Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020052863 |
Gegevens van de aanvrager: | NV WINVEST Holding met als contactadres Oever 21 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Fuggerstraat 19 te 2060 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 7 sectie G nr. 183H4 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | wijzigen van de voorgevel + interne wijzigingen aan een meergezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 29/06/1973: vergunning (18#55736) voor verbouwing.
Vergunde/ vergund geachte toestand
- meergezinswoning met drie appartementen van 3 bouwlagen onder zadeldak;
- op het gelijkvloers bevinden zich twee autobergplaatsen.
Huidige toestand
- meergezinswoning met drie appartementen van 3 bouwlagen onder zadeldak;
- op het gelijkvloers bevinden zich twee garages;
- gevelafwerking:
Gewenste toestand
- verwijderde garages op het gelijkvloers in functie van fietsenberging en woonruimte;
- gevelafwerking: buitenschrijnwerk in antracietkleurig pvc.
Inhoud van de aanvraag
- verwijdering van de twee bestaande garages op het gelijkvloers;
- interne constructieve werken;
- wijzigen van de gevel:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 11 mei 2020 | 29 mei 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam | 11 mei 2020 | 27 mei 2020 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit | 11 mei 2020 | 27 mei 2020 |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen/ geacht vergund | 11 mei 2020 | 26 mei 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: artikel 1 zone voor wonen - (wo) en artikel 7 zone voor publiek domein - (pu).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De omgeving wordt gekenmerkt door een- en meergezinswoningen in gesloten bebouwing. De bestemming van meergezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
Er is geen volumewijziging, noch een vermeerdering van het aantal woonentiteiten. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan bijgevolg ingestemd worden met het programma zoals voorgesteld, de draagkracht van het pand blijft ongewijzigd.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. Er is geen uitbreiding van het aantal wooneenheden of de functies.
Op het gelijkvloers zijn echter 2 garages vergund. Slechts 1 van de garages is voldoende diep om een auto te kunnen stallen. Er is dus 1 nuttige parkeerplaats. Door de verbouwing verdwijnt deze parkeerplaats. Deze wordt bijgeteld bij de parkeerbehoefte. Bestaande parkeerplaatsen moeten immers maximaal behouden worden.
De werkelijke parkeerbehoefte is 1.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.
In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om stedenbouwkundige redenen niet gerealiseerd worden. Dit is het geval in voorliggende aanvraag. De nuttige parkeerplaats bevindt zich nabij de hoek. Het behoud er van zou de ontwikkelingsmogelijkheden van het gelijkvloers hinderen. Het supprimeren ervan maakt dat de momenteel volledig gesloten gelijkvloerse verdieping terug kan worden opengewerkt en ingevuld worden door een woonfunctie, wat de levendigheid van de plint en bijgevolg ook de ruimtelijke kwaliteit ten goede komt. Ook is er hierdoor de mogelijkheid om een ruime fietsenberging te voorzien waardoor fietsen niet langer afgewenteld moeten worden op het openbaar domein. Tot slot is de gevelbreedte smaller dan 8 meter. Hoewel de poorten vergund zijn wordt vanuit de goede ruimtelijke ordening geoordeeld dat het supprimeren van beide poorten de ruimtelijke kwaliteit en de draagkracht van het perceel en de omgeving ten goede komt.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.
|
Fietsvoorzieningen:
Er wordt een ruime fietsenberging ingericht op het gelijkvloers. Deze is bereikbaar via de bestaande garagepoort.
Aangezien de fietsenberging te klein is om als autostalplaats te gebruiken is er ook geen reden om de garagepoort te behouden. In voorwaarde zal worden opgelegd het oorspronkelijke raam (conform archiefplan 1973) terug te voorzien en door te trekken tot op het maaiveld als toegangsdeur naar de fietsenberging, uitgevoerd in hetzelfde materiaal, kleur en vormentaal als het overige schrijnwerk in de gevel.
Visueel-vormelijke elementen
De gevels blijven, behoudens het vervangen van het buitenschrijnwerk, het terug open maken van de dichtgemetste ramen op het gelijkvloers en het supprimeren van de garagepoort, ongewijzigd. De aanvraag voorziet een raam in de plaats van de linkerpoort. Hierbij wordt opgemerkt dat de breedte van het bovenliggende raam wordt overgenomen. De ramen op het gelijkvloers zijn (Fuggerstraat)of waren (Duboisstraat) breder dan deze van de bovenliggende verdiepingen, zoals ook blijkt uit het archiefplan van 1973 en de slecht herstelde gevel boven de poorten. Het is in die zin logischer dat het raam hersteld wordt naar de oorspronkelijke toestand, conform de oorspronkelijke breedte. Deze nieuwe raamopeningen moeten worden uitgevoerd met boog bovenaan.
Het buitenschrijnwerk wordt vervangen door pvc. Hierbij is het belangrijk dat de bovenregel van het raam de kromming van de vensteropening volgt. Verder is het belangrijk dat de raamverdeling van de ramen ongewijzigd blijft: de regel tussen bovenwaaier en opengaande vleugels moet terug op dezelfde positie voorzien worden.
Mits tegemoet gekomen wordt aan bovenstaande voorwaarden kan het voorstel naar welstand gunstig beoordeeld worden.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de poort aan de fietsenstalling vervangen door een deur, conform het raam uit het archiefplan van 1973, met boog bovenaan en onderaan verlaagd tot op het maaiveld. Het schrijnwerk dient van eenzelfde materiaal, kleur en vormentaal te zijn als het overige schrijnwerk;
3. het raam op het gelijkvloers dat uitgeeft op de nachthal uitvoeren, conform het raam uit het archiefplan van 1973, met boog bovenaan.
4. bij het vervangen van het buitenschrijnwerk moet de positie van de regel tussen bovenwaaier en opengaande vleugels ongewijzigd blijven;
5. de bovenregels van de nieuwe raam- en deuropening moeten de kromming van de raamopening volgen;
6. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 24 april 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 11 mei 2020 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 9 augustus 2020 |
Verslag GOA | 23 juli 2020 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de poort aan de fietsenstalling vervangen door een deur, conform het raam uit het archiefplan van 1973, met boog bovenaan en onderaan verlaagd tot op het maaiveld. Het schrijnwerk dient van eenzelfde materiaal, kleur en vormentaal te zijn als het overige schrijnwerk;
3. het raam op het gelijkvloers dat uitgeeft op de nachthal uitvoeren, conform het raam uit het archiefplan van 1973, met boog bovenaan.
4. bij het vervangen van het buitenschrijnwerk moet de positie van de regel tussen bovenwaaier en opengaande vleugels ongewijzigd blijven;
5. de bovenregels van de nieuwe raam- en deuropening moeten de kromming van de raamopening volgen;
6. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.