_CBS_06585 - Omgevingsvergunning - OMV_2020007961. Bredabaan 164. District Merksem - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 07/08/2020 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Anne Baré, Waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur; Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Anne Baré, Waarnemend algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_06585 - Omgevingsvergunning - OMV_2020007961. Bredabaan 164. District Merksem - Weigering 2020_CBS_06585 - Omgevingsvergunning - OMV_2020007961. Bredabaan 164. District Merksem - Weigering

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020007961

Gegevens van de aanvrager:

BVBA CC IMMO met als adres Nationalestraat 90 te 2000 Antwerpen en BVBA HALIFAX INV. met als adres Braamstraat 59 te 2900 Schoten

Ligging van het project:

Bredabaan 164 te 2170 Merksem (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 40 sectie C nr. 537V

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een meergezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          07/08/1950: toelating (103#3349) voor het opbouwen van een 2de verdieping op de bestaande woning;

-          19/02/1948: weigeringsbesluit (1974#7411) voor het plaatsen van betonnen hofmuur en maken van een magazijn;

-          09/03/1944: toelating (1402#874) voor binnenveranderingen en keldergat;

-          09/03/1944: toelating (1974#6496) voor binnenveranderingen.

Vergunde/vergund geachte toestand

-          functie: eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • besloten bebouwing van 3 bouwlagen onder plat dak;

-          gevelafwerking: geschilderde bezetting;

-          indeling:

  • langsheen linker zijde perceel volledig bebouwd;
  • rechtse doorrij naar achterliggende koer.

Huidige toestand

-          bouwvolume:

  • straatgevel staat niet volledig haaks op de zijdelingse perceelgrenzen;
  • klein volume op de buitenkoer tegen de rechter perceelgrens;

-          gevelafwerking:

  • lichte kleur paramentsteen met aluminium buitenschrijnwerk:
  • gewijzigde invulling gelijkvloerse gevelopeningen met een garagepoort;

-          inrichting: garage links vooraan; rechtse doorrij gewijzigd naar verticale circulatie.

Gewenste toestand

-          functie: meergezinswoning met 3 appartementen (ongewijzigd);

-          bouwvolume:

  • plaatsing voorgevel conform bestaande toestand;
  • eerste verdieping: terras rechts achter met ophoging van de scheimuur;
  • tweede verdieping: volume uitbreiding links achter met inrichting van een dakterras;

-          gevelafwerking:

  • donker aluminium buitenschrijnwerk;
  • gelijkvloers: verdiepingshoge gevelplint in lichte kleur met raam op borsthoogte;
  • verdiepingen: lichte kleur gevelparement, conform bestaande toestand;

-          indeling: suprematie bestaande garage.

Inhoud van de aanvraag

-          omvorming van de eengezinswoning tot een meergezinsgebouw met 3 woongelegenheden;

-          uitbreiding volume achteraan de verdiepingen met wijziging rechter scheimuur;

-          het doorvoeren van interne constructieve werken;

-          het wijzigen van de gelijkvloerse voorgevelafwerking.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Agentschap Wegen en Verkeer

18 juni 2020

3 juli 2020

Geen advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

18 juni 2020

9 juli 2020

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

18 juni 2020

16 juli 2020

stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen/ geacht vergund

18 juni 2020

30 juni 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 10 inplanting, bouwhoogte en bouwdiepte:

de voorgestelde verhoging van de rechterscheidingsmuur houdt geen rekening met een optimale bezonning en daglichttoetreding ten aanzien van alle verblijfsruimten in het gebouw en tuin van de rechterbuur;

  • artikel 28 minimale oppervlakte buitenruimte:

woongelegenheid 2 betreft een drie-slaapkamerappartement en heeft maar 6 m² buitenruimte in plaats van de vereiste 8 m²;

  • artikel 29 fietstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:

voor de 2 bijkomende woongelegenheden worden geen fietsstalplaatsen voorzien;

  • artikel 34 Stabiliteit en scheimuren:
    §3, 3° de linkse scheimuur heeft geen opstand van 30cm ten opzichte van het verhoogde dak van de achterbouw;
  • artikel 43 Septische putten:

de septische put werd gesupprimeerd.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Het pand bestaat volgens kadaster uit een eengezinswoning. Volgens het centraal referentie systeem (CRS) woonkaarten blijkt dat één gezin is ingeschreven in de periode 1948 - 2006 en één gezin is ingeschreven in de periode 2012 - 2014.

