Terug2020_CBS_05873 - Omgevingsvergunning - OMV_2020053505. Elisabethlaan 49. District Berchem - Goedkeuring

Gepubliceerd op 13/07/2020
college van burgemeester en schepenen
vr 10/07/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Karin De Craecker, waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Claude Marinower, schepen; Serge Muyters, korpschef; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Karin De Craecker, waarnemend algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_05873 - Omgevingsvergunning - OMV_2020053505. Elisabethlaan 49. District Berchem - Goedkeuring 2020_CBS_05873 - Omgevingsvergunning - OMV_2020053505. Elisabethlaan 49. District Berchem - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020053505

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Amélie Van Rompuy met als adres Elisabethlaan 49 te 2600 Antwerpen

Ligging van het project:

Elisabethlaan 49 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 23 sectie C nr. 206F8

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

renoveren van tuinhuis en terras

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          07/04/2020: proces-verbaal (11002_2020_12404) voor bekrachtiging op PV 11002_2020_11959_VPV;

-          16/01/2020: proces-verbaal (11002_2020_11959_VPV) voor werken uitvoeren zonder voorafgaandelijke schriftelijke omgevingsvergunning van het college van burgemeester en schepenen;

-          11/02/1935: toelating (1275#2993) voor het vergroten van een keuken en het verplaatsen van een wc;

-          22/02/1928: toelating (961#9454) voor het bouwen van een burgershuis.

Vergunde toestand

-          Eengezinswoning: 3 bouwlagen onder plat dak.

Huidige toestand

-          Eengezinswoning: 3 bouwlagen onder plat dak;

-          achtertuin met een afgebroken tuinhuis, verhoogde tuinmuren (linker-, rechter- en achterste perceelgrens) de werken zijn stilgelegd.

Gewenste toestand

-          Eengezinswoning: 3 bouwlagen onder plat dak;

-          bouwen van een tuinhuis in de achtertuin;

-          verhoging tuinmuren ter hoogte de linker-, rechter- en achterste tuinmuur;

-          Afwerking tuinmuur rode gevelsteen en keramisch bruine deksteen;

-          Constructie tuinhuis in hout.

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van het tuinhuis;

-          bouwen van een tuinhuis in de achtertuin op de perceelsgrenzen;

-          optrekken van tuinmuur ter hoogte de linker- rechter en achterste perceelgrens;

-          eventuele wijzigingen aan de eengezinswoning maken geen deel uit van deze aanvraag.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Agentschap Wegen en Verkeer

18 mei 2020

8 juni 2020

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

18 mei 2020

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:

  • Artikel 6 Harmonie: in een omgeving waar de bestaande bebouwing homogene kenmerken vertoont, moeten de op te richten of de te verbouwen gebouwen zodanig worden ontworpen dat ze in harmonie zijn met de kenmerken van de omgeving. De verhoogde tuinmuur doet deze harmonische samenhang teniet;
  • Artikel 19 tuinafsluitingen: indien zij- en achtertuin worden afgesloten moet dit gebeuren door een muur, haag, draad of scherm met een hoogte van minimum 1 meter en maximum 2,60 meter. De verhoogde tuinmuur heeft een hoogte van circa 2,65 meter;
  • artikel 38 Groendaken: de oppervlakte van het nieuwe platte dak van het tuinhuis bedraagt meer dan 20m². Het dak dient aangelegd te worden als een groendak.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag omvat geen functiewijziging. De eengezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd wordt.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag beoogt het regulariseren van het ophogen van de tuinmuur achteraan in functie het plaatsen van een tuinberging.  Op 10 januari 2020 werd er een proces verbaal opgesteld voor het uitvoeren van werken zonder voorafgaandelijke omgevingsvergunning van het college van burgemeester en schepenen. Achteraan in de tuin werden de bestaande dekstenen verwijderd en de tuinmuur verhoogd met bakstenen. De tuinmuur werd zowel aan de linker- rechter als achterpeceelgrens verhoogd. Op het plan wordt er een totale hoogte vermeld van 2,60 meter maar bij meting is de hoogte eerder 2,65 meter. De tuinmuur werd verhoogd om een afdak tegen te plaatsen met een verharde vloer. Op de plannen wordt de pergola achtige constructie beschreven als tuinberging.

 

De aanvraag is in strijd met artikel 19 van de bouwcode dat stelt dat afsluitingen van zij- en achtertuinen maximum 2,60 meter hoog mogen zijn.

Zelfs indien de tuinmuur de maximum hoogte van 2,60 meter zou respecteren, dient de aanvraag nog steeds beoordeeld te worden op basis van de harmonische samenhang (artikel 6 bouwcode) in de bebouwde omgeving. dit is hier geenszins het geval.

De woonwijk kenmerkt zich door statige huizen met een groen binnengebied. De bestaande tuinmuren hebben eenzelfde hoogte, hetgeen zorgt voor een visuele uniformiteit. De verhoogde tuinmuur ter hoogte van de 3 aangrenzende percelen doet deze uniformiteit volledig teniet.  Bovendien werd de verhoging uitgevoerd in een andere gevelsteen dan de bestaande en is hierdoor niet in harmonie met de omgeving. De aanvraag is  bijgevolg niet in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening. 

De verharding van het bestaand terras en de gewenste tuinberging bedraagt circa 1/3 van de tuinoppervlakte waardoor de inplanting van de tuinberging of pergola op zich stedenbouwkundig aanvaardbaar is (artikel 27 bouwcode).  Deze kan echter evengoed gerealiseerd worden zonder dat er een verhoging van de scheidsmuren vereist is. 

