Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020038841 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Sven Karlberger met als contactadres Avenue Louise 367 te 1050 Elsene |
Ligging van het project: | Jan Van Rijswijcklaan 5 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 10 sectie K nrs. 1554Z5 en 1554K8 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | plaatsen van een steigerdoek met reclame |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 26/08/1931: vergunning (1931#39626) voor het bouwen van een appartementsgebouw (Jan Van Rijswijcklaan 5);
- 10/08/1928: vergunning (1928#30762) voor het bouwen van een appartementsgebouw appartementsgebouw (Jan Van Rijswijcklaan 1-3).
Vergunde/vergund geachte toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Huidige toestand
Gewenste toestand
- niet-zaakgebonden reclame op een steigerdoek gedurende de periode van de onderhoudswerken van de gevel:
Inhoud van de aanvraag
- plaatsen van een steigerdoek met reclame.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Agentschap Wegen en Verkeer | 15 mei 2020 | 10 juni 2020 | Ongunstig |
Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn | 15 mei 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg | 15 mei 2020 | 30 juni 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
de steigerdoek wordt geplaatst over de volledige gevel en bedekt de ramen waardoor de verblijfsruimtes geen licht en lucht krijgen;
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag is strijdig met artikels 24 en 32 van de bouwcode.
Tevens werd er advies gevraagd aan het Agentschap Wegen & Verkeer. Het advies is ongunstig omwille van strijdigheden met direct werkende normen binnen de beleidsvelden waarvoor het Agentschap bevoegd is en omdat het aangevraagde onwenselijk is in het licht van doelstellingen of zorgplichten van het Agentschap.
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De aanvraag omvat het plaatsen van publiciteit tegen de voorgevels van het hoekgebouw. Er werd geen omgevingsvergunning aangevraagd en/of afgeleverd voor gevelwerken aan het gebouw en er werd bovendien geen bewijs voorgelegd voor meldingsplichtige of niet-vergunningsplichtige gevelwerken. De toegevoegde offerte is vervallen sinds 10 januari 2020 betreffende gevelwerken is niet ondertekend en bijgevolg niet bindend waardoor er onvoldoende bewijs bestaat dat de gevelwerken zullen worden uitgevoerd. De functionele inpasbaarheid kan in dat opzicht niet verantwoord worden.
Visueel-vormelijke elementen
Publiciteit mag geen afbreuk doen aan de globale beeldkwaliteit van een straat en moet dus om evidente reden beperkt en discreet blijven in omvang en uitstraling.
De steigerdoek heeft aan de gevel langs de Karel Oomsstraat een afmeting van 17,30 op 18 meter, aan de kopse gevel een afmeting van 12,80 op 18 meter en aan de gevel langs de Jan Van Rijswijcklaan tot slot, een afmeting van 19,90 op 18 meter. Met een totale oppervlakte van 900 m² bedekt de steigerdoek de gevels zo goed als volledig. Volgens de gegevens in het dossier beneemt het reclamegedeelte een oppervlakte van 600 m². De grootte (breedte, hoogte, doorlopend of uitgesneden letters of logo, ...) van de publiciteit is bijgevolg niet in verhouding met de maat van het gebouw. Bovendien verstoort de publiciteit de beeldkwaliteit van de omgeving op onaanvaardbare wijze.
Cultuurhistorische aspecten
Er werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst monumentenzorg aangezien het pand is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed;
Vanuit de dienst monumentenzorg is er geen principieel bezwaar tegen de tijdelijke plaatsing van steigerreclame voor de duur van de werken, indien dit kan gebeuren met respect voor de verhoudingen van het pand en indien het mee kan opgaan in de omgeving. Het voorgestelde reclamebeeld is te overheersend op deze plek en vertekent de verhoudingen van de architecturale omgeving rond het kruispunt. De stedelijke dienst monumentenzorg adviseert dan ook ongunstig.
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt aangesloten op bovenstaand advies.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De publiciteit wordt aangevraagd voor onbepaalde duur. Publiciteit mag geen hinder veroorzaken voor de verblijfsruimtes van een gebouw en mag om die reden niet voor raamopeningen geplaatst worden. Door het plaatsen van steigerdoeken aan de gevel krijgen de bovenliggende verblijfsruimtes geen licht en lucht. Ook daarom wordt geadviseerd om de aanvraag te weigeren.
Licht en lucht worden gezien als basiskwaliteiten voor elke ruimte waar mensen langer verblijven. Voldoende daglichttoetreding, gecombineerd met uitzicht en voldoende ventilatie van de woning met verse lucht zijn basisvoorwaarden voor de gezondheid van de bewoners en voor een minimum verblijfskwaliteit van elke woning.
Bovendien betreft het hier een hoekpand gelegen op een gevaarlijk multimodaal knooppunt. Er zitten veel verschillende modi op dit kruispunt waar fietsers, voetgangers, auto's en openbaar vervoer (tram en bus) met elkaar moeten rekening houden. Vlak voor het betreffende pand zijn 3 dubbelrichting oversteekplaatsen voor fietsers en voetgangers aanwezig. Publiciteitsinrichtingen langs de wegen hebben net het doel om de aandacht van de weggebruiker te trekken waardoor deze afgeleid wordt. Tevens is het niet duidelijk wat de inhoud van de boodschap op het werfdoek betreft. Uit verkeersveiligheid is dit wel degelijk van belang. Zo zullen emotionele boodschappen meer de aandacht van de bestuurders trekken dan neutrale boodschappen. En hoe groter de hoeveelheid informatie binnen een boodschap, hoe langer de bestuurders nodig zullen hebben om de boodschap correct te lezen en te begrijpen. Dit betekent dat de bestuurders zich minder op de weg zullen fixeren. Het Agentschap komt na toetsing van de risico’s op het vlak van de verkeersveiligheid tot het besluit dat de aangevraagde publiciteitsinrichting ontoelaatbaar is.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing omdat deze aanvraag betrekking heeft op niet-zaakgebonden publiciteit.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met de geldende stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 22 april 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 15 mei 2020 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 13 augustus 2020 |
Verslag GOA | 22 juli 2020 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.