De meegestuurde oude woonkaarten laten geen andere beeld zien in de meest relevante periode.

Tevens worden geen huurcontracten, aankoopaktes of basisaktes aangeleverd waaruit kan worden opgemaakt dat het pand als een meergezinswoning kan worden beschouwd.

 

Op basis van het van kadaster en woonkaarten kan men concluderen dat het pand een eengezinswoning betreft en geen meergezinswoning.

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat een functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning wordt omgevormd naar een meergezinswoning. De aanvraag is in overeenstemming met de kenmerkende woonfuncties in de Bredabaan.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De berging achteraan op de koer van het pand wordt afgebroken waardoor de open ruimte vergroot en aan kwaliteit wint. Dit is stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

Op de eerste verdieping wordt achteraan een uitkragend balkon aangebracht waardoor er buitenruimte wordt voorzien voor de bijkomende wooneenheid. Een buitenruimte is noodzakelijk echter de voorgestelde oplossing creëert onaanvaardbare hinder naar de rechterbuur.

 

Op de tweede verdieping wordt achteraan aan de linkerzijde een volume bij aangebouwd zodat de achtergevel recht getrokken wordt. Dit is stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

Visueel-vormelijke elementen

In de voorgevel wordt de bestaande garagepoort vervangen door een raamopening met een volwaardige borstwering. De gelijkvloerse verdiepingshoge gevelplint wordt afgewerkt in lichte kleur. De lichte kleur gevelparement van de overige 2 verdiepingen blijft behouden. Het buitenschrijnwerk wijzigt wel naar donker aluminium.

Deze materialen passen binnen de omgeving waarop de aanvraag betrekking heeft en zijn dus aanvaardbaar.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De stad telt heel wat eengezinswoningen, herenhuizen en tal van grondgebonden woningen. Echter worden deze woningen steeds vaker opgedeeld in kleinere woonentiteiten. Ook zijn er steeds minder vergunningen voor de bouw van eengezinswoningen. Om gezinnen in de stad te kunnen blijven aantrekken en behouden is het nodig om de eengezinswoningen te beschermen. De grootste woongelegenheid in het project bedraagt circa 104 m² netto. Deze oppervlakte is onvoldoende om een groot gezin te herbergen.

 

Om het ruimtecomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is niet het geval in het voorliggend project, waardoor de woongelegenheden onvoldoende wooncomfort bieden.

De wooneenheid op de tweede verdieping heeft een oppervlakte van circa 78 m² netto. Op een oppervlakte kleiner dan 80 m² wordt onvoldoende woonkwaliteit gerealiseerd voor een twee-slaapkamerappartement. Deze oppervlakte (vanaf 60 m²) kan hoogstens een eenslaapkamerappartement herbergen.

 

Hieruit kunnen we concluderen dat door het omvormen van 1 grote woongelegenheid naar 3 kleinere entiteiten de densiteit op onaanvaardbare wijze stijgt. Dit verhoogt de druk op het perceel, het bouwblok en de wijk onaanvaardbaar waardoor de draagkracht van de site wordt overschreden.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen.

 

Bij projecten met maximaal 5 wooneenheden moet er 1 parkeerplaats per bijkomande wooneenheid worden voorzien. In dit geval komen er 2 wooneenheden bij, en moeten er dus 2 parkeerplaatsen worden voorzien.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0 .

 

Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 2 .

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2 – 0 = 2 . Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

29 mei 2020

Volledig en ontvankelijk

18 juni 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

17 augustus 2020

Verslag GOA

30 juli 2020

naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.