Aan het college wordt geadviseerd de omgevingsaanvraag te verlenen voor de tuinberging zonder de verhoging van de bestaande tuinmuren en mits het herstellen van de tuinmuren naar origineel model.

 

Cultuurhistorische aspecten

Aangezien het pand vermeld staat op de inventaris bouwkundig erfgoed werd de stedelijke dienst Monumentenzorg om advies gevraagd. Het advies is gunstig:

“geen bezwaar. Het nieuwe tuinhuis doet geen afbreuk aan de erfgoedwaarde van het pand.”

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De aanvraag wijkt af van artikel 38 van de bouwcode dat stelt dat nieuwe daken van meldings- en vergunningsplichtige constructies dienen aangelegd te worden als een groendak, indien deze daken een helling hebben van minder dan 15° en een oppervlakte hebben van ten minste 20 vierkante meter. Indien er een vergunning wordt verleend wordt dit opgenomen als voorwaarde.

 

Het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer is gunstig.

De bijzondere en algemene voorwaarden horende bij dit advies maken integraal deel uit van de Omgevingsvergunning.

 

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      Het dak van de tuinberging aan te leggen als groendak conform artikel 38 van de bouwcode;

2.      De tuinmuren te herstellen naar oorspronkelijk model zonder deze te verhogen.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

28 april 2020

Volledig en ontvankelijk

18 mei 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

17 juli 2020

Verslag GOA

29 juni 2020

naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

4

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

Er werden 4 bezwaarschriften ingediend die zich als volgt samenvatten:

 

1.      Toestand tuinmuur: bezwaarindiener betwist dat de tuinmuur in dermate slechte staat was waardoor de bovenste lagen diende verwijderd te worden, herstel van de muur was perfect mogelijk.

Beoordeling: de bouwfysische toestand is een gegeven dat in een omgevingsaanvraag niet kan worden beoordeeld. Het bezwaar is ontvankelijk, doch ongegrond.

2.      Geen overleg tot afbraak en ophoging gemeenschappelijke muur: de bestaande dekstenen werden verwijderd en de gemene scheidingsmuur werd opgetrokken zonder voorafgaandelijk overleg.

Beoordeling: overleg betreffende een gemene muur is niet stedenbouwkundig maar burgerrechtelijk van aard. De vergunningverlenende overheid kan geen uitspraak doen over dit aspect. Het bezwaar is ontvankelijk, doch ongegrond.

 

3.      Plannen stroken niet met werkelijkheid: volgens bezwaarindiener werd de tuinmuur verhoogd met circa 60 cm waardoor de hoogte bijna 3 meter bedraagt zonder muurpannen. Tevens is het reliëf van de omliggende tuinen niet correct weergegeven

Beoordeling:

Op basis van de aangeleverde plannen gebeurde er verhoging van de tuinmuur tot circa 2,65 meter. Het gegeven dat de werkelijke verhoging tot 3 meter reikt kan niet beoordeeld worden in de omgevingsaanvraag.  Het bezwaar is ontvankelijk, doch ongegrond.

 

4.      Stabiliteit scheidingsmuur: door de opbouw komt de stabiliteit van de gemene scheidingsmuur in het gedrang

Beoordeling:

De stabiliteit van de scheidingsmuur is een gegeven dat in een omgevingsaanvraag niet kan worden beoordeeld. Dat de stabiliteit in het gedrang komt is zuiver hypothetisch en niet van stedenbouwkundige aard. Er wordt van uit gegaan dat de werken worden uitgevoerd volgens de regels van de kunst. Een studie van de stabiliteit is geen verplicht toe te voegen dossierstuk bij een vergunningsaanvraag. Het bezwaar is ontvankelijk en deels gegrond.

 

5.      Harmonie, esthetiek en goede ruimtelijke ordening: de bestaande tuinmuren hebben eenzelfde hoogte, hetgeen zorgt voor een visuele uniformiteit. De verhoging is gebeurd met een andere gevelsteen als de onderliggende muur en alle andere tuinmuren waardoor de harmonie en het esthetisch uitzicht geschaad wordt en niet getuigt van goede ruimtelijke ordening

Beoordeling:

Er is inderdaad een kenmerkende harmonie zichtbaar dat de bestaande tuinmuren eenzelfde hoogte hebben en eenvormig bestaan uit een gevelsteen met deksteen die afhelt naar beide percelen. Door het gebruik van een andere gevelsteen wordt de bestaande esthetiek geschonden. Vanuit harmonie en goede ruimtelijke ordening wordt geoordeeld dat dit bezwaar gegrond is.

 

6.      Impact op bezonning en lichtinval omliggende tuinen

Beoordeling:

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt geoordeeld dat de impact op bezonning en lichtinval naar de aanpalende tuinen beperkt is. Het bezwaar is ontvankelijk, doch ongegrond.

7.      Ophoging tuin aanvrager: de bezwaarindiener beweert dat de verhoging van de scheidingsmuur gebeurt omwille het ophogen van de het tuinniveau van de aanvrager.

Beoordeling:

Op basis van de aangeleverde plannen gebeurde er geen verhoging van het tuinniveau op het perceel van de aanvrager. Bijgevolg kan dit gegeven niet beoordeeld worden in de omgevingsaanvraag.  Het bezwaar is ontvankelijk, doch ongegrond.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      Het dak van de tuinberging aan te leggen als groendak conform artikel 38 van de bouwcode;

2.      De tuinmuren te herstellen naar oorspronkelijk model zonder deze te verhogen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.