Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2019151354 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Nico Swolfs met als adres De Meers 11 te 2170 Antwerpen |
Ligging van het project: | De Meers 13 te 2170 Merksem (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: | afdeling 40 sectie C nr. 145A4 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 15/03/1954: toelating (103#4604) voor het plaatsen van een koepel;
- 01/06/1953: toelating (103#4303) voor het bouwen van een woning met staatspremie.
Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand
- eengezinswoning met twee bouwlagen onder plat dak;
- kroonlijsthoogte 7 m.
- bouwdiepte hoofdvolume van 9,2 m, gelijkvloerse uitbreiding tot een bouwdiepte van 14 m;
- gevelafwerking:
Huidige toestand
- functie en bouwvolume conform vergunde toestand;
- het afdak naast de keuken werd vervangen door een veranda;
- gewijzigde raamopening gelijkvloerse uitbouw;
- wijzigingen voorgevel:
- de volledige voor en zijtuin werden verhard;
- achteraan het perceel werd een bijgebouw opgericht.
Gewenste toestand
- functie conform vergunde toestand;
- kroonlijsthoogte circa 7,1 m;
- bouwdiepte gelijkvloerse en eerste verdieping van respectievelijk 14 en 13 m;
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- wijzigen van het bouwvolume:
- aanpassen van de gevelindeling en afwerking (alle gevels);
- doorvoeren van interne constructieve werken;
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
de kenmerkende kroonlijst verdwijnt waardoor de aanvraag niet in harmonie
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de De Meers.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag maakt deel uit van een gegroepeerde bebouwing, bestaande uit groepen van 5 woningen. De aanvraag vormt het kopgebouw van de eerste gegroepeerde bebouwing.
De bebouwing bestaat uit 2 bouwlagen met een plat dak. De bouwdiepte aan de linkerzijde bedraagt op de gelijkvloerse en eerste verdieping 11, 5 m. De bouwdiepte aan de rechterzijde bedraagt op de gelijkvloerse en eerste verdieping 12,5 m.
Op de gelijkvloerse verdieping wordt de woning uitgebreid tot ca. 14 m. Het perceel laat een dergelijke bouwdiepte toe. Er blijft nog een kwaliteitsvolle tuindiepte van ca. 11,7 m over. Deze bouwdiepte is stedenbouwkundig aanvaardbaar in de omgeving.
De aanvraag wijkt af van artikel 10 van de bouwcode. Op de eerste verdieping wordt de woning uitgebreid tot ca. 13 m waardoor het gebouw zich niet volledig in inpast in het toelaatbare gabarit van de aanpalende woningen. De gegroepeerde bebouwing, waar de aanvraag deel van uit maakt, hebben een bouwdiepte die varieert van 9 tot maximum 12 m. Om iedere woning dezelfde uitbreidingskansen te geven, wordt de maximale bouwdiepte van 12 m gehanteerd. Daarom wordt in voorwaarde meegenomen en in rood aangeduid op plannen de bouwdiepte te beperkten tot 12 m.
Visueel-vormelijke elementen
De raamverdeling in de voorgevel wordt gewijzigd. Deze verdeling weerspiegelt de achterliggende functies. Hierdoor is er een duidelijke uitspraak over de architectuur van de woning en de beeldkwaliteit van het gebouw is in samenhang met zijn omgeving. De gevelwijziging is stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Tevens verdwijnt de kroonlijst in de voor- en zijgevel. In de aanvraag wordt de bakstenen gevel doorgetrokken en afgewerkt met een antracieten aluminimum dakrand. De bestaande kroonlijst is een architecturaal kenmerk van de gegroepeerde bebouwing waar de aanvraag deel van uit maakt. Vanuit harmonie en esthetisch aspect moet deze dan ook bewaard blijven. Dit wordt meegenomen naar de voorwaarden.
De gevels worden afgewerkt met roodbruine gevelsteen met een betonnen plint, accenten in geprofileerd antracieten aluminium platen en aluminimum buitenschrijnwerk.
Deze materialen passen binnen de omgeving waarop de aanvraag betrekking heeft en zijn dus aanvaardbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Om het ruimtecomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner in verhouding staat met het aantal slaapkamers. Dit is het geval in het voorliggend project, waardoor de woongelegenheid voldoende wooncomfort biedt.
Om brandoverslag te voorkomen dient conform aan artikel 34 van de bouwcode een opstand van 30 cm te worden voorzien op de nieuwe scheimuur van met de linker aanpalende. Een andere mogelijkheid is omwille van de brandveiligheid het dak te bekleden met niet brandbaar materiaal. Dit wordt opgenomen in de voorwaarden.
Bovendien is de scheidingsmuur ter hoogte van de uitbouw op de eerste verdieping een enkelvoudige scheidingsmuur. Bij verbouwing, uitbreiding of renovatie van een bestaande scheidingsmuur, moet het nieuwe gedeelte muur op dezelfde conceptuele wijze worden verder gebouwd als de oorspronkelijke muur, met eventuele differentiatie van de gebruikte materialen. De minimale dikte zal steeds 18 cm bedragen. Er werd echter onvoldoende informatie aangeleverd om na te gaan of de muur opgetrokken wordt in een massief, ongeperforeerd materiaal. Dit wordt meegenomen naar de voorwaarden.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. het plat dak van de uitbouw op de gelijkvloerse verdieping bekleden met een materiaal dat valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of is opgenomen op de lijst in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);
2. de scheidingsmuur uitvoeren in een massief, ongeperforeerd materiaal, conform artikel 34 van de bouwcode;
3. de bouwdiepte op de eerste verdieping beperken tot 12 m in harmonie met de omgeving, conform artikel 10 van de bouwcode. Dit wordt in rood aangeduid op plan: BA_WoningDeMeers_G_N_ZG , BA_WoningDeMeers_P_N__1 , BA_WoningDeMeers_P_N_dak en BA_WoningDeMeers_S_N_AA ;
4. de kenmerkende kroonlijst behouden in harmonie met de omgeving, conform artikel 6 van de bouwcode. Dit wordt in rood aangeduid op plan: BA_WoningDeMeers_G_N_VG , BA_WoningDeMeers_G_N_ZG en BA_WoningDeMeers_S_N_AA ;
5. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 6 mei 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 20 mei 2020 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 19 juli 2020 |
Verslag GOA | 30 juni 2020 |
naam GOA | Gerd Cryns |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. het plat dak van de uitbouw op de gelijkvloerse verdieping bekleden met een materiaal dat valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of is opgenomen op de lijst in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);
2. de scheidingsmuur uitvoeren in een massief, ongeperforeerd materiaal, conform artikel 34 van de bouwcode;
3. de bouwdiepte op de eerste verdieping beperken tot 12 m in harmonie met de omgeving, conform artikel 10 van de bouwcode. Dit wordt in rood aangeduid op plan: BA_WoningDeMeers_G_N_ZG , BA_WoningDeMeers_P_N__1 , BA_WoningDeMeers_P_N_dak en BA_WoningDeMeers_S_N_AA ;
4. de kenmerkende kroonlijst behouden in harmonie met de omgeving, conform artikel 6 van de bouwcode. Dit wordt in rood aangeduid op plan: BA_WoningDeMeers_G_N_VG , BA_WoningDeMeers_G_N_ZG en BA_WoningDeMeers_S_N_AA ;
5. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.