Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020034413 |
Gegevens van de aanvrager: | mevrouw Els De Waele met als adres Lange Slachterijstraat 127 te 2060 Antwerpen en mevrouw Pinki Peeters met als adres Lange Slachterijstraat 127 te 2060 Antwerpen |
Ligging van het project: | Lange Slachterijstraat 127 te 2060 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 7 sectie G nr. 422T6 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- er werd geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden.
Vergunde/vergund geachte toestand
- geen gegevens beschikbaar.
Huidige toestand
- eengezinswoning;
- bouwvolume:
- gevel: gevelsteen met wit pvc buitenschrijnwerk.
Gewenste toestand
- eengezinswoning;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- doorvoeren van interne constructieve werken op het gelijkvloers en de 1ste verdieping;
- slopen en herbouwen van de uitbouw;
- wijzigen van de voorgevel.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden in een omgeving die gekenmerkt wordt door een mix van eengezinswoningen en meergezinsgebouwen. De aanvraag is functioneel verenigbaar met de omgeving.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag betreft een arbeiderswoning in een rij van woningen met sterk bewaarde homogene kenmerken. De identieke volumetrie van de hoofdgebouwen is nog zeer herkenbaar. Aan de achterzijde werden de woningen overwegend uitgebreid. Het merendeel van de woningen heeft enkel een uitbouw op het gelijkvloers. De woning uit de aanvraag heeft een uitbouw opgetrokken over twee bouwlagen die echter allerminst contact maakt met de buitenruimte. Het is niet duidelijk of dit over een vergunde/vergund geachte situatie gaat.
De aanvraag voorziet in de afbraak en heropbouw van de uitbouw en een herschikking van de functionele indeling van de woning. De bestaande arbeiderswoningen zijn zodanig beperkt in oppervlakte dat een achterbouw over twee bouwlagen een antwoord biedt op de woonkwaliteitseisen, zonder dat de oppervlakte van de bestaande buitenruimte hierdoor wordt ingeperkt.
In dezelfde huizenrij (Lange Lobroekstraat 137) werd in 2015 een vergunning verleend voor een gelijkaardige uitbouw over twee bouwlagen om zodoende de netto vloeroppervlakte van de verblijfsruimten in verhouding te brengen tot het aantal slaapkamers.
De uitbreiding die met deze aanvraag voorzien wordt is vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar.
Visueel-vormelijke elementen
De identieke opbouw van de arbeiderswoningen is dan wel nog herkenbaar maar doorheen de tijd zijn aan diverse woningen veranderingswerken uitgevoerd. Dit betreft voornamelijk aanpassing van de kleur van het schrijnwerk en/of opfrissing van het metsel- en voegwerk. Het samenhangend geheel van de huizenrij wordt heden nog vooral door de homogene volumetrie behouden. In de aanvraag worden raam en deur in de voorgevel van plaats gewisseld. De bestaande voordeur is met een nuttige doorgangsbreedte van 60 centimeter, immers erg smal. Om de bestaande gevel zo min mogelijk aan te tasten wordt het bestaande, bredere raam aan de linkerzijde verlaagd en omgevormd tot nieuwe inkomdeur. Hierdoor blijven de originele breedtes van de gevelopeningen behouden zodoende het bestaande gevelbeeld te respecteren. Deze ingreep kan dan ook gunstig geadviseerd worden.
De aanvraag doet geen uitspraak over de kleur van het nieuwe schrijnwerk. Om harmonie in het gevelbeeld te behouden wordt als voorwaarde opgelegd om het schrijnwerk in een witte kleur uit te voeren, overeenkomstig het te behouden schrijnwerk op de verdieping.
Daarnaast wijkt de materialisatie van het nieuwe buitenschrijnwerk af ten opzichte van het buitenschrijnwerk op de verdieping. Als voorwaarde van vergunning wordt opgelegd dat bij vervanging van het schrijnwerk op de verdieping dezelfde kleur en hetzelfde materiaal dient gebruikt te worden als het schrijnwerk op het gelijkvloers.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De woning wordt aan de voorzijde voorzien van een levendige plint. Dit gebeurt door een werkruimte aan de straatzijde in te richten, met een doorkijk naar de achterliggende keuken.
In de bestaande situatie is het contact met de achtertuin nagenoeg onbestaande. De nieuwe uitbouw wordt uitgewerkt met een glaspartij over de volledige hoogte wat het contact tussen de binnen- en buitenruimte versterkt. Deze ingreep verhoogt eveneens de woonkwaliteit door de ruime lichtinval.
Opgemerkt wordt dat de slaapkamers onder het dak onvoldoende licht- en luchttoetreding hebben en bijgevolg niet voldoen aan de bepalingen van artikel 24 van de bouwcode. Echter maken deze ruimten geen onderdeel uit van de aanvraag, waardoor deze niet beoordeeld worden.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. het nieuwe gelijkvloerse schrijnwerk in de voorgevel dient te worden uitgevoerd in een witte kleur, conform het schrijnwerk van de bovenliggende verdieping;
2. bij vervanging van het schrijnwerk op de verdieping dient dezelfde kleur en hetzelfde materiaal gebruikt te worden als het schrijnwerk op het gelijkvloers;
3. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 28 april 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 18 mei 2020 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 17 juli 2020 |
Verslag GOA | 1 juli 2020 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. het nieuwe gelijkvloerse schrijnwerk in de voorgevel dient te worden uitgevoerd in een witte kleur, conform het schrijnwerk van de bovenliggende verdieping;
2. bij vervanging van het schrijnwerk op de verdieping dient dezelfde kleur en hetzelfde materiaal gebruikt te worden als het schrijnwerk op het gelijkvloers;
3. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.